Tweede Blad
No. kM woensflap 25 Januari
Geen Geweten.
Jan Geerizen,
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.J
FEUILLETON
Parijsche ülodeforieven
Land- en Tuinbouwwereld
BEHOORENDE BIJ HET
Smakelijke groenten en kunstmest.
ïWat make se nou een kouwe drukte
over die peterolie, me hebbe toch teges-
woordig allemaal eelektries licht k
REINHOLD ORTMAN.
35)
Uezoek
van ouds bekend
Hótel
Café Blllard
Restaurant
Uitspanning.
8t. Jansstraat 10-12
'8 BOSCH.
Tel. Interc. 436
Ruime auto-
garage's
Reclamewagens
speciaal tarief.
HOE HIJ ZICH VERRAADDE 1
»Dat is de beroemde detective Sherlock Holmes, c
»Gisteren nog heeft hg Brutalen Jef ingepikt. Begrijp jij, hoe hg hem in de gaten kreeg, in aanmerking
genomen dat Jef als een vrouw vermomd was
>Jawel 1 Jef liep voorby een modewinkel zonder stil te blijven staan Ic
ESPERANTO.
NOG EENS: MODERNISEERING.
We beloofden u den vorigen keer, nog
een enkel voorbeeld te geven, hoe men
gemakkelijk een ouderwetsch japonnetje
moderniseeren kan. Daar hebt ge b.v.
dat aardige lichtblauw zijden uitgaansja-
ponnetje, dat ge al een paar jaar gedragen
hebt. De taille bevindt zich hier veel te
laag en uw eerste werk zal dus zgn, ze
op de hoogte te brengen waar ze, volgens
de heerschende mode, behoort te wezen.
Is de stof fijn en soebel en hebt ge een
slar.k figuurtje, zoo kunt ge dit zeer ge
makkelijk doen door de stof boven de
heupen rondom in te rimpelen. Dit doet
ge door op kleine afstanden van elkaar
draden te rjjgen in vertikale richting. Deze
draden haalt ge in en de taille ryst
vanzelf omhoog. Achter de ingehaalde stof
zet men natuurlgk een band van stevige stof.
KINDERHOEDJES.
Voor de hoeden der kleine meisjes wordt,
evenals voor die harer mama's, voornamelyk
vilt gebruikt. Som
mige hoeden bestaan
uit een nauw om het
hoofd sluitende bol
en een gegolfd randje
en gelyken daardoor
bedriegelijk veel op
een groote dameshoed.
Maar men heeft voor
kinderen ook den
klassieken ronden
hoed naet breeden
rand, de z.g. matro-
zenhoed, die veel
kinderlijker staat.
Verder zijn er de
aardige steekhoedjes,
die eveneens de
meeste kinderen goed
kleeden. Met een
lint van gelijke kleur
worden de meeste
vilthoedjes gegar
neerd.
Een van de gemakkelghste en aardigste
drachten blyft verder een hoedje van de
zelfde stof als de mantel. Dat staat
altijd goed en netjes.
Kleine jongens dragen behalve baretten en
dezelfde matrozenhoeden als de meisjes, op
't oogenblik heel veel groote petten. Deze
zijn zeer ruim en het hoofdje zinkt er diep
in weg. Maar ze staan de meeste jongetjes
snoezig, vooral wanneer ze een fijn ge
zichtje hebben en er rondom uit de pet
nog een kransje lokken konat kijken.
We zien dus, dat de keuze in hoofd
deksels voor de kinderen tam-lijk groot
is. Wat ze echter ook opzetten, om ééa
ding moeten we denken de hoofdbedek
king moet volgens de nieuwe mode zijn,
altyd in harmonie zijn met jasje of man
teltje.
STOFBANDEN.
Smalle stofbanden aan de beide randen
doorgestikt, vormen nog altyd een garnee
ring die buiteugewoon veel gebruikt wordt.
Zoowel op japonneD, mantels als blouses,
't Is een gemakkelijke, weinig kostende
versiering, die heel smaakvol is en waarin
men heel veel fantasie kan leggen. Telkens
weer worden er nieuwe toepassingen voor
bedacht en vindt men aardige 'nieuwe
effecten uit. De stofbanden hebben dan
ook in den loop der laatste jaren heel veel van
de styfheid verloren, die deze versiering
in vroeger dagen wel eens kenmerkte.
Men gebruikt ze op fijne stofjes, zooals
crêpe de chine, shantung, erêpe satin,
evenals op de meer stevige winterstoffen.
De banden zijn meestal één tot 2J c.M.
breed, in geen geval breeder. Men be
vestigt smalle banden dikwyls in groepjes
die op de japon het aaozien wekken van
een gestreepte garneering. Soms bedekt
men zelfs een kort manteltje zoo geheel
met bandjes, dat het net lijkt of het van
gestreepte stof vervaardigd is. Dit laatste
staat wel aardig, maar, als we bedenken
hoeveel tijd en hoeveel werk dit gekost
heeft, dan vinden we toch wel dat een
]tie»w$blad
Een klacht, die al sedert jaren wordt
vernomen, isdat onze groenten en ook
de aardappelen niet zoo lekker, zoo sma
kelijk, meer' zouden zijn als vroeger. De
consumenten beweren dit en voegen er
dan v eelal bij„Zou dat van den kunst
mest komen?" Die vraag tot den groen-
tenkoopman gericht, wordt dan dikwijls
door hem beantwoord met een: „Dat
zal wel, waar zou het anders van ko
men!" of met een antwoord, dat nog
srtelliger luidt. En zoo heeft zich bg een
groot deel van het publiek de meening
vastgezet, dat de kunstmeststoffen de
kwaliteit en den smaak onzer groenten,
en andere produkten schaadt. Het be
wijs echter ontbreekt. De groentehan
delaar kan er zoomin over oordeelen
als de! consument zelf. Zij, die het we
ten kunnen zijn de kweekers en de tuin-
bouwdeskundigen, en dan nog alleen zij,
die met kennis van zaken een onderzoek
dienaangaande hebben ingesteld.
Welnu, verschillende autoriteiten in ons
land hebben hun deskundig oordeel over
deze zeer zeker belangrijke zaak mee
gedeeld. En eenstemmig luidt hun uit
spraak, dat van een nadeeligen invloed
van een juist gebruik der kunstmest
stoffen op den smaak der produkten
nooit iets gebleken is Prof. Sprenger
gebruikt al meer dan 20 jaar kunstmest
bij zijn proeven, en in den regel in
grootei hoeveelheid dan de telers in de
praktijk, maar hij acht de kunstmest-
klacht ongegiond. En in denzelfden geest
spraken vele andere deskundigen in ons
land zich uit. Wel wordt door enkelen
hunner toegegeven, dat sommige groen
ten niet zoo lekker smaken als vroeger.
Zij ncemen e venwel daarvoor andere oor
zaken. Er worden andere rassen geteeld,
die meer opbrengen, doch minder smake
lijk zijn: toen b.v. de zeer fijne trosprin-
cesjes niet meer loonden, ging men gro-
ROMAN VAN
••ft 1
\J i
„Waarom? Ik weet het niet!" riep hij
.wanhopig uit, terwijl hij met zijn rech
terhand zijn hoed afrukte en met zijn
linker als een vertwijfelde wild door zijn
haar streek. „Dat ik u liefheb, zoo lief,
als een mensch een ander sleohts kan
liefhebben, dat kan ik tóch waarlijk niet
helpen en ik geloof ook niet, dat dit als
een misdaad beschouwd zou kunnen wor
den, zoolang niemand daarvan iets ver
moed had. Nu echter ja, u hebt gelijk
wat ik daar gedaan heb, was een
slechtheid en ik denk, dat ik daarvoor
mijn leven lang zwaar genoeg zal moe
ten boeten. Vaarwel!"
Hij wilde wegstormen, maar de klank
van haar zachte stem was het, die hem
terughield.
„Neen, blijf nog, mijnheer Düringhof-
fen!" zeide zij. „Ik zou niet graag willen,
dat wij op deze wijze uit elkander gin
gen. U hebt een onrecht begaan, maar
toch in de eerste plaats een onrecht te
genover uzelf en ik ik beschouw u
daarom niet als een slecht mensch. Dat
was het, dat ik u nog wilde zeggen, al
vorens van elkander te scheiden. En nu
vaarwel! Mijn beste wenscben zullen u
steeds vergezellen."
Zij knikte hem toe en was t^611 snel
vere soorten telen. Groentesoorten van
zeer fijne kwaliteit geven dikwijls gerin
gere opbrenngst, welke niet steeds goed
gemaakt wordt door een evenredig hoo-
ger<"n prijs, 't Is ook niet waar, dat alle
piodukten zijn achteruitgegaan; integen
deel is bij sommige een zeer duidelijke
verbetering der kwaliteit te constatee-
ren. De eertijds onder glas geteelde stug
ge s lasocrt „blanke weeuwen" is verdwe
nen en vervangen door de botersla „Mei
koningin" de vroege bloemkoolsoorten
kunnen met die van vroeger zeer wel
concurreeren. Wie echter te zwaar mest,
bepaaldelijk met stikstofmest, zal daar
door licht afbreuk doen aan de kwaliteit
der gewassen, maar dit geldt dan voor
stalmest v ooral niet minder dan voor
kunstmest. Een feit is, dat vele aardap
pelverbouwers, dien bet te doen is om
een welsmakenden, fijnen eetaardappel,
de kunstmest prefereeren boven den na
tuurlijken mest. Persoonlijk denken wij er
met onze meer dan 20 jarige ervaring
evenzoo over.
Volgens de meening van verschillende
Nederlandsche deskundigen bestaat er
geen verband tusschen den achter
uitgang in smaak, welken men bij een
deel onzer groenten meende te mogen
constateeren, en het gebruik van kunst-
'VXl'
'A WMWmWMMJW
mest. Deze meening is bevestigd gewor
den door proeven, welke Prof. Engels
te Speyer heeft genomen. Deze onder
zoeker vergeleek de produkten bij ver
schillende bemestingswijzenbij toepas
sing van Thomasmeel en super b.v.
(phosphorzuurmeststoffen), salpeter en
zw.-ammoniak (stikstofmeststoffen) en 40
procents-kalizout ondervond hij geen en
kel nadeel daarvan, noch wat den smaak
noch wat de houdbaarheid er van be-
treft. De produkten waren niet minder
dan die, in stalmest geteeldbij ge
bruik van beer en gier waren ze daaren
tegen wel slechter. De gebruiker van
kunstmeststoffen heeft echter zorg te
dragen voor een volledige bemesting,
want Prof. Engels constateerde^ dat bij
weglating van een der drie genoemde
kunstmestsoorten, (phosphorzuur, stik
stof en kali, de kwaliteit daalde), zo
als te begrijpen is. En zoo zal het ook
zijn als men enkel beer of gier aanwendt,
en deze onvolledige bemesting niet aan
vult met kunstmest.
De Conserven-industrie te Braunsch-
weiz nam voor haar fabrieken ook proe
ven; voor deze industrie voord is de
vraag van gewicht, bij welke bemesting-
de fijnste en duurzaamste produkten wor
den gewonnen. De proeven werden breed
opgezet. Kunstmest werd gegeven naast
onbemeste perceelenstalmest naast stal
en kunstmest; stalmest naast volledige,
juiste kunstmestaanwending, en idem
naast e enzijdige kunstmestbemesting',
waarbij de stikstof overheersehte. Al-
tusschen de stammen verdwenen. Minu
tenlang staarde Valentin Düringhoffen
haar na als een bovenaardsche verschij
ning. Het kwam in 't geheel niet bij
hem op, dat hij haar afscheidsgroet toch
zeker had moeten beantwoordenslechts
haar vriendelijke, edelmoedige woorden
klonken hem nog steeds in de ooren en
zijn lippen bewogen zich werktuiglijk als
om ze te herhalen.
Toen werd achter hem het knarsen van
een vrachtwagen hoorbaar en het zweep-
geKnai van den voerman. Snel streek hij
de verwarde baren van zijn slapen weg
en drukte zijn hoed diep over het voor
hoofd. Met zware schreden liep hij ver
der, zijn ver verwijderd doel tegemoet;
maar het was hem te moede, alsof hij
alles achter zich liet, wat het leven van
een mensch verheerlijken en gelukkig ma
ken kan.
HOOFDSTUK XI.
Professor Ludwig Wallroth was ge
durende de eerste elf maanden van zijn
tweede huwelijk zeer opvallend verou
derd. Zijn haar en zijn prachtige golvende
baard waren volkomen grijs geworden,
zijn gelaatkleur had veel van haar vroe
gere frischheid verloren en in de omge
ving van zgn oogen vertoonden zich reeds
zekere karakteristieke rimpeltjes, welke
door ijdele mannen niet gaarne op hun
g< laat in den spiegel worden waarge
nomen.
Desondanks twijfelde niemand er aan,
of zijn huwelijk met de schoone Edith
van Manstein was een zeer gelukkige ver
bintenis en ook de dienstboden, aan wier
scherpen blik toch zelfs het kleinste
wolkje aan den huiselijken hemel niet
pleegt te ontgaan, wisten niets van het
dus werden proefnemingen gedaan bij
9 groentesoorten: erwten, worteltjes, spi
nazie, witte, roode en savoyekool, asper
ges boonen en augurken. Als kunstmest
werd gebruikt: Super, kalizout 40 pCt.,
en Chili. Resultaat: bij geen enkele van
de 9 soorten kon ook maar cenigen na
deeligen invloed worden vastgesteld, noch
op de structuur, noch op den smaak en
den reuk bij het koken. Asperges kre
gen bij stalmest het cijfer 11.7, bij juis-
ten kunstmest 19.5! Dat verschil spreekt
zeer duidelijk ten gunste van het kunst-
mestgebruik. En merkwaardig is ook, wat
het onderzoek leerde aangaande de kwa-
liteit van zuurkool. Kool van kunstmest
zoo hjoort men wel beweren wordt
ha het snijden eerder week dan die bij
stalmest geteeld. De proeven te Braunschk
weiz leerden echter bet tegendeel
de kunstmestkoolen bleven goed hard*
de andere werden na het- snijden weekt
Me dunktde consument kan nu ge*
rust zijnHij mag althans de schuld
niet bij den kunstmest zoeken, indien,
de groenten hem minder goed smaken
dan vroeger het geval was.
Dt Universala Esperanto-Asociol (Al-
gemeene Esperanto vereeniging) is ge*
vestigd te Genève.
Haar doel ishet bevorderen van het
gebruik van Esperanto. De moreele en
materieele betrekkingen tusschen de men
sehen te vergemakkelijken zonder onder
scheid van ras. Aan alle mensohen wier
intellectueele en materieele belangen zich
uitstrekken buiten land en taalgrens, in
ternationale diensten te bewijzen. Een
krachtig gevoel van solidariteit onder
hare leden op te wekken en de waardee
ring en achting voor vreemde volkeTen.
U.E.A. is absoluut neutraal wat betreft.
godsdienst, politiek of nationaliteit. De
U.E.A. spreidt zich uit over de geheela
wereld, en haar doel het vergemakkelij
ken der uiternat, relatiën dus, bereikt
zij door het aanstellen van gedelegeerden
(delegitog), die reeds in meer dan 2000
verschillende plaatsen zijn aangesteld, «n
wier taak het is, medeleden in alle op
zichten van dienst te zijn. Wil b.v. een ear
kenman adverteeren in een vreemde stad,
bij zendt zijn in Esp. gestel le annonce
aan den delegito, die dan voor plaatsing
der annonce in de landstaal zorgt enz.
Ook wanneer men in vreemde landen reist,
bewijzen de delegitog vele diensten. In
ons land bestaan ook Esp. vereenigingen,
waarbij men zich kan aansluiten o a.
Neutrale, Christelijke, Katholieke cn vak-
vereenigingen.
Wordt vervolgd.)
tegendeel te beweren.
Veel vermoeider en afgematter dan het
nog geen jaar geleden zelfs na d n meest
ingespannen arbeid ooit het geval was
geweest, keerde Wallroth op zekeren dag
uit het universiteitslaboratorium naar zijn
woning terug. Tijdens den geheelen duur
van zijn eerste huwelijk had er een be
paald teeken om te bellen bestaan,
waarvan alleen hg zich bediende en op
welk teeken zijn vrouw zelfs nog in de
eerste weken van haar ziekte naar de
huisdeur gesneld was, om de deur voor
hem te openen en hem met een harte
lijke welkomstkus te begroeten. Met der
gelijke kleine opmerkzaamheden had zijn
tweede vrouw hem nu waarlijk nooit
verwend.
Zij rekende waarschijnlijk zulke attenties
tot het gebied der belachelijke senti-
mentaliteiten en professor Wallroth wist,
dat zij niets ter wereld zoo haatte als
alles, wat tot dit gebied behoorde.
Als een verstandig man had hij zich
van den aanvang af voorgenomen, dat
hij met zijn jonge vrouw niet mocht rede
twisten over zekere eigenaardigheden, die
nu eenmaal geheel en al aan haar karak-
tar ten grondslag schenen te liggen. Hij
had zich bovendien de gelofte gedaan,
iedere vruchtelooze poging om tot een
vergelijk te komen te vermijden, opdat
noch Edith of Ingeborg, noch het aan
denken van de geliefde doode onrecht
zou geschieden.
Hij had. zich dus zoo goed mogelijk
in de nieuwe omstandigheden geschikt
en er zich bovendien aan gewend, niet
haar welkomstgroet af te wachten, doch
haar telkens zelf hg zijn thuiskomst in
de salon of op haar kamer op te zoeken.
1
Hij volgde ook thans deze gewoonte;
maar toen Jfij haar op een chaise lon
gue in de salon naet een modeblad in
de hand gevonden had en toen hij zich
met een vriendelijk woord over haar heen
boog om haar op het voorhoofd te kus
sen. toen was zijn beminnelijke glimlach
toch iets gedwongener dan gewoonlijk.
Edith bladerde gedurende een paar mi
nuten verder, oogenschijnlijk van plan
aan hem het beginnen van een gesprek
over te laten. Toen zij echter bemerkte,
dat de professor voor het raam was gaan
staan en zwijgend op de straat neer
keek, richtte zij zich eenigszins op en
vroeg„Waarom ben je zoo stil, Lud
wig? Is je iets onaangenaams overk>
men
Hij keerde zich langzaam om en keek
haar aan, streek eerst met de hand een
paar maal door zijn grijzen baard, alvo
rens hij antwoordde: „Ik wilde ja daar
eigenlijk niet over spreken, aangezien je
het misschien als een verwijt zoudt kun
nen opvatten; maar als mijn vrouw moet
je toch tenslotte wel eenige deelneming
toonen in h et lot van mijn arm kinden
tot wie zal ik mg anders met mijn zware
zorgen wenden, als het niet tot jou
is?"
Natuurlijk, dat is je goed recht, ant
woordde zij, zonder haar plaats te ver
laten en op een toon, die zevr koeltjes
klonk en eigenlijk weinig bemoedigend
was. „Ingeborgs lot is het dus, dat je
deze zorgen veroorzaakt? Heeft ze zich
weer eens bij je beklaagd?"
„Neen! Je weet, dat het helaas niet
in haar aard ligt, zulks te doen."
„Waarom helaas? Meen je dan, dat
haar huwelijksgeluk er ook maar eenigs
zins door verhoogd zou worden, indien
zij bij ieder misverstand en bij' iedere
kleine twist den vaderlijken bijstand had!
ingeroepen? Het is immers aan geen.
twijfel (onderhevig, dat zij beiden zeer
verschillende karakters hebben; maar zij
zullen des te sterker tot overeenstem*
ming komen, hoe minder zij in hun po
gingen daartoe door de tusschenkoinsfcj
van anderen gestoord worden."
„Hetzelfde heb ook ik al dikwijls gen
dacht, beste Edith, wanneer ik in dei
meening verkeerde, dat de behandeling,
die Artois Ingeborg liet ondergaan, een
ontoelaatbare was en wanneer ik bijna
een onweer staan baren aandrang voelde*
hem dit min of meer duidelijk te ver*
staan te geven. Waarschijnlijk zou ik ook
bg mijn kind zelf weinig dank voor zulk
een inmenging geoogst hebben; want in
de zes maanden, die er sedert haar hu-i
welijk verloopen zgn, beeft zg het nog)
geen enkele maal noodig geoordeeld,
voor mij baar !h art uit te storten. Ik
beken, dat mij dat eigenlijk leed doet;
want het schijnt nag toe, dat ik) haar
vertrouwen geheel en al verloren heb."
„Kun je daaraan nog twijfelen 1" vroeg
Edith niet zonder eenige bitterheid in
haar stem. „Je hebt haar vertrouwen'
verspeeld, toen je ondanks haar tegen-i
stand er in bleef volharden, mij tot jej
echtgenoote te maken."
„Laat ons verder over dit onaangena^
me onderwerp zwijgen, beste Edith 1" ver*
zocht hij rustig. „Ik moet helaas tot!
mgn groot leedwezen erkennen, dat jen
lui elkander in deze elf maanden geen!
enkelen stap nader bent gekomen; maai;
ik geloof toch, dat je te ver gaat, wan-i
neer je voortdurend spreekt ov«r Inge-j
borgs haat jegens jou. Zooals ik haar
kón, is zij absoluut niet in staat iemanct
te haten."
Vordt vervolgd.)