Eerste Blad
De Kus van Pharao
^and VAN ALTENA
Uitgave: Firma L. J. VEERMAN,
No. 4684. Woensdag 23 Februari
Heusden.
1927.
Ruiteiilandsch Overzicht
FEUILLETON.
Rinneiiland
Int. Telefoon no. 19. Postrekening
no. 61525.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.25, en
franco per post beschikt f 4.40. Afzonderlijke
nummers 6 cent.
Advertentiën van 16 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
VrydagnHirgen 9 uur ingewacht.
JACOB VOS.
Onze Geachte dorpsgenoot de Heer
Jacob Vos, herdacht Woensdag 16 Febr.
j.l. den dag waarop hij voor 25 jaren
werd aangesteld bij de Posterijen. Op
zichzelf beschouwd kan men een dergelijk
jubileum niet onder de bizonderheden rang
schikken. Was het niet de Heer Vos die
thans jubileert, mogelijk hadden we ons
onthouden van hetgeen we nu als onzen
plicht achten. De verschillende persoon
lijke eigenschappen van den Heer Vos
hebben een hechten band gelegd tusschen
hem en de Nieuwendijkers.' De Heer
Jacob Vos, zoon van den Heer Johs. Vos
gepensionneerd kantoorhouder te Meeuwen,
werd 5 Nov. 1881 aldaar geboren. Op
16 Febr. 1902 werd hij als beambte
aangesteld te Alem (N. Br.) en werd op
1 Augs. 1902 verplaatst naar Nieuwen-
dyk. Tijdens zijn verblijf alhier functio
neerde de Heer Vos gedurende de mobili
satie als plaatsvervangend kantoorhouder
aan de hulppostkantoren te Nieuwendijk,
Almkerk, Dussen, Meeuwen en Kesteren.
Verreweg het grootste deel der 25 jaren
hebben wij hem als onzen postman mogen
beziten. Vriendelijk, wellevend, correct,
iets militairristisch in zjjn houding en steeds
hulpvaardig, zijn de door alle Nieuwendij
kers gekende eigenschappen van den Heer
Vos. Hij wordt schier door ieder geacht
en bemind
Op spontane wyze is hij dan ook door
de burgerij gehuldigd. Een comité voor
dit doel gevormd, bood hem een prachtig
ameublement aan namens de ingezetenen.
Ook in de muzikale wereld maakt Vos
een schitterend figuur. Als ijverig lid der
muziekvereeniging heeft hij zich een naam
verworven, vooral ook door zyn comische
talenten waarvan een ieder steeds genieten
kan. Wie clenkt zich een muziekuitvoe
ring zonder den Heer Vos De muziekver.
bracht den jubilaris een serenade en bood
hem een prachtige theekast aan. De
warme belangstelling welke den Heer Vos
en zijn familie tebeurt viel, getuigen van
de waardeering voor dezen populairen
volksman.
Van harte sluiten wij ons aan bij deze
sympathiebetuiging en wenschen den Heer
Vos nog vele jaren zijn functie als post
beambte te mogen waarnemen.
Naar uit Sjanghai wordt gemeld, heeft
de vakvereenigingsbond vandaag de al-
gemeene staking geproclameerd, ten einde
zijn eisch tot ontruiming van Sjanghai
door de Engelsche troepen en die van
Soen Tsjoean Fang door te zetten. Het
personeel van de post, tram en omnibus
sen heeft aan den oproep tot staking di
rect gevolg gegeven. Het aantal stakers
werd op 40,000 geraamd, doch dit getal
heeft zich naar thans gemeld wordt, reeds
uitgebreid tot 100,000.
De algcmeene arbeidsbond bericht dat
het doel der staking is de buitenlandsche
do'o r
RICHARD GOYNE.
10)
o
Haar lippen werden levenloos en haar
liefelijke oogen sloten zich langzaam toe.
Doch nu was er een glimlach op haar
gelaat en de kleur keerde terug op haar,
wangen. Met een droomerig gebaarstond
zij op en maakte zich gereed om weer
haar rol te spelen van minnende vrouw en
echtgenoote, die opnieuw moest doen ont
vlammen het licht van hartstocht in de
oogen van een koning...
Charmion, riep zij zacht, kom mijn kind.
De zon neigt ter kimme... de dag gaat
heen.... en Pharao zal zijn vrouw verwach
ten. Ik zal voor hem dansen! Mijn hart
is zwaar, lief kind, maér de aanhalingen
van Pharao zijn te kostbaar om gcmi,st
te mogen worden.
Oh, dacht zij dan zwijgend, voor Ra-
na wacht er liefde en geluk.:. Voor mij,
de levensgezellin van Akhnaton... voor mij
wacht slechts een rol, een valsche rol van
onderwerping en aanbidding, die gehui
cheld is. Mijn rol zal ik spelen met bloe
dend hart.... voor een kus... de kus van
Pharao!
En in de schaduw der paleismuren be
woog een rijtuigje zich geheimzinnig voor
waarts, een klein rank wagentje, waarin
een .wonderschoon meisje zat.... de doch-
militairen te verdrijven, het maken van
anti-imperialistische propaganda en het
vormen van een volksregeering.
De Chineesche bladen schrijven echter,
dat het werkelijke doel der staking is de
nationalistische legers in Sjanghai welkom
te -heeten.
Tot dusver hebben, behalve enkele min
der belangrijke schermutselingen, geen on
geregeldheden plaats gehad. Hoewel de
toestand tamelijk gespannen is, hebben geen
anti-vreemdelingen betoogen plaats gehad.
Op liet oogenblik bevinden zich te
Sjanghai 5000 man Engelsche troepen,
1100 Amerikanen, en 800 Japanners.
Naar gemeld wordt, tracht Soen Tsjoe
an Fang zijn troepen tot 'nieuwen tegen-
ter van een vorst.
In een wolk van zand en stof richtte
het rijtuigje zich naar de woestijn en
verdween in de eindelooze verte naar een
bestemming, waar tijd en liefde en nood
lot een deel zouden eischen in het spel
van wraakzucht en hartstocht, om een
prijs, die niets minder was dan... de troon
van Egypte en de naam van een god...
HÓOFDSTUK V.
In het tooverachtige uur van midder
nacht was het zand der woestijn koud.
Aan den horizon, waar de rand der aarde
zich scheen te vereenigen miet liet purpier
en grijs van den hemel, stond de sphinx
in statige rust, alsof zij de heilige stilte
van het Oosten wilde bewaken.
In de nabijheid van Sampi's grot ston
den twee mannen, voor wie dit uitzicht
vol schoonheid ook een levensuitziclit was,
in wier gedachten de slapende heiligheid
van Egypte een naderend drama scheen
te voorspellen, waarin zij zielf de hoofdrol
len zouden vervullen.
Het is nacht, mijn zoon, fluisterde Rah
Neb, terwijl hij langzaam met zijn hand
langs zijn zilveren baard streek, en het
is de nacht van Akhnaton. Spoedig zal
de horizon gekleurd zijn door het licht
van den glorenden dag. Nog korten tijd....
nog enkele keeren zal de maan schijnen...
en dan
De jonkman aan zijn zijde stond in
waakzame houding en in zijn oogen scheen
een vreemd licht,
Zoo is liet, mijn vader. De dag zal
komen en met hem de ware glorie van
Egypte. Maar nochtans is het een hard
lot voor onste moeten vluchten voor
stand te bewegen, doch men gelooft niet,
dat hij er in zal slagen, zijn troepen tiji-
dig te reorganiseeren, terwijl de kans, dat
hij op hulp van Tsjang Tso Lin of Woc
Pei Foe zal kunnen rekenen, vrij gering is.
Uit alles blijkt dat de' toestand zich
hoe langer hoe meer ernstig gaat ontwik
kelen.
Het behoeft geen betoog, dat de positie
der buitenlanders te Sjanghai er niet pret
tiger op wordt. Dezen houden rekening
met alle eventualiteiten. Vrijwilligers en
speciale politie staan klaar, om, begint
het te spannen, tusschenbeide te komen.
Ook houden de Londensche telegrammen
in, dat de Engelschen te Sjanghai ver
scheidene punten van strategisch gewicht
hebben bezet.
Het behoeft natuurlijk niet uitvoerig
uiteengezet te worden, dat te zijner tijd
te Sjanghai eveneens gebruik zal worden
gemaakt van de troepen, die Engeland
(en andere staten) zoo voor en na naar
China hebben gestuurd. Bovendien bevin
den zich in de Chineesche wateren ruim
20 buitenlandsche oorlogsschepen, die zich
natuurlijk evenmin onbetuigd zullen laten
wanneer de gebeurtenissen te Sjanghai zich
dermate zouden ontwikkelen, dat gespro
ken kan worden van een rechtstreeksche
bedreiging der in Sjanghai wonende bui
tenlanders. Bovendien worden nog voort
durend oorlogsschepen en troepen naar
China gezonden. Op deze wijze hopen
de buitenlanders, aan alle moeilijkheden
die kunnen rijzen, het hoofd te kunnen
bieden. Dat de toestand onder deze om
standigheden niet zonder gevaar is, be
hoeft geen betoog. Hieraan verandert zelfs
niets het bericht dat overigens nog
wel een nadrukkelijke bevestiging behoeft
volgens hetwelk eindelijk een overeen
komst is geteekend tusschen Tsjen, den
Kantonneeschen minister van buitenland
sche zaken en O'Malley, den Britschen
legatieraad.
In het antwoord op het memorandum
van president Coolidge betuigt Japan zijn
instemming met iiet initiatief der Vereen.
Staten voor een verdere beperking dei-
bewapening ter zee. Echter spreekt Ja
pan den wenscli uit om de onderhandelin
gen niet voor 1 Juni te laten beginnen.
Overigens is het antwoord zeer voorzich-
tig opgesteld, zoodat o.a. zorgvuldig ver
smeden is over het verhoudingscijfer van
5 5 3 te spreken. De Japanschie
nota heeft te Washington aan de verwach
tingen beantwoord en men heeft er met
voldoening kennis van genomen, dat Japan
tot verdere samenwerking bereid is.
vijanden, die men nooit gekend heeft....
te moeten droomen, zooals gij doelt, van
een kroon op zijn hoofd, een scepter in
mijn hand en een koningsmantel om mijn
schouders.
Een zweem van treurigheid verduisterde
den blik van den ouden hoogepriester,
maar dat ging voorbij en hij keerde zich
tot zijn jongen vriend.
Het is Rah Neb gegeven, mijn zoon,
om vele dingen te kunnen begrijpen. En
alles wat ik U verteld heb, is waar.
De toekomst verbergt een bestemming
voor U, welke even zeker is, als de macht
van Amon. Er is slechts één god in Egypte.
Er is slechts één koning in Egypte. Die
god, mijn zoon, is Anion en die koning,
zult gij zelf zijn. Moed!! Uw taak is in
geen geval licht. Maar wie heeft, sedert
liet ontstaan der wereld, van weini'g zaad
veel geoogst. In dit leven overwinnen wij
slechts in zooveel, als onze handen kracht
tot die overwinning bezitten. Wij droo
men, maar onze droomen eindigen slechts
in een teleurstellend ontwaken, als wij niet
de hersens en de kracht hebben om de vi
sioenen uit onzen slaap tot werkelijkheid
te maken.
Zoo, mijn zoon, is het ook met u en
zoo zal liet ook met u blijven. Anion heeft
u voorbeschikt om groote dingen te doen.
Beschermt uzelf, wcest moedig. Thans is
liet de macht van Akhnaton. Morgen zal
de dag reeds schemeren, waarop gij zult
zitten op den troon van Egypte.
Hij zweeg en het licht in zijn oogen ver
stierf langzaam. Op dat oogenblik kwam
Sampi nader uit de schaduw van de grot
en wenkte hen met haar vinger, terwijl
haar wangen gloeiden in groote opgewon
denheid en haar lippen beefden, alsof zij
BRUTALE OVERVAL.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag
is een brutale roofoverval gepleegd in
een alleenstaande boerenwoning in het ge
hucht Middelrode, behoorende onder de
gemeente Berlicum. Aan de z.g.n. Zand
straat woont de 56-jarige landbouwer J.
Arts met zijn 64-jarige vrouw.
In den bewusten nacht hoorde de vrouw
tegen ongeveer drie uur geraas aan den
deurgrendel. Zij keek uit de 'bedstede en"
zag een gemaskerd persoon op haar toe
komen, die onmiddellijk gevolgd werd door
twee andere laaghartige personen, die het
gelaat hadden zwart gemaakt. Zij gaf
een gil, waardoor haar man wakker werd.
De twee eerste personen wierpen zich
op de echtelieden, rukten de kussens on
der hun hoofden vandaan en druktem hen
deze op het gelaat. Om te voorkomen, dat
zij geluid zouden geven, plaatsten de ban
dieten hun knieën op de aangezichten
der oude lieden. Onder ,de uitroepen:
Je geld, je geld, waar is je geld?" sloe
gen en stompten zij de oude menschen.
Middelerwijl had de derde bandiet met
een zaklantaarn de kamer afgezocht. De
beide andere indringers hadden intusschen
de oude lieden uit hun bed gehaald en
onder de bedreiging: „We schieten je
kapot, er zit hier voor duizenden guldens"
brachten zij de vrouw er toe, de plaats te
wijzen, waar het geld geborgen was.
Deze plaats was echter al door den
derden bandiet gevonden. Toen de vrouw
dit merkte, riep zij: „Ge hebt het al,
ik behoef het u niet meer te geven."
De bandieten, die met den kleinen buit
vermoedelijk niet tevreden waren, ontsta
ken in woede en onder de allergrofste
bedreigingen wierpen zij het beddegoed
vanuit de bedstede op den grond. Daarop
gooiden zij de echtelieden op de matras
'en slingerden het beddegoed over hert
heen. Zij verlieten daarop in alle stilte
de woning.
Eerst des morgens om aeht uur werd
de toestand der beide oudjes ontdekt,
doordat een buurmeisje hen wilde wekken
in verband met een begrafenis, waarbij
de beide oucijes tegenwoordig zouden zijn.
Door inmiddels gewaarschuwde omwonen
den, werden de oudelieden verlost.
De marechausse uit den Bosch, onder
leiding van haar commandant, kwam on
middellijk ter plaatse. Er werden foto's
genomen van het veel vernielde huisraad
terwijl ook voet- en vingerafdrukken wer
den gemaakt.
De oude vrouw kon een vaag signale-
een boodschap had mede te deelen, welke
zij nauwelijks dorst uitspreken.
Komt mijne kinderen, fluisterde zij. Ik
heb u veel belangrijks te zeggen. In den
nacht is de sluier van geheimzinnigheid
voor mij opgelicht... de toekomst ligt voor
ons. Komt binnen... eer de schaduwen
zullen verdwijnen en Uwe oogen de macht
niet meer zullen hebben om alles te zien.
Haast u.... dit is geen uur voor traagheid.
Rah Neb was plotseling vol aandacht.
Wat zegt gij?....
Maar Sampi antwoordde niet ien ging hen
voor in de grot. Rah Neb bleef op den
drempel staan en keek vragend naar bin
nen. De jonge man was vlak achter Sampi
aangegaan en wachtte met de toovervrouw
de komst af van Rah Neb, aan de ruwe
houten tafel, waarop het kristal lag. Rah
Neb trad nader en nam Zwijgend zijn plaats
in.
Gedurende langen tijd staarde Sampi in
het kristal, haar oogen fier en haar wenk-
brouwen opgetrokken. Dan wendde haar
blik zich langzaam naar een hoek van de
grot, waar de schaduwen het donkerst
waren. Rah Neb en de jongen schenen
onder een soort geheimzinnigen invloed
te zijn, die met Sampi in verband stond.
Zij keek haar gezelschap niet aan. Zij
scheen onwetend te zijn van het be .taan
van anderen, terwijl zij staande in de duis
ternis en haar lippen onverstaanbare woor
den murmelden.
Plotseling leek het of de muren voor
de oogen van Rah Neb en den jongeling
zwarter en zwarter werden, tot zij einde
lijk geheel onzichtbaar waren en plaats
maakten voor een vorstelijk en schitterend
tooneel.
Het was een groote hal vol prachtige
ment van de indringers geven. Naar de
spraak te oordeelen, waren zij niet uit
deze streek afkomstig. Een boerenknecht
had des avonds drie personen ontmoet, die
op een kwartier afstand van de boeren
hofstede zich verdekt hadden opgesteld.
Het door hem opgegeven signalement komt
overeen, met dat, wat de vrouw verstrekte.
De politie heeft een vage aanwijzing,
welke wellicht tot de opsporing van de
drie daders zal kunnen leiden.
In het geheel hebben de indringers een
bedrag van f 100 weten te bemachtigen.
De beide oudelieden hebben enkele kwet
suren opgeloopen, aan het gelaat en de
armen tengevolge van de ondervonden mis
handelingen.
ONGELUKKEN.
Knaapje uit den trein gevallen.
Zaterdagmorgen om 10 uur is nabij
Holten een ongeveer zeven-jarig knaapje
uit den sneltrein van Oldenzaal gevallen.
Toen de trein tot stilstand werd gebracht,
bleek, dat het knaapje behoorde bij een
Poolsche emigranten-familie, welke op weg
was naar Rotterdam om zich vandaar naar
Amerika in te schepen.
Een geneesheer die zich in den trein
bevond constateerde den dood van het
knaapje.
Daar de moeder van het knaapje zich
niet verstaanbaar kon maken en slechts
Poolsch sprak, was het de spoorwegbe
ambten niet mogelijk een nauwkeurig rap
port van het gebeurde samen te stellen.
Een arts uit Deventer staagde er in,
van de vrouw te vernemen, dat zij met
haar drie kinderen op weg was naar haar
man, die reeds eenigen tijd geleden uit
Polen naar Amerika was geëmigreerd.
Het stoffelijk overschot van het knaapje
is naar Deventer overgebracht.
Bewusteloos op een vlet.
Op het IJ te Amsterdam werd een
vlet drijvende gevonden. Het bleek dat
een 60-jarig man, die alleen aan boord
was, buiten bewustzijn was geraakt, ten
gevolge van een kwaal, waaraan hij leed.
De man is naar het ziekenhuis overge
bracht.
Aan de gevolgen overleden.
De 84-jarige M. wonende te Breskens
die de vorige week onder een paard kwam,
is aan de gevolgen overleden.
o—
INBRAAK.
Insluiper aan het werk.
Door ontsluiting der straatdeur heeft
men zich toegang verschaft tot de wo
ning van Mevr. B. aan de Obrechtstraat
kleuren en weelderig ingericht. Doch er
was slechts één mensch aanwezig, om al
dat schoons te zien... een man...
Hij zat op een troon, den koningsman
tel om de schouders, zijn handen rustend
op de knieën en de vingers versierd met
stralende juweelen. Zijn hoofd was licht
gebogen onder het gewicht van een kroon.
Zijn gelaatstrekken schenen een droevig
verhaal te vertellen van wilde ongebonden
heid. Zijn lippen waren stijf opeen ge
klemd en nu en dan trilden zijn neus
vleugels zenuwachtig...
Maar zijn oogen....
Daarin lag verscholen de smart van
vele, vele jaren. Jaren van dweperij, wreed
heid, Ondeugd en heerschzucht..,. Jaren
welke gekenmerkt waren door een tries
tig noodlot; welke de macht hadden doen
overwinnen boven het verstand en welke
de ziel tot vertwijfeling hadden gebracht,.,
Pharao!
Ja, hij is het, sprak een mokkende stem,
welke nergens vandaan kwam en overging
in een woest lachen.... Ja, hij is het en
niemand anders, die tot zoover gekomen is
Uw hof is Verlaten, Uw onflerdanen zijn
zij, die van Uw eigen wijn geproefd heb
ben en met U tot hier gekomen zijn. Oh,
Akhnaton, gij koning. Hoe denkt gij dat
er nog een druppel bloed in Uw aderen
is, één druppel koninklijk bloed, die niet
tot bitterheid vergald is, sedert gij dit ge
daan hebt?
Wat gedaan? De lippen van den mo
narch beefden. Hij schooongemakkelijk
heen en weer op zijn troon en de nagels
van zijn vingers drongen diep in zijn hand
palmen. Wat heb ik gedaan?
voor let Land van Neusden en Altei^deLiROStraat iid U Bommelervaard
(WorcU vervolgd.)