Pil «nier bestaat Mil 2 hladen. DE LENTEFEE Hitgave: Firma L. J. VEERMAN, Heusden. No. 4897 Woensdag 13 Maart 1929, firma X Veerman FEUILLETON Sproeten komen vroeg in Binnenland Zij, die zich op dit Blad tvenschen te abonneeren, ontvangen de tot 1 April verschijnende nummers GRATIS ^ND VAN ALTENA Dit blad verschynt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG Abonnementsprijs: per 3 maandei i 1 25, ei franco per post beschikt f 1.40, Atzoi derlyke nummers 6 cent. int. IHfinoo no. at Postrekening no. 61525. Advertentiën van 1 6 regels 90 cent. Elke regel meer 15 cent. Groote letters Daar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. Een en ander over de ontwa tering van de landerijen en 't peil v. h slootwater in 't algemeen. Onlangs werden door mij in dit blad eenige mededeelingen gedaan over den toestand van het grasland. Het eerste punt, waarop ik de aan dacht vestigde is dit, dat de ontwa tering nog zoo heel veel te wenschen overlaat. In verband hiermee moge ik thans over bovenstaand onderwerp hier ter piaatse eenige opmerkingen maken. Een van de grootste bezwaren waar mee men over 't algemeen te kampen heef» bij de uitoefening van het land bouwbedrijf is een te hoogen stand van het grondwater. Het dezen stand komt veelal het peil van 't slootwater overeen. Een te hoog peil in de sloot wijst dus vaak op 'n te hoogen grondwater stand In de 2e plaats kan opgemerkt wor den, dat er ook dikwijls geheel verkeerde inzichten bestaan omtrent het meest ge- wenschte slootpeil, eventueel den meest gcwenschten grondwaterstand. Daarom zij het mij vergund het volgende over deze kwestie in dit blad mee te deelen. 1 Voor alle zand- en kleigronden en voor alle landbouw cultures i3 het wen- schelijk in den winter het peil zoo laag mogelijk te hebben. Voor de veengronden is de toestand anders. Deze moeten voort durend 'n vrij hoog water gehalte hebben.1 Drogen ze strek uit dan nemen ze la ter hoogst moeilijk of in 't geheel geen I water meer op. Daarom mag hier de stand van 't grondwater niet te laag zijn. In den zomer moet de toestand als volgt zijn: 2 Bij gedraineerd bouwland is het wenschelijk, dat de stand laag is, bijv. minstens 1.20 Meter, beneden het maai veld. 3 Bij gedraineerd grasland kan 'n over- eenkomstig peil als wenschelijk worden beschouwd. 4 Ongedradneerde perceelen bouwland op klei- en zavelgronden moet men zoo Spoedig mogelijk draineeren. Laat de stand van het slootwater 'n behoorlijk diepe drainage niet toe, dan moet de-1 ze verlaagd worden. In enkele polders is men van meening dat ook zonder drainage de bodem ten allen tijde voldoende ontwaterd lean wor den. Dit wordt dan toegeschreven aan de aanwezigheid van speeten in den Oiider- grond of aan een veenlaag onder de klei. Dcor dit een en ander wordt een snel le wateibeweging naar de slooten moge lijk en wordt drainage overbodig. 5 Het draineeren ran zandgronden kan onder omstandigheden ook zeer wensche lijk zijn, wanneer ze niet bepaald een hooge ligging hebben. Behoorlijk vrucht- Bare niet te hooge zandgronden komen er het eerst voor in aanmerking. (In 't westen van mijn ambtsgebied heeft men er zich op zandgrond ook meermalen mee bezighouden.) 6 Met het draineeren van blijvend grasland houdt men zich over het alge meen minder bezig, dan met de drai nage van bouwland. Een bezwaar voor den grasgroei is dit draineeren niet en in vele gevallen wordt 'n gunstiger toestand In den Boe HEU (handel van de SDEN. BOOR JULES MAEY. ezz> l. 19 Nu ik u zulke complimenten gemaakt heb, moet ik u nog iets verwijten. Mij iets verwijten, mejuffrouw? Mijn vader, dien ge in de club zoo vaak ontmeet, heeft u reeds herhaalde malen op de feesten uitgenoodigd, die hij se dert dit jaar gegeven heeft'. In 't begin zijt ge er gekomen, vervolgens zagen wij u in 't geheel niet meer. Gij weet, dat mijn vader ontkennen kan hij 't niet u een ware vriendschap toedraagt. Het is dus niet mooi van u, aan zijn belangelooze pogingen te onttrekken en zóó uwe vrienden te veronachtzamen. Ik ben minder schuldig, dan gij wel licht denkt, mejuffrouw, maar geloof, dat ik zeer gevoelig ben- voor dat ver wijt, dat van u komt. Galante praatjes, zeide ze, haar schou ders ophalende. Gij zult ons toch altijd blijven vermijden, daar ben ik zeker van. En wie geeft u die zekerheid, mejuf frouw De afstand, die ons scheidt Mejuffrouwzeide hij verlegen Ik ben vrij, mijnheer de Soulaimes. Ik zeg altijd alles, wat ik denk. Hwang heeft men mij nooit leeren kenneh en daar ik »n de eenzaamheid opgevoed ben, verkregen, wat de graszode betreft. Het is echter nog niet uitgemaakt in welke gevallen het draineeren van grasland be slist rendabeld. 7 Als men ongedraineerd land heeft, dat door greppels ontwaterd wordt, dan moet 't slootpeil natuurlijk beneden den bodem van de greppels zijn. Een lagere stand levert voor de cultuur geen voor deel, :najar ook geen bezwaar op. (Een lagere, stand zou wenschelijk kunnen zijn met het oog op gedraineerd land, dat elders in dezelfde polder gelegen zou kun nen zijn.) Bij aanwezigheid van 'n veenlaag- in den ondergrond kan het wenschelijk zijn, dat het peil eenigzins hoog is om uit droging- van de veenlaag te voorkomen (zie punt 1.) 8 Heeft men ongedraineerd grasland, dan is een slootpeil van plra. 50 cM. beneden 't maaiveld voldoende, als de greppels niet dieper zijn. Een lagere stand van 'c slootwater levert voor 't grasland geen bezwaar op^ zelfs al zou deze stand meer dan een Meter beneden 't maai veld zijn. Eene plotselinge verlaging van den grondwaterstand kan voor grasland .echter bedenkelijk zijn. Met eene verla ging plaats vinden dan is het heter, dat dit geleidelijk gebeurt, zoodat de gras wortels in de gelegenheid zijn de veria ging van den grondwaterstand te volgen. 9 Bij de twee voorgaande punten heb ik aan zandgronden, zavel en kleigron den gedacht. Ligt er moer onder 'n klei laag van 30 a 40 c.M. dikte, zooals dat meermalen voorkomt, dan moet er aan worden gedacht, dat het water aan deze moer laag niet te zeer wordt onttrokken (zie punt 1) Overigens is men op klei- ben ik zoo gewend niet aan de beleefd heden uwer beschaving'. Ik ben een wei nig woest en ik druk mij ook woest uit. Wees er niet verwonderd over en denk daaicm vooral geen kwaad van mij. Zij zag er bekoorlijk uit, haar oogen waren vochtig, zagen smeekend en glim lachend tot hem op. En daar zij zoo schcon was, was zij zoo verleidelijk, zoo gevaarlijk. Zeker, hernam ze, de afstand. Uwe hooge afkomst scheidt u van ons. En daar gij arm zijt, maai- zeer hooghartig, nood aakt ons fortuin u, u niet geheel te verwijderen. Indien gij mijn 'vader beter kendet en mij ook, mijnheer de Soulaimes zoudt gij weldra te we ten kernen, dat wij weinig om geld geven. Ik hef. in mijn jeugd de ellende gekend, de h< nger-ellendezulke ellende ziet men hier in Europa nooit, hoewel ik haar in 't geheel niet meer vrees. Van 't fortuin van mijn vader ben ik zeker, maar mijn vader zegt altijd, dat ik te eenvoudig ben, en dat ik rijkdom ver achten zou, indien zij mij niet in staat stelde ongelukkigen op te heffen, waar ik ze cok ontmoette. Begrijpt ge mij? Zeker. Sedert lang weet ik, dat gij door uw goedheid, door uw zachtheid en door uw bekoorlijkheid alle eeretitels ver dient, dat de natuur u hiermede over laden heeft. Uwe onuitputtelijke liefda digheid doet vergeten, dat gij rijk zijt. En uwe overgroote schoonheid Zij sloeg haar oogen neer e-n sidder- even. Zool zeide zij zacht, gij vindt mij schoon 1 Bertignolles, die aan zijn bureau geze ten was, volgde, als een vader gelukkig over 't geluk van zijn kind, 't tooaeel gTonden veelal van meening, dat hoog ge legen graslanden beter van kwaliteit zijn dan laag gelegen perceelen. 10 Het inzetten van water in de sloo ten heeft voor de voorziening van de planten met water geen beteekenis, zoo lang 't peil ran 't. slootwater beneden den Ixdem van de greppels blijft, omdat het indringen van water uit de slooten veel te langzaam gaat. Blijft de stand fvan 't slootwater dus beneden den bodem van de greppels, dan zal deze geen in vloed van beteekenis hebben op den stand van 't grondwater, d.w.z. eene periodieke vorhooging of verlaging van 't slootpeil zal dan van beteekenis geen veranderihg brengen in den stand vak het grond water. Dit geldt natuurlijk niet, als men met 'n ondergrond te maken, heeft, waar bijv. scheuren of spleten in zitten of die op 'n andere wijze zeer doorlatend is. Dit kemt misschien niet vaak voor. 11 Bij het voorgaande heb ik in hoofd zaak aan het slootpeil gedacht. Betref fende de grondwaterstand zij opgemerkt, dat deze altijd tamelijk laag moet zijn. Hierdoor en door eene diepe bewei'king van den grond zal het diep wortelen van de gewassen (ook van de planten op 't grasland) in de hand werden gewerkt. Er zal op deze wijze meer worden geprofi teerd van den voedselvoorraad in den bo dem en in tijden van droogte zal men hiervan minder gauw nadeel ondervinden. 12 Op zandgrond moet men het diep wortelen van de gewassen bevorderen, 't geen men kan doen door: a. Den grond diep te bewerken. b. Hierdoor ook in diepe lagen de humus met den grond te vermengen en op deze wijze de structuur en daar mee de watercapaciteit- tot grootere diep te te verbeteren. c. Gewassen in de vruchtwisseling op te nemen, die van nature diep wortelen. De openingen, die door de wortels van deze gewassen in den grcnd worden ach ter gelaten zullen door minder diep wor telende worden benut om er in &oor te dringen. In verband met al het voorgaande zij ten slotte opgemerkt, dat op lichte gron den of op gronden met 'n sterk doorlaten den Gndergrond de stand van het water in de slooten in den zomer wel eens te laag kan zijn, met het oog op 't gevaar, dat de stand van het grondwater hierdoor wel eens te laag zou kunnen worden. Op kleigronden, die geen ondergrond bezitten met 'n zeer bijzondere doorla- tendheid bestaat er echter ook in den zo mer geen gevaar voor, dat de stand van 't slootwater voor den groei van de ge wassen te laag kan worden, 'n Zeer lage stano is zelfs op de kleigronden in den zomer zeer wenschelijk om o.a. de ze kerheid te hebben, dat men het over- het voorjaar, koop tijdig een pot Sprutol. Bij alle Drogisten. tellige water ook spoedijf^kwijt kan wor den. Mceten de slooten dienen voor drink- watervcorzieningyy h. vee enz. of voor afschaffing va/t perceelen weiland, dan moet- er natóurlijk 'n voldoende hoeveel heid wa-t§r in zijn. De Bijkslandbouwconsulent, H. E. Huizenga* Ruim 1 millioen zoek. Aceta seint uit Semarang. De Raad van Justitie heeft rechtsiogaDg verleend met instructie tegen den heer L. R. A. v. B., vroeger commies-redacteur van het secretariaat van de Weeskamer te Padang. thans werkzaam by de Weeskamer te Semarang, wegens fraude te Padang ge pleegd. Een verzoek tot zjjn aanhouding en opzending is uitgegaan. De onregel matigheden zyn gepleegd tot een totaal van ruim een millioen guideD. o Wolkbreuk te Passoeroean. Aneta seint uit PassoeroeanHevige regens, welke het karakter van een wolk breuk aannamen, veroorzaakten aardstor tingen met als gevolg in het onder district Loembang (Oost-Java) een modder-bandjir, die in twee takkeD langs de kai's Boeloe- goentiog en Dieladri naar beneden stroom den en in de districten Tengger, Trati en Kbon Tjandi groote verwoestingen aan richtten. Honderden bouws sawah en tegallan (rystvelden) zyn verwoest. Zeven tien personen werden gedood, drie worden vermist. Tallooze werden slechts met moeite gered. Yan de suikerfabriek Kedawoeng zijn 40 bouws aanplant verwoest. in stilte. Jenny had eenige rozen op haar boezem gesloken. Een ervan had zij sedert eenige oogen- bhkken in haar haar hand. Zij beschouwde Laurens met een soort angst, blozende bij de gedachte, dat 't geen nu volgde, op haar hart gemunt was. Deze bloem liet zij voor de voeten van den graaf vallen. Geheel verward door die belangrijke ge- beuitenis, zóó aangelegd door dit jonge meisje in tegenwoordigheid baars va ders, zonder een woord geuit te lieb- aen, bleef hij een oogenblik roer loos staan. De roos lag vlak voor zijn voeten en scheen te zeggen: Vergis je niet. Ik ben geen bloeih meer. Ik ben de ziel van dit kind, zoo- schoon, zoo aantrekkelijk, geurende van liefde.Ik leg voor uwe voeten, om dat ik u liefheb.en zoo wilde ik altjjd wel levenin de vrede van mijn geluk." Hij nam haar op. En t-oen Jenny haar oogen weer open de, bemerkte, zij, dat hij haar voor zich hield. Zacht stiet zij zijn hand en de bloem terug. En nog zachter, bijna onhoorbaar zeide ze Ik geef haan u, omdat gij gedaald zijt En wat ik geef, neem ik nooit terug Verlegen verwijderde zij zich. Laurens was weer geheel alleen met Bertignclles. Beiden zijn onder den in druk van de bekoorlijke vrijpostigheid van Jenny en geen van beiden spreekt. De graaf is ontevreden over zichzelf, alscf hij een misdaad begaan heeft. Wat Bertignolles betreft, zijn vaderlijke tee- derheid is in opstand gekomen door 'tgeen Verdronken. In de Nieuwe Haven te Nijmegen is het 4 jarig joDgetje Th. H. A. van den schokker »Agnes« in een bijt in de Waal geloopen en jammerlyk verdronken. Te Waverveen is de 11-jarige C. Verburg in een gat in het ys van den Aaastel ge raakt en verdronken. q Dieren trouw. Een veehouder uit Schalsum (Fr.) had een paard verkocht naar Menaldum, een afstand van anderhalf uur. Na daar vier dagen te zijn geweest, bleek het op een vreegen morgen weer naar de boerdery, waar het vandaan kwam, te zyn geloopen. Het dier werd daar weer opgenomen. o Ernstige aanvaring voor Schiedam. Twee lichters geramd. Zaterdagmorgen is 't uitgaande s.s. •Anaconda* van de Americain Diamond Linis door tot nog toe onbekende oorzaak ter hoogte van het Spuikanaal te Schiedam uit zijn roer geloopen en met groote hij gezien heeft, en de avonturier, die geen gewetenszaak, geen andere wetten dan die van den wil kent, heeft met vochtige oogen 't meisje gadegeslagen, dat zich zóó tot de slavin van dien man gemaakt heeft. Bertignolles verbrak 't eerst 't stilzwij gen: Menheer de Soulaimes, zoceven, vóór dat mijn dochter hier kwam zeide ik u reeds, dat ik na. dat schandaal in de club op 't punt stond mij van u a,f te trekken, toen één gedachte mij terug hield; die gedachte ontstond omdat ik op den bodem van Jenny's hart be merkte, hetgeen gij zooeven van haar vei nemen hebtNadat gij zelf al les vernomen hebt, behoef ik er niets meer van te zeggenMijn kind be mint uZij bemint u reeds na de eerste maal, dat zij u ontmoet heeft. Zij bemint u hartstochtelijkGij zelf, Laurens, hebt gij er niets van gemerkt? Ik wist 't, zeide Laurens drcevig. Vanwaar die koelheid, die bescheiden heid, die tegenzin? 1 Hij boog zijn hoofd. 't Is goed. Ik ken uw gedachte begrij pen. 't Is van een edel en hooghartig karakter. Ik dank u er voor, Laurens. En Bertignolles gaf hem een hand. Lauiens drukte die; Bertignolles ver volgde Nadat ik deze ontdeikking gedaan had, kon ik ten uwen opzichte niet meer toet den ernst handelen, dien gij ver dient. Ik heb mijn dochter te lief om haar geen rekenschap te geven, van datgene waar ze belang in stelt. De vriend schap, die ik voor u koester is hoofd zakelijk gegrond op de liefde, die zij u kracht op de in de haven aan het terrein van de N.V Schieveem gemeerde lichters Jurgecs lit, schipper W. Willing uit Bemmel en >Jurgens 10c, schipper J. P. Donk uit Moerdijk, ingevaren. De >Jurgens 11*, welke aan de buiten zijde lag, werd door de Anaconda* in de achterzijde geraakt en dreef tengevolge van de botsiüg naar het midden van de haven. De ïJurgeDS 10*, welke meer achter uit lag, werd daarna geramd en een stak van den achtersteven vlak langs de roef werd als een schyf koek afgesneden en in elkaar gedrukt, waarbij inhoud en inboedel verpletterd en versplinterd werden. Het mag een wonder heeten dat by deze aanvaring geen menschenlevens zyn te betreuren. De schippers van beide sche pen zagen het ongeluk aankomen. Schip per Willing had nog juist den tjjd zijn vrouw te waarschuwen, die onmiddellijk met haar kind in den arm naar boven kwam. By haar poging om op de ïJur- gens 10* over te springen, viel zij oaet het kind te water, waaruit zy eerst na ongeveer 10 minuten, gedurende welke zy zich zwemmende bovenhield, door haar man en de kneehts kon worden gered. Gp de »Jargens 10* was de consternatie niet minder groot. In het thaDS vernielde gedeelte van het schip sliepen beneden twee kindereo, waarvan één ziek was. Schipper Dolle snelde naar beneden om ze te halen en ware hy een fractie van een minuut later geweest, dan zouden zy ongetwijfeld beiden zijn omgekomen. Mat de beide kinderen rende hij de trap weer op naar de groóte kajuit, waar ook een ziek meisje te bed lag.. Terwijl het achterschip onder hevig ge kraak bezweek, poogde hy met de kinde ren naar buiten te komen. Alle deuren bleken echter dermate te ign ontzet, dgf ontkomen onmogelijk was. Hy sloeg nog een ruit stuk, welke ech ter aan den buitenkant door een luik was afgesloten, maar kreeg daarna de ingeving om allen te gelasten rustig te blijven waar men was. Inderdaad bleek het gevaar voorbij en bepaalde zich het persoonlijk onheil tot eenige oogeoblikken van doods angst. De ruïae van het achterste gedeelte van de »Jurgens 10* is volkomen. Het schip drjjft nog op waterdichte schotten, terwijl het ook een dubbelen bodem heeft. De >Anacondac ligt in de Maas voor hot Spuikanaal ten anker. Veruaoedelyk is het roer van het sehip ontzet geraakt. Oogenschijnlgk heeft het geen andere schade. Ernstige vechtpartij. Zaterdagavond had in een café op 't Jan8veld te Utrecht een woordenwisseling tcediaagt. Ik boa u zonder haar kwaad te doen, zonder haai' te doen schreien, niet voor uwe schuldige zwakheid bestraf fen. Ik was verplicht u als een vader; te behandelen en u te vergeven Gij zijt wel goed, mijnheer Bertignolles en ik hen er u dankbaar voor Si reek, verzoek ik u, vooral niet van dankbaarheid. Ik .help u uit een nood,- dat is alles. De graaf was verlegen, 't Scheen alsof hij iets vragen wilde, maar zich nog be dacht teen hij 't eerste woord wilde uit spieken. Hij deed zich zichtbaar geweld aan maar zeide ten slotte Mijnheer Bertignclles, vóór alle dingen wilde ik u zeggen, hoe getroffen ik ben door uwe goede bedoelingen en vooral hoe trotsch ik er op ben, door juffrouw Jennv uitverkoren te zijn, maar toch,' kan ik. u niet verbergen, dat hoe ik; haar schi nheid ook bewonder en haar goed hart op prijs stel, haar toch niet be minWees er vooral niet beleedigd; deorik verzoek 't u Bertignolles lachte vertrouwelijk. Gij bemint haar nietdat is best mogelijkmaar ik veronderstel, dat zij1 u niet mishaagt. Zeker. Heb ik u dat niet reeds gezegd». Welnu, om haar te beminnen, i3 zooveel; niet noodig! Het gelaat van Laurens bleef ernstig en zelfs droevig. Mijnbeer Bertignolles, 't spijt mij, dat gij mij niet begrijpt. Waarom? Ik bemin mejuffrouw Jenny niet en zal haar ook nooit- beminnen. (Wordt vervolgd.) voorItlLiuinlti* innAtteia.lcLai|striitiifeBiiitlerviirl s-Teksten

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1929 | | pagina 1