Tweede Blad No.4199 frijdag 30 Maart Geen Geweten. Kerkboeken. lüums naar at voor het Land van Heusden en Aitena, de Langstraat en de Bommeierwaard. Firma L J. VEERMAN, Firma L J. VEERMAN, F*. JOHAN DE MOL, Hoesf, Keeipijti f 32,50 Kinderrubriek. FEUILLETON Kantongerecht flensden 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 Waarschuwingen van nierzwakte. 2. ::o Voor de a.s. belijdenis een ruime keuze van HEUSDEN. HEUSDEN. Voor prima pasvorm en be werking wordt ingestaan. HEUSDEN. BEHOORENDE BIJ HET jfietiwsblad Doffe pijn in den rug na inspanning, of scherpe steken, als gij u na bukken op richt, is dikwijls het eerste verschijnsel van ernstige nierzwakte. Spoedig daarna kunnen urinestoornissen, hoofdpijn, een af gemat gevoel, duizeligheid, zenuwachtig heid, hartkloppingen, kortademigheid, ver magering of krachteloosheid optreden. De nieren behooren tot de teerste orga nen van het lichaam, en dergelijke ver schijnselen waarschuwen u, dat uw nieren verzwakt of aangedaan zijn. Verwaarloos zulke waarschuwingen niet. Kom de nieren zonder uitstel te hulp met het middel dat zij noodig hebben. Begin onmiddellijk met het gebruik van Foster's Rugpijn Nie ren Pillen, het specifieke middel voor zwakke nieren en blaas. Dit bevordert de goede werking der nieren, en beschermt u tegen rheumatiek, lendepijn, ischias en urinestCK,missen. Mannen en vrouwen uit alle deelen van Holland getuigden hoe terdege Foster's Rugpijn Nieren Pillen werken. Het middel is gegarandeerd zuiver, en het is zooda nig samengesteld, dat de nieren de juiste hulp ontvangen, waardoor zij weder flink werken. Daarom behaalden Foster's Pillen ook zulke goede en duurzame resultaten. Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket let hier vooral op) bij apotheken en drogisten a f 1.75 per flacon. 33 Beste meisjes en jongens. Bier zijn de antwoorden op de vorig* raadsels: 1. Spotvogel. 2. Ijsbloemen, '«winters op de mi- tan o Muisjes op een beschuit, of muizen nieuwe aardappelen, of de muis ran de hand. 4. De tand des tijde. De nieuwe raadsel# zijn: 1. Wie kan de puntjes in de volgende zin zoo invullen, dat er een spn^kwoord kamt te staan .e .tu.. .aa. z.® l.n. .e w .er .et .ij .ar.. X X X X X ~X X X X O O O X O O O O X O O O O X O O X O O X O X Tul bovenstaande figuur zoo in, dat •p den eersten regel een lekkernij komt te staan, die vele kinderen in het voorjaar krijgen, op den tweeden regel ©en jon gensnaam, op den derden een meisj©s- Mijnhardt's Hoesttabietten. Doos 30 g?. Mijnhardt's Keelpijntabletten, 60 en 30 ct. Bij Apoth. en Drogisten. ROMAN VAN REINHOLD ORTMAN. 55) „Het is goed!" antwoordde zij, hem onbevreesd aankijkend. „Ik zal wach ten. Tot weerziens dus!" De wijze, waarop zij daarna van el kander afscheid namen, verriel waar lijk niets van die onweerstaanbare, ver terende hartstocht, die anders wel twee menschen kan meesleepen zelfs tot open lijke verachting van alle godd lijke en menschelijke wetten. Als met moeite on derdrukte haat vlamde het in de oogen van de eene en klonk het in d°> woor den van den ander. Zij reikten elkander zelfs niet de hand; maar to in Sieg- mund Artois weer alleen was, balde bij in de grootste woede zijn vuist tegen de juist toegevallen deur en knarsetandde op woesten toon: „Daar zul je voor moe ten boeten! Zoo waar ik leef dat zal ik je betaald zetten!" HOOFDSTUK XVIII Terwijl bijna de halve wereld reeds van den roem van het nieuw i genees- ■auldei weerklonk, lag de werkelijke ont- «ekker, Valentin Düringhoffen, als een naam, op den vierden een boot, op den vijfden een klein geldstuk, op den zes den een deel van een schoen, op den ze venden een maat, op den achtsten een klinker. De beginletters der woorden, van boven naar beneden gelezen vormen het woord van den eersten regel. 3. Wat ziet een boer ieder en dag en een k®ning slechts zelden. OOM KABEL. DE BETOOVERDE HOORN. Jelui hebt allen wel eens gehoord, waar Ieriand ligt, dat groote eiland, ten Wes ten van Engeland, en dat behoort bij het rijk van den koning van Engeland. Hoe dat nu allemaal precies in elkaar zit, kan ik jelui moeilijk uitleggen. Dat zou veel te ingewikkeld zijn. Maar laai ik al leen zeggen, dat vele Ieren het niet erg wonderlijke geschiedenis verhalen, die nog door de boeren van Ierland heden ten dage verteld wordt. Finn werd geboren, zooals alle kleine kindertjes en was een lief klein kereltje, net als alle kleine jongetjes als ze nog zoo heel klein zijn. Maar juist in dien tijd gebeurde er iets treurigs. De vader van Finn Cumhal heette die werd ge dood in een gevecht met de vijanden van zijn land. Het heele land werd over stroomd door de legers van den vijand en daardoor was de moeder van Finn erg bang. Ze vreesde, dat de overwinnaars haar kleine jongen zouden wegnemen van haar en hem in hun boosheid misschien wel zouden dooden. Daarom gaf zij den kleinen Finn mee aan eenige vriendelijke vrouwen, die beloofden trouw ov„r hem te zullen waken en hem diep in de bossclien te verbergen en hem daar op te voeden tot een flinke, kranige jonge- Z.K.H. PRINS HENDRIK BRACHT EEN BEZOEK AAN AMSTERDAM, ten einde het derde herstellingsoord gelegen in het Bilderdijk plantsoen te bezichtigen. Hierboven wordt rlr Prins door het herstellingsoord rondgeleid. In alle bindingen en zoowel in de goed- koope als in de duurdere soorten. Voorradig in den Boekhandel van de prettig vinden, dat zij bij het lijk van den koning van Engeland hooren. Zij wilden liever ©en rijk hebben, heelcmaal van zich zelf, een Iersch rijk. De bewo ners van Ierland hebben in vroegere eeu wen heel dikwijls voor hun vrijheid ge vochten. En jelui begrijpt, dat daarover nog allemaal verhalen bestaan, waarin verteld wordt over de helden van Ier land. Een van die helden was Finn, de heerscher over de Fianna, zooals zijn volk heette. En daarover zal ik jelui deze onbeweeglijke, vaak bewustelooze patiënt op zijn ziekbed. Hem interesseerden eer en roem evenmin als iets anders dat om hem heen geschiedde. Hij wist het ronde, door gewoonte rustige gelaat van den door doctor Giersberg gezonden ver pleegster niet van juffrouw Helems smal, kommervol gezichtje onderscheiden. Maar menigmaal, wanneer haar koele vingertjes zacht en verkwikkend over zijn verhit, pijnlijk voorhoofd gleden, murmelden zijn kleurlooze lippen een naam, die het ar me jonge meisje steeds onwillekeurig in elkander deed krimpen want het was de hare niet. Gedurende de eerste weken had hij nu en dan in zijn hevige koorts liggen fan- taseeren in nauwelijks verstaanbare woor den tijdens de laatste twee dagen echter, die er nu reeds 6inds de behandeling met het nieuwe geneesmiddel verloopen wa ren, hadden dergelijke fantastische ui tingen zich niet meer voorgedaan. Wel hield de diepe bewusteloosheid nog steeds aan, maar toch namen zijn smartelijk ver trokken gelaatstrekken meer en meer de uitdrukking van een rustigen sluimer aan. De verpleegster, die gedurende de hij zonder gevaarlijke nachturen haar plaats aan het ziekbed aan niemand anders overliet, was gewoon zich daarvoor over dag d»or een flinke rust schadeloos te stellen. Gedurende dien tijd rustte de verpleging van den patiënt alieen op juffrouw Heieens schouders. Ook thans zat zij met een handwerkje niet ver van het bed bij het raam, toen -vn zacht kloppen op de kamerdeur haar snel deed opstaan. Zij opende behoedzaam de deur eu trad toen, terwijl een lichte blos zich op haar wangen vertoonde, een schrede fielijdeiiis-Tekstei In den Boekhandel van de man. Zooclat de vijanden van zijn vader hem niet zouden kunnen vinden. De goe de vrouwen hielden haar woord. Zij ver borgen den kleinen Finn in het diepst van het bosch en daar groeide de kleine koningszoon op tot een krachtige, selioo- ne jongeling, sterk als een beer, moedig als een leeuw, vlug als een hinde. Hij leerde jagen en zwemmen en hard loo- pen en alle kunsten, die een jonge knaap in dien tijd moest kennen, wil do hij on der zijn kameraden gezien zijn. Finn leerde dat alles heel goed, zoodat er niemand was, die harder kon loopen dan hij, of boter het wild kon jagen of harder kon zwemmen, dan hij. En toen de goede vrouwen zagen, dat er niets meer was, dat hij in het verborgen boecli zou kunnen leeren, zonden zij hem de wereld in, om zijn fortuin te zoeken. Zoodra' Finn de wijde wereld introk, begaf hij zich naar het hof van een ko ning en nam daar als ridder dienst. Zoo leerde hij hoe men zich in d. n strijd moest gedragen, en hoe men de speer en hot zwaard moest hantoeren. En toen hij dat alles wist, ging hij heen en woonde bij een groot dichter en wijs heer en leerde schoone verzen maken, leerde het lied van den nachtegaal en achterwaarts, om de bezoekster dendopr- toeht vrij te geven. „Komt u maar binnen, mevrouw! Hij merkt er toch niets van en het zal u geruststellen hem te zienwant het gaat, God zij dank, sinds gisteren al weer iets beter met hem." Ingtborgs slanke gestalte was het, die op deze uitnoodiging onhoorbaar het zie kenvertrek binnentrad. Zonder een woord te spreken gaf zij juffrouw Heken een hand en ging toen op de teenen naar het bed, dat door een vrij groot scherm te gen tocht en al te schel licht beschermd werd. Minutenlang blikte zij onafgebro ken op het bleeke, ingevallen gezicht met de vastgesloten oogen en de pijnlijk neerhangende mondhoeken. Toen plotse ling boog zij zich voorover, gevolg ge vend aan een onvveerstaanbaren aandrang en zachtjes beroerden haar lippen het bleeke voorhoofd van Valentin Düring hoffen. „God is barmhartig, Hij zal hem niet laten sterven," zeide juffrouw Heieen ach ter haar met gedempte stem en toen ke ken beide vrouwen elkander in Ie oogen met een van die blikken, die duizendmaal meer zeggen dan lange verhalen en uit voerige bekentenissen. Zij konden inderdaad voor elkander niet meer verbergen, hoe het er in haar harten uitzag. Reeds sinds den dag, waar op Ingeborg voor de eerste maal hierbo ven was verschenen, teneinde zich zeker heid te verschaffen omtrent Valentin Dü- ringhoffens toestand, wist juffrouw He- j leen van welken aard de gevoelens van de vreemde jonge vrouw voor den zie ke waren. Hoewel zij door haar stren ge o pvatting op het gebied der zeden, die dqor zekere onwillekeurige opwellingen van den leeuwerik te verstaan, en wat de beekjes murmelden en het riet ruisch- te, en de waterval en de boss- hen. En toen hij ook dat alles geleerd had, trok hij weer verder. Zoo kwam hij te Team- hair aan, waar de grootste koning van Ierland een groot feest hield. Alle groo- ten en heerschers uit het heele land na men aan dat feest deel. Zon 1„t zich een oogenblik te bedenken, trad Finn de feestzaal binnen en nam plaats bij de heerschers. Niemand kende hem natuur lijk en al spoedig waren vele verbaasde blikken op den jongen, schoonen Finn ge vestigd. Wie zou die krachtige fiere jongeling toch zijn, die daar zoo maas tusschen de grooten des lande plaats nam? (Wordt vervolgd.) STRAFZITTING VAN HET KANTON GERECHT TE HEUSDEN van Vrijdag 16 Maart 1928. Kantonrechter: Mr. C. W. v. Ommeren. Ambtenaar van het Openbaar Ministerie: Jhr. Mr. J. Tvviss Quarles van Ufford. Griffier: Mr. \V. Ruitinga. Op de rol staan slechts ruim 30 za ken, maar desniettegenstaande ia er veel belangstelling van de zijde van het pu bliek. B. M. melkrijder te Wijk was ten laste gelegd dat hij met zijn vrachtauto niet behoorlijk naar rechts uitgeweken zijnde, eene vrachtauto, bestuurd door A. J. M. Wijdemans te Tilburg, op den Ho ogen Maasdijk had aangereden. De vorige zit ting waren reeds drie personen als getui gen gehoord, waarvan er twee verxlaar- den dat de aanrijding, waardoor beixl« wagens groote scliade hadden opgeloopem, veroorzaakt was doordat verdachte mid den op den weg reed en niet naar rechts was uitgeweken, terwijl een getuige ver klaarde dat Wijdemans veel te hard den hoek om zou zijn gereden. Thans wordt P. J. Furster autobusondernemer te Wijk als getuige gehoord. Deze verklaart de situatie der wagens na de aanrijding *3 hebben gezien en dat hem gebleken was dat het hard was aangekomen en dat er veel kapot was. Hij zegt dat de wa gens door de harde aanrijding verplaatst ■wpren en dat er door beiden of een van beiden erg hard moet zijn gereden. Immers was het voorwiel totaal in elkaar, terwijl de chassisbalk was om gebogen. De Heer Ambtenaar zegt tot de con clusie te komen dat het wettig en over tuigend bewijs niet is geleverd en dat dus vrijspraak moet volgen. De Kantonrechter is overtuigd dat de schuld aan beide kanten ligt, maar be wijzen kan hij het niet. En dit vindt hij in dit geval best, omdat i der nu zijn eigen schade moet lijden, wat hem het billijkst voorkomt. Verdachte wordt vrijgesproken v. B. en v. H. mandenmakers te Haar steeg hadden op zekeren dag tooneel ge speeld, hadden zich na hun optreden als acteur den borrel goed laten smaken, hadden zcih vervolgens met een das aan elkaar gekoppeld, en waren de straat op gegaan en hadden daar baldadigheid ge pleegd door een auto tegen te houden en een wielrijder te noodzaken van zijn rij wiel af te stappen. Kantonrechter: Waarvoor diende die samenkoppeling met den das. Wilde je van ijverzucht geenszins verzacht werd, aanvankelijk geneigd was geweest, de schoone, bleeke bezoekster te verwen- schen, had de gemeenschappelijkheid van haar beider leed en de verzoenende nabij heid van den dood, die reeds aan den rand van het ziekbed scheen te staan, haai' gezindheid toch spoedig in mede lijdende deelneming veranderd. Voor zich zelf had zij toch bovendien nooit hoog vliegende verwachtingen gekoesterd Haar liefde voor Valentin Düringhof fen was van dien stillen, onbaa^zm htigen aard, die bereid is allee te geven, zonder daarvoor een andere belooning te ver langen dan het geluk in de nabijheid van het geliefde wezen te ademen, van tijd tot tijd den klank van zijn stem te hoo ren en misschien somtijds een blik van vriendelijke waardeering te ontvangen Zij had het steeds als een uitgemaakte zaak beschouwd, dat Valentin Düringhoffen op zekeren dag met een mooi en verstan dig meisje in het huwelijk zou treden; ja zij had zich dikwijls in de levendigste kleuren de schitterendes bekoorlijke ver schijning van de gelukkige uitgeschil derd, wie het beschoren zou zijn door zijn sterke hand door het leven te wor den geleid. Thans echter nu aan dit ziekbed voor die andere iedere stoute wensch evengoed was uitgesloten als voor haarzelf, thans had een echt, vrou welijk medegevoeld over ieder ander ge voel de overwinning behaald. Tusschen beide vrouwen was daardoor, zonder dat het in haar woorden tot uitdrukking was gekomen, 'n soort van stille kame raadschap ontstaan, waardoor bjlenzich innig tot elkander voelden aangetrokken en die haar met een oprecht wederzijdsch vertrouwen vervulde. somfl een Siameesch tweeling voorstel* len. VerdachteNeen, we waren in hetcafe, zagen daar toen een das liggen en der ze hebben we om onze nekken gebonden. Kantonrechter: En waarom heb je de auto tegengehouden? Verdachten: We dachten dat het een bus was en wilden een eindje meerijden KantonrechterZeker van de eene kroeg naar de andere. Wil ik jullie eens wat zeggen, jullie hebben een relletje op touw gezet om den nieuwen veldwachter eens te probeeren. En niet alleen jullie twee ën maar nog meerderen. Maar nu zijn jul lie de dupe van de historie geworden en je hebt gezien dat Obbens niet met zich laat spotten en dat vind ik uitstekend: Vertel me nu eens verder wat eigenlijk de aanleiding was voor den zoogenaamd* den „lolligen" avond. VerdachtenWe hadden comedie ge* speuld veur de vrouwen. KantonrechterEn welk hoogdravend pittig stuk hadden jullie opgevoerd? Verdachten: 't Hiette Kohns Kalf en Janus Stier. KantonrechterDat zal indrukwekkend zijn geweest. En wie was Kobus Stier Verdachten v. H.Ik Edelachtbare. Kantonrechter: Dat dacht ik wel. Getuige Johannes Walk mandemakei te Haarsteeg: Toen ik de jongens hooi* de ban ik van de fiets gestapt en toen weer doorgereden. Ik had niet af hoe ven te stappen en had er best langs ge kund. Kantonrechter: Zie je wel, dat is na tuurlijk weer partij trekkerij voor je kor, nuiten en den veldwachter tot een leu- genaar maken, 't Gaat natuurlijk tegen den veldwachter. Getuige Johannes van Bokhoven man. demaker te Haarsteeg zegt dat verdach ten de auto niet opgehouden hebben er dat ze met een das aan elkaar gebonden waren. De ant© reed met flinke vaart door en van remmen of stoppen heerfi getuige niets gezien. De veldwachter kwam toen de auto al lang gepasseerd was. Kantonrechter: 't Komt mij zoo ,vooi dat jij bij de eerste kennismaking mot den veldwachter 't woord „aangenaam.'' ook wel weg kunt laten. Getuige Franciscus Vugts, bakker te Haarsteeg: De auto is gewoon doorge reden en verdachten staken de hand op om mee te rijden. Ze stonden niet op den weg, maar aan de zijde van den weg KantonrechterIk denk dat jij ook al geen hartsvriend van den nieuwen veld wachter zult worden. Maar enfin, na tuurlijk wil ik meer van het zaakje we* ten en ik wil ook weten wie 't met de waarheid niet al te nauw genomen heeft. Over 5 weken komt de zaak weer voor en dan gelast ik de dagvaarding van den veldwachter Obbens. Aan C. A. W. graanhandelaar te Nieu- wendijk was ten laste gelegd dat hij in den Emmichhovensche polder de kade langs den Boezem had verhoogd. Verdachte: Ik heb de kade niet ver hoogd, doch de zijkanten omgespit. De kruin ligt ter breedte van 80 a 100 c.M. onaangeroerd. Getuige J. Snoek, landbouwer en pol« Stalen op aanvraag. Coupeur te ontbieden. Verzuime niet, zonder eenige ver plichting stalen aan te vragen. Toen Ingeborg zich van den zieke af, wendde, begaven zij zich naar het ven ster en begonnen op voorzichtig m, flui sterenden toon een gesprek, waarvan na, tuurlijk Valentin Düringhoffen het ee nige onderwerp was. Juffrouw Heleea toonde zich thans mededeelzamer, dan zij het onder den drukkenden last van haar vreeselijke zorgen ooit lid voren' geweest was. Op haar ernstige, eemvou- dige wijze sprak zij over de verschrikken lijke uren, die zij gedurende de laatste weken hier in dit vertrek doorleefd had, „In al deze kwellende koortsfantasie ën scheen sleehts een enkel onderwerp voortdurend zijn gedachten bezig te hou den," zeide zij o.a., „die ontdekking en dat manuscript namelijk, dat hij op den eersten dag van zijn ziekte aan doctor Artois heeft overhandigd." „Aan mijn man?" vroeg Ingeborg ver baasd. „Een ondekking? Daarvan heb ik tot op dit oogenblik in 't geheel nieta geweten I" In de overtuiging, dat zij met deze onbescheidenheid onmogelijk een onrecht kon begaan, vertelde juffrouw Heleen haar van den brief aan professor Wal- roth, dien zij volgens Düringhoffens die-- taat had moeten schrijven en dien zij' zich onuitwischbaar woord voor woord in haar geheugen had ingeprent Zij leg de haar uit hoe het gekomen was, dat! inplaats van den professor, die ongeluk* kigerwijze juist op reis was gegaan, doe* tor Artois aan het dringend verzoek ge* volg had gegeven en met welk een vrien delijke bereidwilligheid hg de opdracht van zijn doodzieken vriend had aan vaard. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1928 | | pagina 5