Tweede Blad «0.4833 Vlijdao 27 Juli Wal elle maand le doen geeft. 10°lo Kl) RTÏNG W. H. BRIK Costuums naar maat vanal voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. op alle Kleeding naar Maat GORINCHEM. F1. JOKAN DE MOL, Kinderrubriek. FEUILLETON NA WATERLOO f 32.50 BEHOORENDE BIJ HET Een Boerenverhaal uit den Taunus door FRITZ R1TZEL. 28 HET. WAALHAVENSCHE VLIEGFEEST. De aankomst der diverse deelnemers aan het luchtfestyn, dat door de Rotterdamsche Aero Club in samenwerking met de K. L. M. georganiseerd is. vanaf Zaterdag 23 Juni - tot en met 30 Juli - BIJ Hoek Visscherdijk Stalen op aanvraag of reiziger te ontbieden. Beleefd aanbevelend, W. H. BRIK. - i 4 4 4 4 4 4 4 4 4 Stalen op aanvraag. Coupeur te ontbieden. Voor prima pasvorm en be werking wordt ingestaan. Verzuim» niet, zonder eenige ver plichting stalen aan te vragen. HEUSDEN. w wih Controle op de gemeente-financiën (Wordt vervolgd), j Kieuwsblad Beste jongens en meisjes. De oplossingen van de vorige raadsels lijn: 1. Ledigheid is des duivels oorkussen. 2 Het oog van den meester maakt het paard vet. 3. Beter een vogel in de hand, dan tien in de lucht En de nieuwe raadsels zijn: t 1 Vul de nevenstaande figuur in. Op den eersten regel moet een meisjes naam komen te staan Is de fi guur goed ingevuld, dan geeft de beginletter van elk woord, van bo ven naar beneden gelezen, weer het woord van den eersten regel. X o o o o o X o o o o o X o o o o o X o o o o o X o o o o o X o o o o o 1. is een meisjesnaam. 2. is een land, dat midden in de zee ligt. 3. is iemand, die op een paard zit. 4. is een kinderspel. 5. is een visch, die veel in ons land gegeten wordt. 6. is een rivier in de buurt van Am sterdam. 2 Neem een stuk kalk en doe daarbij een halve meloen, dan krijg je een gevederd dier. 3. Wie kan van een groote vracht, i door een paar letters te verplaat sen, een deel van een wagen maken? t OOM KARE l'J. DE MEER DAN WONDERBAARLIJKE GESCHIEDENIS VAN PETERTJE ROETMOP IN HET LAND VAN SNORKENBURG. 1 Wie Petertje Roetmop was? Wel, dat is gauw verteld. Het was een flink ke reltje, van een jaar of twaalf. Hij was niet groot van stuk, en daardoor dach ten de menschen meestal, dat hij veel jonger was. Hij heette Petertje Pieter- sen. Maar, omdat zijn heele gezicht vol met vroolijke, bruine zomersproetjes zat, noemden de jongens op school hem al tijd Petertje Roetmop. En dan was er nog iets. Namelijk dit: je kon moeilijk een jongetje vinden, dat vroolijker en opge ruimder van aard was, dan Petertje Roet mop. Hij was altijd welgemoed, liet zich nooit uit het veld slaan, was altijd vroo- lijk en blij. Zoo gebeurde het dan ook, toen hij van school kwam, en zijn moe der zei: Hoor eens Petertje, je hebt nu veel geleerd, het wordt tijd, dat je de wijde wereld »;ens m gaat en ziet, dat je aan den kost komt!, dat hij zijn Zondagscbe schoenen, een schoon hemd, een bloes en een paar kousen in eon hand doek bijeen knoopte, zijn tanleborstel O— Wat stapelen de gebeurtenissen zich vandaag op! Is het een toeval of Gois- bescJhikking wacht, daar moet ik eens even over denken!" Daarmee trok de dominee >een stoel bij het tafeltje, waarop zijn vrouw d; mor gensoep had gezet en hij begon er werk tuigelijk in te roeren. Zelfs het tamme roodborstje, dat voor het bord zat en al meer dan eens zijn meester met zacht gepiep aan het nuttigen van zijn maal- len, merkte hij vandaag niet op, zoo zeor paar stukjes ei voor het vogeltje afvie- ein, merkte hij vandaag niet op, zoo zeer was de dominee in gedachten verzon ken; verontwaardigd fladderde het rood borstje na nog eens vergeefs gepiept te hebben, naar den schoorsteenmantel Eindelijk scheen den grijzen zieleher- der iets in te vallen. „Je hebt dus nog niets van het zeldza me bezoek gehoord, waarover ik het straks had, Hansjörg?" „Zoover ik weet niet!" antwoordde de jonge man. Er is hier gisteren een man komen op duiken, die lang geleden is weggegaan en voor dood werd gehouden, zelfs vooi de wet, want ik zelf heb de akte van overlijden opgesteld. Die man, Hansjörg'' in zijn zak stak, zijn moeder een zoen gaf en zei: „Vaarwel, moeder, ik ga veel geld voor U verdienen. Ik zal heel gauw terug komen, en dan neem ik U mee naar een groot huis, met prachtige kleeden en gordijnen, en waar U allrs zult vinden, dat üw hart begeert!" Op den hoek van de straat keerde hij zich nog even om, wuifde zijn moeder vroolijk toe, en stapte daarna welgemcel den weg op, naar de nabijgelegen stad Want Petert je Roetmop had besloten naar de groote stad te gaan. Daar zou zeker werk te vinden zijn voor zoo'n flinke jongen als hij was, meende hij. Het was een heel eind loopm, dat wist hij wel. Minstens vier uur gaans was het. Maar wat hij niet wist, dat was... de weg. Want hij was nog nooit in de stad geweest. Toen hij een goed uur gewandeld had en onderwijl menig lied je gezongen en gefloten had, kwam hij groote en kleine huizen, ja, zelfs met een kasteel erin! Uit geen ran de schoorstee- nen kwam rook. Maar daarop lette Pe tertje niet. Hij liep, zoo hard zijn ben nen hem dragen konden, den w?g af, Tiaar beneden. En toen bij het dorp kwam binnendraven, klonken zijn voet stappen luid en hol door de straten Eensklaps bleef Petertje staan en keek stomverbaasd in het rond. Zijn oogen werden zoo groot als theeschoteltjes. Zoo iets had hij nog nooit gehoord. Hij stond nu midden op het marktplein De zon scheen helder. Maar het was doodstil. Geen geluidje werd gehoord... (Wordt vervolgd). Ie helft Augustus. Winter spinazie en veldsla worden thans ze hun malschheid verliezen. Heeft men er op een o ogenblik veel van, dan kan 'men ze in een koelen kelder lang bewa- Ireru. 't- Is echter eisch, dat men ze goxl uitelkaar legt. Eenigszins anders is het met suiker- of spercieboont jes. Deze heeft men het liefst, als er boontjes in begin nen te komen; het plukken op lijd komt er dus niet zoozeer op aan. Voor den inmaak gebruikt men evenwel de jonge, die moet men dus plukken als er nog geen boontjes inzitten. 'k Wil hier neg iets zeggen over het zaadwinnsn van meloenen en komkommers. Het zaad in de meloen aanwezig zet men eeniga dagen in water. De vruchtbare zaden zakken naar beneden, de looza blijven drijven, zoodat men het goede gemak kelijk herkent. Men laat het water weg- loopen en laat het goede zaad. op een bakje in de zon drogen, tot de pitten goed hard zijn geworden. Gedurende den zetten. Dan moeten ze nu gezaaid worden, Dadelijk na het zaaien in de schaduw) en bedekken met ern glasruit. Na. het- opn komen de ruit er af De plantjes worden zoodra ze groot genoeg zijn elk afzon, aerlijk in een klein pot je gez;t en na eenigen tijd in groot-ere potten ovïrg-x plant. Een goede grond voor Cinera ria's isvergane bladaaxde met paar-i demest of met oude koemest vermengd. De grond moet vast aangedrukt woTri den daardoor blijven de planten lager en stemmiger bij het groeien. Laat de plana ten zoo lang mogelijk buiten blijvenGei lrjkt het weer naar vorst dan kan mem er een mat voor zetten. Ong..v>2er No vember gaan de planten naar binnen cBl weiden zoo koud mogelijk bewaard, Vorstvrij houden is reeds genoeg. Nauw verwant aan de Cineraria's zijn de Calceolaria's. Haar behandeling is om geveer dezelfde, zij worden nu 'ook g€H zpaid. Daar het zaad echter wat fij* nar is, moet men geen aarde over 'ti zaad strooien, maar het slechts met del hand wat aandrukken. Ze worden ook eerst in kleine potjes gezet, later im grootere. Zijn de plantjes niet te groots Üan kan men ze wel in kleine potjeS laten overwinteren en ze in 't voor-t jaar verplanten. aan een driesprong. Daar stond hij nu. Welke van de drie wegen moest hij in slaan? Er stond geen bord, dat de rich ting aanwees en er was niemand in de buurt, aan wie hij den weg kon vragen Op goed geluk af sloeg hij >dus den weg aan zijn linkerhand in. Dat leek hem wel een aardig weggetje. Het was zoo leuk begroeid, aan weerskanten van den weg, met bloemen en hooge strui ken, waarboven mooie gekleurde vlin ders fladderden. En het rook er heerlijk naar vreemde bloemen. Weldra klonk liet lied van Petertje Roetmop uit volle borst langs het heerlijke, mooie weggetje De weg kronkelde sterk en telkens hoopte Petertje een huis te zien, waar hij den weg kon vragen, of iemand tegen te ko men. Maar niets van dat alles. Het struik gewas aan den kant van den weg werd hoe langer hoe hooger en wilder, en hij had al minstens twee uren geloopen, toen hij nog geen sterveling was tegengeko men. Dit verwonderde Petertje toch wel Want liij had nu toch al bijna, in de stad moeten zijn? Maar opeens, toen hjj weer een bocht van den weg had omgesla gen, zag hij, dat do weg voor hem Inaar een dal leidde. En in dat dal... lag een dorpje, met roode daken, met de dominee aarzelde met verder gaan; toen hij echter zag, dat de jonge man er nog niets van begreep, voegde hij ei aan toe „is een bloedverwant van jou, een van je naaste bloedver-wanten!" „Een van mijn naaste bloedverwanten, dominee?" riep Hansjörg op een toon van grenzenlooze verbazing. „Wie kan dat anders zijn dan och nee, dat is immers niet mogelijk, dat is al vijf jaar geleden „Bij den Almachtige is niets onmoge lijk, mijn lieve zoon!" viel de dominee hem in de rede. „De teruggekeerde is „Mijn broer Hendrik, dominee? Och beste dominee, zeg niet neeDan kan nog alles goed worden Er lag zoo'n onmiskenbare vreugde in zijn uitroep, dat de predikant geroerd op hem toetrad en hem de hand schud de. „Ja, Hansjörg, het is je broer Hendrik! Als door een wonder is hij bij 'Waterloo aan den dood ontsnapt, een rampzalig noodlot heeft hem gedwongen vijf ja ren in den vreemde te blijven, zonder bericht te kunnen sturen. Het is 'een lan ge treurige geschiedenis, die de oude meester Heller mij1 van hem verteld heeft." „En waar is hij, dominee? Waar kan ik hem vilden?" Als ik mij niet vergis, komt hij daar juist aan, om net als jij, bij mij raad te vragen. Zijn hart is bezwaard, want, zoo als je weet, is zijn vrouw de echtgenooce van een ander. Laat me met hem al leen Laat me eerst zijn gevoelens te genover jou en je moeder leeren kennen, bedwing nog een oogenblik je verlangen, hem in jo armen te sluiten!" Met- deze woorden dwong de oude heer gezaaid op de bedden, die leeg zijn ge komen, waarop b v. erwten en peulen ge staan hebben Voor dat men zaait, wordt het land eerst diep omgespit en goed vochtig gemaakt, indien het te veel is uitgedroogd. Het zaad voor win- 1 er spinazie moet rond zijn, dus niet zoo- als men in 't voorjaar gebruikt, don neemt inen scherp zaad. Zaai niet te dik, en komt de groente neg dik op, dun ze dan wat uit. Ge krijgt dan groo te bladeren. Veldsla kan wel wat dikker gezaaid worden overigens is de behande ling nagenoeg dezelfde. De grond moet goed vochtig zijn. bij droog weer slaat anen hem plat met een platte schop Wij herinneren nog voor velen, die dit niet weten, dat spinazie kan overwin teren en dan in 't voorjaar weer be gint te groeien. Daar zijn nog zeer ve len ook, die meenen dat spinazie al leen een voorjaarsgroente is. 't Is anders fraen kan bij gunstig weer, den. heeleni herfst door spinazie telen, en dit is \an belang, omdat zij een bij uitstek gezonde groente is en aan vele patiënten wordt voorgeschreven. Dezen behoeven dus niet liun toevlucht tot blikgroentcn te ne uten Op den kouden grond kan men nu nog wel eens wortelen zaaien, maar langer moet men niet wachten. Bij een moeien nazomer kan men ze zelfs nog in 't laatst van October en in November nog' plukken. Is de nazomer niet gun stig dan blijven ze wellicht voor 't ge bruik te klein. In dat geval laat men ze staan en bedekt ze gedurende den winter met stroo, nog beter met bladeren. Is de winter voorbij', dan ontdekt men ze waarna ze weer gaan groeien Dan beeft men vroeg in 't voorjaar al worteltjes ■ran den kouden grond. Wie een bak heeft, zaaie nu in den bak men kan dan als het koud wordt, de ramen opleggen, en over 2, 3 maanden nog jonge worteltjes eten. Einde Juli, begin Augustus begint de pluk der stokboonen. Men plukke ze tij warm weer om den anderen dag, Sn ij boon en toch mogen niet hard zijn, wat ze nu spoedig worden en waardoor Hansjörg in de kamer er naast te gaan en sloot de deur, zeggende: „Als het tijd is, kom ik je' halen!" „Hoe is het mogelijk, dat alles zoo samenloopt!" mompelde de predikant teen bij alleen was en hoofdschuddend in de kamer op en neer liep. „Het gaat bij inij op het oogenblik, als in het too- neelstuk, dat ik in mijn jonge jaren eens in Frankfort heb gezien! Mijn soep is intusschen koud geworden; moeder zal ze moeten opwarmen en mijn Hansje wacht vergeefs op zijn portieKom 'Hans!" lokte hij het roodborstje en haal de met den lepel ©enige stukjes eiwit uit den soep, die hij op den rand van het bord legde. Tjilpend kwam het vogel tje dichterbij en pikte het voedsel op, terwijl het met verstandige oogjes naar zijn baas keek. „En mijn preek voor Zondag!" ver volgde de geestelijke zijn alleenspraak „Ik was er al zoo mooi in, toen vriend Heller me stoorde Hij trad op zijn schrijftafel toe en las den eersten zin van het daar lig gend 'manuscript „Komt tot mij, allen, die belast err Leis den zijt, en ik zal u rust geven! Neemt mijn juk op en leert van mij, zoo zult gij rust vinden voor uwe zie len! Want mijn juk is zacht en mijn last is licht!" „Zou men niet denken, dat de goede God mij vandaag deze woorden van den Heiland heeft ingegeven V' Een mannenstap in de gang en een kloppen op de deur onderbraken de be schouwing ran den ouden predikant en Hendrik Schilling trad op het vriende lijke „binnen!" de kamer in. Met open armen ging de dominee hem winter bewaart men het zaad op een droge plaats, b.v. in doosjes, waarin gaat jes gemaakt zijn om de lucht toe te la ten Watl 't zaadwinnen betreft, worden de komkommers eveneens behandeld De kemkommers late men echter zoolaag liggen, tot ze bijna tot rotting overgaan. Dan snijdt men ze open en neemt er het zaad uit. In den bloemhof. Op verschillende tijden worden de rozen van stek gestoken, deze> tijd is zeer aan te be velen. Men neemt hout dat uitgebloeid is, de stek wordt in een schuinsche rich ting langs een oog gesneden, in zui- vfere aarde gestoken en in de volle zon geplaatst. Nai 2 a 3 weken maken de stokken ireeds worteltjes waarna zï in een klein potje opgepot en in don winter vorstvrij1 gehouden worden. Ook steekt toen ze wel in October of November on der glas in wit zand, de eerste manier is echter beter, omdat de plantjes dan in 't. voorjaar niet door het oppotten te lijden hebben, als bij de tv»e©de ma nier moet geschieden. All© soorten ro zen laten zich gemakkelijk van stek kwee ken sommig© echter zullen van stek nirt zoo goed bloeien, voor deze is het bï- ter ze te oeculeeren of ti© veredelen. IT wilt a.s. voorjaar Cineraria's in bloei hebben of ongeveer Mei op een perk tegemoet en zei geroerd „Wees welkom in je vaderland- Hen drik, hartelijk welkom in mijn huis, gij zwaarbeproefde! Geloof, dat ik van gan- scher harte met je meevoel. Zwaar heeft cle Heer je beproefd, zwaarder dan ee- nig menschenkind en Hij beproeft j: neg steeds, mijn zoon, maar denk aan het BijbelwoordZalig zijn zij, die vervolgd worden, want hu^ is het Koninklijk der Hemelen!" Met een droevig lachje beantwoordde Hendrik de hartelijke begroeting van den Hemmee, terwijl hij diens beid© han den greep en krampachtig vasthield. „Dominee, het is mij een troost, dat ik u gevonden heb, dat er nog een rnenseb op de wereld is, die het goed met me meent,." „Hendrik, wees nist onrechtvaardig! Dj uwen—" „Zijn het nog de mijnen?" onderbrak de bezoeker. „Maar u hebt gelijk. Ik wil hun, die vroeger de mijnen waren, geen onrecht doen. Zij hebben mij met liefde ontvangen en willen mij niet meer weg laten gaanMaar, dominee, de schrik, dat ik plotseling teruggekomen ben, als uit den dood verrezen, hebben zij toch niet kunnen verbergen. Het is eigenlijk ook geen wonder. Mijn Anne Mar greet was allang over het verdriet over mijn dood heen ze leeft reeds drie jaar in een nieuw geluk, hoe zou ik kunnen denken, cla.t mijn terugkomst haar en haar man genoegen zou doen? Dat is me nu wel duidelijk! Gisteren nog was ik er van overtuigd, dat ik mijn vrouw en kind niet kon opgeven, ik had de oudste rech ten Dominee, ik wil mijn doodsvijand met toewenschen, wat ik sedert gisteren geleden heb! Vandaag ben ik kalmer De minister van binnenlandsche zaken en landbouw heeft de volgende circulaire betreffende controle op de gemeente-fi- nanciën aan de gemeentebesturen gezon-i den: De Vereeniging van tot zek©rheidsteï-i ling verplichte gemeente-ambtenaren tb ,s Gravenhage heeft mij gewezen op de sinds de laatste jaren belangrijke toeuen ming van kastekorten van rekenplichtige gemeente-ambtenaren en de daaruit voort vloeiende toepassing van art. 26 der gea meenteborgtoehtenwet. De oorzaak hiervan zou, volgens voor-i noemde vereeniging, gelegen zijn in de onu standigheid, dat in vele gemeenten vol doende deskundige controle op de gen meente-finamciën ontbreekt. Ten aanzien van dit schrijven werd door mij het oordeel ingewonnen van de Ver eeniging vanNederlandsch© gemeenten, Uit het daarop door mij ontvangen ante ■woord zij het volgende aangehaald: „De gezindheid bij ons bestuur tegenn over het vraagstuk der controle op dé administratie en het beheer der gemeen- te-financiën zoowel bij den gemeen te-ont vanger als bij haar diensten en bedrijven kan blijken uit de instelling, reeds ter-i stond na de oprichting der vereeniging van haar „Centraal burea-u voor ver'n ficatie en fiancieele adviezen". De insteD ling van dat bureau ging uit van! hetti besef der wenschelijkheid om voor de leden der vereeniging een gelegenheid ta scheppen een deskundige controle te la4 ten houden en wel op den grondslag van een zoodanige organisatie, welke een-, deugdelijke en tegelijk minst kostbare controle waarborgt. Onze vereeniging heeft geineend een goed werk te doen door voor de gemeen-? ten, die daartoe geneigd zijn, cle mogelijk'-! heid in het leven te roepen de diensten van zulk een bureau te benutten De groei en de omvang van de werk zaamheden van ons Bureau voor verifi catie toonen aan ©enerzijds da-t in het bureau, hetwelk uiteraard over ruime er varing beschikt, vertrouwen wordt gesteld en anderzijds, dat steeds meer gemeenten testuren tot het inzicht komen, dat een voortdurende speciale deskundig© contro le op de financieele administratie haai goede zijde heeft Het bureau legt er zich op toe, dat inzicht verder te doen doordringen. En zonder dat daarbij het belang van het bureau in liet geding is immers het vertegenwoordigt nist een onderneming, die winst beoogt, doch is slechts ingesteld ten dienst© van. het al-i gemeen, weshalve zijn tarieven uitsluit tend gebaseerd op het verkrijgen van een sluitende exploitatie onder voor de Als men zooveel doorgemaakt hoeft, als ik in de laatste vijl jaren, 'dan overs weldigt je niets meer, dan leer je heti ergste onderdrukken, zelfs wanneer je hart erbij breekt!" Bewogen voer de spreker met den rag Van zijn hand over cle oogen en ging op den stoel bij de schrijftafel zitten, dien de dominee hem aanbood. „Gods wegen zijn ondoorgrondelijk en onbegrijpelijk, mijn zoon" zei de oudé lieer. „Wij zwakke menschen moeten ons in deemoed aan Zijn Almacht onderwere pen en mogen niet in opstand komen 1" „Ik heb mij verzet, ik heb mijn lot gen vloekt en verwenscht, gisteren toen ilc als een dolle door het bosch gerend heb Onze lieve Heer vergeve mij de zona de! Sedert ik echter gisterenavond bij Anne Margreet en haar man ben geweest'^ sedert ik uit alles gemerkt heb, dat ze gelukkig met elkander waren, en dat ik het ben, die nu al hun geluk vernietig! weet ik wat mij' te doen staat Van u wil ik alleen maar hooren, dominee: Heb ik voor de wet nog recht op vrouw en kind? Zegt u het gerust!" „Beste jongen," antwoordde de dominee* „als ik het zonderlinge geval beschouw, staat het met de zaak aldusje benj wettelijk dood verklaard, je vrouw was dientengevolge vrij en kon ze na afloop van het rouwjaar weer over haar hand beschikken. Ze heeft eerst twee en eeA half jaar na den aangekondigden dood haar nieuwe huwelijk gesloten. Noch de openbare meening, noch een aardsch recha ter kunnen haar wegens deze handelwijze veroordeelen. 1 I- 1

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1928 | | pagina 5