Tweede Blad
Geen Geweten.
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
NO. 4801
Firma L. J. VEERMAN,
Jezus aan het Kruis.
Sisixiemibrick.
FEUILLETON
Parlementair Overzicht.
BEHOORENDE BIJ HET
Een zegen voor de menschheid.
HEUSDEN.
DE VOETBAL WEDSTRIJD BELGIË HOLLAND 1—0
II: m
REINHOLD ORTiMAN.
::o
57)
Ik kan tot U niet naderen Heiland in 't gewaad
Eens priesters van een kanst die niets van U verstaat.
Het doel Uws lijdene niet noch de oorzaak Uwer smart.
Ik kan tot U slechts naderen met aanbiddend hart.
Gij zijt voor mij niet enkel „Liefde in een damp van hooD".
Maar mijne zonde, weggestooten nit de woon
Des Heilgen in den oordeelsnacht des doods.
En door de wilde wateren mijner driften, trouwe Loods.
Ik zie U aan, en als een glimlach glijdt
Een vreugdevlaag van diepe dankbaarheid
Mij door de ziel. Ik weetik ben gered.
Gij hebt Uw heilig leven voor mij ingezet
Ik zie U aan, en voel het in mij beven.
Van verlangen om Uw naam alleen te leven.
Maar zondezuiging trekt mij in haar draaikolk neer,
En zinkend schreeuw ikGij verstaat mij toch o Heer
Dit is mij troost dat Gij de diepten kent
Van mijner zwakke ziele hevige ellend.
Maar méér vertroost het mij dat Gij mijn vreugde zijt.
Van U toch ben ik zeker tot in eeuwigheid.
Gij zijt de Trouw, Gij zijt de Liefde, Gij zijt God,
De eeuwig- Eendere, die door één daad mijn lot,
Lijfeigene van Satans overmacht
Verlegd hebt naar het leen van Uw geslacht.
Dit blijft, w£t keer, zoo zeker als ik zie
U vastgenageld aan het schandhout Eén der drie
Vervloekten waartoe ik behoorde in mijn plaats.
Een spot der vromen en des heidenschen soldaats.
Mijn Heiland, wat hebt Gij voor mij geleden, hoe
Hebt Gij, Gevoelige, het künnen dulden, dat de roe
Der tong U geeselde, meer dan het zweepekoord.
Dw kracht was Uw vertrouwen in het Vaderwoord.
Uw kracht was Uwe trouw en die gehoorzaamheid
De eenige oorzaak van mijn eeuwge zaligheid.
Niets heb ik buiten U; ook vergt Gij niets van mij
Dan dat ik blljve in U en zóó vol vruchten zij.
Uw Naam zij eeuwig lof. Gij schonkt mij alles wat
Ik voor de ware vreugd mijns harten nocdig had.
Dies kan ik jubelen soms temidden zonde en leed.
Dit is het zoet geheim dat Gij met mij slechts weet.
VEEN, 11 Maart 1928. J. TIMMERMANS.
Jfieowsblad
Iedere lijder aan verzwakte nieren, die
gaarne zijn gezondheid zou herkrijgen, be
hoort Foster's Rugpijn Nieren Pillen te
gebruiken, het middel, dat nieuwe kracht
en energie aan tal van angstige nierlijders
bracht. Het 25-jarig succes stempelt dit
niermiddel tot een ware zegen voor de
menschheid.
Ook gij kunt daarvan profiteeren. Be
gin nog heden met het gebruik van Fos
ter's Rugpijn Nieren Pillen. Merk op hoe
uw gezondheid er door verbetert. Hoe
de rugpijn afneemt, hoe de pijn in uw
ledematen en spieren vermindert, hoe spoe
dig uw nier- en blaasstoornissen verdwij
nen. Door het versterken van uw zwakke
nieren raakt gij bevrijd van urinekwalen,
rugpijn, rheumatiek, blaasontsteking, wa
terzuchtige zwellingen, ischias en spit.
Stel 't niet uit. Laat de trage nierwer
king niet van kwaad tot erger worden.
Begin dadelijk met Foster's Rugpijn Nie
ren Pillen. Kom de aangetaste nieren te
hulp, waardoor het bloed weder behoor
lijk gezuiverd en verrijkt wordt en het
geheele gestel bevrijd wordt van schade
lijke onzuiverheden. Foster's Pillen worden
vervaardigd in modern ingerichte labora
toria, worden noch bij de vervaardiging,
noch bij de verpakking door menschelijke
handen aangeraakt, en bevatten geen scha
delijke bestanddeelen.
Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel
etiket let hier vooral op) bij apotheken
en drogisten a f 1,75 per flacon. 36
lilifiiis-Ttkstti
In den Boekhandel van de
Beste meisjes en jongens.
Hier zijn de antwoorden op de vorige
raadsels
1. De kruik gaat zoo lang te water
tot zij barst.
2. Paaschei (Adriaan, Agatha, schip
cent, hak ei, i.)
3. Zijn gelijke.
De nieuwe raadsels zijn:
1. Mijn geheel is een naam van een
hond en je kunt mij vinden, door ne
venstaande woorden goed in te vullen
De middelste letter van ieder woord,
van boven naar beneden gelezen, geeft
mijn naam aan.
X is een familielid.
X is een visch.
X is een hoofddeksel.
X is een meisjesnaam.
X is een vrucht.
X is een boom.
ROMAN VAN
2. Neem den kop van een baviaan, de
helft van een tafel en voeg daarbij een
getal onder de tien, dan krijg je den
naam van heel oude bewoners van ons
land.
3. Het is overal waar je gaat of staat,
je kunt 't niet ontloopen; Geruiscliloos
volgt het je op straat, 't is nimmer af
te koopen. Maar als je goed toe ziet
,en hoort, vind je in dezen zin dat
woord: „IX APPELSCHA DUWEN DE
MANNEN ZWARE KARREN VOORT"
OOM KABEL.
DE BETOOYERDE HOORN.
De koning had den jongeling ook opge
merkt en hij riep hem bij zich en vroeg:
„Wie zijt gij, jonge vreemdeling?"
Toen stond Finn op, rekte zijn fiere,
jonge gestalte uit en sprak: „Ik ben
nooit gehoord hoe telken jare, nu al
negen jaren achtereen, een vreemdeling
naar liet feest v. d. koning komt, die
het paleis van den koning in brand
steekt. Telkens, als hij naar Teamhair
komt, zet de koning wachten uit, van
top tot teen gewapend. De moedigste en
krachtigste mannen worden daarvoor op
post gezet. Maar steeds komt de vreemde
ling terug, en speelt wonderlijke muziek
op een tooverfluit. En allen die deze
muziek hooien, worden er door betcoverl
en vallen in een diepe slaap. Waaruit
zij niet eerder ontwaken, voordat het hee-
le kasteel van den koning is uitgebrand
Groote belooningen zijn uitgeloofd voor
de mannen die Teamhair bewaken en die
niet in slaap zullen zijn gevall ,n en den
vreemdeling zullen grijpen. Maar nog
nooit is er één man geweest, dio dat
heeft kunnen doen. Dat is de geschie
denis van den geheimzinnige n vreemde
De te Artt werpen gespeelden wedstrijd tusschen de Belgen en de Hollanders
leverde geen doelpunt voor Nederland op. Hierboven een spannend moment
voor het Belgische doel, waar de bal echter door Caudron werd tegen
gehouden.
de zoon van Cumhal! Finn is mijn naam
En Cumhal was de moedige krijg die
eens konipg was van Fianna, Ik hen
naai- Uw feest gekomen, machtig vorst,
om vriendschap met U te sluiten."
De koning was verrast bij het hooren
van die woorden, want hij had Cumhal
goed gekend, die een van zijn trouwste
vazallen was geweest. Daarom zei hij
vriendelijk tot Finn„Goed mijn zoon,
wij zullen vrienden zijn. Ik heb Uw va-
Ider goed gekend. Hij was een trouw
en moedig man."
Daarna mocht Finn op de eerjplaats,
naa st den koning, plaats nemen. Er werd
vroolijk gegeten en gedronken en het
werd een prachtig feest. Finn maakte
vele vrienden en hij kon zich niet her
inneren, ooit zulk een heerlijke avond
te hebben doorgebracht, te midden van
al die voorname ridders en vazallen van
den grooten heerscher van Ierland Maar
tegen liet einde van den maaltijd stond
iaan het einde van de tafel een oude,
statige ridder op. En zich tot Finn
wendend sprak hij: „Gij, Jonge man, die
voor het eerst van Uw leven met de
vazallen van den grooten Ierschen ko
ning aanzit, gij hebt natuurlijk nog
tegenVervalschiny
ling.
Finn had met stijgende belangstel
ling het verhaal van den ouden ridder
aangehoord. Iedereen ook de koning
keek nu ernstig. En er ging een goed
keurend gemompel op, toen Finn op
stond en zei: „Machtig koning d.er Ie
ren, sta mij toe, dezen nacht de wacht te
houden over Teamliaitj en te pogen, de
belooning te verdienen."
De koning dacht een oogenblik na
en antwoordde dan glimlachend: ,,Het
is goed, Finn. Gij zult de wacht houden.
En als gij er in slaagt Teamhair veilig
te bewaren en den vreemdeling te over
winnen, zal ik elke wénsc h van U ver
vullen."
Terwijl alle ridders zich van hun ze-
i tel verhieven, schreed de jonge Finn,
j met opgericht hoofd, de feestzaal uit,
om de wacht te gaan houden ov_r Te
amhair. Een oogenblik later kwam een
man naar h em toe, met teen groote speer
in de hand en zei: Mijn jonge kame
raad, neem deze tooverspeer. Ik was een
goed vriend van je vader. Deze speer
heb ik bewaard voor je. Als je de too-
vermuziek hoort, houd de speer dan te
gen je voorhoofd en je bont veilig. Je
zult dan niet in slaap vallen.
fel'
U.
i jr;
i w. i' lil
Wordt ver olgd.)
Het karretje, dat over den zandweg
reed Indie in de Tweede Kamer
Weinig vruchtbare besprekingen
r—Het is, dat het Regeeringskaxr tje een
Bij Apoxh.en Drogisten. Prijs 75,40 en 25ctJ stei onverwoestbare extra-parlementaire
„Den hemel zij dank, uw man heeft
niets van uw aanwezigheid gemerkt, beste
mevrouw," fluisterde zij, „maar ik zou
die vreeselijke oogenblikken waarachtig
niet nog eens willen doormaken
Na een blik op de klok nam zij den
zilveren lepel uit het waterglas en greep
het medicijnfleschje om hem vol te
schenken. Terwijl zij voorzichtig goot om
geen droppel van de kostbare, leven
brengende vloeistof te vermorsen, lette
zij niet meer op de jonge vrouw, die
doodsbleek van achter het scherm te
voorschijn was gekomen. Op hetzelfde
oogenblik echter, dat zij den lepel tot
aan den rand toe vulde, werd haar pols
met zulk een onstuimigen, plotselingen
ruk beetgepakt, dat het flesehje met
licht geraas op de vloer in stukkeu brak
„Mijn hemel, mevrouw, de medicijn—"
riep zij verschikt en verwijtend uit, „wat
hebt u daar gedaan
„Niets waarover u spijt behoeft te
hebben," klonk bet op zonderlingen,
vreemdklinkenden toon van Ingeborgs
lippen. „Zend iemand naar de apotheek
en laat de medicijn opnieuw klaarmaken
En dan dank God op de knieën er voor,
dat hij mij juist op dit uur hierheen ge
voerd heeft."
Zonder de doodelijk ontstelde Heieen
een verdere verklaring van deze volkomen
raadselachtige woorden te geven en zon
der nog een blik op het ziekbed te wct-
pon, snelde zij naar buiten, m „t ontsteld
gelaat en toch met ©en uitdrukking van
onwrikbare vastberadenheid in de an
ders zoo zachte en meisjesachtig lief
tallige trekken.
HOOFDSTUK XIX.
„Is mijn man al thuisgekomen?"
Deze vraag richtte Ingeborg gejaagd
tot het meisje, dat haar opendeed.
„Jawel, mevrouw," luidde het ant
woord „Maar ik geloof, dat mijnheer
niet gestoord wil wordenwant ik hoorde
dat hij de sleutel in de deur van zijn
werkkamer achter zich omdraaide. Overi
gens is er ook iets voor mevrouw geko
men, een klein pakje met de hartelijke
groeten van professor Wallroth De pro
fessor is uit Weenen teruggekeerd en in
het pakje zit een verrassing voor me
vrouw."
„Het is goed," zeide Ingeborg. „Ik
dank je! Je kunt nu wel weer naar de
keuken gaan en zet voor mijn man het
avondeten klaar, als het daarvoor tijd
is. Ik zal waarschijnlijk eerst laat terug
komen."
£ij wilde het meisje weg hebben, want
zij liad de overjas van haar man in de
gang zien hangen en bliksemsnel was
haai een gedachte door het hoofd gescho
ten, vo welker uitvoering zij geen se
conde wilde verliezen. Zoodra zij zich
onbespied wist, snelde zij op het klee-
idingstuk toe en greep haastig in de
buitenste zijzak. Haar hoop werd niet
teleurgesteld; want behalve een ver
frommeld, samengeknepen vodje papier,
voelde zij een hard, rond voorwerp tus
schen haar vingers, dat zij reeds bij
vluchtige beschouwing als het tot op de
helft geleegde glas met het witte poe
der herkende.
Zij verborg haar vondst in haar man
telzak., Het vodje papier had zij eerst
achteloos ter zijde willen werpen: de
eigenaardige, sterke geur die er uit op
steeg, maakte er haar half t- gen haar
wil op attent en zij streek het papier op
de hand glad.
„Ah, de ellendige!" mompelde zij, toen
zij de weinige regels doorgevlogen had,
die er op geschreven stonden. „Nu zal
ik haar waarschijnlijk niet langer ont
zien."
Zij stak den brief, dien Artois in de
ze dagen van groote opwinding stellig
verzuimd had te vernietigen, eveneens bij
zich en verliet haar woning, zonder een
poging in het werk te hebben gesteld
baar man te spreken.
Professor Wallroth liep juist ongedul
dig in zijn kamer op en neer, schijnbaar
zeer slecht gehumeurd, toen zijn dochter
binnentrad.
„Gelukkig, eindelijk tenminste iets aan
genaams!" riep hij verheugd uit, terwijl
zijn somber gelaat zichtbaar verhelderde
„'Weet je wel, dat ik op het punt stond
naar jou toe te komen, mijn kind? Want
de verrassing, waarop ik mij hier bij
schokbrekers heeft, anders was het in den
laatsten tijd al minstens drie keu: ver
ongelukt. Zoo gaf de behandeling van
het belastingwetje (tot heffing van uit
wonende Nederlanders) een weinig ver
heffend schouwspel. Het ontwerpje
dat weinig sympathiek wordt gevonden
jart. 2 werd al bijzonder bezwaarlijk
geacht door de heeren v. Sas se van IJs-
selt, van Vuuren, Oud, Heemskerk, om
dat het te groote bevoegdheid aan de Re- j
geering gaf had den laatsten tijd
herhaaldelijk wijziging ondergaan Toen
werd door de Tweede Kamer met 44
tegen 25 stemmen (tegen: r.k. op 1 na,
v.b. op 1 na, a.r. en v. d.) art. 2 ver- j
worpen, waarna de minister weer liet
schorsen. Nog gaf de minister het niet
op en kwam hij nogmaals met een wijzi
ging. Waarna dit rampzalig overschotje,
betr. successierechten, enz. werd aange
nomen, met 12 tegenstemmers. Maar fraai
was het allerminst.
Indië nam in de laatste dagen 'eon be
langrijke plaats in in de beraadslagingen
van ons nationaal vertegenwoordigend
college. Zooals reeds uit de bAoogen
der verschillende sprekers viel te con-
cludeeren, wachtte de motie-Kleerekoo-
per, betreffend eeen onderzoek in zake
de doodstraf in Indië, het lot der ver
werping. Alleen s.d., v.d. en communis
ten stemden voor.
Don een andere Indische kwustie: de
best uurhervorming in Indië, meer in het
bijzonder die in West-Java. Er was onge
rustheid gerezen omtrent de resultaten
daarvan en nu er plannen waren, de
hervorming ook tot de rest van Java
en ook zelfs tot Sumatra uit te strekken,
had de heer Joekes een motie ingediend,
gesteund door een r.k., en c.h., een a.r.
mijn eerdere thuiskomst dan aanvankelijk
het plan was, had verheugd, is op een
groote teleurstelling uitgeloopen Edith
lijdt aan zulk een afschuwelijken aan
een van hoofdpijn, dat ik haar nog'met
eens te zien heb kunnen krijgen Maar
Wat zie jij er uit, Ingeborg? En wat
heb je daar voor mij meegebracht?"
Zij liet hem het glas met het poeder
zien en vroeg: „Wat is dat, vader? Ik
smeek u, zeg mij eerlijk wat het is!"
„Ja, lieve kind, dat zal vermoedelijk
heel lastig te zeggen zijn," meende hij,
ten hoogste verwonderd over den opge
wonden toon, waarop zij sprak. „Een
analyse op het eerste gezicht zou zelfs
den knapsten chemiker niet gemakkelijk
vallen. Maar ik kan het toch eens pro-
beeren."
Hij schudde een weinig van het witte
zout in de holte van zijn hand, onder
zocht het met oogen en neus en bracht
toen met den top van zijn vinger voor
zichtig een paar korreltjes naar zijn
tong.
„Ah," riep hij toen uit, „dit geheim
zinnige poeder moest eigenlijk niemand
beter kennen dan jij zelf, lieve Inge
borg! Het is namelijk niets anders dan
het wonderbaarlijke nieuwe geneesmiddel,
de kunstmatige kinine, waarvan de be
reidingswijze aan je benijdencwaardigen
man is gelukt."
Ingeborg had oogenschijnlijk eau ander
antwoord verwachtmaar zij was met
haar vragen toch nog niet ten einde.
„Kan dit middel onder zekere omstan
digheden ook schadelijke gevolgen voor
een zieke hebben, vader?"
„Wanneer het hem in een te groote
hoeveelheid wordt toegediend, zeker!"
„Laten wij eens aannemen, dat de in
en een s.d., waarin werd gezegd, dat
het niet wenschelijk was de bestuursher-i
vorming verder door te voeren, voordat
men beter over dw resultaten van Wesf-i
Java kon oordeelen. Nu had de ministwï
die inlichtingen gekregen en verstrekt,
Maar de heer Joekes was verre van tevrc-i
den. Dat waren geen inlichtingen over de
resultaten, dat was alleen maar een over
zicht van den nieuwen toestand En van
verder gaan wilde hij niets we^ >u. Men
moest eerst een grondig onderzoek laten
instellen, door een commissie waarin par-
ticulieren zouden zitten. Hem leken de
resultaten immers lang niet gunstig. Het
nieuwe bestuursapparaat was kostbaar*
en omslachtig en gaf te vel over
wicht aan de bestuursambtenaren En na
ruim 2 jaren te hebben gefunctionneerd'
had het West-Java nog zoo weinig au
tonoom gemaakt, dat nietminder dan.
70 pCt. van de inkomsten gevormd werw
den door een sluitpost uit 'slanls kas,
Men was dus op den verkeerden weg,
pakte de hervorming van boven af, in
plaats van onderen af, aan. Men moest'
den Indischen wetgever vrijheid verschaf-'
feu om de zaak zelf te regelen Want
nu achtte hij zich nog gebonden aan
het Plan—de—Graaff. Hetgeen de heer
Eijckevorssel steunde met de b wering,
dat de Volksraad de instelling van de
provincies Midden- en Oost Java had)
goedgekeurd, omdat men meende, dat
zulks eenvoudig moest. En wat nu de
motie-Joekes vToeg, had intusschen de
Volksraad ook al gevraagd. Deze spreker
wilde liever voortbouwen op de residen
tie, een instelling, die al een ewuw oud
is. Men moest van onderen af begin
nen met de regentschapsra/1 enwaarop
volgens een voorloopige regeling toezicht
houd van dit glas werd geschud in een
flesehje, dat ongeveer drie eetlepels wa
ter bevat en men gaf een zwaarzieke
een eetlepel vol van deze oplossing, wat
zouden dan de gevolgen voor hem zijn?"
„Een zachte en kalme bevrijding uit
zijn lijden, mijn kind! Want zulk een do
sis zou zelfs volkomen voldoende zrjn
om een gezond mensek aan hartvorlam-»
ming te doen bezwijken."
„Welnu, als de zaken zoo staan, vader,)
dan hebt u mij aan een moordenaar tot-
vrouw gegeven en ik kan g> n seconde
langer aan de zijde van dezen ellender
ling leven."
Ten prooi aan de grootste ontzetting;
greep de professor haar hand. „Inge
borg mijn kind mijn lieveling!
Kom tot jezelf je weet niet wat je
zegt 1"
„O, ik weet het integendeel heel goed;
want nog heb ik gelukkigerwijze ondanks
alles mijn verstand niet verloren. Uw,
schoonzoon is een bedrieger, een dief en
een moordenaar en ik zal er hoegen
naamd geen bezwaar tegen hebben, als u
het noodig oordeelt hem aan het gen
recht over te leveren."
Professor Wallroth trok zijn bevenda
dochter naast zich op de sofa en trachtr
te haar eerst door vriendelijke en ern-t
stige woorden te kalmeeren.
„Nog kan ik onmogelijk geloovan, datl
in de verschrikkelijke beschuldigingen;
die je tegen je echtgenoot hebt geuit;
ook maar een korreltje waarheid schuilt,
zeide hij. „Hier moet de een of andera
vergissing, een. noodlottig misverstand in
liet spel zijn, dat wij het snelst tola
een oplossing kunnen brengen, wanneer
je me openhartig alles vertelt, wat je
meent te weten." (Wordt vervolgd.)