Tweede Blad
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
ONS KINDERHOEKJE
OPSTANDING.
Kinderrubriek.
rvn
Vrouwenrubriek
Uit rle Lainlhouwwereld.
BEHOORENDE Bil HET
(1 Car. 45 17)
Gezegend woord, gij licht der wereld,
Gij biedt aan allen zekerheid,
Dat, schoon de traan der rouw nog perelt,
De dood niet heerscht in eeuwigheid...
Nog hing op aard het nachtlijk duister,
Nog ving geen dag te schemeren aan,
En toch was reeds in vollen luister,
Het Licht des Levens opgegaan...
Nog zaten als vergeten weezen,
De moedelooze jongeren neer,
En toch was reeds in al hun vreezen,
Nabij hen de verrezen Heer...
En scheen het of de vrede-boodschap,
Verworden was tot louter waan,
Toch was, trots roerig hei-genootschap,
Dc Vredevorst reeds opgestaan...
Geen dood, geen wacht, geen vrome scharen,
Beletten Zijne levensdaad;
Wie enkel naar Zijn graf blijft staren,
'tis wis dat hem de Heer ontgaat...
Hef op het hoofd; niet bij de dooden,
Is langer nog de Levende;
Hij laat u tot Zijn feestdisch nooden,
Wat toeft ge hier nog bevende...
Triumf, Hij heeft den strijd volstredcn,
En is verwinnend uitgegaan,
En wacht de grafkuil nog beneden,
Toch zijt ge met Hem opgestaan...
In Hem zie over dood en groeve,
Ik 't nieuwe leven opengaan,
Wat zou ik nog bewijs behoeven,
Hij-Zelve is mij voorgegaan...
Heb dank, o Heiland; leer me U zingen,
Leer loven me U met hemellied;
Herschepper aller zegeningen,
Kom spoedig tot Uw rijksgebied...
)pstanding, rijkste troost mijns levens,
Gij schenkt mij volle zekerheid,
jat de genadegift des levens,
Door Christus heerscht in eeuwigheid...
Veen, Mrt. 1927.
J. TIMMERMANS.
I I II I [1 I
Nierkwalen maken n spoedig oud!
Het komt in den middelbaren leeftijd
en daarna maar al te vaak voor, dat men
last krijgt van rugpijn, duizeligheid, ze
nuwpijnen en urinekwalen. Dit is gewoon
lijk een gevolg van ove. spanning der nie
ren, dat zij sinds lang hulp behoeven.
Want gedurende uw heele leven, dag en
nacht, werken de nieren om de vergiil
ten uit uw bloed te filtreeren. Als zij\
hierin falen, kunnen ernstige en diepgaan
de kwalen zich ontwikkelen.
Urinezuur-zouten hoopen zich dan in
het bloed op en vormen de kristallen, die
zenuwpijnen en rheumatiek veroorzaken;
of wel wordt een onvoldoende hoeveel
heid water aan het bloed onttrokken.,
waardoor zich waterzuchtige zwellingen
kunnen vormen. Ook kunnen ontstaan
blaasstoornissen, niersteen, niergruis, blaas
ontsteking, ischias, spit, vermagering, ze
nuwachtigheid en gebrek aan energie.
Vermijd de ontwikkeling dezer verschijn
selen. Wek de nieren op en versterk ze
met Fester's Rugpijn Nieren Pillen. Dit
specifieke niermiddel werkt rechtstreeks op
de oorzaak van uw kwaal, reinigt en ver
sterkt de nieren, lenigt de urinekanalfen
en regelt de werking der blaas.
Zoowel mannen als vrouwen kunnen baat
vinden bij het gebruik van Fester's Rug
pijn Nieren Pillen.
Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel
etiket let hier vooral op) bij apotheken
en drogisten a f 1,75 per flacon. 35
Ügf
Hierboven zyn afgebeeld de Engelsche
schilderes de Markiezin van Queensbuij,
die in een hotel in New-York een atelier
heeft ingericht, en haar model, den veel
besproken Charlie Chaplin. De komiek
schynt onder den druk der omstandigheden
tamelyk grijs geworden te zyn.
Beste jongens en meisjes,
De oplossingen van de raadsels \an
verleden week zijn:
p"1 1
ft \M
BOB EN MOP IN DROOMLAND.
XIX.
De kinderen waren verrukt. Zij wenschten mevrouw Clown en de klein
tjes goedendag en volgden meneer Clown de stad in. Het ging er op de
kermis vroolyk toe. Er was een reus, een vreeselyk dikke dame, en een
slangenbezweerder een draaimolen, werptenten, bootschommels en al de
andere vermakelijkheden, welke men gewoonlijk op een kermis vindt. «Leuk,
hézei Bob, toen hy ringen mocht werpen in een tent, terwyl meneer
Clown iedereen deed lachen om zyn dolle sprongen en kluchten. iMogen
wij nu in den draaimolen vroeg Mop. Meneer Clown betaalde drie knak
worstjes en toen klommen zy op drie prachtige galopeerende paarden de
muziek begon en de molen ging aan het draaien tot groot vermaak van de
beide kinderen. Om en om ging het en sneller en sneller. »0, Mop,« riep
Bob plotseling, »daar gaat mijn droom.c
(Wordt vervolgd).
1. Aal, olm, bes, pit, Ede, bas, (Alei-
da.) 2. Vele kleintjes maken één groote.
De nieuwe raadsels zijn
1. In de volgende zinnen zijn een aan
tal visschen verborgen. Kun je ze vinr
dién? Vele kinderen eten hun 'boterham
men op de scholen. Haal miijin hoedi,
zei vader, ik- heb de schep al ingepakt.
Hij liet de kar per ongeluk omvallen. Met
een trotsch gebaar stond hij op.
2. Ik ben soms klein e:n dan, weer
groot. Soms vindt je me in de keuken,
dikwijls op de theetafel en ook wel bij de
boeren op het land Maar hoe groot of
klein ik ook ben, ik bl'vjf altijd dapper,
want ik laat de kleintjes door en houdt
de grooten tegen. Wie ben ik?
3. Mijn eerste is een ding* dat altijd
uit twee deelen bestaat, mijn tweede is
een boom, mijn derde is een bloem. En
mijn geheel is ook een bloem. Wie ben ik?
OOM KAREL.
DE REIS NAAR DE MAAN VAN BUL
LETJE SMAK.
Tweede avontuur.
Bulletje Smak kon eerst zijn oogen niet
gelooven. Dus nu was hij op de Maan.
Hij keek nog eens even om1. Daar vlak:
bij het randje van de Maan,, zag hij den:
boom, waarlangs hij naar boven was ge
klommen. Er was een stevig hek om de
maan gemaakt, opdat niemand er af zou
kunnen vallen. Bulletje keek even over
het randje naar beneden,. En daar zag hij
heel ver beneden, de aarde liggen, waar
op hij altijd gewoond had. Het was nu
nacht, daar beneden, en Bulletje Smak,
zag allemaal heele kleine lichtjes gloeien.
Dat zijn de straatlantaarns, zei het vrien
delijke mannetje uit de maan. Bul/et je
keek. Daar zag hij zijn eigen huis, heel,
heel klein. Daar sliepen vader en moe
der nu rustig. O, als ze eens wisten, waar
hun zoon Bulletje nu wel was. Wat zou
den ze turen en turen, naar cfc Maan,
om te kijken of ze Bulletje ook konden
ontdekken. Maar vader en moeder slie-i
pen. Bulletje keek nu eens verder. Daar
was het mannetje uit de Maan, dat hem
maar aldoor vroolijk stond toe te lachen.
Wat een grappig mannetje was dat. Nog
nooit had Bulletje zoo'n aardig kerejltje
gezien. Hij was net zoo groot als Bulletje
maar hij had een heel groot hoofd, wel
zoo groot als een savoye kooT, en een
heel klein lijfje, met een paar kleine
beentjes en armpjes. Kijk, zei hij vrien
delijk, dit is mijn huis.
Bulletje zag' een groot huis, heelemaal
van witte steen. Ramen of deuren waren
er niet in, want het waailt hiler nooit, zei
het Mannetje uit de Maan, en het regent
hier nooit en het i s hier altijd mooi weer.
Kom mee, naar binnen, dan zal ik mijn
vrouw halen.
Och, zei Bulletje Smak opeens, en wed
heel rood, dat durf ik niet, want ziet
U wel, ik ben niet aangekleed, ik heb al
leen mijn hansop maar aan en ik ben op
mijn bloote voeten.
Kom, zei het Mannetje, dat hindert
niets hoor. We loopen hier allemaal op
bloote voeten en bovendien, heeft nog
nooit iemand een jongetje van de aarde
van dichtbij gezien. Ze weten dus toch
niet, dat jelui anders kousen en, schoenen
en jassen dragen. Kom maar gerust.
Schoorvoetend liep Bulletje achter het
vriendelijke maanmannetje aan, het buis
binnen. Wat een grappig huijs was dat.
Het was er heel licht en dat kwam, omdat
er midden in de kamer een heel groote»
ster was opgehangen, die vroolijk flonker
de en een prachtig 1/cht gaf. Er waren
nog veel meer kleine en grootere ster
retjes in de kamer, maar die eene in het
midden was het allermooiste. In een heek
je stond een prachtige stoel, het leek wel
een koningstroon,. Er hingen wel honderd
kleine glinsterende sterretjes boven en met
gouden letters stond er boven geschreven
Koning Blootebol.
Bulletje Smak zag het en vroeg: Wie
is dat, koning Blootebol?
Het mannetje uit de Maan lachte vroo
lijk en terwijl hij met zijn kleine armp
jes naar zijn groote ronde hoofd wees,
zei hij: Koning Blootebol, dat ben ik.
Ik ben de koning van de Maan.
Lieve help, riep Bulletje, dat wist ik
niet, anders had ik eerst wel een buiging
voor U gemaakt. Vind U; het heel erg?
Heelemaal niet, zei koning Blootebol,
terwijl hij1 op zijn troon ging zitten.
Zing maar eens een lied voor me.
Dat liet Bulletje Smak zich geen twee
keer zeggen en hij zong een, liedje, dat
hij al geleerd had, toen hij nog een heet
klein jongetje was, en nog pas in de eerste
klas zat. Maantje tuurt, maantje gluurt,
al door de vensterruiten.
Koning Blootebol vond dat zoo
mooi, dat hij toen het uit was, in zijn
handen klapte en vroolijk riep: Wat een
mooi lied is dat, Bulletje Smak. Wat wil
je nu hebben, een sterretaartje of een hal-
ve-maankoekje?
Een sterrentaartje, zei Bulletje, Goed
riep koning Blootebol. Vrouw ga eens!
even gauw een ster plukken voor mijn)
vriend Bulletje Smak.
MOEDERS ZIEKTE
1
Nellie, een meisje van vier jaa*-, en, Jaap
een jongen van vijf woonden met hun
ouders in een groot dorp. Ze woonden
in een mooi huis met een, groote tui'n
er bij, waar Nellie en Jaap zoo prettig
spelen konden. Moe was altijd bij» hen,
ze zat dikwijls te naaien in, het prieeltje.
Meermalen kwamen de kinderen bij iiaar,
en vroegen of Moe eens een spelletje
met 'hen wou komen doen. Want ze wisten,
dat Moe altijd zulke mooie spelletjes kon.
Moe lei dan haar naaiwerk maar weer
neer en speelde dan een poosje met hen.
Maar nu de laatste dagen, weken, kon
den ze niet aan Moe gaan vragen, of die
nog eens met hen spelen wou... Want
hun Moe was ziek... beel ziek. De dok
ter kwam dagelijks bij haar en zei, dat ze
veel rust noodig had. Nu speelde Nellie
en Jaap niet meer buiten, ze haddien er
geen zin meer in. Stil slopen ze nu als
muisjes door de huiskamer. Ze hadden pas
nog bij hun paatje op de knie gezeten;
die vertelde hun, dat Moe niet zoo goed
was. Nellie was bedroefd; ze was der.
tuin ingegaan, heelemaal achter in den
tuin. Haar pop had ze mee genomen, stil
ging zij achter een groote vlierstruik zit
ten, en schreide, schreide om haar lief
Moesje. Ze vond het ook zoo jammer,
dat ze nu 's avonds voor haar lief popje
geen slaapliedjes kon zingen.
En nu dacht ze, dat haar pop daarom
's avonds niet wou gaan. slapen. Ook
vond ze het zoo akelig als ze 's morgens
naar beneden kwam en Moe haar geen
goeden morgen kuste, en 's avonds als
ze naar bed moest, kon moe haar n.iet
wegbrengen en. haar zoo warm toestop
pen. Een enkele keer mochten ze even
door de deur naar hun Moe kijken,, maar
niet eens een. zoen geven.... Met Jaap was
het evenzoo, nu kon hij» niet zoo prettig
door de huiskamer hollen met het hondje,
dat hij pas nog van zijn Moe had gekre
gen. Samen zaten ze dan maar in een
hoekje van de huiskamer en keken plaat
jes uit een mooi boek. Zoo ging het we
ken, en maandende winter was al weer
haast om en nog was hun. Moe niet
béter. Toen, gelukkig op een mooien. win
termorgen kwam de dokter weer kijken
en zei, dat de ziekte geweken was. O,
wat waren ze allen blij'. Er was n,u al
weer een week om.
„Paatje," vroeg NeTie „wanneer mo
gen we even bij Moesje gaan kijken?"
„Nog een klein poosje geduld, had Pa
toen gezegd. Nu was de dag aangebro
ken, en mochten Nellie en Jaap naar
hun Moe toe. Nellie schrok eerst wel
een beetje. Wat zag Moe toch bleek.
En ook was ze zoo mager. Een paar
dagen later brachten Nellie en Jaap haar
ieder een mooi bosje sneeuwklokjes, waar
hun Moe heel blij mee was.
Zet ze maar op een vaasje op het nacht
kastje. Moe mocht al op komen, ze beter
de al heel goed zei de dokter. De zomer
brak aan. A'.les was buiten in, volle vreug
de, de vogels zongen hun, mooiste lied.
Moe mocht al buiten komen en Nellie
en Jaap brachten haar mooie ruikers, waar
ze heel blij mee was. Eindelijk kwam de
dokter niet meer, hun Moe mocht al gaan
wandelen. Den paar dagen later gingen Pa,
Moe, NeTie en Jaap uit rijden. Dat was
een feestdag.
T. S.
Leerlinge der vijfde klis,
eener Lagere School.
te erkennen, dat wij het monopolie van
deze stoffen hebben gehad, daar er heel
wat kinderjurken zijn, gemaakt van mouse -
line en voile gedurende den tijd, dat deze
stoffen voor volwassenen, niet „en vogue"
was en het is slechts voor den komenden
zomer, dat de mode-ontwerpers deze stof
fen wederom „geschikt" hebben verklaard.
Men kan ze thans krijgen in buitengewoon
lieve tinten, hetwelk een. voornaam punt
in hun voordeel is en. er zijn gebloemde
voiles, die werkelijk zeer charmant zijb.
Men kan ze uitstekend gebruiken voor
jurkjes, welke op een partijtje gedragen
moeten worden, in. plaats van de veel
duurdere crêpe-de-Chines en taffetas.
Beide jurkjes, welke hierboven zijn af
gebeeld zijn meer bedoeld als jurkjes
voor ail:-dag en worden gemaakt van ge
kleurde stoffen.
Rose crêpe is de stof, waarvan no. 13U
gemaakt is en de garneering bestaat uit
belegsels van effen wit. Van de schou
ders af is het jurkje uit één stuk geknipt,
maar in de tai'le wordt een smalle ceina
tuur gedragen, waardoor het modieus e
overblousende effect wordt verkregen. De
sluiting wordt verkregen door twee knoop
jes, welke boven aan den hals op het vest
je gezet zijn. Knippatronen zijn verkrijg
baar voor meisjes van 814 jaar. Men ge
lieve bij bestelling den leeftijd op te geven.
Kosten 55 cents.
Het andere jurkje no. 1317, is gemaakt
van witte katoenen, voile met een breeden
zoom van donker blauw voile, terwijl
kruissteek borduursel als verdere garnee
ring dienst doet. Dit borduursel is even
eens donkerblauw, dat spreekt vanzelf.
Het jurkje is heel eenvoudig rnet een vier
kant halsje en hangt van de schouders
rechtaf naar beneden,. Heil is geschikt voor
meisjes van 4—10 jaar. Bij besteding ge
lieve men den leeftijd op te geven.
Kosten 55 cents.
Jnrken voor het warme weder.
„Ouderwetsche" stoffen, zooals voiles
en mousselines en crepons, zullen weder
buitengewoon in den gunst komen, als
het warme seizoen nadert en. zullen in
het bizonder populair zijn voor het maken
van kinderjurken, hoewel die stoffen oor
spronkelijk werden gebracht om door vol
wassenen te worden gedragen.
Maar wij raken er al aan gewend, dat
de jongere generatie onze dingen namaakt,
dus het is tenslotte maar een kleinigheid,
dat zij dezelfde stoffen gebruiken als wij.
Doch zij zouden waarschijnlijk weigeren
Een nieuw soort revolver, dat <Je heeren
bandieten in Amerika, waar roof, diefstal
en moord schering en inslag zyn, zich heb
ben aangeschaf'. Z ioals men ziet, wordt
bijna het g«>heeie wapen gemakkelijk in de
hand geborgen, terwijl de loop tusscheo
de vingers uitsteekt en het wapen door
een druk je met de muis van de hand wordt
afgeschoten.
WÖBT GIJ:
Weet gij, dat in ons land ongeveer
600,000 (zes honderd duizend) landbou
wers zijn; dat die te zamen 2,20 millv
oen Hectare grond bewerken, waar va tr
900,000 Hectare bouwgrotnd, 1,25 miiXi-
oen Hectare grasland en bijna 100,000
Hectare tuingrond? Weet gij, dat de helft
van onzen bodem, ruim 1.10 militom
Hectare, behoort aan menschen, die hun
eigendom zelf niet 'bewerken, maar den
grond verpachten; dat door het pacht
stelsel aan de plattelandsbevolking, naar
ruwe schatting ongeveer 100 mi licien gul
den wordt onttrokken; dat vrij zeker vijf
zesde van de plattelandsbevolking (poe
ren, boertjes en arbeiders) een inkomen*
heeft, niet grooter dan 500'a 1000 gulden?
Weet gij, dat verschi'lende fruitkwee-
kers nu zelf bijen houden, teneinde de be
vruchting der boomen te bevorderendat
zij echter, ten einde de bijen niet te ver
giftigen, de bespuiting der kruisbessen-
struiken tegen jle rupsen vreterij met ar
senicum (rattenkruit!) houdende vloeir-
stoffen niet tijdens den bloeitijd toepassen,
maar er vóór of er na; dat in geval v.ow
noodzaak Parijsch groen of Loodarseniaat,
waarvan de bijen weinig of geen, nadeel
ondervinden, in, plaats van genoemde vloei
stoffen kan worden gebruikt?
o—
„Het Instituut voor Plantenveredeling"
te Wageningen, Directeur Prof. C. Broc-
kema, tracht de ervaringen te verzamelen,
welke over ons geheele land in de praktijk
van den landbouwer worden opgedaan
met nieuwe rassen der versch tiende cut*
tuurgewassen. Daartoe doet zij een be-,
roep op allen, die vergelijkende p roe veer
(tienwsblad
§M
K' SsSÏ
W7Ê
fjp
(Wordt vervolgd.)