Tweede Blad üo.1895 Woensdao 6 Maart voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. GRIEP ABDU5IRi OOP Kantongerecht Heusden BIJDRAGEN K echtzaken LENTEMAAND. BEHOORENDE BIJ HET Staat alles tegen? Gebrék aan eetlust Verstopping Slechte spijsvertering en alle voedingsstoornissen moeten spoedig zwichten voor Foster's Maagpil- len, die uw geheele or ganisme verkwikken. Maagpillen Fen en ander over den toestand van het grasland in Westelijk Noord-Brabant- Dat is AKKER'* Voorde BOi rst Geschiedenis wan het Land fan Hensden en a Irma en den Bommelenvaard 23) 1757 15 Januari overleden Willem de POLITIE-RECHTBANK. Uitspraken van 25 Februari. G. v. A. Almkerk, diefstal, onbepaald uitgesteld. T. 0. te Almkerk, heling onbepaald uitgesteld. H. D. K. te Genderen, art. 300, 3 w. gevangenisstraf. H S. te Herpt, art. 300, geschorst tol 11 Maart a.a. C. H. te Vlgmen, mishandeling, f20 subs. 20 dagen hechtenis. A. H. te Vlymen, mishandeling, vrij spraak. J. H. en A. H. te Vlijmen, mishandeling f 15 sobs. 15 dagen hechtenis. POLITIE RECHTBANK 's BOSCH. Broodnijd, P. S., arbeider te Almkerk, 27 jaar9 had op 9 Jan. 1929 zich door mishande ling vergrepen aan D. Maas, caféhouder te Woudriehem. De mishandelde, die een klap op bet achterhoofd had gekregen, heeft nog altjjd last van de gevolgen. Hg had hoegenaamd geen aanleiding gegeven tot dien laffeo aanval. Volgens de inlichtingen zou er broodnijd in het spel zjjn. Verdachte ont kende. De eisch wegens mishandeling luidde f25, de uitspraak f20 boete. Welhaast weer 't schoon getij gaat komen Waarin de lente zich ontplooit En boom en struik en bosch en hagen Met hare sierslen weeldrig tooit. Het schoon, waar 't oog zich in verlustigt Welks aanblik als met nieuwe kracht Bezielt den mensch, die al zoo lange Op Lente 's weerkomst heeft gewacht. - Zij gaat nu komen weer de Lente, Schoon nog de strjjd niet is volbracht De strijd var> Lente, die moet komen En Winter die te bijjven tracht De Winter, die met gure vlagen Den heer8chers8taf nog in de hand Zoo nu en dan zjjn sneeuw en hagel Nog kwistig strooit naar allen kant, Maar moog' hy even fel nog woeden Zich toonen nog in d'oude kracht, De strijd door Winter aangebonden Met Lente, sloopt zjjn reuzenkracht Nog houdt hij volmaar zeker zullen Zyo dagen weidra zgn geteld, Zal vluchten bij voor 't zachte koeltje Waarmee de lieve L«*ni' zich meldt. Reeds zondt de Lente weer haar bodes Die nog verscholen half in 'i gras, Het kopje schuchter heffend, loerden Of Winter al verdwenen was. Reeds kwamen vele vogels weder Brengt eiken nieuwen dag er meer En klikt in bosch en in hagen Hun lustig, big gekwinkeleer. Ach Winter, wil Uw biezeo pakken Uw tjjd is heen geef op den strjjd Uw ryk is uit vertrek in vrede Want voor de deur staat L-ntetjjd t (FOREST) Nieuwsblad *Alom verkrijgbaar f 0.65 per flacon. STRAFZITTING VAN HET KANTON GERECHT TE HEUSDEN ran Vrijdag 15 Februari 1929. KantonrechterMr. C. W. v. Ommeren. Ambtenaar van het Openb. Ministerie «Tbr. Mr. J. Twiss Quarles van Ufford. GriffierMr. "WL Ruitinga. langs gereden. Ik ben even uitgestapt en heb ook gezien dat de kar van Verleek zoo ver mogelijk naar rechts stond. Getuige Verbeek: Ik beb f 15.00 scha de gehad, die ik wel zou willen terug heb ben. KantonrechterDe autobus is de schuld der aanrijding, ook al reed zij langzaam, 't Eenige excuus is dat de weg ter plaat se van de aanrijding erg smal is. Ver dachte krijgt f 3.00 c|f 2 dagen, terwijl de civiele-vordering van f 15.00 wordt toe gewezen. A. V. chauffeur te Wijk had te Heus den op den hoek bij het café Roorjakkers eene aanrijding met een autobus van ,,Onze Dienst". Verdachte kwam vanaf het Plein gereden in de richting Haven, terwijl van "Wijk uit de Wijksche straat kwam in de richting Heusdensche brug. Verdachte: Toen ik van Wijk zag was hij nog een Meter of tien van mij af, terwijl ik even eerder op de kruising was. Kantonrechter: Verkeer van rechts gaat vcor en v. Wijk was aan jou rechter kant, dus moest voorgaan. Je hadt dus beter op moeten letten. Maar ik geef toe 't is een erg beroerde bocht, waar men geen uitzicht heeft. Een geringe straf acht ik hier op hare plaats en daarom f 3.00 of 2 dagen. A. V. reiziger te Woudriehem had ge reden met een rijwiel zonder bel en wel te Oudheusden. Verdachte zegt niet geweten te heb ben dat er geen bel aan zijn rijwiel zat. Kantonrechter: Kerel je praat er je zelf in omdat als dat waar is is het een bewijs dat je niet behoorlijk belt op hoe- hoeken enz. Feitelijk verdiende je dus een dubbele straf Maar je bent met dit gure weer heelemaal van Woudriehem gekomen en daardoor heb je getoond niet onverschillig te zijn. Overigens sta je gunstig bekend. Nou, vooruit dan, f 1.00 of 1 dag. Ditmaal zijn er geen kinderzaken te be handelen. A. G. v. G. klompenfabriek te Dussen staat terecht ter zake dat hij geen ren- tezegels heeft geplakt voor vier zijner arbeiders. Bij dagvaaring wordt hem ten laste gelegd dat hij niet geplakt heeft voor vier zijner arbeiders, die gedurende een in de dagvaarding aangegeven tijd perk onafgebroken bij hem zouden hebben gewerkt. Getuigen Hoffman en Popelier Amb tenaren van den Raad van Arbeid ver klaren dat van G. bij het opmaken van het proces-verbaal heeft gezegd dat de heide arbeiders Rijken en v. Boxtel on- afgebroken in het tijdvak 1 Februari i— 1 Juni 1928 bij hem werkzaaim zijn geweest. Ook op den loonlijst aldus ge- i tuigen staat aangegeven dat beide per sonen geregeld bij hem in dienst zijn geweest. Verdachte: Ik heb niet gezegd dat 'Bijken en v. Boxtel het geheele tijdvak bij mij werkzaam zijn geweest. De heeren yergissen. zich. De arbeiders, als getuigen gedagvaard, beweren dat zij in het bij dagvaarding aangegeven tijdperk niet onafgebroken bij .verdachte gewerkt hebben, zoodat het aan .verdachte ten laste gelegde niet is be- jvezen. Na eenige discusie wordt verdachte yaaa het hem ten laste gelegde vrijge sproken en tevens door de heeren van den Raad van Arbeid proces-verbaal tegen V. G. opgemaakt wegens onjuiste invul ling van zijn loonlijst. Verdachte wordt vrij gesproken. B. W. B. graanhandelaar te Almkerk had voor zijn dienstmeisje geen renteze gels geplakt. Verdachte: Ik plak altijd, omdat ik er sterk voor ben, maar doe het niet elke week, maar zoo nu en dan. Men heeft nog nooit last van mij gehad. Getuige Popelier, ambtenaar bij den "Raad van Arbeid te Tilburg verklaart dat 't bij verdachte meer aan een verzuim is te wijten. Eén kaart kon hij niet vin- j den en de andere heb ik ingenomen. Kantonrechter tot getuige: Maar waar lom dan dadelijk proces-verbaal opge maakt? Getuige Popelier: Ja Edelachtbare om- |dat het mij door mijne supérieuren is gelast Kantonrechter't Spijt me dat ik dezen verdachte moet straffen, maar ik kan niet anders, want de overtreding is ge pleegd. De wet eischt dat ik voor el ke week verzuim eene boete opleg, maar ik geef 't minste wat ik kan geven en idat is 30 maal 50 cent of 30 maal 1 dag. J. v. G. chauffeur te Haarsteeg had met. zijn vrachtauto 17 personen vervoerd 'die keurig op planken waren gezeten. De [vrachtauto was niet goedgekeurd v or personenvervoer en ook had hij geen Idiens tregeling. Kantonrechter: Waarom heb je het gedaan? Verdachte: Ik had ze per vracht aan genomen. KantonrechterDus niet bij het kilo. Verdachte: Neen allemaal tegelijk en wel naar Herpt voor drie gulden. Maar ik wist niet dat ik het niet doen mocht. Kantonrechter: Nou, jij bent de kwaad ste en oneerlijkste nog al niet. Ik geef je f 3.00 dat is net wat je gebeurd jhebt om de Heeren naar Herpt te rij den, en dan moet je maar denken: „dat rijden heb ik uit menschlievendheid ge daan". Je straf is dus f 3.00 of 2 dagen. P. L. v. W. autobusondernemer te Gen- jderen. had onder Dussen een kar en paard aangereden van Goossen Verbeek te lAndel. De getuigen verklaren dat het gespan van Verbeek zoo ver mogelijk re. hts van den weg stond. Kantonrechter: Even na de aanrijding "ben ik er met mijn eigen auto toevallig In den loop van het jaar 1928 werd dcor mij, door het rondzenden van vra genlijsten, een euquête ingesteld naar den toestand van het grasland in mijn ambtsgebied. De resultaten van dit on derzoek geven voorloop-ig aanleiding tot het doen van de volgende korte mede- deelingen. 1 Door bijna alle berichten gaat als 't ware één groote klacht, die daarop neerkomt, dat de afwatering nog ontzet tend veel te wenschen overlaat. Zoo lang op een of ander perceel grasland de afwatering nog niet in orde is, zijn al le andere maatregen, die men voor de productie vermeerdering neemt, tot op zekere hoogte nutteloos en in elk ge val is de rentabiliteit hiervan zeer on zeker, als 't land van overmaat van wa ter te lijden heeft. 2. De onvoldoende afwatering is vaak 'n gevolg van 'n gebrek aan samenwer king fcusschem hen, die hiervoor hebben te zorgen, maar dikwijls ook daarvan, dat de direct belanghebbende, d.w. dus zeggen, dat de grondgebruikers hun gloo ien en greppels niet genoeg zuiver ma ken of dat ze er niet vooor zorgen, |dat er voldoende elooten en greppels van 'n behoorlijke diepte en breedte aan wezig zijn. 3. Ex wordt in de door mij ontvan gen berichten, te veel aan de kwestie van de ontwatering alleen aandacht gehou den. Er zijn nog tal van andere pon ten, waar ook op gelet moet worden, en waar men tot heden onvoldoende op let. 4. Waar men. schrijft over nadeelige invloeden van te veel water, daar wijst men op 'fc voorkomen van verschillende onkruiden en wel op biezen, hermoes, driekant en nog op enkele andere. 5. Doof eene verbetering van den wa terafvoer alleen of door een verlaging van iden grondwaterstand gaan deze plan ten echter niet alle weg. Men moet z.g.n. land dan bovendien beter bemesten, be ter verplegen en beter gebruiken. 6. Behalve de onkruiden, die ken merkend zijn voor 'n slechten waterafvoer, zijn er ook nog 'n zeer groot aantal en dikwijl? in grooten getale in het gras land, die daar ook niet behooren te zijn en die door een doelmatig gebruik, be handeling, bemesting en vooral misschien door 'n goede methode van aanleggen van 't grasland sterk tegen gegaan zouden kunnen worden. 7. Op die methode van aanleg van grasland wordt door mijn corresponden ten cok niet of bijna- niet de aandacht gevestigd. Ik vraag mij af, of deze ook niet. vaak de oorzaak van 'n minder gceden toestand van 't grasland kan zijn. Er zon gevraagd kunnen worden of 't zaaibed altijd voldoende wordt toebe reid, of 't land niet te veel is uitgemer geld als er grasland van wordt gemaakt, of men t niet veel krachtiger moet be mesten om de planten van den beginne af beter tot ontwikkeling te brengen en 't onkruid op die wijze van den aan vang af meer te onderdrukken, of de keuze van 't zaaizaad altijd wel goed is is en of men wel voldoende aandacht schenkt aan hier te lande gewonnen zaaizaad enz. 8. Behalve aan eventueele fouten bij den aanleg van grasland wordt er on getwijfeld door mijne correspondenten neg niet voldoende aandacht aangeschcxnuen, dat in goede verpleging naast 'n goed gebruik en 'n goede bemesting oorzaak van verbetering van den toestand van 't grasland kan zijn. Niet alleen voor 'u bestrijding van de onkruiden zijn deze maatregelen van groote belang, maar ook om de goede grassen flink tot ontwik keling te brengen en op den voorgrond te houden, is o.a. 'n voortdurende goede bemestings- toestand enz. van groote be- teekenis. Wij mogen er hier ter plaatse wel even ter loofs op wijzen, zonder daarop- uitvoering in te gaan dat: a. b Verschil in kleur en ook ove rigens in den toestand van de graszode er zeer vaak op wijst, dat het eene per- veel veel aan mest te kort komt verge leken bij het andere. b De groote massa onkruiden, bijv. de Scherpe boterbloem, de witte ganze- bloem, sorbenkruid enz., er dikwijls op wijzen, dat het land onvoldoende wordt bemest en gebloot. c. 't Groot verschil in grasontwikke ling tusschen de plaatsen waar de uit werpselen der dieren gevallen zijn en waar dit niet 't geval is, er dikwijls op wijst, dat 't land an.ru. Voedsel te kort kc-mt. d. De gelijkmatige toestand ven de graszade en dus tevens in 't algemeen de verbetering van de zode ook zeer in de hand gewerkt kan worden door het ge regeld en op tijd uitspreiden van de mest v. d. weidende dieren. e. In de methode van het weiden ook veel zit als men, 't grasland goed in orde wil houden. f. Voor een goede, dichte stand van t gra.i en 'n goede smakelijkheid van 't gras op alle deelen van 't raid het op tijd blooten ook van groot belang is. g. Onkruiden, die men op 'n andere wijze niet afdoende bestrijden kan, uit getrokken of uitgestoken moeten wor den. Misschien zou dit van de gewone distel9 gezegd kunnen worden. 9. Ofschoon bij punt 8 ook al op de bemesting is gewezen, mag er toch nog wel eens afzonderlijk, de nadruk op wor den gelegd, dat er ongetwijfeld nog mas sa's landbouwers zijn, die naast mis schien 'n onvoldoende hoeveelheid kali en phesphorzuur overal 'n te geringe hoeveelheid stikstof gebruiken. 10. Voorts kan ook de kalkarmoede van den grond, inzonderheid in de zahd- streken, 'n zeer voorname oorzaak zjjn en isj dit ook werkelijk vaak, van den slechten toestand van het grasland. Lie ver drukt men dit in dezen tijd uit door te zeggen, dat de kalktoestand van den grond niet in orde. 11. Het is geheel niet onmogelijk, dat er in de zandstreken heel veel gras land in meerdere of minder mate ont- g-inningsziek is en dat deze ziekte dan misschien alleen of bijna uitsluitend de c-orzaak van den slechten toestand is. 12. Ondanks het ieit, dat daarop bij punt 8 ook al gewezen is, wil ik hier nog even terug komen op de wijze van gebruik v. h. grasland als oorzaak van den slechten toestand. Ik bedoel hiermee, dat- men niet moet vergeten, dat de zeis de vijand van de weide is en als men 'n igoede grasmat, die voldoende dicht is, behouden wil en waar dus bij voort during naast genoeg bovengras ook vol doende ondergras aanwezig is, dan moet rr.en veel en scherp en goed weiden en niet veel maaien. In 'n paar hierop volgende artikels hoop ik enkele bovenstaande punten nog iels uitvoeriger te behandelen. De Rjj kshmdbou wcons ulent. II. E. Huizenga* Griep is vooral gevaarlijk om Je complicaties, die ge makkelijk ten gevolge van haar verzwakkenden in vloed op het algemeene gestel kunnen optreden. Wacht dan Ook niet langer en neem vandaag nog de versterkende TOT DE Het hu ia Eikestein behoorende in «Se 17e eeuw toe aan den heer Joost de Camcns, diens weduwe en kinderen; in de 18e eeuw vinden we als eigenaar vermeldde heer Simcn Lodewijk van de Poll. Bij de overstrooming van 1740 had ook dit gebouw veel geleden, brug, hekken en eene kleine schuur waren ge heel weggespoeld, terwijl ook het muur werk en de vloeren zeer gehavend waren. In de 17e eeuw stond in Wijk ook nog een vervallen ruïne welke eertijds het stamhuis was geweest van het ade- lijke geslacht genaamt „Spieringh van Wel." eene rank de Heeren van Heus den en verwant aan de Spieringh van Aalburg. Het huis „de Rivel" aan de Rivel- steeg is mede sinds lang verdwenen. In het dorp en de heerlijkheid Wijk heeft vanouds ook gestaan een klooster van monniken van de orde der Tempelie ren of Tempelheerenin de middeleeu wen in de wandeling bij het volk ook genaamd „de Roode Monniken." Deze orde is nadat zij omtrent 200 jaren had bestaan in het jaar 1312 door paus Cle mens V op aanstoken van Filips IV (de Schocne) koning van Frankrijk opgehe ven. Deze orde werd beschuldigd van de meest gruwelijkste zonde van af- gederij en onkuischheid, welke beschul diging gegrond was op de meest gera- fineerde en laaghartige samenstelling van leugens en bedrog door de handlangers van den koning van Frankrijk samen gesteld om zich van de rijke bezittingen dies orde meester te maken. In Fran krijk en Italië en ook in de andere landen werden deze ridders van den Tem pel bijna gelijk, zonder vorm van proces veroordeeld en a.h.w. uitgemoord. De grootmeester der orde Jacob van Molaij stierf den 19e Maart 1314 te Parij3 op den brandstapel. Tot zijn jongsten snik hield hij zijne onschuld en die zijner orde vol. Men verhaalt, dat hij zijne beide moordenaars, den koning en den paus, voor Gods rechterstoel gedaagd heeft, en dat beider spoedig daarop ge volgde dood de goddelijke straf voor het onrechtvaardig vonnis geweest is. In de Nederlanden is men in het al gemeen niet zoo streng tegen deze mon niken opgetreden en zijn velen bij het leven gelaten, hoewel ook hier de orde is vernietigd geworden en hare goederen verbeurd verklaart werden. In vroegere eeuwen is het echter bij die van Wijk een oude traditie geweest,' dat ook de aldaar wonende Tempelieren op zekeren nacht zouden omgebracht zijn, uitgenomen één. die het door een of ander middel nog ontkwam. Het klooster te Wijk was een zeer heerlijke en roijaal gebouw en werd ge woonlijk, gelijk als ook nu nog de ter dier plaatse staande boerderij, „het Mon- niktnhcf" genoemd. In de 17e eeuw waren er nog eenige overblijfselen der bouw werken. „Ende hetgene dat men daer ncch siet dat en was niet meer als de poorte van dit kostelijk gebouw, waar door dat men gingh in eene groote en sthoone galerije, daervan dat voor de troubeien (80-jarige oorlog) nog eenige overblijfselen geweest zijn, ende door de Galerie in het Hof, ofte Klooster van de Tempeliers." De goederen der Tempeliers te Wijk aan de Abdij van st. Michiel te Antwer pen gegeven. In latere tijd is de Heer lijkheid. Wijk en de Abdij goederen al daar aan de vermaarde Abtdij van Mid delburg gekomen. In de middeleeuwen was er te Wijk eene zalmvisscherij in de Maas, toebe- Lco.ende aan de graaflijkheid vöjo] Hol land, en waarvan moesten opgebracht worden voor het „Verheff van het leen" twee zalmen. Terwijl oudtijds de dorpen van het Land van Heusden hare uitwatering op de oude Maas hadden zoo is met de nederwaarts gelegen dorpen Wijk en Veen eene uitzondering gemaakt, en hebben die hare uitwatering voorts gehad door- het Land van Altena in de Wijde Alm, wel ker uitwatering langs dezen weg in het jaar 1412 „bij Graaf Willem ran Hoorn, Heer van Altena., voor goed is erkend en goapprobeerd geweest." Volgens eene oude Overlevering zou aan den molendijk te Wijk weleer een korenmolen hebben gestaan, welke bij eene dijkbreuk aldaar is weggespoeld. Door dezen «dijkbreuk zijn de z.g.n. djjk- kuilen ontstaan. De molen zou gestaan hebben ter hoogte van de tegenwoor dige „Jaspere stoep". In hoeverre zulks historisch is, is schrijver deze® niet be kend, evenmin hoelang zulks geleden zou zijn, doch kan bij benadering wel geschat worden op minstens 2V2 eeuw. Hier volgen nog enkele bij zonderheden: 1607. 23 April, klaagt de Gocumsche elassisvergadering„dat den monniok tot Wijck, die den Classem bedrogen heeft, ende sich draecht als een openbaar Pa pist ,sal ontboden worden voor den Dros- saert van Heusden ende de dienaeren des Evangelie aldaer ende vermaent sij- nen dienst, die hij sich onderwint int lesen ende manier van prediken tot Wijck voors. te verlaten ofte bij weigeringe van dien, dat de auctoriteijt van de ed: Hee ren Staten tot weijgeringe van hem sal weiden versocht." De eerste predikant kwam in Wijk in het jaar 1610 geheeten Jacobus Snoeck. 1710 Schout te Wijk de heer Pullen; burgemeesteren: Cornelis Seijmens Nieu- coop, Leendert Backs en Hendrick de Scheerder. Secretaris was Mr. Willem van Berkel. In dat jaar moest betaalt worden aan Simon van der Does, pen ningmeester van den Hoogen Maasdijk over 608 groote mergen a 24 stuivers f724: 12.—. Aan den Ed. Heer Drost A. van Dcrp als ambachtsheer van Wijk als van ouds f20.—. Aan denzelfde voor de vagebonden f46: 1.—. Verteerd bij Schout Pullen op den victoriedag f 10.—. De rekening werd in de kerk gedaan en door klokgelui werd het uur bekend ge maakt waarop begonnen werd. 1717. Vinden me vermeld: Het huis van Lodewijk van Dijk is genaamd „den Externest." Het huis van Bastiaan Vos in „de Hoeve." Ook wordt daar nog mel ding gemaakt in de keuren, omtrent de straat tegenover „het Herbukel"! In 1740 werd door verschillende inge zetenen van Wijk veel schade geleden vanwege de doorbraak en watersnood. Gei rit de Graaf, 2 paarden verdronken, de weduwe van Jacob van Bergeijk een paard en een veulen verdronken. Verder werd nog veel schade geleden door Arien Roeljfse Kerkwijk, Lauweren® van Dru ilen, Wouter de Ruijter, Vrederick de Veer, de weduwe Gerrit Artze Bax, Pee ter Pik rter en nog veie andere. Jan de Waal woont op Papenhoff. In 1742 werd bijzonder veel schade geleden aan het veldgewas door de mui zen. Poorter te Wijk en aldaar op 21 Januari in de kerk begraven. 1769 22 December werden van Johan nes de Waal drie kinderen gelijk begraf ven. overleden aan de pokken. Als eene bijzonderheid uit die tijd* hoewel niets met de geschiedenis van Wijk gemeen hebbende, doch vanwege de zeldzaam hooge leeftijd hier tusschenge- vcegd vinden we vermeld dat in 1774 op 2 Febr. te 's Gravenhage overleed de Heer de la Haije, oud 120 jaren, geboren onder de tenten in Frankrijk* bij de partij van den kardinaal Mazaxin» Heeft 102 jaren geleden op 18-jaxige leeftijd, de inneming van Utrecht door de Franschen in 1672 bijgewoond, is in 1709 in den slag bij Malplaquet ge weest, heeft te land eene reis gemaakt Egijpte, Persië, Indië en China, huwde op 70-jarige leeftijd, gewon teen nog vijf kinderen, en was van gedachte gezien hij op 100-jarige leeftijd nog gezond en sterk was het jaar 1800 wel te zul len beieven. 1775. Raad te Wijk: Jacob Bol, schout, Cornelis van Wijk, W. van Helden, Andr, van Dijk, Teunis Nieuwkoop, G. Sluij- mers, A. Roos en en Leendert van Ber geijk. Uit de rekening ever het jaar 1793 ontleenen wij het volgende: „Deeze re ken ingh overgelevert aan de Hoog Edels Gesirengen Heer Jacob van Kretschmar als Heer van Wijk. De drie burgemees ters waren: Barent Pullen, Jacob van Beigeijk en Huijbert Vos. Van commer* onraat dijkgelden enz. Ontvangen van den heer Arien Slrnj- mers f220.— voor huur van 't Coorn- sant ent Plaatje van de Graaffelijkheid. Pagt van de Cuijlenburgsehe tiend door Jacob van Bergeijk f 50.— Van Willem Straver f 245 pagt van de tiend in de tarwe en haver op het geheele per ceel land toebehoorende, den heer Pols in) de Biesheuveltiend. Teunis van den Steenhoven f219 wegens pacht van de tiend, in het overige van de Biesheu veltiend. Jacob Aartse Vos f 40 pagt van riet in de Drjkkuilen. Van Sweer Bournan te Andel f38 pagt van noten aan den Moolendijk. Cornelis Verhagen f 22 pagt voor 1 jaar huur van 7 hon den bouwland op de Ulven. Belastbaar land ruim 925 mergen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1929 | | pagina 5