Tweede Blad
üo.1895 Woensdao 6 Maart
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
GRIEP
ABDU5IRi
OOP
Kantongerecht Heusden
BIJDRAGEN
K echtzaken
LENTEMAAND.
BEHOORENDE BIJ HET
Staat alles tegen?
Gebrék aan eetlust
Verstopping
Slechte spijsvertering en
alle voedingsstoornissen
moeten spoedig zwichten
voor Foster's Maagpil-
len, die uw geheele or
ganisme verkwikken.
Maagpillen
Fen en ander over den
toestand van het grasland in
Westelijk Noord-Brabant-
Dat is
AKKER'*
Voorde BOi
rst
Geschiedenis wan het Land fan
Hensden en a Irma en den
Bommelenvaard
23)
1757 15 Januari overleden Willem de
POLITIE-RECHTBANK.
Uitspraken van 25 Februari.
G. v. A. Almkerk, diefstal, onbepaald
uitgesteld.
T. 0. te Almkerk, heling onbepaald
uitgesteld.
H. D. K. te Genderen, art. 300, 3 w.
gevangenisstraf.
H S. te Herpt, art. 300, geschorst tol
11 Maart a.a.
C. H. te Vlgmen, mishandeling, f20
subs. 20 dagen hechtenis.
A. H. te Vlymen, mishandeling, vrij
spraak.
J. H. en A. H. te Vlijmen, mishandeling
f 15 sobs. 15 dagen hechtenis.
POLITIE RECHTBANK 's BOSCH.
Broodnijd,
P. S., arbeider te Almkerk, 27 jaar9
had op 9 Jan. 1929 zich door mishande
ling vergrepen aan D. Maas, caféhouder
te Woudriehem.
De mishandelde, die een klap op bet
achterhoofd had gekregen, heeft nog altjjd
last van de gevolgen. Hg had hoegenaamd
geen aanleiding gegeven tot dien laffeo
aanval. Volgens de inlichtingen zou er
broodnijd in het spel zjjn. Verdachte ont
kende.
De eisch wegens mishandeling luidde
f25, de uitspraak f20 boete.
Welhaast weer 't schoon getij gaat komen
Waarin de lente zich ontplooit
En boom en struik en bosch en hagen
Met hare sierslen weeldrig tooit.
Het schoon, waar 't oog zich in verlustigt
Welks aanblik als met nieuwe kracht
Bezielt den mensch, die al zoo lange
Op Lente 's weerkomst heeft gewacht. -
Zij gaat nu komen weer de Lente,
Schoon nog de strjjd niet is volbracht
De strijd var> Lente, die moet komen
En Winter die te bijjven tracht
De Winter, die met gure vlagen
Den heer8chers8taf nog in de hand
Zoo nu en dan zjjn sneeuw en hagel
Nog kwistig strooit naar allen kant,
Maar moog' hy even fel nog woeden
Zich toonen nog in d'oude kracht,
De strijd door Winter aangebonden
Met Lente, sloopt zjjn reuzenkracht
Nog houdt hij volmaar zeker zullen
Zyo dagen weidra zgn geteld,
Zal vluchten bij voor 't zachte koeltje
Waarmee de lieve L«*ni' zich meldt.
Reeds zondt de Lente weer haar bodes
Die nog verscholen half in 'i gras,
Het kopje schuchter heffend, loerden
Of Winter al verdwenen was.
Reeds kwamen vele vogels weder
Brengt eiken nieuwen dag er meer
En klikt in bosch en in hagen
Hun lustig, big gekwinkeleer.
Ach Winter, wil Uw biezeo pakken
Uw tjjd is heen geef op den strjjd
Uw ryk is uit vertrek in vrede
Want voor de deur staat L-ntetjjd t
(FOREST)
Nieuwsblad
*Alom verkrijgbaar f 0.65 per flacon.
STRAFZITTING VAN HET KANTON
GERECHT TE HEUSDEN ran Vrijdag
15 Februari 1929.
KantonrechterMr. C. W. v. Ommeren.
Ambtenaar van het Openb. Ministerie
«Tbr. Mr. J. Twiss Quarles van Ufford.
GriffierMr. "WL Ruitinga.
langs gereden. Ik ben even uitgestapt
en heb ook gezien dat de kar van
Verleek zoo ver mogelijk naar rechts
stond.
Getuige Verbeek: Ik beb f 15.00 scha
de gehad, die ik wel zou willen terug heb
ben.
KantonrechterDe autobus is de schuld
der aanrijding, ook al reed zij langzaam,
't Eenige excuus is dat de weg ter plaat
se van de aanrijding erg smal is. Ver
dachte krijgt f 3.00 c|f 2 dagen, terwijl de
civiele-vordering van f 15.00 wordt toe
gewezen.
A. V. chauffeur te Wijk had te Heus
den op den hoek bij het café Roorjakkers
eene aanrijding met een autobus van
,,Onze Dienst". Verdachte kwam vanaf
het Plein gereden in de richting Haven,
terwijl van "Wijk uit de Wijksche straat
kwam in de richting Heusdensche brug.
Verdachte: Toen ik van Wijk zag was
hij nog een Meter of tien van mij af,
terwijl ik even eerder op de kruising was.
Kantonrechter: Verkeer van rechts gaat
vcor en v. Wijk was aan jou rechter
kant, dus moest voorgaan. Je hadt dus
beter op moeten letten. Maar ik geef toe
't is een erg beroerde bocht, waar men
geen uitzicht heeft. Een geringe straf
acht ik hier op hare plaats en daarom
f 3.00 of 2 dagen.
A. V. reiziger te Woudriehem had ge
reden met een rijwiel zonder bel en wel
te Oudheusden.
Verdachte zegt niet geweten te heb
ben dat er geen bel aan zijn rijwiel zat.
Kantonrechter: Kerel je praat er je
zelf in omdat als dat waar is is het een
bewijs dat je niet behoorlijk belt op hoe-
hoeken enz. Feitelijk verdiende je dus
een dubbele straf Maar je bent met
dit gure weer heelemaal van Woudriehem
gekomen en daardoor heb je getoond
niet onverschillig te zijn. Overigens sta
je gunstig bekend. Nou, vooruit dan,
f 1.00 of 1 dag.
Ditmaal zijn er geen kinderzaken te be
handelen.
A. G. v. G. klompenfabriek te Dussen
staat terecht ter zake dat hij geen ren-
tezegels heeft geplakt voor vier zijner
arbeiders. Bij dagvaaring wordt hem ten
laste gelegd dat hij niet geplakt heeft
voor vier zijner arbeiders, die gedurende
een in de dagvaarding aangegeven tijd
perk onafgebroken bij hem zouden hebben
gewerkt.
Getuigen Hoffman en Popelier Amb
tenaren van den Raad van Arbeid ver
klaren dat van G. bij het opmaken van
het proces-verbaal heeft gezegd dat de
heide arbeiders Rijken en v. Boxtel on-
afgebroken in het tijdvak 1 Februari
i— 1 Juni 1928 bij hem werkzaaim zijn
geweest. Ook op den loonlijst aldus ge- i
tuigen staat aangegeven dat beide per
sonen geregeld bij hem in dienst zijn
geweest.
Verdachte: Ik heb niet gezegd dat
'Bijken en v. Boxtel het geheele tijdvak
bij mij werkzaam zijn geweest. De heeren
yergissen. zich.
De arbeiders, als getuigen gedagvaard,
beweren dat zij in het bij dagvaarding
aangegeven tijdperk niet onafgebroken bij
.verdachte gewerkt hebben, zoodat het aan
.verdachte ten laste gelegde niet is be-
jvezen.
Na eenige discusie wordt verdachte
yaaa het hem ten laste gelegde vrijge
sproken en tevens door de heeren van
den Raad van Arbeid proces-verbaal tegen
V. G. opgemaakt wegens onjuiste invul
ling van zijn loonlijst.
Verdachte wordt vrij gesproken.
B. W. B. graanhandelaar te Almkerk
had voor zijn dienstmeisje geen renteze
gels geplakt.
Verdachte: Ik plak altijd, omdat ik er
sterk voor ben, maar doe het niet elke
week, maar zoo nu en dan. Men heeft
nog nooit last van mij gehad.
Getuige Popelier, ambtenaar bij den
"Raad van Arbeid te Tilburg verklaart dat
't bij verdachte meer aan een verzuim
is te wijten. Eén kaart kon hij niet vin- j
den en de andere heb ik ingenomen.
Kantonrechter tot getuige: Maar waar
lom dan dadelijk proces-verbaal opge
maakt?
Getuige Popelier: Ja Edelachtbare om-
|dat het mij door mijne supérieuren is
gelast
Kantonrechter't Spijt me dat ik dezen
verdachte moet straffen, maar ik kan
niet anders, want de overtreding is ge
pleegd. De wet eischt dat ik voor el
ke week verzuim eene boete opleg, maar
ik geef 't minste wat ik kan geven en
idat is 30 maal 50 cent of 30 maal 1 dag.
J. v. G. chauffeur te Haarsteeg had
met. zijn vrachtauto 17 personen vervoerd
'die keurig op planken waren gezeten. De
[vrachtauto was niet goedgekeurd v or
personenvervoer en ook had hij geen
Idiens tregeling.
Kantonrechter: Waarom heb je het
gedaan?
Verdachte: Ik had ze per vracht aan
genomen.
KantonrechterDus niet bij het kilo.
Verdachte: Neen allemaal tegelijk en
wel naar Herpt voor drie gulden. Maar
ik wist niet dat ik het niet doen mocht.
Kantonrechter: Nou, jij bent de kwaad
ste en oneerlijkste nog al niet. Ik geef
je f 3.00 dat is net wat je gebeurd
jhebt om de Heeren naar Herpt te rij
den, en dan moet je maar denken: „dat
rijden heb ik uit menschlievendheid ge
daan". Je straf is dus f 3.00 of 2 dagen.
P. L. v. W. autobusondernemer te Gen-
jderen. had onder Dussen een kar en
paard aangereden van Goossen Verbeek te
lAndel. De getuigen verklaren dat het
gespan van Verbeek zoo ver mogelijk
re. hts van den weg stond.
Kantonrechter: Even na de aanrijding
"ben ik er met mijn eigen auto toevallig
In den loop van het jaar 1928 werd
dcor mij, door het rondzenden van vra
genlijsten, een euquête ingesteld naar
den toestand van het grasland in mijn
ambtsgebied. De resultaten van dit on
derzoek geven voorloop-ig aanleiding tot
het doen van de volgende korte mede-
deelingen.
1 Door bijna alle berichten gaat als
't ware één groote klacht, die daarop
neerkomt, dat de afwatering nog ontzet
tend veel te wenschen overlaat. Zoo
lang op een of ander perceel grasland de
afwatering nog niet in orde is, zijn al
le andere maatregen, die men voor de
productie vermeerdering neemt, tot op
zekere hoogte nutteloos en in elk ge
val is de rentabiliteit hiervan zeer on
zeker, als 't land van overmaat van wa
ter te lijden heeft.
2. De onvoldoende afwatering is vaak
'n gevolg van 'n gebrek aan samenwer
king fcusschem hen, die hiervoor hebben
te zorgen, maar dikwijls ook daarvan,
dat de direct belanghebbende, d.w. dus
zeggen, dat de grondgebruikers hun gloo
ien en greppels niet genoeg zuiver ma
ken of dat ze er niet vooor zorgen,
|dat er voldoende elooten en greppels
van 'n behoorlijke diepte en breedte aan
wezig zijn.
3. Ex wordt in de door mij ontvan
gen berichten, te veel aan de kwestie van
de ontwatering alleen aandacht gehou
den. Er zijn nog tal van andere pon
ten, waar ook op gelet moet worden,
en waar men tot heden onvoldoende op
let.
4. Waar men. schrijft over nadeelige
invloeden van te veel water, daar wijst
men op 'fc voorkomen van verschillende
onkruiden en wel op biezen, hermoes,
driekant en nog op enkele andere.
5. Doof eene verbetering van den wa
terafvoer alleen of door een verlaging van
iden grondwaterstand gaan deze plan
ten echter niet alle weg. Men moet z.g.n.
land dan bovendien beter bemesten, be
ter verplegen en beter gebruiken.
6. Behalve de onkruiden, die ken
merkend zijn voor 'n slechten waterafvoer,
zijn er ook nog 'n zeer groot aantal en
dikwijl? in grooten getale in het gras
land, die daar ook niet behooren te zijn
en die door een doelmatig gebruik, be
handeling, bemesting en vooral misschien
door 'n goede methode van aanleggen van
't grasland sterk tegen gegaan zouden
kunnen worden.
7. Op die methode van aanleg van
grasland wordt door mijn corresponden
ten cok niet of bijna- niet de aandacht
gevestigd. Ik vraag mij af, of deze ook
niet. vaak de oorzaak van 'n minder
gceden toestand van 't grasland kan zijn.
Er zon gevraagd kunnen worden of 't
zaaibed altijd voldoende wordt toebe
reid, of 't land niet te veel is uitgemer
geld als er grasland van wordt gemaakt,
of men t niet veel krachtiger moet be
mesten om de planten van den beginne
af beter tot ontwikkeling te brengen en
't onkruid op die wijze van den aan
vang af meer te onderdrukken, of de
keuze van 't zaaizaad altijd wel goed is
is en of men wel voldoende aandacht
schenkt aan hier te lande gewonnen
zaaizaad enz.
8. Behalve aan eventueele fouten bij
den aanleg van grasland wordt er on
getwijfeld door mijne correspondenten neg
niet voldoende aandacht aangeschcxnuen,
dat in goede verpleging naast 'n goed
gebruik en 'n goede bemesting oorzaak
van verbetering van den toestand van
't grasland kan zijn. Niet alleen voor 'u
bestrijding van de onkruiden zijn deze
maatregelen van groote belang, maar ook
om de goede grassen flink tot ontwik
keling te brengen en op den voorgrond
te houden, is o.a. 'n voortdurende goede
bemestings- toestand enz. van groote be-
teekenis. Wij mogen er hier ter plaatse
wel even ter loofs op wijzen, zonder
daarop- uitvoering in te gaan dat:
a. b Verschil in kleur en ook ove
rigens in den toestand van de graszode
er zeer vaak op wijst, dat het eene per-
veel veel aan mest te kort komt verge
leken bij het andere.
b De groote massa onkruiden, bijv.
de Scherpe boterbloem, de witte ganze-
bloem, sorbenkruid enz., er dikwijls op
wijzen, dat het land onvoldoende wordt
bemest en gebloot.
c. 't Groot verschil in grasontwikke
ling tusschen de plaatsen waar de uit
werpselen der dieren gevallen zijn en
waar dit niet 't geval is, er dikwijls op
wijst, dat 't land an.ru. Voedsel te kort
kc-mt.
d. De gelijkmatige toestand ven de
graszade en dus tevens in 't algemeen de
verbetering van de zode ook zeer in de
hand gewerkt kan worden door het ge
regeld en op tijd uitspreiden van de
mest v. d. weidende dieren.
e. In de methode van het weiden ook
veel zit als men, 't grasland goed in orde
wil houden.
f. Voor een goede, dichte stand van
t gra.i en 'n goede smakelijkheid van
't gras op alle deelen van 't raid het
op tijd blooten ook van groot belang
is.
g. Onkruiden, die men op 'n andere
wijze niet afdoende bestrijden kan, uit
getrokken of uitgestoken moeten wor
den. Misschien zou dit van de gewone
distel9 gezegd kunnen worden.
9. Ofschoon bij punt 8 ook al op de
bemesting is gewezen, mag er toch nog
wel eens afzonderlijk, de nadruk op wor
den gelegd, dat er ongetwijfeld nog mas
sa's landbouwers zijn, die naast mis
schien 'n onvoldoende hoeveelheid kali
en phesphorzuur overal 'n te geringe
hoeveelheid stikstof gebruiken.
10. Voorts kan ook de kalkarmoede
van den grond, inzonderheid in de zahd-
streken, 'n zeer voorname oorzaak zjjn
en isj dit ook werkelijk vaak, van den
slechten toestand van het grasland. Lie
ver drukt men dit in dezen tijd uit door
te zeggen, dat de kalktoestand van den
grond niet in orde.
11. Het is geheel niet onmogelijk, dat
er in de zandstreken heel veel gras
land in meerdere of minder mate ont-
g-inningsziek is en dat deze ziekte dan
misschien alleen of bijna uitsluitend de
c-orzaak van den slechten toestand is.
12. Ondanks het ieit, dat daarop bij
punt 8 ook al gewezen is, wil ik hier
nog even terug komen op de wijze van
gebruik v. h. grasland als oorzaak van
den slechten toestand. Ik bedoel hiermee,
dat- men niet moet vergeten, dat de zeis
de vijand van de weide is en als men
'n igoede grasmat, die voldoende dicht
is, behouden wil en waar dus bij voort
during naast genoeg bovengras ook vol
doende ondergras aanwezig is, dan moet
rr.en veel en scherp en goed weiden en
niet veel maaien.
In 'n paar hierop volgende artikels
hoop ik enkele bovenstaande punten nog
iels uitvoeriger te behandelen.
De Rjj kshmdbou wcons ulent.
II. E. Huizenga*
Griep is vooral gevaarlijk
om Je complicaties, die ge
makkelijk ten gevolge van
haar verzwakkenden in
vloed op het algemeene
gestel kunnen optreden.
Wacht dan Ook niet langer en
neem vandaag nog de versterkende
TOT DE
Het hu ia Eikestein behoorende in «Se
17e eeuw toe aan den heer Joost de
Camcns, diens weduwe en kinderen; in
de 18e eeuw vinden we als eigenaar
vermeldde heer Simcn Lodewijk van
de Poll. Bij de overstrooming van 1740
had ook dit gebouw veel geleden, brug,
hekken en eene kleine schuur waren ge
heel weggespoeld, terwijl ook het muur
werk en de vloeren zeer gehavend waren.
In de 17e eeuw stond in Wijk ook
nog een vervallen ruïne welke eertijds
het stamhuis was geweest van het ade-
lijke geslacht genaamt „Spieringh van
Wel." eene rank de Heeren van Heus
den en verwant aan de Spieringh van
Aalburg.
Het huis „de Rivel" aan de Rivel-
steeg is mede sinds lang verdwenen.
In het dorp en de heerlijkheid Wijk
heeft vanouds ook gestaan een klooster
van monniken van de orde der Tempelie
ren of Tempelheerenin de middeleeu
wen in de wandeling bij het volk ook
genaamd „de Roode Monniken." Deze
orde is nadat zij omtrent 200 jaren had
bestaan in het jaar 1312 door paus Cle
mens V op aanstoken van Filips IV (de
Schocne) koning van Frankrijk opgehe
ven. Deze orde werd beschuldigd van
de meest gruwelijkste zonde van af-
gederij en onkuischheid, welke beschul
diging gegrond was op de meest gera-
fineerde en laaghartige samenstelling van
leugens en bedrog door de handlangers
van den koning van Frankrijk samen
gesteld om zich van de rijke bezittingen
dies orde meester te maken. In Fran
krijk en Italië en ook in de andere
landen werden deze ridders van den Tem
pel bijna gelijk, zonder vorm van proces
veroordeeld en a.h.w. uitgemoord. De
grootmeester der orde Jacob van Molaij
stierf den 19e Maart 1314 te Parij3 op
den brandstapel. Tot zijn jongsten snik
hield hij zijne onschuld en die zijner
orde vol. Men verhaalt, dat hij zijne
beide moordenaars, den koning en den
paus, voor Gods rechterstoel gedaagd
heeft, en dat beider spoedig daarop ge
volgde dood de goddelijke straf voor
het onrechtvaardig vonnis geweest is.
In de Nederlanden is men in het al
gemeen niet zoo streng tegen deze mon
niken opgetreden en zijn velen bij het
leven gelaten, hoewel ook hier de orde is
vernietigd geworden en hare goederen
verbeurd verklaart werden. In vroegere
eeuwen is het echter bij die van Wijk een
oude traditie geweest,' dat ook de aldaar
wonende Tempelieren op zekeren nacht
zouden omgebracht zijn, uitgenomen één.
die het door een of ander middel nog
ontkwam.
Het klooster te Wijk was een zeer
heerlijke en roijaal gebouw en werd ge
woonlijk, gelijk als ook nu nog de ter
dier plaatse staande boerderij, „het Mon-
niktnhcf" genoemd. In de 17e eeuw waren
er nog eenige overblijfselen der bouw
werken. „Ende hetgene dat men daer
ncch siet dat en was niet meer als de
poorte van dit kostelijk gebouw, waar
door dat men gingh in eene groote en
sthoone galerije, daervan dat voor de
troubeien (80-jarige oorlog) nog eenige
overblijfselen geweest zijn, ende door de
Galerie in het Hof, ofte Klooster van
de Tempeliers."
De goederen der Tempeliers te Wijk
aan de Abdij van st. Michiel te Antwer
pen gegeven. In latere tijd is de Heer
lijkheid. Wijk en de Abdij goederen al
daar aan de vermaarde Abtdij van Mid
delburg gekomen.
In de middeleeuwen was er te Wijk
eene zalmvisscherij in de Maas, toebe-
Lco.ende aan de graaflijkheid vöjo] Hol
land, en waarvan moesten opgebracht
worden voor het „Verheff van het leen"
twee zalmen.
Terwijl oudtijds de dorpen van het
Land van Heusden hare uitwatering op
de oude Maas hadden zoo is met de
nederwaarts gelegen dorpen Wijk en Veen
eene uitzondering gemaakt, en hebben die
hare uitwatering voorts gehad door- het
Land van Altena in de Wijde Alm, wel
ker uitwatering langs dezen weg in het
jaar 1412 „bij Graaf Willem ran Hoorn,
Heer van Altena., voor goed is erkend
en goapprobeerd geweest."
Volgens eene oude Overlevering zou
aan den molendijk te Wijk weleer een
korenmolen hebben gestaan, welke bij
eene dijkbreuk aldaar is weggespoeld.
Door dezen «dijkbreuk zijn de z.g.n. djjk-
kuilen ontstaan. De molen zou gestaan
hebben ter hoogte van de tegenwoor
dige „Jaspere stoep". In hoeverre zulks
historisch is, is schrijver deze® niet be
kend, evenmin hoelang zulks geleden zou
zijn, doch kan bij benadering wel geschat
worden op minstens 2V2 eeuw.
Hier volgen nog enkele bij zonderheden:
1607. 23 April, klaagt de Gocumsche
elassisvergadering„dat den monniok tot
Wijck, die den Classem bedrogen heeft,
ende sich draecht als een openbaar Pa
pist ,sal ontboden worden voor den Dros-
saert van Heusden ende de dienaeren
des Evangelie aldaer ende vermaent sij-
nen dienst, die hij sich onderwint int
lesen ende manier van prediken tot Wijck
voors. te verlaten ofte bij weigeringe van
dien, dat de auctoriteijt van de ed: Hee
ren Staten tot weijgeringe van hem sal
weiden versocht." De eerste predikant
kwam in Wijk in het jaar 1610 geheeten
Jacobus Snoeck.
1710 Schout te Wijk de heer Pullen;
burgemeesteren: Cornelis Seijmens Nieu-
coop, Leendert Backs en Hendrick de
Scheerder. Secretaris was Mr. Willem
van Berkel. In dat jaar moest betaalt
worden aan Simon van der Does, pen
ningmeester van den Hoogen Maasdijk
over 608 groote mergen a 24 stuivers
f724: 12.—. Aan den Ed. Heer Drost A.
van Dcrp als ambachtsheer van Wijk
als van ouds f20.—. Aan denzelfde voor
de vagebonden f46: 1.—. Verteerd bij
Schout Pullen op den victoriedag f 10.—.
De rekening werd in de kerk gedaan en
door klokgelui werd het uur bekend ge
maakt waarop begonnen werd.
1717. Vinden me vermeld: Het huis
van Lodewijk van Dijk is genaamd „den
Externest." Het huis van Bastiaan Vos
in „de Hoeve." Ook wordt daar nog mel
ding gemaakt in de keuren, omtrent de
straat tegenover „het Herbukel"!
In 1740 werd door verschillende inge
zetenen van Wijk veel schade geleden
vanwege de doorbraak en watersnood.
Gei rit de Graaf, 2 paarden verdronken,
de weduwe van Jacob van Bergeijk een
paard en een veulen verdronken. Verder
werd nog veel schade geleden door Arien
Roeljfse Kerkwijk, Lauweren® van Dru
ilen, Wouter de Ruijter, Vrederick de
Veer, de weduwe Gerrit Artze Bax, Pee
ter Pik rter en nog veie andere.
Jan de Waal woont op Papenhoff.
In 1742 werd bijzonder veel schade
geleden aan het veldgewas door de mui
zen.
Poorter te Wijk en aldaar op 21 Januari
in de kerk begraven.
1769 22 December werden van Johan
nes de Waal drie kinderen gelijk begraf
ven. overleden aan de pokken.
Als eene bijzonderheid uit die tijd*
hoewel niets met de geschiedenis van
Wijk gemeen hebbende, doch vanwege de
zeldzaam hooge leeftijd hier tusschenge-
vcegd vinden we vermeld dat in 1774
op 2 Febr. te 's Gravenhage overleed
de Heer de la Haije, oud 120 jaren,
geboren onder de tenten in Frankrijk*
bij de partij van den kardinaal Mazaxin»
Heeft 102 jaren geleden op 18-jaxige
leeftijd, de inneming van Utrecht door
de Franschen in 1672 bijgewoond, is
in 1709 in den slag bij Malplaquet ge
weest, heeft te land eene reis gemaakt
Egijpte, Persië, Indië en China, huwde
op 70-jarige leeftijd, gewon teen nog vijf
kinderen, en was van gedachte gezien
hij op 100-jarige leeftijd nog gezond
en sterk was het jaar 1800 wel te zul
len beieven.
1775. Raad te Wijk: Jacob Bol, schout,
Cornelis van Wijk, W. van Helden, Andr,
van Dijk, Teunis Nieuwkoop, G. Sluij-
mers, A. Roos en en Leendert van Ber
geijk.
Uit de rekening ever het jaar 1793
ontleenen wij het volgende: „Deeze re
ken ingh overgelevert aan de Hoog Edels
Gesirengen Heer Jacob van Kretschmar
als Heer van Wijk. De drie burgemees
ters waren: Barent Pullen, Jacob van
Beigeijk en Huijbert Vos. Van commer*
onraat dijkgelden enz.
Ontvangen van den heer Arien Slrnj-
mers f220.— voor huur van 't Coorn-
sant ent Plaatje van de Graaffelijkheid.
Pagt van de Cuijlenburgsehe tiend
door Jacob van Bergeijk f 50.— Van
Willem Straver f 245 pagt van de tiend
in de tarwe en haver op het geheele per
ceel land toebehoorende, den heer Pols
in) de Biesheuveltiend. Teunis van
den Steenhoven f219 wegens pacht van
de tiend, in het overige van de Biesheu
veltiend. Jacob Aartse Vos f 40 pagt
van riet in de Drjkkuilen. Van Sweer
Bournan te Andel f38 pagt van noten aan
den Moolendijk. Cornelis Verhagen
f 22 pagt voor 1 jaar huur van 7 hon
den bouwland op de Ulven. Belastbaar
land ruim 925 mergen.
(Wordt vervolgd.)