Tweede Blad Ma. 4872 Mfoensdao 12 Deceiiilier Jan Geerizen, voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. mummm Parlementair Overzicht. Rubriek van den Arbeid Burgerlijke Stand. BEHOORENDE BIJ HET Bezoek van ouds bekend H6tel Café Billard j Restaurant Uitspanning. St. Jafi88traat 10-12 '8 BOSCH. Tel. Interc. 436 Ruime auto- garage's Reclamewagens speciaal tarief. POLITICUS. Waterstaatstoestanden in het gebied der Bergsche Maas. Indrukken van een groot bedrijf. Een bezoek aan de Phiiips-Fabrieken. DEWERKEN EN SLEEUWIJK. Geboren.- Cornelia Anna d. van AJ Slagmolen en J. v. Noorloos Cornelia d. van J. A. Geenen en J. de Bok Willem Frans z. van A. Kolijo en M. Ekelmans Huibert Gjjsbert z. van M. Kramer en A. de Koter. Levenl. aangeg. kind van J. Hoeke en A. Kant. Getrouwd: D. Biesheuvel 24 j. met G. van Rosmalen 23 j.W. H. Yerduijn 23 j. met H. v. Rosmalen 20 j.H. Stapper 25 j. met J. M. Boxman 23 j. D. J, Kant 22 j. met H. Duiser 20 j. L. van den Boom 37 j. met S. Ippel 39 j. Overleden: L. v. Arkel 73 j., echtg. v. SpieringM. den Haan 66 j., echtg. v, A. Visser H. C. Biesheuvel 19 j.H. d. Werken 79 j., wedn. v. M. A. Visser A. Zwerver 54 jM echtg. v. B. Klop. 's GRAVEMOER. Geboren: A. z. van G. v. d. Schans- Blom G. z. van W. Timmermans-Faro J. W. d. van H. Faro-Heijblom J. M. C, z. van E. Rutters-Nederveen C. H. d. van J. v. Dalen-van Dongen. Overleden: D. Nederveen, echtg. v. J. Dekkers, 76 j. jtienwsbtad Begroctingspraat Ministers op bet zondaarsbankje Twee ministers in hetzelfde sciiuitje Nu, minister Waszink en minister van der Vegte kunnen elkaar de haul geven Ze hebben elle twee van den Kamer- Sint een stevige gart gekregen, al was die van meneer van Ier Vegte wat gr en ter dan die van meneer Waszink Da strengste Sint uit onze jeugd, was nog maar een vriendelijk oud haas je, vergele ken bij de gestrengheid, waarmee de Ka mer de beide excellenties kapittel te. Om dat ze niet ijverig waren geweest, en talmden en te weinig hadden uitgev ierd in het afgeloopen jaar. Zoo ontsnapt zelfs een Minister er niet aan de straffe ver maningen van den Sint. Maar ter zake en op de rij af Eerst nog wat over „Justitie". De Minister sprak bestraffend over een kantonrech ter, die overtredingen van de Zondagswet eeneir gemeente niet strafte. Dat zou de minister er niet bij laten zitten. Wee U, ongehoorzaam kantonrechtertjei Er werd verder bij deze begroeting nog wat geklaagd over preventieve hechtenis, waarna de minister er op wees dat heb percentage daarvan afnam. Meneer Knot. tenbelt pleitte voor herziening van hu welijksgoederenrecht die de minister in bewerking heeft niet alleen, maar ook van huwelijkspersonenrecht. Net als de dames Meyer en Katz. Maar de mini. ster wilde van ©enige gelijkstelling van man en vrouw in het huwelijksperson- n. recht niets weten. Verder vond mini ster Dormer specialiseering van straf rechtspraak nog niet rijp voor beslis sing. Ook keuvelden we nog wat over openluchtgevangenissen, die zoo best voor de gevangenen waren, we discusseerden wat over de lectuur, die de gevangenen mochten hebben, waarbij de minister wei, dat hij het maar het beste vond, den gevangene zijn krantje te geven, dat hij voer zijn verblijf in het staatshotel ook las. De celstraf werd aangevallen, maar tot ernstige klachten kwam het niet, „ijver en gedrag: redelijk", kreeg de mi nister dus op zijn gedragboekje vermela Bij Landbouw natuurlijk divsrse min of meer belangrijke wenschen en wen. ken. Er werd, geklaagd over de weinig snelle manier, waarop de boeren verlof krijgen tot jacht op schadelijk wild, voor namelijk het „haas". Wat meneer .Sluis deed veronderstellen, dat de rechtsposi tie van het haas aanmerkelijk beter was, dan die van den boer. Maar de minister zou probeeren, de procedure tot ver]of- ver leen ing tot bemachtiging van scha delijk wild te verkorten. Belangstelling was er ook voor 's ministers Kan uit eenzetting van zijn stappen inzake be houd van de landgoederen De Wolfsberg en de Muntberg, die hij eerst voor het Rijk had willen kocpen, maar waarvoor hij geen geld van meneer de Geer kon loskrijgen, weshalve hij een overeenkomst aanging met de Ver. t. behoud v. Na tuurmonumenten in Nederland, die, met bepaalde steunmaatregelen, de landgoe deren zou koopen. Maar toen de Kamer uitrekende, dat dit er saldo nog on. voiordeeliger voor den Staat zou wor ten, liet men den minister belooven, alsnog met meneer de Geer te overleggen, om een weg te vinden, dat de landgoederen toch staatsbezit werden. Zoodat hij lus tot taak kreeg, meneer de Geer te be wegen, niet al te onbeweeglijk op de g-dd. kist te blijven zitten. Het gedragboekje van meneer Kan?: IJver en gedrag: 10'" Maar deksels, die brave excellenties van der Vegte en Donner, als die hun ge. dragboekje dat ze van de kamer uitge reikt kregen, eens moesten toonem Het Wla-s om te huilenIJver en gedrag: O" zou er op staan. Wat ze dan allemaal zeiden? Eerst over „Waterstaat" van meneer v. d. Veg te. Niet doortastend genoeg bij da Wa terstaatsorganisatie zeiden meneer Krijger en meneer Ebels. Te veel getreuzel én daardoor schade voor den landbouw, zei meneer Weitkamp. Onvoldoende afwate ring in Brabant, zeiden ie heeren Sass van IJsselt en v. J. Heuvel. Getreuzel met de versterking der rivierdijken iu Gelderland, klaagde meneer v. Voorst. Dubbele rijwielbelasting in BrebantGe treuzel met de Amsterdam—Rijnverbin. ding! „Slechte verkeerspohtiekBescher ming der spoor, en tramwegen, ten koste der autobussen, die ncta bene het plat teland uit zijn isolement verheffen en dus een cultuurbelang zijn: De mini. ster in te bedachtzaam. De afschaffing der tollen gaat te langzaam". Zoo gingen ze met zijn een—en—dertigen—sprekers te. gen den eenen minister te keer. Die tcch ook maar een mensch is, en het omvang rijkste departement van liet heele kabinet heeft. En daarom verzuchtte, dat hij toch waaratje niet tooveren kom Een enkele was er, die een goed woori had voor 's ministers verkeerspolitiek. Dat was meneer Braambeek, die het redelijk vond, dat de minister beducht was vcor het doodconcurreexen van de spoor- en tramwegen door autobussen, vanwege het grocte kapitaal dat daarin zit (700 mill, in spoorwegen, waarvan 300 mill. v. d. Staat, 100 mill, tramwtgen, waarvan 34 mill. v. h. Rijk). Maar overigens.... De minister trachtte de critiek te weerleg, gen, deed velerlei meledeelingen ovér ovér. leg dat gaande was, mogelijkheden, enz De minister zou de reorganisatie van Wa terstaat bespoedigen, zlu een directeur- generaal benoemen, die veel meer de vrije hand zou krijgen. Na het Kerstr.cès zou hij voorts met een plan voor de Amsterdam—Rijnverbinding komen. En verder velerlei toezeggingen. Wat meneer Vos deed vragen, of minister al Sinter klaas had gevierd en soms een poeler kwast had gekregen, om alles ai tra poeietnen En dan Onderwijs. Bijna niets dan cri. tuk. Met af en toe e en vriendelijk woord De minister had veel t e w-inig ge laan En dat terwijl hij aan het bewin i kwam met een berg werk voer zich, dat kon wdrdm gedaan, en met het financieel evenwicht dat hersteld was. De mini ster was niet sterk genoeg geweest. Had niet genoeg dubbeltjes uit meneer da Geer's buidel weten los te peuteren. Die dekseisclie meneer de Geer, ilj man op den staatsgeldkist zat, als een bek op de haverkist. De minister had zei meneer Moller, dis ook voor onderwijs in de streektaal in diverse gebieden van ons land pleitte, wat menen Schaper fel hekelde, omdat hij daardoor taalstrijd voorzag zijn taak in dit kabinet niet mogen aanvaarden, teen hij wist dat dit kabinet de bedoeling had de toelas- tingen omlaag te brengen. Nu kon hij de verantwoordelijk voor eten stilstand van het onderwijs niet van zich wijzen. De minister had velen teleurgesteld, op het gebied van het Nijverheidsonderwijs, leer plicht voor schipperskinderen, onderwijs voer blinde en stomme kinderen, voor bereidend onderwijs, het zevende leer jaar enz. enz. En meneer Duymaer van Twist was verschrikkelijk boos over de wijze, waarop de minister reageerde op zijn nota over de wensc(lelijkheid van een leerstoel voor de homoeopathic. Neen, meneer v. d. Vegte en meneer Waszink hebben, perlementair gesproken, een lammenadige Sinterklaas gehad Blijkens de „Handelingen van de Twee. de Kamer" sprak 't Kamerlid dhr. Ch. v. d. Heuvel, naar aanleiding van da be antwoording door fden Minister van Wa terstaat op vragen over bovenstaand on derwerp gedaan, de navolgende rede uit: In de tweede plaats wil ik iets zeg gen over den wateretaats toestand in N.ocoxl.Westo 1 ijk Brabant. Op bladz. 12 der Memorie van antwoord zegt de Mi nister „Over den toestand van de kanalen ia Nocrdwestelijk Noordbrabant, in het bij zonder in het Land van Heusden en Altena, hebben den ond irgeteekenie tot dusver geen klachten uoreikt. Het is! hem, bij gebreke van nadere aanduiding, niet wel mogelijk de ge maakte opmerking te beantwoorden." Dat is toch een zeer zender ling ant. woerd. Als een Minister van Waterstaat zegt, dat hem geen klachten hebben be reikt ten aanzien van den toestand in Noord-Wes te lij k Brabant, dan moet ik dat natuurlijk aannemen, maar dan is het toch wel vreemd, dat ieder in dit land over den waters laatstce&tancL daar klaagt dat die klachten den Minister van Waterstaat niet bereiken. Als het met iets anders niet in orde is, dan zegt men weleens, er zit hier of daar een lek, maar hier zit vast hier of daar een verstopping, waardoor deze klachten den Minister niet be rei ken. Ieder klaagt over den ellendigen toe stand in Noord-Westelijk Brabant en ik begrijp dus niet, dat die klachten den Minister niet hebben bereikt, Maar bo vendien meen ik, dat hetgeen in het Voor. loopig Verslag is opgenomen, voor den Minister juist aanleiding had moeten zijn om dan eens even na te denken over ae klacht, die hier verleden jaar, bij de toenmalige behandeling van dit onder werp, zijn geuit door verschillende geach te afgevaardigden. Naar het mij voor. komt, is op goed gedocumenteerde wijze aangetoond, dat ten aanzien van alle dingen in noordwestelijk Brabant ge klaagd moest worden; dat de toestand van het Noorderafwateringskanaal te wen. schen overlaatdat die van het Zui dera fwateringskanaa 1 slecht is, dat de loozing van de Alm niet in orde is. En' al deze klachten worden niet al leen nu, maar zijn reeds jaar op jaar bij deze begrooting herhaald. En wan neer de Minister zegt, zoo laconiek als alleen deze Minister dar kan zeggen, mij hebben geen klachten bereikt om trent den toestand van den waterstaat in noordwestelijk Brabant, dan maakt dit, zeer zacht uitgesproken, >een iet wat vreemden indruk. Ik zal niet herhalen, wat- ik verLdon jaar over dit vraagstuk heb gezegd; ik zou de toen gehouden redevoering van a. tot z opnieuw kunnen houden, behal ve wat betreft den toestand in het Neer. der—afwateringskanaal, die ©enigszins be ter is dan het vorige jaar. Maar vcor het overige is de toestand nog even slecht als die verleden jaar was, toen de haei Vos en anderen over dit vraagstuk heb ben gesproken. Ik zal niet in herhaling treden van hetgeen teen is gezegd en mij nu be palen tot een paar ze?r kcrire opmer kingen en ik wil er op aandringen Ten eerste, dat de Minister nu eens eindelijk indien 'rijn ambtenaren hem daartoe niet willen adviseeren last geeft om los te laten di dwaze bepa ling, dat bij het Zuiderafwateringskanaal alleen mag gemalen worden, indien Ie peilschaal te Grave zekere hoogte aan geeft. In deze dagen kan men zien, welk ten beteekenis de peilschaal in een plaats heeft voor den toestand op een anlere plaats. De peilschaal te Grave is b.v. of dit oogenblik niet bijzonder hoog, ter wijl in andere streken van ons land men in het water verdrinkt. Laat men zich daarom toch bij dsze dingen op het nuchtere standpunt plaatsen, dat er ge malen wordt, als er te veel water is. Dat is toch een zeer redelijk verlan gen, en niet dat het malen afhankelijk gesteld wordt van de vraag of het wa ter in Grave, eenigs uren ten Oosten van de betrokken plaats, em bepaalde hoogte aanwijst. In de tweede plaats wil ik wijzen op de onvoldoende capaciteit van het stoomgemaal aan den Nieuwendijk. Ook in dit opzicht kan ik mij geheel aan sluiten bij hetgeen verleden jaar dorr den heer Vos en andereu hierover is ge zegd. In het algemeen zou ik ten aanzien van deze streek er op willen aan dringen om een andera methode toe te passen bij het bekijken der dingeD Nu stelt men zich op het standpunt: jullie zijn zoo goed af; omdat de Maas mond is verlegd, jullie behoeft dus niet ongerust te zijn voor het gevaar van overstrooming, houd je daarom maai' wat stil. Dat is toch geen standpunt, dat men mag innemen. Indien het waar is, dat door. de ont wikkeling van de landbouwwetenschap en andere dingen is komen vast te staan, dat 't tegenwoordig waterpeil te hoog is, moet men niet' te angstvallig vasthou. den aan wat dertig jaar geleden is over een gekomen. Men moet zich dan niet houden aan de letter van hetgeen toen is toegezegd. Ik zou den Minister willen vragen ol hij op een goeden dag college zou wil len houden voor zijne ambtenaren en hun zou willen vertellen, dat zij er zijn voor het Nederlandscbe volk, dat er vooi hun functie op zichzelf geen reden van bestaan is, dat de ambtenaren van den waterstaat alleen beteekenis hebben, als zij zorgen voor de belangen van veilig heid, verkeer en productie; dat, ais die belangen er niet waren, er geen en. kei ambtenaar van den Waterstaat in Nederland noodig zou zijn, dat zij allen dan ontslagen zouden kunnen worden Ik zou den Minister willen veTzoekeu die ambtenaren te genezen van de ver- waande ambtenaarshocgheid, die voor- bij de ambtenaren van den Waterstaat in Noordbrabant tot uiting komt; die ae menschen durven 'toevoegenhoud je mond maar, want dertig jaar geleden zat je in de benauwdheid, dat je overstrcomd zou kunnen werden, wees dus nu maai tevreden. Ik gelocf, dat men met de belangen van deze streek, diet 40.000 H.A. groet is, en waar geen sprake is van een tegenstelling tusschen de belangen van verkeer en productie, meer rekening be boert te houden. De Regeering heeft voer een© Land bouwschool in deze streek belangrijks sommen beschikbaar gesteld. De sch~o] is er. Ik zou willen vragenwat is h et voer een toestand, dat het ©ene Departe. ment belangrijke gelden toestaat cm d? boeren te loeren, dat de grootste vijan,"4 van den boer is het water, en dat het andere Departement laat voortbestaan toestanden, waarbij deze vermeerdering van hun kennis voer de boeren niets anders is dan vermeerdering van smart. Mijnheer de Voorzitter! Ik hoop, dat, wanneer wij het volgend jaar weer als Minister en volksvertegenwoordiger te genover elkander komen te staan, ik vriendelijker zal kunnen spreken, niet voo)r den Minister, want. die trekt ei zich toch niets van aan, maar voor mij zelf, omdat ik mij niet graag boos mank en vooral voor de belangen van de be trokken streek. Een Fordbusje brengt, ons naar cte Glas. fabriek, die op eenigen afstand van de gloeilampenfabriek ligt. Eerst ©en onaf zienbare lange hal, waar de potten van vuurvaste klei gemaakt worden voor cte glasovens. Deze worden hier met ae hand vervaardigd. We zien er de arbeiders, dia de klei met zorg eerst met de voeten kne den, dan zien we, I103 de grove vorm wordt opgezet en eindelijk, hoe met on- eindigde zorg de pet voltooid wordt. Deze moet volkomen homogeen zijn, om dat er anders bij de ontzaglijke tempera tuur van 1200 gr. Celsius barsten zou den ontstaan. W© zien .den arbeider zijn werk volbrengen met de toegewijde aan. dacht van een kunstenaar en het re sultaat is waarlijk als een kunstwerk, zoo fijn en volmaakt afgewerkt. Aangezien deze potten slechte 6 a 7 weken kunnen worden gebruikt en] 5 a 6 maanden moe ten drogen, kan men zich voorstellen welk een ontelbaar aantal hier opgesteld staan. Dan, de afdeeling waar de grondstoffen, die later het glas zullen vormen, gemengd worden in groote schudmachines. IV it zand en roode menie en potasch en soda liggen er in hoopen. Hst is weer voor den leek het mysterie, dat uit deze staff.en het wonderlijke glas ontstaan zal. Het is den scheikundige misschien heel dui delijk onze geleider lacht wat om onze verbluftheid maar den ter zake onwetende is dit alles wel erg onbegrij pelijk. I>e mannen dragen hier stofmaskers, want sommige dezer grondstoffen zouden nadeelig voer de gezondheid kunnen zijn, maar Philips zorgt voorbeeldig voor zijn menschen en op deze wijze is gevaar uit gesloten. Dan: de glasblazerij zelf. Een onal= zienbaxe hal met talrijke ronde verhan gingen, waarop glascvens met hun bla kende menden van vuur. Daarcinhe-sn de glasblazers met de tlaasroeren,, waar aan de vurige bolletjes glcei end glas. Dui zenden dansende dwaallichtjes. Onwillekeurig denkt men even: „Als droomkoninkje, die hier later zelf werkte, toen hij een greote jongen was geworden, dit eens had mogen zien, teen hij nog het kleine kereltje was, dat op aien avond in den trein zoo verrukt was van het sprookjesachtige, groote fabrieksge bouw. Hoe prachtig zou hij dit toen ge vonden hebben! Waar de indruk zelfs voer een volwassene tooverachtig is. In dit fabri&ksgedeelte heerscht nog de handenarbeid en dat maakt het mis schien juist zoo boeiend. Hier is iedere arbeider een persoonlijkheid, een kun stenaar, en schijnt het haast, of hij als kunstenaar iets meegeeft van zijn per socnlijkheid aan het ding, dat hij maakt. Zie, hoe onbeschrijflijk handig hij het klontje vloeiend glas, aan het uiteinde van zijn blaasroer, wentelt, zwaait, weer wentelt, er even wat lucht in blaast en weer wentelt tot het zoowaar al den vorm van een gloeilamp begint te krij gen, dan even in den vorm aan zijn voe ten en de oervorm van den ballon komt glanzend te voorschijn. Het. is de tel kens weerkeerende verrassing, het te voor. schijn komen van die volmaakte glasvor men in allerhande maten en modellen, tot de groote melkglazen (Argenta) ar maturen toe. Zie dan hoe handig het jeug dig maatje na even vijlen den te lan gen hals van de blaaspijp aftikt. En zie dan vooral ook het buizentrekkea. „Kijk hier", zegt onze geleider en Meurt ons mee. Een lange haan. Een der glas blazers heeft uit den oven een klomp gloeiend gals gencmen aan rijn blaasroer en na verschillende ons onbegrijpe lijke manipulaties van het glas rond draaien op e«n ijzeren plaat en weer nieuw vloeibaar glas er bij nemen en weer draa. ien, komt er een ander bij, die met zijn pijp waaraan hij reeds een soort glazen schaaltje gemaakt heeft, den glasklomp opvangt en nu gaan beiden langzaam, zeer zorgvuldig, zeer voorzichtig achter- uitloopen, steeds blazend met geweldig! bolle wangen, als de wind uit het sprook je en wij zien het uocdgloeiende glas plotseling werden tot een kristal hel dere glazen, buis. Een. ander paar is naast deze twee bezig. Aan het einde van de baan zit een manneke en snijdt met een laconiek gezichtje de buizen nat- jes tot stukken van gelijke lengte. De buizen zijn van verschillende door snede. „Dat doen ;,e op het gevoel, me neer, handigheid, oefening", zegt de in genieur. Jawel oefening, maar liet blijft toch onbegrijpelijk, dat ze dat kunnen 11 m.m., 15 m.m., 20 m.m., precies de maat, het scheelt geen fractie van een millimeter. Het blijkt ook de zwaarste en veelei- schend s te arbeid (e zijn, dat buizentrek- ken. „Daarom doen we het óók al mecha nisch", en twee minuten later staan we in de afdeeling, waar dit gebeurt. Voor den technicus misschien overweldigend, deze machines, die tot in het oneindige buizen produceeren, maar ons overwel digde toch meer die eenvoudige' mannen, die zoomaar op het gevoel de buizen op precies de gewenschte dikte wis ten te trekken. „Nii gaan we kijken hoe de lampen gemaakt worden", zegt de geleider, die nog heel jooig is en die wel heel erg knap moet zijn, want ondanks zijn jeugd is hij al jaren ingenieur. Dit zijn wei de menschen, die ze hier hebben ma3ten en die mede helpen kunnen de zaak steeds grooter te maken. Vaart is er in alles en een ieder schijnt er van bezeten te zijn. Tenminste wij krijgen geen gele genheid ergens lang te blijven kijken en de indrukken op ons te laten inwerken We kunnen slechts even vluchtig de ra. dio-fabriek, waar de ontvangtoestellen, gelijkrichters, luidsprekers enz. gemaakt worden, het laboratorium, Je papier- en ca rtonnagefabriek bezichtigen. Op den terugweg naar de grocte fa brisk komen we voorbij een allerliefst mo dern gebouwtje: Philips Kleuterschool Even er in. Het is alleraardigst. Onge looflijk keurig ingericht en popperig klein alles, de stoeltjes, de tafeltjes, de bankjes voor de kleuters. Hier wordt het kroost van Philips' arbeiders overdag zoet ge houden en zoo wordt reeds op dezen jeug digen leeftijd de eerste' grondslag gelegd veer een betere toekomst. Want in zoo verzorgde omgeving, onder zoo goede lei ding, moet het komende geslacht, dat liier reeds zoo vroeg den invloed ondergaat van netheid, reinheid, licht en lucht, wel opgroeien tot een psychisch en levens standaard van beter en hooger kwaliteit dan de vorige generaties. Dan weer de gloeilampen, en radiolam- penfabtriek. Weer eindelooze zalen. Nu alles machines. Maar machines, die van een zoo wonderbaarlij ka ingenieuziteit zijn, dat ze soms wel menschelijk sc'nij. ncn, zooals ze, als met voorzichtige meu- schelijke handen, de onderdeden aanvat ten en zorgvuldig in elkaar zetten. Hier zien we het heele proces, hoe de gloei- lichamen, die in de gloeilamp behoo- ren, eerst in elkaar gezet werden, hoe die dan weer in de ballons werden gebracht, hoe er de koperen dop opgezet wordt, hoe tenslotte het fabrieksmerk erop ge bracht wordt en hce ze proeffarandsn De kamer met de brandramen, waar Ie dui zenden lampen branden. ,,'N lampies, 'n lichiesje moet- er dcor een donker glaasje kijken, anders zou je er verblind vandaan komen. We zien, hoe de wolfraamdraoci getrok ken wordt, een blijkbaar enorm geniaal proces, omdat het wolfraam een poe der is, dat bijna niet in vasten toestand te brengen is, we zien den draaa eerst als een telefoondraad zoo dik gewondsn worden om immense spoelen en dan om steeds kleinere spoelen, tot hij zoo dun is, dat de microscoop er op gesteld- moet worden om te controlerenvijf maai dun ner nog dan een menschenhaar. Wa zien de meisjes, met een onbeschrijflijke nan. digheid, de draden op het glazen raampje aanbrengen,, dat later als geheel het glori. lichaam zijn zal, we zienwe zieh.... zoo veel, dat het niet meer te onthouden is, dat het wordt als het flitsen van een mederne film, dat de indrukken werden verward in ons brein tot een baeld. als een futuristische creatia van Kandinsky of Picasso en dat is waarlijk niet be vorderlijk voor de klaarheid van be- girïP- Na een kijkje in de radiolampanafdee ling te hebben genomen, wippen we neg even de polikliniek binnen en zien er de prachtige moderne inrichting* die werkt voor het lichamelijk heil der arbeiders, we krijgen een kijkje op het psychotechnisch bureau, waar de men schen die solliciteeren cp hun psychische kwaliteiten beproefd werden en waar met wonderlijk systeem van bladen papier met puntjes bezaaid, waardoor ze verticale en horizontale strepen zetten moeten, met strikvragen en associatieve woorden,, die onthouden moeten worden en nog veel meer, na te gaan is, of ze bruikbarai krachten zijn. Dit systeem schijnt zeer bi voldoen en Philips is natuurlijk weer een der oerste industrieën, die het toepaste in ons land. Het heeft dit groote voordeel, dat men er een zekerder selectie van werkkrachten maakt en vele menschen er de ellende door bespaart van aangenomen te worg den, terwijl spoedig daarop blijkt, dat ze niet geschikt zijn. Dan is het avmd geworden en merk m we, dat we een gan- schen dag in deze enorme fabriek hebben doe rgebracht. Wordt vervolgd.) SAMENWERKING TUSSCHEN WERK* GEVERS EN ARBEIDERS. In het begin van dit jaar hebben wi| in onze Rubriek van den Arbeid de sa menwerking tusschen werkgevers en ar-! beiders uitvoerig behandeld en daarbij dei hoop uitgesproken, dat deze samenwerk king zich steeds verder zou voltrekken- Er hebben nu in de laatste weken eenigei dingen plaats gevonden, die doan vern mo&den, dat deze samenwerking indern daad tot resultaten zal leiden. Het eerste geval betreft het z,g. Fa-) brieksartsenwet je, dat, dit zij terloops! gezegd, Maandag 19 November j.1. inj werking is getreden. Voor de uitvoering; van dit wetje had het Bestuur van de Rijksverzekeringsbank het advies ge-, vraagd van de verschillende centrale or-i ganisaties van werkgevers en arbeiders- Nu had elke vereeniging dit op zich zelf kunnen geven en dan had de R.V.B- daar een geheel van kunnen maken. Men. heeft echter een andereu weg bewandel:c en het gevolg daarvan is, dat helt Ver bond van Nederl. Werkgevers, de Alge- meene R. K. Werkgevers vereeniging, de Christel. M'erkge vers vereeniging, hefci Christel. Nationaal Vakverbond, het R.K- Werkliedenverbond in Nederland en heb Nederl. Verbond van Vakvereenigingen^ m.a.w. dus de zes belangrijkste centra le organisaties van werkgevers en arbei ders, zich gezamenlijk tot het Bestuur van de Rijksverzekeringsbank hebban gewand] met een advies over verschillend© uitvoer ringsmaatregelen van het' Fabrieksartsen-t wetje. Wij behoeven hier cp dit adviesl zelf niet in te gaan, omdat dit van zui-i ver technischen aard is. Hoofdzaak is* dat liet advies gezamenlijk is gegeven 'i/m dat het daarna in een gezamenlijke b**.- spreking nog mondeling aan het Bestuurt van de R.V.B. is toegelicht. Het tweede feit betreft da vragenlijst ten van het Internationaal Arbeidsbureau- Op de Intern. Arbeidsconferenties wor-i den vragenlijsten vastgesteld, welke aan de regeeringen der aangesloten landen ter beantwoording worden gezonden. Tot nog; toe beantwoordde onze .Regeering dez'a lijsten zonder voorafgaand overleg meti de betrokken werkgevers- en arbaidersor- ganisaties. Door het; Verbond van Nederl* Werkgevers het Nederl. Verbond van; Vakvereenigingen, het R.K. Werklied an verbond en het Chr. Nationaal Vakvei'4 bond is thans gezam&lijk aan den Mini-* ster van Arbeid, Handel en Nijverheid het| verzoek gericht om deze vragenlijsten! in het vervolg voor de beantwoording! om advies nog, toe te sturen aan de meest representatieve organisaties van werkg3-t vers en arbeiders, waarbij de vereeniginj gen er op wijzen, dat verschillende bui- tenlandsche Regeeringen deze handelwijs ze ook volgen en dat dit ook door denl Directeur van het Internationaal Arbeids bureau op prijs wordt gesteld. Ook gaata liet weer minder om de zaak zelf dan wel om het feit, dat er te dezer zake eenl samenwerking tusschen werkgevers- en are beidersorganisaties heeft plaats gevonden* Inderdaad het zijn misschien nog slechts kleine kwesties, waarvoor dazel sapienwerking reeds is tot stand geko-i men, maar het toont toch aan, dat efl in deze richting iets gebeurt. Het is tel hopen, dat deze samenwerking zich ver der zal weten te ontwikkelen, omdat,, zooals wij zoo dikwijls hebben betoogd* tenslotte slecht® bij' een algeheel© samen werking der betrokkenen zich een bloe iend bedrijfsleven kan ontwikkelen, dat wij in ons land zoo zeer noodig hebben,

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1928 | | pagina 5