Tweede Blad lo. 4791 Vrijdag 2 Maart Geen Geweten, Moeders voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Kinderrubriek. FEUILLETON Kantongerecht Heusden BEHOORENDE BIJ HET 2 OOM KAREI!. roman van REINHOLD ORTMAN. 46) EINDE. vtrdtehte in deze gehesle zaak erg sym- pathiek voed, kan ik bq niet direct zeggen en ik begrijp niet goed waarom verdachte zich meerdere malen heeft laten waar schuwer» alvorens proeee-verbaal werd op-, gemaakt de tecbriech-ambtenaar Berk is lankmoedig genoeg geweest. Ik geef verd. nu vijf geldboeten van respectievelijk f5, f5, f 15, f45 en f15, by niet-betaling te vervangen door hechtenis van respect. 3 d., 3 d., 40 d., 40 d. en 40 d. C. K., werkman te Giessen, bad ge weigerd om desgevraagd inlichtiDgei te geven aan een controleur by den Raad van Arbeid te Dordrecht. Hy bad d.I. niet willen zeggen, welke werkgevers by gehad had tusschen 4 Juli 1926 en 1 Juli 4927. Kantonrechter Waarom wou je niet zeggen, bij wie je in dat tydvak hebt DE MINISTER VAN HANDEL EN NIJVERHEID, Z.ECX. SLOTEMAKER DE BRUINE heelt een bezoek gebracht aaB de voorjaarsbeurs te Utrecht. Hierboven Z.Eex. in gezelschap van Fentener van Vlissingeo. Wryft een weinig PU ROL tusscben de handen eo strijkt h«t door de haren Uwer kinderen hoofdhuid en haar blyven dan rein en gezond en de groeikracht der haren wordt er door bevorderd, 't Voldoet iedereen. Griffier: Mr. W. Ruitinga. Ruim 40 zaken moeten worden behan deld. 't Is een* slappe zitting met zoo goed als geen belangrijke zaken en geheel evenredig daarmee is de belangstelling op de publieke tribune. De in de vorige zitting ter verdere be- handeling uitgestelde zaak contra M. V., molenaar of mulder te Woudrichero, wordt thans weer uitgeroepen. Uit het schrifie- lijke deor den technisch ambtenaar by de Arbeidsinspectie te Breda, L. Berk, uit gebrachte rapport, blykt dat verdachte slechts ten deel* aan de bemerkingen van den Inspecteur is tegemoet gekomen. Kantonrechter Nu heeft verdachte vanaf 8 Dec. j.l. tot 20 Jan. j.l. nog den tyd gehad om de gebreken aan zyn ruw-olie- motor te herstellen, maar hy schijnt er niet veel lust in te hebben. AmbtenaarDan zullen we hem die lost wel geven ik vraag vyf geldboeten van f15 elk of 5X^5 dagen hechtenis. Kantonrechter Dat ik de houding van gewerkt Verdachte Als ik den uaara van mijn werkgevers had genoemd, zouden zij my niet meer willen hebben. Zy zouden wel willen plakken, maar dan houden zij het van myn weekgeld af. De boeren hebben een hekel aan plakken- Kantonrechter Ik heb er ook een hekal aan, maar ik plak toch. Maar jij hadt de namen van je werkgevers moeten op- geven. Nu krijg je f 5 of 3 dagen van me, zulks met de boodschap er by, dat, wanReer je het weer lapt, ik de boete minstens vertiendubbel. G. K-, werkman te Giessen, had ook inlichtingen geweigerd aan genoemden controleur. Kantonrechter Waarom deed je dat Verdachte Ik wil myn leven niet ver zekeren. KantonrechterDacht je nou werkelijk dat ik zoo naïef beo om te gelooven, dat jy begineelbezwaren hebt tegen het zegel- tjezplakken. Neen joggie, dat is naprater# van oudere menschen en jy denkt dat ar gument nn te gebruiken als middel om geen of een lichtere straf te krygen, maar dat zal je niet lukken, want evenals je broer veroordeel ik ook jou tot f 5 boete of 3 dagen hechtenis. A. T., werkmAn te Wyk, had te Dossen mollen vervoerd zonder de vereischte ver gunning. Verdachte Ik dee het om wè te ver dienen. Kantonrechter tot getuige, veidw. Hak: Hoe staat verdachte bekend Getuige Hak Zeer gunstig. Kantonrechter Ei fin, dan dit keer nog maar f 1 of 1 dag en de mollen zal ik dan maar verbeurd verklaren, 't Is feitelyk verkeerd zoo'n lage straf te geven, want ik ben vsel te goed voor de mollenvangers en te slecht voor de mollen, want als ik strenger strafte zouden er niet zooveel mollen gevangen worden. W. H. B., werkman te Ryswyk, had eenige mollenhuiden vervoerd zonder de vereischte vergunning. VerdachteIk had wei vergunning aangevraagd, maar die is my geweigerd. Kantonrechter Dus hadt je geen ver gunning. Kantonrechter tot getuige Rijksveldw. Van den HoutHoe staat verdachte bekend Getuige Van den Hout't Is een reu- zenmollenvanger hy is vlug en byna niet te krygen. KantonrechterJe bent ook al geen rijke mynheer en daarom zal ik je maar niet te zwaar straffen. Je krijgt f 3 of 2 dagen en de mollenhuiden zullen we ook maar hier houden. Maar pas nu op in het vervolg, want een reuzenmollen- vanger zal ik reuzenstraffen geven, reken daar maar op. Je bent dus gewaarschuwd. G. A. S., arbeider te Uitwyk, bad in den polder Uitwyk in een perceel griend- bosch van de Gebroeders Van Oord te Werkendam eenige stokken afgesneden en zich die toegeëigend. Verdachte's straf register is niet blanco meer, want reeds drie malen werd hy voor het wegnemen van hout veroordeeld. Thans krygt hy f 10 of 5 dageu. C. v. G., timmerman te Woudrichem, had op het voetbalterrein van Blauw-Wit geloopen, zulks terwyl de toegang tot dat. terrein op eene voor hem kenbare wyze was verboden. Verdechte, die niet is ver schenen, had den gemeente-veldwachter Werhter, die hem bekeurde, toegevoegd »Ik kan loopen waar ik wil en als ik geen mollen vang heb ik niet te vreten, met jou heb ik niks te maken*. KantonrechterMaar verdachte heeft wel met my te maken en zijn brutaliteit zal ik hem afloeren hy moet nu maar eens f 10 betalen of, als hy dat liever wil,. 5 dagen naar een plaats gaan, waar hy vast en zeker geen mollen kan vangen. A. A. v. N., koopman te 's Bosch, had op den Hoogen Maasdyk onder Veen een autobus van »de Onderneming* aangereden, doordat hy niet voldoende naar rechts was uitgeweken. Verdachte is met verschenen. Eerst wordt als getuige gehoord de autobaschaufïeur A. Thur, die als volgt verklaartIk kwam van de richting Heusden en reed rechts zoover ik maar kon. Ik reed zeer kalm. Verdachte kwam met groote vaart aanryden, reed niet rechts van den weg maar recht op my aan. Erg glad was het niet, want dan was ik met bus en al den dyk afgegaan. Verdachte had nog goed mis kunnen rijden*. Getuige H. Vsrbeek, sigarenfabrikant te Veen, legt de volgende verklaring af>Ik zat in de bus van >de Onderneming*. Verdachte reed hard en Thur had een baren, i i I IJ yiettw$blad Waarschawingasignftlen. Als uw organisme zelf u door pijn en kwalen, een duizelig gevoel, oorsui zingen en andere stoornissen waarschuwt, dat de nieren en het urinezuur en andere vergiftige stoffen niet behoorlijk uit het bloed filtreeren, dient gij u in acht te ne men. Oij kunt het spoedig genoeg zelf uitmaken: Let er op of gij last hebt van rugpijn, rheumatische pijnen, ischias of spit, een prikkelbaar, zenuwachtig, afgemat gevoel, een gevoel of uw ooren suizen of gon zen, te vaak of te weinig aandrang tot urineeren, troebel, te donker of te licht gekleurd water. Brandend en pijnlijk bij de loozing. Zanderig, gruisachtig, of dra derig bezinksel. Elk dezer verschijnselen kan beteekenen, dat uw nieren hulp behoeven. Gebruik dan onmiddellijk Foster's Rugpijn Nieren Pil len. Zij worden aanbevolen als het mid del, dat de verzwakte nieren opwekt, de urineloozing regelt en u bevrijdt van rug pijn, rheumatiek en die andere ellendige verschijnselen van nieraandoening. Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket let hier vooral op) bij apotheken en drogisten a f 1,75 per flacon. 29 ie«t« meisjes en jongens. Hi«r zijn «te antwoorden op de verige raadsels 1. Reep—peer. 2. Zooals de ouden zongen piepen de jongen. 3. Klok—kolk. fp-V». D* nieuw* raadsels zijn 1. Zoek do verborgen bloemennamen in «L- volgende zinnen. Zeg Thereee dat ze bek rooster van de kachel neemt. Hij trok den passer in groote kringen. Joris Hark Loopen Gracht Neen. Zet deze woorden, in dezelfde volgorde zóódanig onder elkaar dat er een rijtje letters recht boven elkaar komt te staan, dat den naam van een ver land aangeeft (van boven naar beneden gelea n 3. Wie kan van de volgende letters een ridder maken? A D E E L M N «EN AVONTUUR IN HET FEEËN LAND, VRIJ NAAR EEN ENGELSCH ««GEVEN, DOOR ELLY VAN ZON. III. En vriendelijk met één van zijn zes zwarte poot-en wuivend, noodigde de aar dige bakkerstar, die net zoo groot was als Bartje zelf, hem uit, mee het bosch in te gaan. Langs allerlei nauwe paadjes •n kronkelweggetjes kwamen zj &1 apoe- Toen zocht hij zuchtend zijn verstrooi de akten weer bij elkaar en begaf zich aan zijn dagtaak. Geruischloos un han dig kweet Heieen Leopard zich geduren de de eerstvolgende uren in het ziekenver trek van haar zware taak. Aanvankelijk had Düringhoffen allerlei kleine beden kingen geopperd om haar hulp te aan vaarden; maai de zachte beslistheid waarmee zij zich op haar aan den doctor gegeven belofte beriep, maakt 1 hem han delbaar. Ook bad hij nauwelijks voldoende wilskracht gehad om ernstig tegenstand te bieden, want zijn krachten namen zien- deroogen in dezelfde mate of, als het kwik in den thermometer steeg. Toen zijn vrijwillige verpljegst.r hem juist weer een dosis van de snel ver vaardigde medicijn had toegediend en de door doctor Giersberg bevolen natte doek om zijn voorhoofd vernieuwd had, zeide Düringhoffen, terwijl hij dankbaar naar haar opzag: „Nu heb ik nog een groot verzoek, juffouw Heieen 1 Zoudt u wel een brief willen schrijven, dien ik u dicteeren zal?" „Natuurlijk! Een brief aan uw moeder, mijnheer Düringhoffen?" dig aan een plaats in het b *sch, waar een heeleboel heel groote paddestoelen groeiden. In de oogen van Bartje leken dat nu echter wel heele groote tafels. Nu, daar werden ze ook voor gebruikt. Want dit was de plaats, waar de ruggen van de torren en kevers des morgas netjes werden afgestoft en opgepoetst Opeens gaf Bartje een schreeuw van vreugde, want daar, op een hééle groote padde stoel, zat Keesje, naast een jonge bruine tor, en wreef met alle macht met een groote stofdoek over den bruinen rug van den tor. Keesje zweette ervan. Kees^, hier ben ik!, riep Bartje verheugd. Keesje keek op en terwijl hij ophield met wrij ven, riep hijZoo, Bartje, ben jij daar, O, wat heb ik een spijt, dat ik je dom kop heb genoemd! Voor straf hjb ik nu vanmorgen al zes en dertig kevers en torren hun rug moeten poetsen. Ik ben er verschrikkelijk moe van!" „Nou, wees maar stil," zei de tar, goedig, „Ik kan een beetje too veren." Hij zei een paar vreemde woorden, en daar opeens werden de jongens w^er zoo gTOot als echte jongensEn nog vooriit ze den kleinen zwarten bakkerstor had den kunnen bedanken, was die al wegg> kropen, in een donker gaat je. Een o ogen blik later stonden de jongens in het bosch en liepen zoo hard ze konden naar huis. En als jelui nu eens in het bosch een mooie zwarte, blauwe of bruine kever ziet, dan kun je er vast van opaan, dat hun rug dien morgen werd opgepoest door een jongetje in het land der dom koppen. Vraagt het ze maar. „Zag eens eventjes," riep nu opeens de jonge bruine tor, „wil je wel eens gauw doorgaan met poetsenDenk je dat ik hier een uur kan blijven zitten inwach ten, tot jij uitgepraat bent? Vooruit, wrijf mijn rug op!," En dadelijk begon Keesje weer te poet sen, terwijl Bartje stond te wachten Eindelijk was de bruine tor klaar en liep met een verwaand gezicht hem. „O, Bartje, zuchtte Keesje, terwijl hij op een kleine paddestoel ging zitten en zachtjes begon te huilen, „Wat zou ik graag weer naai* huis gaanl" „Kóm kom," mengde toen de vriende lijke zwarte bakkerstor zich in het ge sprek. „Kom kom, je moet niet hui len. En als je zoo graag weer naar huis wilt, nu dan zal ik probeeren, jj uit het Land der Domkoppen te brengen. Ik weet geloof ik een geheim weggetje^ zoodat je niet door de gouden poort hoeft te gaan. Klim jelui dus alle twee op mijn rug, dan zal ik je erheen brengen, maar houd je goed vast, want we gaan soms door heele donkere holen. Ik wil jelui hel pen, omdat Keesje vanmorgen mijn rug zoo prachtig gepoetst heeft. Dat vonden de jongens prachtig. Ze klauterden boven op den breKlen rug van den vriendelijken zwarten tor en ra den zoo door het bosch, langs allerlei vreemde weggetjes en holletjes, Waar het zóó donker was, dat Je geen hand voor oogen kon zien. En het duurde niet lang, of de bak korst or zei„Hier, hier moet het zijn: en jawel daar kwamen ze peons in het kleine kamertje, dat verlicht was door glimwormpjes. „Maar", riep Keesje, „Beste i r, hoe moeten we hier nu vandaan komen, we zijn nog veel te klein, om daar bij die ver schrikkelijk hooge trap te komen, die naar hot luikje voert, dat in het bosch der menschen uitkomt." „Neen! Waarom zouden wij de arme vrouw eerder angst en schrik aan jagen, dan onvoorwaardelijk noodzakelijk is! Doctor Giersberg zal u zeggen, wanneer de tijd gekomen "is aan. haar te schrijven; de brief, waarvoor ik thans uw vriende lijke hulp inroep, is voor professor Wall- roth." t Juffrouw Heieen had reeds pen en papier klaar gelegd en schreef thans volgens Düringhoffens dictaat: „Aan mijn hoogvereerden leenneöster en vaderlijken vriend! Ik geloof dat ik een ontdekking heb gedaan, die misschien niet geheel zon der waarde voor de wetenschip is. Dat ik er tot op dit oogenblik met niemand over heb gesproken, zoo geschielde zulks niet uit, dwaze geheimd oenerijmaar om dat ik zelf nog steeds in ernstigen twij fel verkeerde omtrent het volkomen ge lukken van mijn werk. Nu echter mag ik wel zander overdrijving verklaren, dat- ik mijn doel bereikt heb, dat doel tenminste, hetwelk overeenkomstig den aard en de mate van mijn kennis over het algemem voor mij bereikbaar is. Een gelukkig toe val, zooals dat in onze wetenschap im mers niet zelden voorkomt, heeft mij over de laatste moeilijkheden heengehol- pen en over enkele dagen reeds dacht ik met het resultaat mijner proeven ten u- went te komen, om uw oordeel te ver nemen en uw raad in te winnen wat be treft de maatregelen, die verder genomen dienen te warden. Een plotselinge ongesteldheid heeft mij de uitvoering van dit plan verhinderd en aangezien ik niet weet, welk verloop deze ziekte zal nemen en of ik binnen af zien- boxen lijd zelfs wel in staat zal zijn mijn STRAFZITTING VAN HET KANTON GERECHT TE HEUSDEN van Vrijdag 17 Februari. Kantonrechter: Mr. C. W. v. Ommeren. Ambtenaar van het Openbaar Ministerie Jhr. Mr. J. Twiss Quarles van Ufford. gedachten helder uiteen te zetten, richt ik tot u, mijn vereerden leermeester,, hiermede het eerbiedig doch dringend verzoek mij aan mijn ziekbed te bet- zoeken en het tastbare bewijs van mijn jarenlangen arbeid van mij in ontvangst te willen nemen. In handen van nie mand anders zou ik dit bewijs wil len leggen, dan in die van den man, aan wien ik naast zooveel andere dingen ook de mogelijkheid van dit resultaat alleen heb te danken. Mcckt mijn ziekte onverhoopt een on ongunstige wending nemen, dan zal ik toch gerust gesteld zijn, wanneer ik weet dat u het bent, aan wien ik de vruch ten van mijn werk heb toevertrouwd. Want mijn ontdekking zal dan immers niet met mij ten grave dalen en zij zal, naar ik met opgewekt vertrouwen hoop, de menschheid eenig voordeal brengen, nog lang nadat de persoon vergeten zal zijn, die er in een gelukkig oogenblik in slaagde deze ontdekking te do^n," Eenige woorden van groote veneering en de dringende bede, het zoo zeer ver langde bezoek met het oog op den ba den kelij ken toestand van zijn ziekte ni?fc uit te 8 tellen, moest de schrijfster >ar nog aan toevoegentoen knikte Valentin Dü ringhoffen haar vriendelijk en goedkeu rend toe, nadat zij hem den brief had voorgelezen en in de enveloppe sloot. Hij had evenwel niet gezien, dat tegen haar wil bij het schrijven een paar groote tra nen op het papier waxen gevallen en hij vermoedde niet, hoe het er in haar ge pijnigd hart uitzag, terwijl zij met ge dwongen onverschiUigheid de laatste, weemoedig berustende zinnen moest voor lezen. Daarop verzocht hij haar den brief aan -het adres te laten bezorgen en juf frouw Heieen belastte zich z>elf met de bezorging, aangezien juist de door doctor Giersberg gezonden verpleegster arriveer de, een zachte, stille persoonlijkheid, die Düringhoffen door zijn bezigheden op het sanatorium heel goed kende. Meer dan een unr verliep, voor zij terugkwam en het was helaas niet de verwachte, dien zij meebracht. Tot haar schrik had zij in het chemisch labo ra tori- j um van de universiteit vernomen, dat professor Wallroth. des morgens vroeg reeds naar Weenen was vertrokken en de wanhoop nabij, was zij juist op het pust onverrichterzake naar huis terug te ko=- ren, doen een gelukkig toeval haar doctor Artois deed ontmoeten, dien zij zich nog wel herinnerde sedert het bezoek, dat hij Valentin Düringhoffen eens had ge- bracht op z'n „luxueuse" kamer. Düringhoffen had den naam van doc tor Artois dikwijls genoemd als dien van j een voormaligen studievriend, pcn wien voor de gunstige verandering in zijn ui- ter lijke omstandigheden veel dank ver schuldigd was. Daar men Heien op het laboratorium er bovendien nog -ni tent op had gemaakt, dat Artois de schoonzoon was van den vergeefs door haar ge- I zochten professor Wallroth, vatt> zij na kort nadenken moed en overhandigde hem met eenige verklarende woorden den brief. Doctor Artois, die er zeer bleek uit zag en den indruk maakte van oen zenu wachtig man in den hoogsten graad, las het epistel snel door en dwong zijn ge zicht tot een uitdrukking van innige deelneming. „Die arme Düringhoffen!" zeide hij „Stellig heeft hij zich aan die ontdekking hopeloos overwerkt. Is het werkelijk zooi slechts met hem gesteld?" „Ik vrees van ja!" antwoordde juffrouw! Heieen met bedrukte stem. „Doctor Gier»* berg schijnt nog maar geringe hoop tel kees teren." „Dan moet het inderdaad heel ernstig) zijn; want van dezen wonderdoctor gaat» bijna de roep uit, dat hij een ten doode) opgeschreven® weer op de been brengt, Ik word momenteel door mijn beroeps* bezigheden ten zeerste in beslag genot* men, waarde juffrouw Leopard, maar dee* Ondanks geloof ik, dat ik uit oude vriendschap mij niet aan een plicht zal mogen onttrekken, zooals die mij door del kennisneming van den inhoud van de* zen brief wordt opgelegd. Wanneer u ex geen bezwaar tegen hebt,- zal ik rnmid* dellijk met u meegaan." Juffrouw Heieen was hem in het diepsl} van haar hart dankbaar voor zijn opof* f erende bereidwilligheid en zij legden ge* meenschappelijk den korten weg' terug af. Na een haastige beraadslaging melj de verpleegster, bracht, het j mge meisje den doctor bij den zieke. Ondanks het korte tijdsverloop dat er! sedert het dicteeren van den brief var*, streken was, was de toestand .van Düring* hoffen i nderdaad slechter gewordenhetj spreken vied hem moeilijk en het kostte) hun blijkbaar groote inspanning zqn go* dachten te verzamelen. Dat het Artois was, die hem mplaats) van den proefssor was komen bazoeken,! scheen hem nauwelijks verwondering te (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1928 | | pagina 5