Tweede Blad
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
No. 4786 Woensdag 15 Februari
BEHOORENDE BIJ HET
■Vergadering van den Baad der gemeente
OUD-HEUSDEN, op Zaterdag HFebr
des v.m. half elf.
Voorzitter EdelAchtb. Heer v. Liempt.
'Aanwezig zijn alle leden, behalve de
heer Lijsten.
De Voorzitter opent de vergadering,
Idoeh wil alvorens met de afwerking van
de agenda te beginnen, aangezien het de
eerste vergadering van dit jaar is, de le
den met hunne gezinnen een gelukkig
1928 toewenschen. Tevens uit spr. de
beste wenschen voor de geheel© bevol
king. Hierop worden de notulen gele-
lezen. Op de vraag' van den Voorzitter
of een der heeren ook op- of aanmerkin
gen op deze notulen heeft, zegt de heer
Sprengers, dat er niet in opgenomen is,
dat de gelden voor de hondenbelasting
terugbetaald zouden worden, spr. zag er
dit gaarne alsnog in vermeld en waar
om is dit geld nog niet terug betaald?
Voorzitter iamtwoordt dat het de be
doeling is, om die ingezetenen, die het
vorig jaar belasting betaald hebben, daar
van dit jaar vrij te stellen.
Sprengers. Er is toch besloten om het
bedrag terug te betalen, waarom is dat
niet gebeurd? Het spijt me dat ik daar
nu weer op terug moet komen, maar
waarom wordt dat geld niet terug be-
;aald
Voorzitter. Het is waar, dat besloten is
ot terugbetaling, doch de menschen zou-
en het dan direct weer moeten terug
stalen.
Sprengers. Het is door de ingezetenen
n onrechte betaald, zij hadden dit di
et moeten terug hebben. Wanneer wordt
e hondenbelasting betaald.
Voorzitter. In Januari gaat de veld
wachter hiervoor door de gemeente.
Sprengers. In elk geval, het bedrag
is nog niet terugbetaald, waardoor maar
praatjes door de gemeente gaan, het was
veel flinker geweest als het bedrag direct
terugbetaald was.
Voorzitter. B. en W, meenden, dat het
beter was om die menschen die ben on
rechte hebben betaald, dit jaar vrij te
stellen.
v. Herpt. Dat meenden B. en W. toen
er van terugbetaling niets kW. om.
Sprengers. Het was beter geweest, als
het terstond was terugbetaald, want hoe
gaat het met hen die het vorig j «ar wel
en nu geen hond meer hebben.
Voorzitter. Voor 't oogenblik is er niets
meer aan te veranderen.
Sprengers. Ik hoorde het niet in de no
tulen vermeld en daarom maak ik er aan
merking op het was toch besloten
Voorzitter. Wij zullen de notulen aan
vullen.
Ingekomen stukken:
Procesverbaal van kasopneming', waar
uit blijkt dat alles in orde is bevonden.
Circulaire van den Commissaris der Ko
ningin over aanschaffing van sohuim-
bluschapparaten. B. en W. moenen dat
aanschaffing voor deze gemeente t« kost
baar zou zijn, bovendien zijn er reeds
kleinere apparaten aanwezig, zoodat het
college voorstelt niet tot aanschaffing
over te gaan, overeenkomstig dit voorstel
wordt besloten. Schrijven van Ged. St.
over wijziging van het reglement op het
^Burgerlijk Armbestuur met het oog op
uitbesteding van armlastingen in gezin
nen. Besloten wordt aan de door Ged. St.
voorgestelde wijziging te voldoen
Aanbieding verslag der Volkshuisves
ting. Wordt ter visie gelegd.
Nota van aanmerkingen door Ged. St.
op de gemeenterekening 1926.
De Voorzitter zegt dat deze a nmer-
kingen slechts van administrati -ven aard
zijn en de cijfers der rekening niet wor-
Iden gewijzigd. Spr. vraagt of aan de
aanmerkingen van Ged. St. kan worden
voldaan.
De heer Sprengers verklaart er prijs
top te stellen dat deze nota, wordt voor
gelezen, de raadsleden kunnen tr mis
schien iets uit leeren.
De Voorzitter voldoet aan dit verian-
gten en leest een heele lijst van aanmer
kingen voor.
De heer Sprengers merkt na deze1 le
zing op dat er nogal eenige aanmuLjcingen
gemaakt worden. Met algemeen© stemmen
worden B. en W. gemachtigd aan de door
Ged. St. gemaakte opmerkingen te vol
doen. Nota van aanmerkingen op de ge-
meentebegrooting 1928.
De Voorzitter licht toe, dat bij deze
aanmerkingen er een is, waarmede B.
en W. zich niet kunnen vereenigen Ged.
St. verlangen dat de post verk jop boomen
in de Drunensche Steeg, op de kapitaal-
dienst wordt verantwoord en er een ka
pitaals uitgaaf tegen over w rdt ge
steld.
B. en W. beschouwen deze ontvangst
evenwel niet als een kapitaals ontvangst,
doch als een gewone ontvangsu de ver
koop van boomen langs een weg is geen
buitengewoon iets, een ander geval zou
het zijn, als de gemeente in eens de boo
men uit een bosch verkocht. Verder is
op de post belastingen uitgetrokken als
eind uitkeering voor het belasting jaar
1927 1928 een bedrag van f 1000.—
Ged. St. meenen, dat dit bedrag!
te hoog is geraamd en het slechts 750.—
mag' zijn. Om de begrooting in evenwicht
te houden dient f 250.— van den post
onvoorzien die f 855.— groot is te wor
den afgenomen er blijft dan toch nog vol
doende over.
Dan maken Ged. St. aanmerking, dat
voor aflossing en afschrijving van het
G.E.B. slechts f650.— is geraamd terwijl
dit f 1000.— moet zijn. De uad heeft
evenwel een besluit genomen '-m hier
voor geen f1000.—doch slechts 650.—
te rekenen aangezien dit meer in overeen
stemming is met de waarde van het net.
B. en W. stellen voor Ged. St. te berich
ten als hierboven aangegeven, met welk
voorstel de aad accoorrd gaat.
Benoeming der leden van de commis
sie voor het gemeentelijk Electriciteits-
bedrijf.
De Voorzitter zegt, dat in de vorige
vergadering vergeten is, deze benoeming
te doen en dat door B. en W. wethouder
Kleijn ambtshalve is aangewezen als
Voorzitter dezer commissie. Aftredend zijn
de heeren de Baaij en Lijsten.
De heer de Baaij verklaart «n her
benoeming niet te zullen aannemen en
vraagt of er ook niet raadsleden in deze
commissie kunnen worden benoemd waar
op de Voorzitter antwoordt dat de wet
zooiets niet toelaat.
Wethouder Kleijn vraagt of de heer
Sprengers niet in de commissie wil zit
ten, doch ook deze is daartoe niet be
reid.
De Voorzitter merkt op dat als de
raad er geen prijs op stelt er geen com
missie behoeft te zijn.
Sprengers. Ik zit in een gedeelte, waar
de menschen van electrisch licht versto
ken zijn, ik geloof niet dat het daarom de
wegj is dat ik lid van deze commissie ben,
de raadsleden hier kunnen er veei beter
over oordeelen.
Voorzitter. Of er in Oudheusden elec
trisch licht is of niet doet niets terzake
het gaat er alleen maar over, dat de
raadsleden mede toezicht houden op het
bedrijf.
Sprengers. Als de leden uit het gedeelte
waar licht is, er niets voor voelen, kan
ik dat toch zeker niet. Als het geld op
leverde, was het iets andes, doch nu het
geld kost voel ik er niets voor. Daarbij
.schijnt er iets te zijn dat niet in orde is,
anders zouden de heeren hier er niet
tegen zijn deel van een commissie uit te
maken.
Voorzitter U kunt er misschien beter
over oordeelen, juist omdat U er geheel
buiten staat.
Weth. Kleijn u is er juist de man
voor, u is een onpartijdig persoon.
Sprengers. Zeker, als ik deel der com
missie uit maakte, zou ik niemand ont
zien, doch de raadsleden hier, zijn er naar
mijne meening, meer de aangewezen per
sonen voor, er zijn toch altijd nog' twee
leden de heeren Brok en de afwezige
Voorzitter. Laat ons eerst beslissen of
de commissie blijft voortbestaan of niet.
Weth. Kleijn stelt voor de commissie
te laten voortbestaan, waarmede de
raadsleden het eens zijn.
Voorzitter. Dan gaan wij ook tot stem
ming over, als er een commissie moet
zijn, moeten er ook leden voor zijn.
Weth. Kleijn. Ik zou de oude leden
maar benoemen.
de Baaij. Dank je wel.
v. Herpt. We hebben het reeds een
half jaar», zonder commissie ge laan, ik
zou ze maar opdoeken.
Thans wordt gestemd over vacature
de Baaij. Bij de 2de stemming voor deze
vacature verkreeg de heer J. Kleijn 4
stemmen zoodat deze is gekozen. De ge
kozene verklaart echter deze benoeming
niet te willen aanvaarden.
Hierna wordt gestemd over de vaca
ture Lijsten. Bij de derde stemming over
deze vacature verkreeg de heer J. Brok
5 stemmen en is aldus gekozen.
De Voorzitter stelt voor de eventu
eel© beslissing over al of niet aanne
ming aan te houden, misschien kunnen
B. en W. een betere regeling voorberei
den en wordt het bezwaar tegen aanne
ming weggenomen.
De raad gaat hiermede acoo >rd.
Wijziging begrooting 1927,
Deze wijziging is noodig, omdat enkele
postjes zijn overschreden. Met algemeane
stemmen wordt tot de voorgestelde wij
ziging besloten.
Verpachting van het jachtrecht op de
gronden der gemeente.
De voorz. licht toe, dat de gern. 4 jaar,
geleden, machtiging heeft verleend aan
het polderbest. om deze verpachtingen te
houden. De termijnr hiervoor is thans ver
streken, het is nu de vraag zal, de ge
meente de verpachting nu zelf houden of
het polderbestuur weder machtiging ver-
leenen. B. en W. achten het best, dit
laatste te doen. De raad gaat hiermede
accoord.
Rondvraag
De heer Sprengers zou een woordje wil
len spreken over de wegen in Oudheus
den, deze zijn slecht en nu is dezer da
gen spr. ter oore gekomen dat iemand
met een grijnslach zeide, nu hebben wa
een nieuw raadslid, en de Langstraat
en Spieringstraat zijn nog nooit zoo slecht
geweest. Spr. heeft daarop toen geant
woord, dat het zijn gTootste zorg is
dat de wegen in de gemeente goed on
derhouden worden, want daaraan is voor
al te zien of een gemeente vooruit of
wel achteruit gaat. Spr. heeft er aan
toegevoegd, dat degene die dat zeide en
die bij de laatste gemeenteraalsverkie
zingen zich voor den Burgemeester zoo
verdienstelijk maakte, ook nu eens naar
den Voorzitter moest gaan, om zijn hulp
in deze in te roepen, zoodat met aller me
dewerking beslist een goeden weg is te
krijgen. Spr. zou willen voorstellen dat
B. en W. eens in de Laagstraat en de
Spieringstraat een kijkje gingen nemen,
dan zouden zij stellig tot de overtuiging
komen dat het zoo niet kan en verbe
tering dringend noodig is.
Weth. Kleijn merkt op dat B. en W,
reeds over deze kwestie hebben gespro
ken.
De Voorzitter zegt dat men wel kan
begrijpen, dat men zijne volle medewer
king' in deze heeft. B. en W. hebben reeds
besloten er eens een kijkje te gaan ne
men en zouden den heer Sprengers, a,ls
beter ter plaatse bekend, willen verzoe-:
ken dan mede te gaan. Met verbetering
der wegen dient men echter nog iets te
wachten, op 't oogenblik zijn ze toch
niet te verbeteren. De zaak heeft evenwel
de ernstige aandacht van B. en W.
De heer Sprengers wil ook nog iets zeg
gen over de kwestie van het verfwerk
der secretarie. Spr. erkent dat dit heel
noodzakelijk was, doch het is naar zijne
meening op eetnigzins geheimzinnige wij*
JtarcbUi!