Tweede Blad nieuwsblad »o. 4827 vrijdag 6 Juli 10°lo KORTING W. H. BUIK voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. tX v op alle Kleeding naar Maat GORINCHEM. Zomersproeten NA WATERLOO Kinderrubriek. FEUILLKTOM burgerlijke Stand. BEHOORENDE BIJ HET r J. F. A. WAGENAAR f. Donderdagavond overleed te 's-Her- togenfcosch de heer J. F. A. Wagenaar, Griffier der Provinciale Staten van Noord-Brabant. De overledene was een zeer geziene figuur van veelzij- dige verdiensten. Een zegen voor de menschheid. ver- dwijnen spoedig door een pot Sprutol. Bij alle Drogisten Een Boerenverhaal uit den Taunus door FRITZ RITZEL. 22 M santropische motorrijder »Soms lijkt het mij of ieders hand tegen ray is.® Vriend »Och kom. Zoo dadelyk wijst hij wei dat wij door mogen rijden,® Tengevolge van een ketelontploffing is brand ontstaan in de Electro motoren- fabriek »de Vijf", De fabriek werd geheel vernield en de schade wordt op eenige honderdduizenden guldens geraamd. Vergadering van den Raad der gemeente POEDEROIJEN, op 28 Juni 4928 voormiddag 41 uur. Voorzitter EdelAchtbaren Heer S. van Dalen. Aanwezig zyn de leden A. J. H. Maas. J. W. Brienen, M. van Ooyen, M. van Os en Th. ten Hagen. Afwezig de leden W. van der Sluis en P. W. Bok (wegens ziekte) De notulen der vorige vergadering wor den zonder eenige aanmerking vastgesteld. Ingekomen is o.a. het Gemeenteverslag over 4927. De Voorzitter brengt in behandeling een ontwerpbesluit tot wyziging van de be grooting 4927. Wordt zonder discussie vastgesteld. Naar aanleiding van de vraag van het lid v, Os, in de vorige vergadering om ook hier een vloekverbod in te stellen, zegt de Voorzitter dat by daarom de na volgende bepaling in de Politieverordening zou willen doen opnemen«Het is ver boden in het openbaar of tijdens het verblijf in een openbaar gebouw der gemeente den naam Gods op eenigerlei wijze te onteeren of te misbruiken.® Aldus wordt met algeraeene stemmen besloten. Aan de ordeverzoek van J. J. Warnsinck, arts te Brakel, om eervol ontslag uit de betrekking van gemeente-geneesheer met ingang van 1 Augustus a.s. Wordt met algemeens stemmen verleend. De Voorzitter zegt verder, dat de loo- pende kasgeldleening op den dieost 1927 moet afgelost worden, doch als dit ge schied is, de kasmiddelen wederom niet toereikend zijn om den dienst gaande te houden. Hij stelt voor te besluiten een andere kasgeldleening van hoogstens f 2500 aan te gaan. Aldus wordt met algemeene stemmen besloten. De Voorzitter doet mededeeling vaD een schryven van Ged. Staten waarbij ter kennis wordt gebracht dat de Minister van Onder wijs K. en W. geen termen heeft gevon den het raadsbesluit 25 Februari 4925 ter vernietiging wegens strijd met de wet aan de Kroon voor te dragen. Dit besluit betrof het beschikbaar stellen van gelden voor inrichting van het gebouw der pastorie te Aalst voor bijzondere school. De Minister overweegt daarbij dat de kwestie, dat een andere autoriteit over het verzoek van het schoolbestuur n.l. B. en W. had moeten beslissen, van te weinig materieele betee- kenis 'heeft om daarvoor vernietiging te bevorderen. De Voorzitter zegt dat hem is verzocht daarvan mededeeling aan den Raad te doen, wat hierbij dus gebeurt. De heer v. Ooijen vraagt wat er nu verder moet gebeuren. Voorzitter Ik weet het niet. Dit schrij ven is in tegenspraak met een ander, vroeger ontvangen schryven van den Minister, daar men toen van meening was, dat het raadsbesluit van Febr. '25 wel in strijd met de wet was en ingetrokken diende te worden. Dat besluit kan nu na 3 jaar echter niet meer uitgevoerd worden. Tel eerste heeft het schoolbestuur niet meer de beschikking over het gebouw der pastorie, naar mij bekend is en dan zijn ook de kindereD, die toen voor het onderwijs in aanmerking kwamen, voor 't grootste deel thans boven den leerplichtigen leeftijd. Van Ooyen Dus B. en W. zyn niet voornemens het raadsbeslait uit te voeren VoorzitterNee. Het is niet mogelijk dit nog te doen. Van Ooijen In Juni '25 hadden B. en W. de geiden beschikbaar moeten stellen. De Minister schrijft toch, dat hij bet daar over met zyn ambtsvoorganger eens is VoorzitterWerkelijk, in de brief die ik vroeger heb gekregen, staat het heel anders. Ik heb die hier nu niet, maar wil hem U graag laten zien b'j gelegen heid. Men weet er by de regeering ook geen raad mee. Anders zou er wel eerder dan na 3 jaar antwoord zijn gekomen. De heer v. Oojjen merkt voorts op dal de raad vergunning bad gegeven om de vorige week de openbare school te Aaist te gebruiken voor eene vergadering der Vereen, voor eene school met den Bybef te Aalst. v. Ooyen Wat zegt de raad daar nt> van Voorzitter Ik heb dit gehoord. Eo ik kan de haDdelwyze van bet hoofd niet goedkeuren. Hjj had dat niet moeten doen. Maar als U naar my waart gekomen dan had ik een bewijs kunnen geven. Ik wist trouwens niet op welken avond men de vergadering wou houden. v. Ooyen Ja, dat hadden we we) kan nen doen maar het was al te laat. Maas Ik vind dat we die vergaderingen in de school niet meer moesten toelaten, noch voor den één, noch voor den ander. Voorzitter: In dit geval was bet ook niet erg correct om de openbare school te gebruiken om daar eene propaganda-avond voor het byzonder onderwijs te houden. Men kan zich dus de gevoelens van het Hoofd der school wel indenken en dat verschoont de zaak wel. MaasMen moet er niemand meer it) laten. - v. Ooijen Als de raad nu van gevoelen is dat Roger niet juist gehandeld heeft, wil hij daarvan dan geen mededeeling doen 7 Na eenige discussie wordt besloten dat men het hoofd der school van de afkeuring van den raad zal doen blyken. Brienen Ik stel dan ook voor niemand meer in de scholen te laten. Na eenig heen- en weergepraat, waarby blykt dat men b.v. de muziekvereeniging niet uit het lokaal wenscht te verwijderen, wordt besloten, dat voortaan de openbare scholen niet meer beschikbaar zulleB worden gesteld voor bijeenkomsten met een poli tieke of kerkelijke strekking. Hierna sluiting. vanaf Zaterdag 23 Juni - tot en met 30 Juli - BIJ Hoek Visscherdijk Stalen op aanvraag of reiziger te ontbieden. Beleefd aanbevelend, W. H. BRIK. WOÜDRICHEM. Geboren: Adam z. vao A. van Stra ten en J. C. StruikAdriaca d. van G« Spelt en M. Viveen. Ondertrouwd: J. Viveen 28 j. en N. Baks 25 j. Getrouwd: J. Baks 24 j. en C. S. J. Kooijman 24 j. Overleden: M. Hartman 73 j., wed. van J. van Wijngaarden. ANDEL. (Over de maand Juni) Geboren: Jacoba d. van M. v. Os en H. G. Pellikaan. Getrouwd: A. Klop 26 j. en H. J. Kalis 26 j. Iedere lijder aan verzwakte nieren, die gaarne zijn gezondheid zou herkrijgen, be hoort Foster's Rugpijn Nieren Pillen te gebruiken, het middel, dat nieuwe kracht en energie aan tal van angstige nièrlijdcrs bracht. Het 25-jarig succes stempelt dit niermiddel tot een ware zegen voor de menschheid. Ook gij kunt daarvan profiteeren. Be gin nog heden met het gebruik van Fos ter's Rugpijn Nieren Pillen. Merk op hoe uw gezondheid er door verbetert. Hoe de rugpijn afneemt, hoe de pijn in uw ledematen en spieren vermindert, hoe spoe dig uw nier- en blaasstoornissen verdwij nen. Door het versterken van uw zwakke nieren raakt gij bevrijd van urinekwalen, rugpijn, rheumatiek, blaasontsteking, wa terzuchtige zwellingen, ischias en spit. Stel 't niet uit. Laat de trage nierwer king niet van kwaad tot erger worden. Begin dadelijk met Foster's Rugpijn Nie ren Pillen. Kom de aangetaste nieren te hulp, waardoor het bloed weder behoor lijk gezuiverd en verrijkt wordt en het geheele gestel bevrijd wordt van schade lijke onzuiverheden. Foster's Pillen worden vervaardigd in modern ingerichte labora toria, worden noch bij de vervaardiging, noch bij de verpakking door menschelijke handen aangeraakt, en bevatten geen scha delijke bestanddeelen. Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket let hier vooral op) bij apotheken en drogisten a f 1,75 per flacon. 36 O— ----- De molenaar maakte een hsftig,afwe rende beweging, schudde het hoofd en zweeg. „Mijn vader zaliger heeft je altijd voor een eerlijken man gehouden, zoolang als je bij hem, was, heeft hij op je vertrouwd Zou je ook hem geen antwoord geven, als hij nu voor je stond en het je vroeg? LAndries, zoo zeker als ik van Paulien houd, moet ik het weten, anders wordt ik nog razendI" De toespeling op zijn hartstochtelijk geliefd kind had. een zeldzame uitwer king op den molenaar. Hij keek angstig van den een naar de ander, als vreesde hij, dat het geluk van zijn dochter op het spel stond, maar nog steeds sprak er uit zijn geheele houding een zwijgend verweer. Toen beurde ook Paulien haar hcofd op, en terwijl ze haar hand op haar vaders schouder legde, zei ze met door tranen verstikte stem „Vader, zeg het hem toch. U ziet toch dat hij niet ophoudt. Wat voor ergs kan het- bok zijn?" „Kinderen", antwoordde de oude man vertwijfeld, „jullie dwingen mij nu, maar naderhand- zal het je- meer berouwen,, dan je haren op je hoofd hebt, als ik jullie zin doe!" Beste jongens en meisjes. De oplossingen van de vorige raadsels zijn: 1. aardbei (a, mat, markt, aardbei, fa bel, pek, i). 2. Urk jurk. 3. Het woordje „ik". Zet er de letter „e" voor (dat is de helft van „el") dan wordt het „eik". En de nieuwe raadsels zijn: i 1. Mijn geheel bestaat uit 10 let ters en noemt een diertje, dat men aan den slootkant vindt. 5 2 6 1 is een groote rivier in ons land: •8 13 vindt men altijd tiij v-en berg IQ 2 8 is een deel van een wagen of van een machine; 1 3 6 is een groente; 5 9 9 1 is een vogel; 5 4 2 7 is een hemellichaam 2. Neem het eerste deel van een brood en voeg daarbij een stok, dan krijg je iets, dat men meestal in den gang van een huis vindt. 3. Wie kan van de volgende letter? een brandstof maken: M U L T O E R P E OOM KA REL'. HET GEHEIM VAN DE RIDDERS VAN DE RONDE TAFEL. III. Maar dat was nog niet alles. Men bad desnoods nog kunnen denken, dat die steen uit de lucht was komen vallen, zooals wel eens meer gebeurt. Meteorstee- nen, noemt men dat. Maar er was meer. En. dat was het, waar alle menschen met stomme bewondering naar keken. In den steen stak namelijk een groot zwaard, tot aan het gevest. En in vurige letters stond erbij geschrevenHij, die in staat is, dit zwaard uit den steen te trekken, is de rechte koning van Enge land!" Nu, je begrijpt, dat dit nieuwtje als een loopend vuurtje door de beele stad ging. In dichte drommen kwamen de menschen allen naar het groote wonder zien. Natuurlijk probeerden alle mannen, stuk voor stuk, het zwaard uit den steen te trekken. Maar niemand was er, geen e- delman, noch een knecht, die in staat was, het reusachtige' zwaard ok maar een centimetertje uit den steen te trek ken Eiken dag kwamen er ijieuwe man nen, ridders en wapenknechten, uit den mtrek, om het te probeeren. En dat ging zoo door tot Nieuwjaars dag. Zooals in dien tijd de gewoonte was. werd er op dien dag een groot tornooi gehouden. Dat was een feestelijke ge beurtenis en ook hoer Eetor en diens zcob Kay zouden het gaan bijwonen. De jonge Kay nam zelfs deel aan het tor nooi, tegelijk met- vele andere jonge edel lieden. Kay was een dapper, sterk jon geling en hij zou dan ook vast en zeker zijn tegenstander in het tornooi versla gen hebben, als niet op een zeker oo. genblik zijn zwaard gebroken was. De jonge Arthur die ook bij het- tornooi aanwezig was, en die heel veel van zijn slag broeder Kay hield, vond het ver schrikkelijk jammer, dat zijn trouwe mak ker den strijd zou moeten verliezen, om dat zijn zwaard gebroken was. Hij dacht na, waar hij zoo gauw een ander zwaard zou kunnen vinden. Toen schoot het hem ineens te binnen, dat hij op zijn tocht naar het tornooiveld ergens een zwaard had zien staan. Dat was geweestin den hof voor de kerk' Zonder zich een oogenblik te bedenken, ronde Arthur heen, om het zwaard te halen. Doordat iedereen naar het tor nooi was gaan kijken, was er nu nie mand, die naar het zwaard in den steen keek. Zonder zich den tijd te gunnen, te lezen, wat er op den steen stond, rukte Arthur het zwaard nit den steen en bracht het aan Kay. Heer Ector en ook Kay keken er met groote verbazing naar. Want zij hadden alle twee het zwaard herkend, en zij wisten ook, wat er op den steen stond Bovendien, toen Arthur het zwaard aan Kay overreikte, vroeg heer Ector nog, vanwaar hij dat zoo vlug gehaald had Waarop Arthur antwoordde: Van den steen, in den hof voor de kerk' De oogen van den jongen, trotseheD Kay begonnen te glinsteren, en hij juich te. „Vader, vader, dan moet ik Ko ning van Engeland zijn!" Maar toen trad opeens een man naar voren. Hij was gekleed in een eenvoudig gewaad en droeg een lange witte baard Niemand wist van waar hij gekomen was En terwijl aller cogon op hem gericht waren, sprak Merlin want die was het tot allen die daar stondenHij, die bet zwaard weer tot aan het gevest in. den steen kan stoeten, is de rechte ko- nmg van. Engeland! (Wordt vervolgd). „Dan heb ik nog meer reden om het te weten!" drong Hansjürg aan „Waar van is mijn moeder zoo geschrokken? Tc voorschijn ermse, Andries, als ik niet zal gelooven, dat je wat op ja geweten hebt „Ik heb niets op mijn geweten, maar je moeder welontviel den molenaar Het bijna dreigende optreden van Hansjörg en de twijfel aan zijn eerlijkheid hadden aen anders zoo stillen man in hevige opwinding gebracht. „De Rodsberger- hceve was voor je stiefbroer bestemd: ik was er bij op het gerecht! Zoo, nu weet ie het, en laat me nu maar met rust1" Verschrikt week Ilansjörg achteruit Waar hij een flauw vermoeden van had gehad het werd in volle werkelijkheid bevestigd. In het eerste oogenblik was hij niet in staat om het ontzettende te om vatten. Zijn moeder had gelogen en be drogen, om hem de heele erfenis te bezorgen! En de menschen wisten dat! «Gok Anne Margreet, wie hij eens zoo htt- hof had gemaakt een gloeiende schaamte steeg in hem op. Van haar had Kernraad Werner het gehoord misschien wel het heele dorp! Daar liep hij met opgeheven hoofd in zijn be.vust- zyn van rijke erfgenaam, en de menschen groetten hem met den eerbied, die het bezit dwingt en achter zijn rug flui sterden ze elkaar toe: ..Zie hem eens branie maken, met wat hem heelemaal niet toekomt!" Het sterfbed van zijn vader kwam Hnnsjörg voor den geest, toen de zieke zijn hand zoo vast in dé zijne hield en hem zoo innig smeekte, zich door zijn luchthartigheid niet. tot werkelijke on eerlijkheid te laten meeslepen. „Blijf braaf, Hansjörg, en maak onzen naam niet te schande!" had de stervende gezegd. Die woorden waren als met een gloeiende stift in zijn hart gegrift en hadden hem voor menige daad bewaard, die? al was het ook maar een schijn van onrecht in zich had. Al had hij ook menigen dommen streek uitgehaald iels slechts kon men liem niet nazeg gen; hij had de waarschuwing van zijn stervenden vader ter harte genomen en had hem eertijds met een gerust gewe ten onder te oogen kunnen treden. En nu? Door zijn moeder was de schande op den eerlijken naam Schilling gela den zonder zijn medeweten, zonder hem te vragen, had ze bewerkt, dat de hoeve hem toeviel op onrechtmatige wijze hem toevielWat moest er nu gebeuren? Was hij vanaf dit oogenblik niet medeplichtig aan het bedrog, als hij zweeg en kon hij alles openbaar en weer goed maken, zon der zijn eigen moeder aan den rech ter over te leveren? Een storm van tegen- sl tijdige gevoelens woedde in zijn bin nenste. Met een kreunend geluid liet hij zich op den stoel vallen, die zijn moeder zooeven verlaten had en verborg het. gezicht in de handen. „Ik heb het je wel gezegd." begon de molenaar weer, „nu heb je er spijt van. dat je me zoolang gekweld hebt, tot ik mijn mond open deed!" „Nee, ik heb er geen spijt van!" riep IL'insjörg opspringend. „Nu weet ik. wat ik te doen heb. Moeder moet me re kenschap geven, of Daarmee stormde hij de kamer uit, zon der er op te letten, dat Paulien hem wou terughouden, en was in een oogenblik cm de bocht van den straatweg ver dwenen. Een verwijderd rommelen kondigde juist het opzettende onweer aan, toe» Hansjörg buiten adem de boerderij be reikte en zonder meer de woonkamer bin nenliep, waar zijn moeder met bleek ge zicht voor het venster zat en naar de donkere wolken keek, die van den wes telijken horizon steeds nader kwamen aan drijven. Langzaam keerde zij haar gezicht naar den binnenkomende en nam hem op met een spiedenden blik, als wilde zij onderzoeken, of haar zoon van den mo le naar een verklaring over de oorzaak van haar plotselinge flauwte had. gekre gen Toen ze de angstige gekwelde uit drukking op het gezicht van den jon gen zag, toen wist ze genoeg, en zon der Hansjörg tijd te laten tot een vraag, begon ze spottend „Nu, wat ben je me vlug nagekomen Het verwondert ine alleen, dat ze je zoo gauw hebben laten gaan! Die* nette rnamsèl, die zich niet schaamt „Moeder", viel Hansjörg haar opge wonden in de rede, „ik zeg het u nog eenmaal, laat mijn meisje met rust! Ik wil geep kwaad van Pa.ulïen hooren spre ken, ook door* u niet!" „Zoo wil jij me het zwijgen opleggen? Dat zou ik toch Wel eens willen zien!" Met angstige kalmte stond de boerin op van haar stoel en kwam op den jongen man af. - „Hier in huis ben ik de baas, en als je soms denkt, dat je mij op den kop kunt zitten, omdat je bij je neef je zoo'n brutalen mond hebt aangewend, dan heb je het toch mis, al stel je je nog zoo kwaad aan!" De gebiedende toon, waarop de boer in sprak, miste op den zoon, die geheel uit zijn gewone doen was, alle uitwer- king. Integendeel werd hij hierdoor hern innerd aan zijn jarenlang zich bukken! en toegeven en zijn woede bende geen» grenzen meer. Toch dwong hij zich-» zelf tot kalmte, en. alleen zijn vaalbleeks» gezicht en de onheilspellend flikkerende oogen getuigden van zijn innerlijke' op-» winding. „Praat me daar niet van! Ik heb het- ul op den molen al gezegd, dat ik geem kleine jongen meer benTJ zegt, dati u de baas bent in huis. Zou u met del hand op het hart voor God en uw ge* weten kunnen zweren, dat dat uw recht} is?" Een oogenblik was het, als werd del krachtige gestalte van de boerin WeeD dcor een duizeling bevangen doch maarj een oogenblik toen richtte ze zich} hoog op en schreeuwde letterlijk „Dus door vréemde menschen laat mijt* brave zoon zich tegen zyn eigen moeder! opstoken en schaamt er zich niet over! Heb ik je daarvoor grootgebracht!" „Opstoken tegen u laat ik me niet^ moeder! Daarom kom ik hier om het UI zelf te vragen! Moeder, is het waar, daf| de boerderij mij van rechtswege niet toe* komt?" I „En als dat eens waar was," ontviel de boerin, „wat niet zoo is! Wat zou je! dan doen? Zou je den knecht wordeül of bij den molenaar introuwen?'' „Moeder, onrechtmatig verkregen goed gedijt niet, dat weet u toch ook wel! Als er een onrecht tegen Hendrik en del zijnen geschied is dan heb ik er geeav deel aan en wil er geen deel aan heb* ben. Schenk me daarom klaren wijn I Antwoord me!" «W i'Jfcfc (Wjorit vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1928 | | pagina 5