Tweede Blad
Ne. 4980 frijdag 11 Januari
DE LENTEFEE
voor het Land
van Heusden emAltena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
Kinderrubriek.
FEUILLETON
Schrale huid
Kindervertelling.
Kantongerecht flensden
BEHOORENDE BIJ HET
Het water waarschuwt U.
Voor Allen die Snkkelen
met Verstopping of moeilijken, tragen
en onregeimatigen Stoelgang, zijn
31 ij n hardt s Laxeerfabletten
onmisbaar/^Verken vlug zonder kramp of pijn.
By Apothekers en Drogisten. Doos 60 ct.
JULES MARY.
De Koningin Moeder heeft te Den Haag een radio telefonisch gesprek gevoerd met Meir. de Gratff, echt-
genoote van den Gouverneur Generaal in Nederl. Indie, waarbij H. M, de Hulde der Indische^vrouwen bij
monde van Mevrouw de GraefT in ontvangst heeft genomen en beantwoord.
'18
Jfienwsblad
Als gij last hebt van een brandepde,
smartelijke pijn bij de loozing, or de
urine dik is en troebel, met een/scher
pen geur, zanderig of met bloedtieeltjes,
bestaat er geen twijfel of uw pieren ripi
verzwakt. Neem Foster's Rugpijn Nieren
Pillen, want uw nieren hebben behoefte
aan een specifiek niermidael.
Let ook op de hoevqélheid geloosde
urine. Als gij zeer groente of zeer kleine
hoeveelheden loost, als^gij te vaak of te
weinig aandfang krijgt, wijist dit vrij zeker
op nierzwaktp. En dat is ernstig genoeg:
er bestaat gevaaiy voor bloedvergiftiging
en de schadelijke gevolgen op iedere ze
nuw, spier of weefsel van uw lichaam.
Stel het niKt uit neem Foster's Rug
pijn Nierep' Pillen. Verwaarloozing kan
ernstige gevolgen met zich brengen. Fos-
ster's RiTlen worden in Holland sinds
vele jaren gebruikt en zijn alom bekend
om hon goede resultaten. Men kent geen
middel tegen nierzwakte, blaas- en
stoornissen, rugpijn, spit, waterzuch-
zwellingen, rheumatiek en andere ge-
volgen van schadelijke stoffen, die bij
trage werking der nieren in het bloed ach
terblijven. Laat Foster's Rugpijn Nieren
Pillen u gezond maken en houden.
Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel
etiket let hier vooral op) bij apotheken
en drogisten a f 1,75 per flacon. 33
11 i i urn a ii i "i «ii i
Beste jongens en meisjes.
De oplossingen van de vorige raadsels
sijn:
1. Kan Arie is kanarie;
2. Boon (koon, loon, poon, tóón, zóón).
3. Perzik.
3fn de nieuwe raadsels zijn:
x
x x
x
x
x x
x
x x
x
X
X X
X X
1. Een ladderraadsel. Vul de neven
staande figuur zóó in, dat op de eer-
(kruisjeslijn (van boven naar beneden ge
lezen) een naam van een provincie komt
te staan, op de andere lange kruisjeslijn
|ec-n naam van een jongen. De bovenste
dwarse kruisjeslijn moet een vogelnaam
bevatten en de onderste den naam van
iets dat men aan het strand vindt. Para
wat is dat
2. Ik. ken een aardig ding, gemaakt van
DOOR
papier; Neem, er een lett-:r uit, dan wordt
he t een dier
3. 31 et B is het een beest, met h
een man, met 1 komt het van de koe
met m zit er water in, met p is het
een vrucht, met t is het zwart, met v
is het erg licht en zacht. Rara, wat is
dat?
0031 KAREL
DE MAX, DIE ZIJN HART VERLOOR
Er was eens... een jonge dichter, die I
allemaal prachtige verzen en liedjes kon
maken, en die vroolijk en opgewekt was,
en dikwijls danste en zong op de maat
vfan zijn eigen liedjes Natuurlijk had hij
vele vrienden en alle kinderen hiéldén
veel van hem. Want het gebeurde dikwijls,,
wanneer de kinderen buiten speel dén in
He gToene wei of op een heerlijk plékjé(
in het bosch, dat de dichter bij hen kwam.
Wat er nu eigenlijk aan de hand was j
Dat zal ik je vertellen. Kijk, alle men-
schen hebben wel eens een bui, dat zé
bedroefd zijn. Maar dat gaat dikwijls gauw-
c-ver. Maar dichters zijn zondej/mge men.
en gesprongen handen
genezen direct en blijven
heerKjk zacht en lenig met
AKKER'*
KLOOSTERRALSEM
bijt niet!
r^Geen goad
zoo goed."
Nauwelijks had hij deze woorden ge
sproken. of Fidel, zijn hond. begon jam-
met lijk te huilen en te janken, en b'k-
fc.i zijn hand.
De dichter rilde eu had liet opeens
•eig koud. Want ik vergat je nog te zstr
ip o, dat hij omdat hij de zoon van
tto fee was, twee wenscb-m in zijn Jé-
wti mocht doen, die dan vervuld zouden
worden.
(Wordt vervolgd.)
GULZIGE KLAAS.
Boer Krelis liep op zeek'ren dag
Zijn boomgaard in het rond
En kwam toen bij een appelboom
Die vol met vruchten stond.
'Dan vormden ze dadelijk een kring om
'hem heen en de dichter zong dan zijn
viroolijkste liedjes en vertelde zijn prach.
tigste verhalen. Het leek wel, of er nooit
een eind kwam aan zijn voorraad ver
tellingen. Telkens en telkens wist hij ei
weer rieuwe to bedenken, hét één nog
mooier dan het andere. De- kinderen be
grepen maar niet, boe hij dat zoo mooi
■ken. Maar ik weet het wel, en ik wil
jelui het geheimpje wel vertellen, als jé
!het niet oververtelt. Nu dan... die dich
ter was geen gewoon mensch! Hij was
ide zoon van een fee Maar dat wisten de
(kinderen niet!
Welnu dan, op een goeden dag was
de dichter weer aan liet vertellen én zin-
gten in den kring van blrjcie jongens en
meisjes, die zich kostelijk amuseerden.1
En to n het verhaal uit was, riepen ze
allemaal: O, toe, vertel ons er nog eentj?,
toe, nog eentje!'
Maar toen opeens gebeurde er iets
vjreeinds. Er trok een wolk voor de zon,
zóodat de hemel even verduisterde. En
tegelijkertijd, werd het gezicht van den
v'roolijken dichter eensklaps heel duister
en hij zei„Nee, neen, nu niet méér,
ik moet weg, maar ik zal gauw weer
terugkomen!" En hij stond op en ging
heen, gevolgd door zijn trouwe hond Fi
del. En hoe de kinderen ook riepen, hij
keek niet een keer om.
Met ©en gekrulden knevel?
Zeker, zeide Marie lachend.
Hij, dien. ik bemin, vervolgde Jenny,
is een zoon vani een der kidelste fami.
lies nit Frankrijk. Zijn oudste broer is
markies en hij is graaf.
Ditmaal zweeg Marie. Zij keek Jenny
(ontsteld aan. Haar kleur, die voorheen,
toog zoo frisch was, verbleekte, terwij l
haar g.-heele gelaat ontroering uitdruk
te.
En gij, Marie?
Ik? mompelde de onderwijzeres. Plot
seling kwam zij weer tot zichzelf, staar-
(de Jenny vlak in 't gelaat en zeide:
Hij, dien ik bemin, is ook graaf en
zijn oudste broer is ook markies.
Jenny barstte in een schaterend gilach
•uit.
Hoe vreemd, vindt je niet?
Erg vreemd.
Een oogenblik zwegen beide. Jenny ver
moedde niets. Marie-Rosa leed zichtbaar.
Zij: was opgestaan, alsof zij vertrekken wil
de, maar als aan den grond genageld bleef
zij staan, om alles te vernemen.
En die jonge graaf, juffrouw? Ik ben
■wellicht erg onbescheiden.... u te vra
gen. hoe... hij heet?
Aan u zal ik :t zeggen, Marie, zoo
als ik 't aan mijn vader verteld heb:
't is graaf Laurens te .Soulaimes,...
Martha wankelde, daar zij een schok
midden door haar hart kreeg; zij sloeg
haar hand tegen 't voorhoofd. Hare oo-
gen waren beneveld.
Hij, Ij ij, mompelde ze.
Jenny bleef echter glimlachen en zeide
Hier houden de punten van overeen
komst op, niet waar, Marie? Wij zijn
immers geen mede-minnaressen?
Neen, neen, juffrouw. En des te beter
ook, want wat zou ik op iemand vermo
gen, met u als mededingster?
En zaclit voegde zij er bij
Zij bemint hem. Zoo rijk'- zoo schoon'
zoo v rleidelijk. Zij bemint hem.
Nu is 't uw beurt, Marie.... hoe luidt
de naam, dien gij uitspreekt, wanneer gij
ölleen zijt, de naam, die uw liart snel
ler doet kloppen?
Neen, neen, ik kan 't niet zeggen.
Waarom niet
Later. Later, zal ik uw vertrouwen
1 antwoorden... Dring er niet op aan.
Het zij zoo, Marie, omdat gij dit ver
langt'.
De onderwijzeres zweeg en vroig wél
dra, alsof zij den loop hunner gedachten
afleiden en een. last afschudden wilde,
tdie haar dreigde te verpletteren
Hebt gij nu wellicht lust, uwe lessen
te hervatten?
Neen, in 't geheel niet.
Wees dan gegroet, juffrouw, adieu.
Malie, zoo riep Jenny haar terug. Marie,
gij hvbt mij treurig gestemd gevonden..
Nu ben ik bijna opgeruimd... Aan u heb
ik dit te dankien... Wilt gij mij omhelzen.
Marie bleef onthutst staan en antwoord,
de niet Zij trad zelfs een pas achteruit.
Heb ik u soms leed berokkend? Heb ik
u bedroefd f
N-en, neen.
Welnu. Zijt ge dan bang voor mij?
Jenny strekte nu bare handen uit «n
trok Marie naar zich toe. De twee jonge
scben en deze dichter was heel zonder
ling. Hij vond opeens, dat hij de onge
lukkigste mensch ter wereld was, om
dat; (le zon even achter een wolk was
verscholen. Hij vergat alle geluk en allo
Vreugde en bedacht all ten maar, dat ve_
lo nitnsehen verdriet en zorgen hebben
Hij vergat, hoeveel vrienden hij had, die
vieel van liem hielden, en bedacht al
leen maar, hoe er wel sens menschén
Waren geweest, die zijn vriendschap had
den verloochend en hem oneerlijk hadden
behandeld. Hij vergat, dat hij honderden
mooie gedichten en liedjes en verhalen
had kunnen maken, en dacht er alleen
maar aan, dat er een gedicht was, dat
hij nog niet had afgemaakt en dat erg
moeilijk was. Ja, hij vergat alle gee
lde en mooie en prettige dingen, die hij
had gehad en dacht alleen maar aan
d" enkele nare dingen, hij vergat dat de
zon altijd en eeuwig schijnt en zag al
leen maar de wolk die voor ©en paar
minuten de zon verduisterde. Hij werd
zoo bedroefd, dat hij huilde van ver
driet, omdat niemand van al zijn vrien
den hem begrijpen kon en in zijn hart
k' :i lezen, en hij riep uit:
„O, o, mijn arm hart, wat maakt roe
dat bedroefd! O, liad ik maar geen hart,
clan zou, ik wel vroolijk zijn en mijn ge
dicht kunnen afmaken! Ik wou, dat ik
geen hart had'
meisje omarmden elkaar-, maar de mond
van Marie-Rose was droog en koortsachtig
•en Jenny beefde; alsof zij zich bij dia
aanraking brandde.
De onderwijzeres vertrok. Jenny strek
te zicli weer op de canapé uit.
Laurens, mijn Laurens, bemint ge mij.
Zij zeide dit zoo luid, alsof zij door
die verzuchting de geheimzinnige droo-
,men van haar hart wilde aanmoedigen
De heer Bertignolles werkte op zijn ka
mer, op de eerste verdieping van 't ho
tel. 't Was een groot vierkant vertrok
•waar u heer des huizes zich dikwijls
•bevond, waar hij al de herinneringen van
zijn vroegere avontuurlijke leven bijeenge
bracht had.
Aan d. - muren hingen geweren, kara
bijnen voor ontplofbare kogels, "revol
vers, lansen, dolken, schilden, zadels en
volledige wapenrustingen, kostumes der
Wilde volken en jachttrofeeën van wil
de dieren. Met een enkdén oogopslag
tkon de oud-veefokker dus al de verschil
llende tijdperken van zijn woelig leven'
doorloopen. Een vermakelijk contrast met
die barbaarsclie voorwerpen vormde een
bord met electrische knoppen en een tele
foon, die zich bij 't bureau van dsn
heer Bertignolles bevonden. Aan 't einde
Van 't (vertrek, gaf een deur tcegang naar
een ander vertrek, waar een jong mensch
zat te werken, Romain Gouse genaaml,
zijn s. cretaris, die ongeveer dertig jaar
was.
De heer Bertignolles was een man van
aanstreek? vijftig jaar-, zeer groot, met
broedt schouders, kortom een man. wiens
geheele uiterlijk kracht en moed uitdruk-
zijn breed gezicht was donkerrood, terwijl
zijn kleine, met bloed doorloopen oogen
achter zijn borstelige wenkbrauwen schit.
terden Zijn oogen waren onophoudelijk'in
beweging, als die van iemand, die gedurig
ofp 't g vaar voorbereid is en töt ver-
De appels waren heerlijk rijp
En Krelis dachtKomaan,
't Is rij 1, dat we dat heerlijk ooft
Maar daad'lijk plukken gaan
Een ladder werd nu vlug gehaald
En mee een grage hand
Boer Krelis plukte de appels af,
Die deed hij in een mand.
Toen hij een poos aan 't plukken was
Kwam buurmans Klaas voorbij,
Die dacht, hier kom ik juist van pas,
Dat is net iets voor mij.
'k Zal vragen of ik helpen mag.
Als ik mijn hulp nu bied
Is 't zeker, dat een appeltje
Voor mij wel overschiet.
„Mag 'k helpen, buurman?" vroeg de.knaap.
„Dat vind ik o, zoo fijn!"
,\Neen, vent", zei Krelis, daarvoor zijt
Ge waarlijk nog te klein.
Ga daar maar zitten in het gras
.•En als je eens wilt smullen
Mag je vanmiddag hier bij mij
Gerust je buikje vullen".
Geen tweemaal Klaas dit zeggen liet
Vlug hij te smullen zat.
'<k Vv'-net niet hoeveel van 't lekker ooft
Ons Klaasje daar wel at.
d. aiging gereed is.
Zijn korte, behaarde handen verraad
den 'de afkomst van den milliomiair en
legden een, sprekend getuigenis al', dat zij,
Voordat zij zich in weelde konden baden,
;hard hadden moeten werken om 't geluk
machtig te worden.
Die Landen drukten echter nog meer uit,
•de handen kunnen een even sprikénd
beekl van 't binnenste van tr.ien men-
ascbenziel zijn als 't gelaat dit kan; de
handen van Bertignolles nu gaven dui
delijk to kennen, dat, hoe goed die man
ook was, hij toch even wild en hartstoch
telijk bxeef als vroeger, sn nog niet ge
woon was te wijken, welke omstandighe
den zich. ook mochten voordoen.
Berti:. nolles drukte met zijn duim op
een de* electrische knoppen.
Een bediende verscheen.
Ik verwacht een belangrijk, en hoogst
gewichtig bezoek en ben dus voor nie
mand thuis behalve voor iemand uit de
„rue de la Paix," Balmadon genaamd
Die heer is juist op 't oogenblik
gekomen, toen u mij schelde.
Laat hem dan boven komen.
De knecht wilde gaan, toen zijn heer
hem terugriep.
Jozef.
-Mijnheer?
Bertignolles wees met een stilzwijgmrl
gebaar naar-; de geopende deur van 't ver
trek var. zijn secretaris.
Jozef sloot de deur en vertrok.
Eenige minuten daarna trad er een lang
jongmeawh binnen met een onbeduidend
uiterlijk, doffe oogen, uitstekende jukbeen
deren; bij was niet in een district-livrei
g°k'eed, maar had een kort jasje aan
en een slappen hoed. op.
Neem een stoel Balmadou.
De aangesprokene gehoorzaamde.
En nu, spreek.
Daar de jongeling sen weinig verlegrn
Maar eind'lijk was zijn buikje vol.
Toen zou hij henen gaan.
Maar Krelis riep: „Zoc, kleine baas,
Is 't smullen aJ gedaan?
N eil! maar gerust wat appels mee,
Je moogt je zakken vullen,
Dan kunnen broer en zus daarvan
Vanavond ook eens smulien."
i
•Wat was die Klaas nu in zijn schik.
Hij stak zijn zakken vol.
Tot er geen eentje in meer kon.
Ze stonden heelemaal boll
Geen appel kon hij bergen meer.
Hoe vrees'lijk hij dat vond!
En hulpeloos keek de kleine baas.
•Den boomgaard in het rond.
Daar lagen zooveel appels nog.
Hij barstte in snikken uit.
'Boer Krelis hoorde 't en hij dacht:
„Wat dat nu toch beduidt?
i
S
1
v
"f
:%Wat is er Klaas?" riep hij hem toie*
„Wat huil je kleine man?"
,,'k Heb al mijn zakken al zoo vol, j
Dat 'k niets meer brengen kan!"
„'O, is het daarom dat je huilt? j
Wjl, heb ik van mijn- leven!
'Dacht jij dat 'k al mijn appels nu
Aan jou zou willen geven?
Haal vlug je zakken maar weer uit!
Je bent te gulzig, vriend!
Sn gulzigheid is iets, dat ik
Verbazend leelijk vind.
Ga gauw maar naar je moeder heen
En pluk ik appels weer,
Je krijgt van mij, onthoud dat maar,
Er vast geen enkele meer!"
STRAFZITTING VAN HET KANTON»
GERECHT TE HEUSDEN van Vrijdag
A Januari 1929.
Kantonrechter: Mr. C. W. v. Ommeren*
Ambtenaar van het Openb. Ministerie:
Jhr. Mr. J. Twiss Quarles van Uffori.
Griffier (waarnemend)D. van Hes
mtrt.
4.6 zaken zijn te behandelen, waarvan
•er 6 jeugdige personen beneden 18 jaap
betreffen
J. K. te Elshout, van wiens zaak da
vorige zitting de verdere behandeling was
verdaagd, staat wederom terecht ter zaka
van jachtwetovertreding.
Verdachte had de vorige keer beweerd
met' met zijn hond in het weiland to
zijn geweest, maar wel op een openbaren
landweg.
Dei rijksveldwachter) A. J. van den Houti
als getuige gehoord verklaart dat hij wel
degelijk verdachte) in het weiland met zijn'
|hond heeft gezien en dat de hond een'
Leas opjoeg. De door verdachte bedoel
de lan.lwegj is geen openbare weg want hijj
is afgesloten door hekken.
Verdachte zegt dat getuige van den
Hout liegt en voorts dat hij bang was:
voor van den Hout's hond jxn daarom.'
ging loopen.
Getuige van den Hout zegt dat verdacht
te nimmer bang is voor zijn hond en
het wel vreemd is dat hij nu plotse^
ling uit angst voor den hond op den
loop ging.
Kantonrechter: De familie K. kennen
we langer dan vandaag. Op het gebied,'
van jachtovertredingen heb ik niet veel
vertrouwen in hen en verdacht© is al'
niet béter. Elshout wordt zoo langzamer-;
hand een dorp, waar de strooperij welig
tiert, en daaraan moet maar eens een eim
de gemaakt worden. Verdachte krijgt
f 20.00 of 10 dagen.
A. V. koopman te Heusden had zonde*
vergunning van den vischgerechtigd© O*
H. J. Sprengérs te Oudheusden met den
hengel in de stadsgracht te Heusden gen
voor zich uit keek, alsof hij zioli verzag
keren wilde, dat niemand hooren kon*
wat: hijj te zeggen bad, zeide .Bertignolles
Je hoeft niet bang te wezen. De mm
ren zijn dik en er zijn dubbele portieres)
aan alle deuren. Hebt gij al mijn bevelen
aan den bediende van den graaf Laus'
lens de Soulaimes gegeven?
Al uwe bevelen mijnheer.
Mét voorzichtigheid
O, wat dat betreft, niemand zal ooit
op u of mij den minsten argwaan koes
sttfen.
Goed, vertel mij, wat er gebeurd is.
Toen mijnheer mij eenige maanden ges
Heden zijn bevelen aan den bediendé van
graaf de Soulaimes gegeven heeft, dacht
ik niet, dat ik ze ten uitvoer zou kunnsx»
hfrengen. j
Zeker, zeide Bertignolles, de graaf was
Verdwenen en zette geen voét méér in
de tuurt.
Er. niemand wist, wat er van hem ge^
worden was?
Ni mand, behalve ik... Maar ga voort.,
Plotseling zag men hem echter weer,
terugkeeren. Die verschijning was echter
toiet ""an langen duur, een nacht slechts»
bijna juist tijd genoeg om 10.000 franco
met bakkarat te verliezen.
Dat weet ik, maak 't kort.
Daar -de graaf de Soulaimes geen stuiver
meer bezat en zijn krediet uitgeput was*
kon hij natuurlijk een zoo groote som
toiet betalen. Dit alles was reeds lang t«|
vcoizien geweest, wanneer de voorzienign
hei 1 zijn kans namelijk niet deed keeren.
Mijnheer Bertignolles weet echter ook wél»
•dat er na 9 uur spelen, zooveel voorzie*
qigheid voor de spelers niet meer ba
staat
(Wordt vervolgd).