Eerste Blad
Gevatte Koude
De Kus van Pharao
Uitgave: Firma L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 4686. Woensdag 2 Maart 1927.
Buiteiilaudsch Overzicht
FR1JILLET9N
Griep en
Influenza
^anapirm
Einiieiiland
lat. Telefoon no« 19. Postrekening no. 61525.
UND VAN altei^
Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.25, en
franco per post beschikt fl.40. Afzonderlijke
nummers 6 cent.
Advertentiën van 1—6 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
Zoo langzamerhand geraken wij weer
uit den greep van den wintervorst, die
dit jaar, gelukkig, niet met al te straffe
hand heeft geregeerd, en over enkele we
ken zal de lieftallige Lente wederom haar
intrede doen en met lieur tooverstaf zacht
groene blaadjes en kleurige blofcmen te
voorschijn brengen. Wederom staat een
nieuwe lente voor de deur een nieuwe
lente en een nieuw gfeluid. Deze uitdruk
king is zóó algemeen geworden, dat wij
bijna schromen haar nogmaals te gebrui
ken, doch onder deze omstandigheden wil
len wij er toch nog eens gebruik van ma
ken eerstdaags de nieuwe lente en, wat
meer zegt: het nieuwe geluid.
Dit nieuwe geluid betreft Surinameen
laten wij op den voorgrond stellen, dat
daar werkelijk wel eens een nieuw geluid
over te hooren mag zijn. Geluid is er al
tientallen jaren genoeg over géweest. De
vele redekavelingen want vjerder zijn wij
nooit gekomen in de Tweede Kamer
hebben tot niets anders geleid, dan tot een
immer meer dalende lijn in den bloei van
dit toch zoo gunstig gewest. Het parti
culier initiatief en de zeer lofwaardige
pogingen van den Gouverneur zijn tot
heden toe immer vrijwel het eenige ge
weest, dat het mogelijk maakte den toe
stand in Suriname althans zooveel moge
lijk te bestendigen en den achteruitgang
zoo langzaam mogelijk te doen plaats heb
ben. Werkelijke krachtige maatreglelen, een
heftig pogen van onze geheele natie, heb
ben nooit plaats gevonden. Wie onzer weiet
er eigenlijk iets positiefs van Suriname
af? Wanneer wij de kennis van den door
snede Nederlander over Oost-Indië eens
vergelijken met hetgeien hij weet over
onze West, dan zou die vergelijking den
rechtgeaarden Hollander zoodra hij het
verschil tusschen. de beiden besieft, een
blos van schaamte naar de kaken jagen.
West-Indië? O ja, daar is het zoo'n slecht
klimaat, nietwaar? Is daar niet een stuk
land dat Suriname heet? En nog een ding,
Curacao, heet dat, geloof ik? En mis
schien heeft hij wel eens giehoord van
Paramaribo en Willemstad maar daar
mede houdt alle kennis van dat Gewest
op. Van de verlaten plantages weet hij
niets. Van den geweldigen arbeid daar
door particuliere maatschappijen verricht,
van de manmoedige pogingen er zooveel
mogelijk van te maken is hem niets be-
door
RICHARD GOYNE.
12)
::o
En gij, mijn koningin, wilt gij met mij
regeeren tot heil van het volk?
Ja, zoo zeker, als ik je liefheb, fluis
terde zij, en haar armen strengelden zich
om zijn hals, zoodat liefde plots regeerde
over hun stemmen en in hunne harten en
hen zwijgend deed droomen onder den
purperen gloed der woestijn... Hunne lip
pen vonden elkander in een kus van ont
roering, overgave, wederzijdsche genegen
heid, en groote, overbruischende geluk
zaligheid.
Vele dagen waren voorbijgegaan en Pha
rao en zijn hovelingen waren fvergaderd
in den machtigen tempel van Karnak.
Akhnaton zat op zijn troon en hij brulde
toen een eindelooze stroom van geschenken
werd opgestapeld aan den voet van het
altaar van god Aton.
Ziet! riep hij uit, het is zoo als god
Aton het gewenscht heeft. Het beeld van
Aton is opgericht waar eens de valsche
god gestaan heeft. Amon is weg en zelfs
zijn tempel en al zijn glorie glinsteren
in de zon voor Aton. Doch het grootste
offer zal hier, in ons midden, worden
gebracht door mijn soldaten, die Rah Neb
en den jongeling opsporen in de woestijn.
Straks zal de hoogepriester met zijn be
kend. Van het eindelooze wachten op be
slissingen uit den Haag, betreffende con
cessies, van de weinige mediëwerking der
Regeering in Holland daarvan heeft hij
niet het minste besef. En toch kan er van
dat land iets geweldigs gemaakt worden;
wanneer de ziekten in den bodem, die
plantages na één of twee jaren moeten
worden verlaten bestreden, wanneer de
hygiënische toestanden verbeterd worden
(Paramaribo heeft niet eens een rioleering)
wanneer slakkensoorten, die de overbren
gers zijn van afschuwelijke ziekten ver
delgd, kortom wanneer aan West-Indië
de aandacht besteed werd, die immer aan
Oost-Indië besteed is, dan zouden wij in
onze West een bron van inkomsten heb
ben, die lang niet te versmaden is.
En nu het nieuwe geluid. In de bespre
kingen in de Tweede Kamer over den
toestand van Suriname gevoerd, noemde
Minister Koningsberger het thans voor Su
riname een gewichtig oogenblik. Een ge
wichtig oogenblik, omdat dit Gewest nog
eens een kans geboden wordt, door som
migen aangeduid als de laatste kans. De
minister doet gaarne de toezegging om,
zoodra het oogenblik er rijp voor is
wanneer dit zal zijn is thans nog niet te
zeggen een algemeen plan ten behoeve
van de welvaart van het Gewest aan de
Kamer voor te leggen.
Een algemeen plan van welvaart. Zóó
ver zijn wij nog niet geweest. En onge
twijfeld is deze toezegging voor een groot
gedeelte te danken aan bet werken van
den Ondernemersraad. Gelijkstelling van
particulier en openbaar onderwijs, het be
strijden van de lepra en last not least
krachtig de handen uit de mouwen ge
stoken en met volle aandacht bij het werk
dan bestaat er inderdaad kans dat ons
West-Indië komen zal op de hoogte, waar
het al jaren had moeten zijn en ons, Ne
derlanders, als kolonisten nog eens eer
zal aandoen.
Nu de Eerste Kamer weldra in de laatste
instantie beslissen zal over het verdrag
tusschen België en ons land, kan liet nut
tig zijn in een kort artikeltje samen te
vatten wat het verdrag inhoudt en waar
om zoo velen het een ramp voor Neder
land achten.
Het eerste en kortste artikel is een der
gewichtigste. Het erkent dat de neutra
liteit van België is vervallen en eveneens
het verbod om van Antwerpen een oor
logshaven te maken. Door de opheffing
van die neutraliteit wordt het gevaar groo
te r dat België nog meer vazalstaat van
Frankrijk wordt. België voert geen eigen
schermeling voor het laatst in dezen tem
pel aanwezig zijn. Voor het laatst zullen
zij gaan onder de pilaren van den tempel
van Karnak. Oh Egypte, Aton is tevreden.
Aan den voet van het nieuw opgerichte
altaar stond Saket, die met een glimlach
van volmaakte tevredenheid de offers in
ontvangst nam. Achter den troon van Pha
rao stond Hiljah en hij knikte bemoedi
gend naar Herota de koningin, die op
haar groote kussens had plaats genomen
aan de rechterzijde van den koning.
Maar de vorstin, ofschoon uiterlijk kalm,
was in groote ongerustheid. Rana, die
juist dien morgen was teruggekeerd van
haar waarschuwingstocht in de woestijn,
stond naast haar moeder, met in haar
oogen een zweem van droefheid. Herota
was bevreesd en waar het haar niet langer
mogelijk was nog langer de vreeselijkste
jubelkreten van den koning aan te hooren,
wendde zij zich tot haar dochter en smeek
te haar nog eenmaal het nieuws te willen
herhalen, dat zij had meegebracht van
Rah Neb en den jongen.
Fluister, mijn kind, maar vertel mij nog
één keer, dat je er zeker van bent. Weet
je het werkelijk heel goed, dat de soldaten
zullen terugkeeren met leege handen.
Rana knikte.
Ja, koninklijke moeder, gij kunt er ze
ker van zijn. Rah Neb en zijn knaap ko
men wel naar hier, doch niet als gevan
genen van Pharao's soldaten. Een reiziger
uit het Noorden, wiens hart nog toebe
hoort aan god Amon, heeft hen zijn hulp
aangeboden en met hem trekken zij thans
voort. Rah Neb zal niet falen, moeder;
hij smeekte mijt u te zeggen, dat het nog
slechts enkele dagen duren kan eer Pha
rao overwonnen zal zijn.
Herota keerde zich om met een bleeken
buitenlandsche politiek, zooals wij, maar
ziet altijd Frankrijk naar de oogen en het
nieuwe verdrag geeft voor den weg te
nemen slagboomen der neutraliteit geen
enkele compensatie.
De oorlogshaven van Antwerpen is voor
al daarom zoo vreemd omdat bepaald is
dat in oorlogstijd de verbinding van die
haven met de zee voor Belgisch/e oor
logsschepen gesloten is. Men vermoedt,
dat dit maar schijn is om onze souve-
reiniteit over de Schelde aan tie tasten.
Het verdrag regelt in werkelijkheid de
politieke positie van België op de Nederl.
Schelde. De verplichting tot onderhoud
van een doorgaande vaargeul op de Schel
de, die ons wordt opgelegd is een zuivier
Belgisch belang, geen enkele Nederland-
sche haven heeft er eenig belang bij.
In het oude geschil over de Wielingen
krijgt België een voorsprong die het niet
had. Vroeger werd alleen gesproken van
„rechten" nu van „souverreiniteitsrech-
ten" van België.
In het verdrag komen een aantal be
palingen voor betreffende aanleg van nieu
we werken, het onderhoud en de bedie
ning van bestaande of niet te maken wer
ken. Het aandeel in de kosten, dat Neder
land daarin te dragen heeft, is onevenre
dig groot en bovendien worden onze be
langen voor de Belgische op zij gezet.
Zoo wordt wel bepaald den afvoer van
Belgisch water over Ned. gebied, maar
niet die van Zeeuwsch-Vlaanderen over
Belgischen grond.
Een ander artikel schrijft voor de toe
stemming van Nederland voor het aanleg
gen van kanalen van. Antwerpen naar
Moerdijk (Schelde-Maas-Rijn) over ons
land, ten koste dus van de Rotterdamsche
haven, tprwijl wij in de kosten moeten bij
dragen.
Artikel IV bepaalt dat de commissie van
beheer zal bestaan voor de helft uit B;elgen
„wier beschikkingen en verordeningen
voorrang zullen hebben boven de Neder-
landsche beschikkingen en verordeningen."
Wanneer men nu weet, dat die comm.
waarin de Belgen alles en wij niets te zeg
gen hebben, te beslissen zal hebben over
de scheepvaart op de Schelde, verlichting,
onderhoud, verbetering en zelfs verleggin
gen en doorsnijdingen landwaarts van de
bandijken en ook de politieverordeningen
dan begrijpt men hoe de Belgen baas
kunnen spelen in tins land.
Kan deze commissie het niet ééns wor
den op een punt, dan is er beroep mogie-
lijk op een ScheidSrechtelijke commissie
van vijf leden... van wie één, zegge een,
Nederlander mag zijn.
glimlach op haar schoon gelaat en we
derom liet zij haar oogen dwalen over
het tooneel voor haar. Akhnaton, vermoeid
van zijn juichen was teruggezonken in zijn
stoel en wenkte haar naderbij te komen.
Is het niet schoon, Herota, onze tri
omfen zoo volmaakt te zien plaats vin
den?
Herota was steeds een bekwame cotnedi-
ante en ook thans schoot haar talent niet
te kort; zij scheen overstelpt van geluk
en haar oogen leken in aanbidding den
koning gade te slaan.
Gij zijt een machtig koning, oh Egypte,
sprak zij welbedacht, werkelijk, Aton is
de god van Egypte.
Met een' knik van tevredenheid keerde
de Pharao zich snel tot den minister.
Hiljah, hoor ik daar niet het getrappel
van paardenhoeven? Daar staat een offi
cier van mijn leger bij den ingang. Haast
U naar hem toe, want ik verlang dat de
gevangenen onmiddellijk voor mij zullen
worden gebracht. Dit offer moet spoe
dig gebracht worden.
.Met een diepe buiging verdween Hiljah
naar den geharnasten strijder bij de poort
van het paleis en gedurende enkelte oo-
genlblikken waren zij in ernstig gesprek.
Dan ging Hiljah aarzelend terug naar den
troon.
Oh, koninklijke meester, begon hij on
zeker, ik ben bevreesd dat het nieuws,
hetwelk uw soldaten brengen, niet goed is.
Pharao stond op als een reus boven
den nederigen Nubiër en fronste het voor
hoofd.
Wat bedoelt gij? Is er een van de twee
ontsnapt
Zij... zij... zijn beiden ontsnapt, ant
woordde Hiljah met een poging om den
koning tot kalmte te brengen, welke ver
Over de gewichtigste en principiëelste
zaken, ons landvbetreffende, wordt dus in
beide commissies door vreemdelingen be
slist.
Prof. Struycken schreef dan ook hier
over: „Blijvend wordt ten bate van Bel
gische belangen ten aanzien van een be
paald deel van ons grondgebied het Ne-
derlandsch staatsgezag uitgeschakeld en het
Belgische daarvoor in de plaats gesteld."
Tenslotte mogen we op deze merkwaar
digheid wijzende Belgische volksverte
genwoordiging keurde zonder debat het
verdrag met algemeene stemmen goed, de
Nederlandsche Kamer streed eenige weken
lang en nam het toen aan met 50—47 stem
men.
geneest men met
wettig beschermd
- tégen vervalschingen 8
In Buisjes van 2,5-4-0 en 7 5 ct. J
EEN RARE SINJEUR.
Zaterdag werd te Tilburg door de po
litie aangehouden een zekere S., die kaai-
Engelsch sprak en zich als vreemdeling
uitgaf. Hij beweerde Amerikaan te we
zen, en was in het bezit van een blanke
dolk. Op het bureau van politie onder
vraagd, was het al spoedig duidelijk, dat
men hier met een zonderling sinjeur te
doen had. Na een ingesteld onderzoek
bleek het de 23-jarige S. te zijn, een va
rensgezel van Tilburg afkomstig. Hij was
na aankomst van het schip te Rotterdam
zóó lang aan den rol geweest, dat het
schip intusschen weer vertrokken was.
Op een vraag, waarom hij een dolk bij
zich droeg, antwoordde hij ontwijkend.
Intusschen is proces-verbaal opgemaakt
wegens desertie en het dragen van verbo
den wapenen.
o—
EEN SCHIETPARTIJ TE R'DAM.
Een agent en een caféhouder gewond.
In een verlofslokaliteit in de Catharina
geefs was. Bevend van woede smeet die
Pharao zijn minister ter zijde en zich om
wendend tot de hovelingen, hief hij de
handen omhoog.
Staat! dreunde zijn stem. Luister naar
wat ik u zeg!
Het nieuws is gekomen, mijn volk en zij,
die het trachten, zullen weten, wat de
wraak van een Pharao is voor hen die fa
len in hun werk.. Het nieuws is gekomen.,
dat Rah Neb en de knaap wederom zijn
ontsnapt. Wederom zijn de schuldigen ons
ontglipt, wederom heeft de woestijn hen
kunnen redden van de 'wraak icler wet.
Als betooverd bleef plotseling de ge
heele tempel in groot stilzwijgen. De aan
bidders van Aton stonden in verbazing
en alleen de koningin en haar beminde
dochter voelden een schok van bevrij
ding door haar harten trillen bij het hoo
ren van dit groote nieuws.
Pharao was de slaaf van zijn angst en
zijn oogen vlamden met het v|uur van
vernederde waardigheid.
Er zijn er onder de m|uren van dezen
tempel... in de kerkers van mijn paleis...
wier leven ik gespaard heb, ofschoon Min
harten toebehooren aan den verdreven,
valschen god.... zij zullen onmiddellijk voor
mij worden gebracht en hun bloed zal
vloeien op het altaar van Aton. Hoor mij,
o mijn volk, hoor en gehoorzaam! Allen
die in dezen tempel vereenigd zijn, zullen
knielen op dit oogenblik voor het oog
van Aton!
Langzaam zonken de honderden neer
op hun knieën, bij het hooren van Pha-
rao's bevel, en het scheen alsof zij wil
de weigeren, maar toen Herota verbleek
te en de vlammende blik van Pharao op
haar werd gericht, zonk ook zij met een
diepen zucht neer van haar rustbank ert
Beersinansstraat ondekte een rijwielagent
dat binnen werd gevochten. De agent ging
het café binnen en zag, dat vier mannen,
die allen onder den invloed van. sterken
drank verkeerden, aan het vechten waren.
Ook de caféhouder zekere v. W. nam aan
de vechtpartij deel. Het beviel evenwel de
zen v. W. in het geheel niet, dat een agent
zich met het geval kwam bemoeien én
hij verzocht den agent zich te verwijderen,
aan welk verzoek de agent natuurlijk niet
voldeed, v. W. ging daarna naar een ach
ter hef café gelegen kamer, vanwaar hij
spoedig terugkwam met een groote bijl,
waarmee hij dreigend op den agent af
kwam. Deze trok zijn revolver, de café
houder liep evenwel door en die agent
schoot, daarbij op de beenen van v. W.
richtende, v. W. werd aan een van de dij-
beenen getroffen. Bij de daarna volgende
vechtpartij is de agent met zijn arm door
een ruit gevallen, waardoor hij aan eei:
van de polsen vrij ernstig werd verwond.
Tenslotte heeft den geneeskundigen, diens^
den caféhouder en den agent naar het zie
kenhuis aan den Coplsingel vervoerd.
Eerstgenoemde is, na daar behandeld tc
zijn, aangehouden en opgesloten.
VERMIST.
Twee jeugdige menschen vermist.
Te Middelburg is de 21-jarige v. S.
een oppassend jongeman, vermist; zijn pe
is uit de Kade opgehaald.
Sedert Vrijdagmorgen wordt de 19-ja
rige winkeljuffrouw B. vermist. Ook haa:
hoed is gevonden in de Kade.
Verband tusschen beide vermissingen
wordt niet gezocht.
DOODELIJK ONGEVAL.
Overreden en gedood.
Op den Rijksstraatweg te Halfweg ha
Zaterdag een ernstig ongeluk plaats. Tei
wijl eenige kinderen zich spelenderwij
op en tusschen twee aaneengfekoppeld
in beweging zijnde kipkarren begaven, git'
raakte de 7-jarigje J. H. onder een d;er wk
len, met het noodlottig gevolg, dat b
zwaar gewond werd opgenomen en ei
kele oogenblikken daarna overleed.
o
BRANDEN.
Groote brand te Strijp.
Zondagavond laat woedde te Strijp b
Eindhoven een felle brand. Niet minde
dan zes arbeiderswoningen werden, in
asch gelegd. Zeven huisgezinnen werde
hierdoor dakloos, w.o. 15 kinderen. De kii
deren werden ondergebracht in het Liefd'.
gesticht te Strijp en de ouders in liet gt
bouw der Zitavereeniging te Eindhovei
De brand ontstond in de woning van dc
deed in ootmoed een knieval voor het a
godsbeeld....
Dan dwaalden de oogen van den konii
over de verzamelde menigte, ledereen la
geknield. Iedereen had het hoofd gebog'e.
Hij keerde zich om en keek naar d
weinige uitverkorenen, die rond zijn troo
hadden gestaan. Er was er een, die g.
weigerd had te knielen.
Kaarsrecht staande, een vlammend licl
in haar oogen, bleef Rana ongebogen voc
den god. Haar blik ontmoette dien va
haar vader met onmiskenbare zekerhei.
Haar, wangen waren doodsbleek en har
lippen beefden, maar zij aarzelde nie
Dit eene zól ik nooit kunnen doe.
oh mijn koninklijke vader. Mijn god i
Amon, de god van Egypte én voor die
alleeir zal ik neerknielen in aanbidding
Pharao had haar aangestaard, alsof 1.
betooverd was door den moed van he
meisje en zijn woede ging lajngzaam ovi
tot een koud sarcasme, dat een wraa
voorspelde, welke te groot was, om i
woorden te kunnen zeggen.
Zoo, kreet hij uit. Een van mijn doel
ters durft te weigeren? Denk wel, mii
kind, Weet, wat gij doet aleer gij uzelve
zeker verklaart van uw geloof! De strek
van ongehoorzaamheid., die straf... dat is.
de dood!
Rana knikte zwijgend.
Ik weet het, vader!
En gij houdt vast aan uw god, terwi
gij dit weet?
Amon is mijn god, hem alleen zal i'
aanbidden!
Zelfs wanneer er een doodstraf op staal,
mijn dochter?
(W.ordt vervolgd
1 \IEl WSBLI*
riir let Laid ui Hei:dei ei AlteutieLiiistraat ei Ie Biiieiervaari
BIJ APOTH. EN DROGISTEN