1 uil 2
DE LENTEFEE
^ND VAN ALTENA
Uitgave: Firma L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 4935. Woensdag 24 Juli 1929.
Binnenland.
FEUILLETON
BEZOEKT-
I^or t ade nn i 3^0 i d
Acer's roop
de Heusdensche
Winkelweek,
Dit blad verschijnt WOENSDAG en VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.25, en
franco per post beschikt f 1.40, Afzonderlijke
nummers 6 cent.
Int Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525
Advertentiën van 1 6 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
DOOR
JULES MARY.
55
die gehouden wordt van 24—31 Juli.
DE LORD-MAYOR VAN LONDEN
TE AMSTERDAM.
De Lord-mayor vaB Londen, Sir Kynas-
ton Studd, beeft Zaterdag zyn aangekondigd
bezoek aan de hoofdstad gebracht. Hy
arriveerde met gevolg en in statiekleeding
met den Konink'yken trein en werd in het
station verwelkomd door burgemeester De
Vlugt. Vervolgens werd naar het Amstel
hotel gereden eo vandaar te halfelf naar
het stadhuis, waar de burgemeester van
Amsterdam zyn LondeDSchen collega de
gouden medaille der stad overhandigde,
een onderscheiding, die zeer zeldfiU wordt
geschonken. De publieke belangstelling
langs den weg, waar dg..«foet langs trok,
was zeer groot.
vvordt rujl^iGn V^o.o.1 diep
na Wet VcmrN
(Adv. in Blokschrift)
Het gezin van den arbeider L. v. Esch,
te Oss, is verblijd met de geboorten van
een vierling, twee jongens en twee meisjes.
Alle vier de wereldburgers leefden by de
geboorte, doch de twee jongens stierven
kort daarna.
OP 't KANTJE AF.
Op den onbewaakten overweg nabij
Alphen (bij Tilburg) is een boerenkar,
bestuurd door den landbouwer Van Heesch
uit Alphen, door een lps.se locomotief aan
gereden en voor het grootste gedeelte ver
nield. Van Heesch, die van zyn wagen
geslingerd werd, kreeg wonder boven
wonder geen letsel.
VERDRONKEN.
De 24 jarige P. uit Haarlem, die te
Apeldoorn logeerde, is by het zwemmen
in het kanaal bij de Zwaansprong aldaar
verdronken.
Te Arnhem is in den Rijn nabij de
Petroleumloods, de 25 jarige Kramer bij
het zwemmen verdronken.
Het 4 jarig zoontje van slager J. Ou-
werkerk te Molenaarsgraaf is in een sloot
geraakt en eeriigen tijd later levenloos
opgehaald.
DOOR DE WARMTE OVERLEDEN.
Iu de buurtschap Armhoede te Lochem
is een 70 jarige landbouwer op't land door
de warmte bevangen en aan de gevolgen
overleden.
BRANDEN.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag
is brand uitgebroken in de olieraffinaderij
»Zuilen«, gelegen aan de Vecht te Zuilen,
nabij de grens van Maarsen. Dank zij
het krachtig optreden van de brandweer
is de brand beperkt gebleven tot het oude
gebouw. Daarnaast lagen groote olie
reservoirs, die behouden konden worden.
Waren deze reservoirs in brand geraakt,
dan zou de ramp niet te overzien zijn
geweest.
Om ongeveer halfzeven Zaterdagmorgen
was men de brand meester. Alleen bet
oude fabrieksgedealte is uitgebrand, Veel
waterschade werd toegebracht aan de
machines. De gebouwen zijn verzekerd.
De oorzaak is onbekend. Wel heeft men
achter op h6t terrein een lucifer gevonden.
In hoeverre deze vondst in verband staat
met den brand, zal nader worden onderzocht.
Zaterdag ontstond een felle brand bij
de firma Woelbers in de Beekstraat te
Weert. Toen de brandweer kwam was
het pand reeds grootendeels uitgebrand^
Een groot gedeelte van den inventaris
ging verloren. De vermoedelijke oorzaak
ligt in broeiing van kapok. De brand
sloeg over naar het huis van de firma
Jansen, doch de brandweer slaagde er in
dit perceel te behouden. Verzekering
d6kt de schade.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag
is de boerenwoning van den landbouwer
Van Millingen te Hekerom, bij Ede, afge
brand. De oorzaak is onbekend. Uit de
oven van een kachel werd ongeveer f 1000
aan verkoold bankpapier van de Coöp.
EeierveiliDg, weike gelden 's Zaterdags
door v. M. voor de Eterveiling worden
uitbetaald, te voorschyo gehaald. Verze
kering dekt de schade. Ook een schuurtje
werd een prooi der vlammen. Niets kon
worden gered.
Te Haarlemmermeer is de boerdery van
den heer J. Biemond een prooi der vlam
men geworden. Oorzaak onbekend. Ver
zekering dekt de schade.
HOE MEN EEN INSPECTEUR
OVERTUIGT.
Te Weesp gebeurde het, dat een
jongen met zijn vinger bij de firma Sluis
tusschen een niet-machine geraakte, waar
door bij een stokje van dien vinger ver
loor. De joDgen kwam bij den dokter
terecht en werd betaald volgens de onge
vallenverzekering. Den volgenden dag kwam
'n rijksinspecteur om een onderzoek in loco
in te stelien. Men ging naar de machine
en terwijl een werkmeester zijn viDger op
de plaats des onheils stak kwam door een on
handige beweging de machine in werking,
met het gevolg, dat de demonstrant een
belangrijk stuk van zijn vinger kwijtraakte.
Het bewijs was dus geleverd 1
AANRIJDING.
Door het breken van een bout van de
vooras reed te Tilburg in de Lovensche
straat, een vrachtauto den 54 jarigen wiel
rijder G. H. B. aan. B. viel van zyn rijwiel
en werd met een ernstige hoofdwond naar
het ziekenhuis gebracht. Zyn toestand is
bedenkelijk. De vrachtanto reed na de
aanrijding nog de gevel van een café ge
deeltelik in elkaar.
DE KERMIS EN HET MES.
Zaterdagnacht, na afloop van de kermis
is op de groote markt te Vlissingen ge»
vochten. J. de J., uit de Breewaterstraat
kreeg daarbij eenige messteken in den rug.
De dader de V., werd gearresteerd, de J.
ligt in het ziekenhuis, zijn toestand is niet
zonder gevaar.
VERMIST.
De 25 jarige spoorwegarbeider B. te
Amersfoort is sedert Vrijdagavond spoorloos
verdwenen. Tot heden werd niets van hem
vernomen. Men vreest dat hem een ongeluk
is overkomen.
SLACHTOFFERS VAN HET ONWEER.
Uit Vaals meldt men aan de »Crt.«
Bij het hevige onweer, dat hier boven
de streek is losgebarsten, zijn twee slacht
offers gevallen. De bliksem sloeg namelijk
in op de Handel- en Industrie-tentoonstel
ling in het huisje van den bureaulist, die
gedood werd. Een maD, die naast hem
stond, werd zoodanig getroffen, dat hij ge
heel verlamd bleek te zijn.
Ell SILtl
mr let Laid nan Htisdti en AltenajeLangstraat tilt BommBlerwaard
ROTTERDAMS BRANDSTICHTER
GEVAT?
Een. 27-jarige boekdrukker verdacht.
Vrijdagmiddag te ongeveer drie uur is
'door den Rotterdamschen commissaris van
politie C. v. d. Poll aangehouden de 27-
jarige boekdrukker W. K., die verdacht
wordt gedurende de laatste maanden op tal
van plaatsen brand te hebben gesticht.
K., die reeds geruimen tijd door de po
litie werd gevolgd, is op- het hoofdbureau
in bewaring gesteld. De politie wenscht
nog geen nadere gegevens te verstrek
ken.
rROVINCIALE°STATEN.
Aan de antwoorden van Ged. St. opi de
.opmerkingen van de afdeelingen, ont-
leenen wij
In een afdeeling was men algemeen van
gevoelen, dat het jammer is, dat men de
Ned. Herv. Kerk te Woudrichem
zoo heeft laten vervallen. Men achtte het
daarom nuttig aan de subsidieverleening
de voorwaarde te verbinden, dat de her
stelling terstond ter hand wordt genomen
en regelmatig wordt voortgezet.
De Commissie, accoord gaande met den
twensch, dat de restauratie zooi spoedig
mogelijk tot stand komt, adviseert toit
aanneming van het ontwerp-beslüit.
(Ged. Staten zullen het Rijksbureau
voor Monumentenzorg en het bestuur der
Ned. Herv. Kerk met dezen wensch in
kennis stellen.)
Meerdere leden verklaarden, dat waar
.inzake restauratie toren te W o.u*
'driehem het Rijk voorgaat, men subsi
dieverleening alleszins gemotiveerd acht.
De vrees werd echter geuit, dat de kos
ten misschien wel honger zouden kunnen
[werden, daarom zou men dan het besluit
Willen toevoegen, dat maximum de sub
sidie f 9000 of f 3000 per genoemde jaren
mag bedragen.
De Commissie van Rapporteurs advi
seert het voorstel van Ged. Staten, met
[toevoeging van genoemde bepaling, te
aanvaarden.
(Ged. Staten achten het niet noodig,
daar het Rijkskubsidie van f 24000 een
maximum is, doch hebben tegen de toe
voeging geen bezwaar.)
Met betrekking tot de verbetering van
het kanaal 's-H e r t oge n bos c li-
Drong e 1 e n zij medegedeeld, dat de Mi
nister van Waterstaat zich tegenover Ged.
Staten bereid heeft verklaard medewer
king te verleenen tot verhooging van des-
zelfs afvoervermogen.
o
ABDIJ VAN TONGERLOO.
Ged. Staten vernietigen het subsidie
besluit van Roosendaal.
Gedep. Staten van Noord-Brabant heb
ben naar de Maasb. meldt, het besluit
van den gemeenteraad van Roosendaal
om f 500 bij1 te dragen in de kosten van
den wederopbouw van Tongerloo (Bel-
CH
Niettegenstaande alles, mijnheer, twij
felde ik, zeide hij tot den agent
Zonder u vermocht ik niets en indien
gij mij niet geloofd had, wat zou er dan
van mij geworden zijn.
Ik dank u dus mijnheer Gaume, ik dank
u.J.
Gaume was ontroerd.
Hij poogde zich echter te bedwingen.
't Is juist die twijfelzucht waarvan
gij- spreekt, die gemaakt heeft, dat ik
belang in die zaak begon te stellen. Als
gij mij alle bijzonderheden opgegeven, be
lwijzen aangevoerd had met tranen in uw
ocgen, zou ik gedacht hebben: „Pas op
mijn jongen, dat is een doortrapte schurk,
die je er in wil laten loopen." In plaats
van dat verhaalt gij mij een zuivere ro
manStel u dus gerust.
En terwijl hij 't eerlijke, openhartige
gelaat van Laurens beschouwde, mom
pelde hij„Of 't is een eerlijke jongen,
of ik ben een domkop."
Ontroerd drukte Laurens zijn handen.
Opdat gij in 't geheel niet meer kunt
.twijfelen, verzoek ik u, met mi) mede naar
den president der club te gaan.
De markies te Lansao?
Ja, zonder twijfel vinden wij hem thuis.
Gij kunt hem zelf ondervragen. Zijn ant-
gië), welk besluit met bijna algemeene
stemmen werd genomen, niet goedgekeurd,
wij 1 Gedep. Staten zulks niet in den
geest van de wet achten.
—O
HEDTE ZOMERS IN VROEGERE
DAGEN.
We puffen eindelijk van de warmte;
overdag ten minste, want des avonds vin
den v,ij het nu en dan nog tamelijk koud.
Maar gelukkig, dat we wat zomerhitte
mogen meemaken, want hoe dikwijls werd
de laatste weken de verzuchtig niet ge
hoerd Of het dan nooit meer zomer
-wordt? Evenwel: buurmans leed troost.
Kijken we daarom eens naar warme zo
mers in lang vervlogen tijden, schrijft het
Hbld.
In 627 is de warmte zóó sterk in Fran
krijk en Duitschland, dat de bronnen zijn
opgedroogd. Er is watergebrek en vele
menschen sterven van dorst.
In 879 zijn de velden volkomen verlaten.
De landbouwers, die doorwerken, vallen
doicd neerri,
In 995 straalt de zon zulkj een hitte uit,
dat de planten verbranden, alsof men ze
bij het vuur hield.
In 1000 verdrogen door de voortduren
de warmte de rivieren. Overal ziet men
hoppen visschen, die binnen enkele uren
tot verrotting overgaan. De rottende stof
fen, w'elke daardoor ontstaan, veroorzaken
pest.
In 1022 vallen menschen en dieren, die
zi«h in de zon wagen, dood; neer, „dor het
uitdrogen van hun keel en congesties
naar de hersenen."
l In 1132 drogen niet alleen de rivieren
uit, maar de aarde splijt en wordt hard
als steen. In den Elzas ligt de Rijn bijna
droog.
In 1139 wordt vooral Italië door de
warmte geteisterd; de planten worden er
„gebraden".
In 1260 maken de wapenen in den slag
van Bi; la minder slachtoffers dan de
warmte. Geheele gelederen vallen dood
neer van de hitte.
In 1277 zijn de landbouwers' in groote
verlegenheid. Al het veevoeder is ver
brand.
In 1303 en 1304 liggen Rijn, Loire en.
Seine droog.
In 1605 heerscht vreeselijke hitte door
geheel Europa.
In 1.606 wordt alleen Schotland bezocht
door oen hitte, welke menschen en die
ren vreeselijk kwelt.
In 1705 heersclit in verschillende stre
ken van Frankrijk een zoodanige hitte,
dat de warmte gelijk staat met die in
glasblazerijen. „Men kon gemakkelijk
vleesch in de zon koken." Yan 12—4 uur
des middags waagt niemand zich buiten.
In 1795 is de maand Juni ondragelijk.
De groenten werden geroosterd. De vruch-
- 1 "L-
woorden zullen mijn verdediging beves
tigen.
Goed, maar ik twijfel reeds niet meer.
Mijn hand er op.
Een kwartier daarna bevonden zij zich
in 't woonvertrek van den markies de
Lansac, die zeer verwonderd was', een
bezoek van Gaume, dien hij kende, te ont
vangen.
Bij de eerste woorden van den agent
riep> hij uit
Alles, wat mijnheer de Soulaimes u ge
zegd heeft, is de zuivere waarheid, 't Is
ons allen even onbegrijpelijk.
Maar vermoedt gij dan niemand?
Niemand.
Niemand, dat is waar, zeide Laurens.
Is 't mij toegestaan, Gaume een bijzon
derheid mede te deelen, die ik slechts
eenige dagen ken, en die wellicht van be
lang is?
Spreek, spreek.
Dat aanplakken in de club kan slechts
des nachts geschied wezen.
Zeker.
Daarvoor zou een der leden zich gedu
rende den dag reeds in de club verbor
gen hebben moeten houden.
Een onzer vrienden zou ik tot zoo iets
niet in staat durven denken.
Een knecht dan?
Dat eerder.een der knechten of
kellners, dat kan.
En dat is juist die bijzonderheid, waar-
opi ik Gaume opmerkzaam wilde maken.
Eenige dagen daarna heeft een onzer be
dienden ons verlaten.
Dat herinner ik mij niet meer,, zeide de
markies de Lansac.
Balmadau.
Dat is waar. Die bediende heeft ons
drie maanden geleden verlaten.
iten verdrogen aan de takken. In de
huizen springen elk oogenblik meubelen
en lambriseeringen. Het vleesch bederft
terstond.
In 1811 liggen de rivieren in verschei
dene provinciën droog.
In 1822 is er een hardnekkige warmte,
vergezeld van onweders en aardschud-
dingen. De droogte doet een heir muizen
uit den grond opdoemen, welke in Lot
haringen en Elzas groote schade berok
kenen. Te Saverne doodt men in veertien
dagen tijds meer dan twee millioen.
In 1852 doet de warmte in Frankrijk
de cholera ontstaan. Alleen Parijs telt
20.000 slachtoffers.
v—O—
—O"-"
—o
Waar is hij heengegaan? vroeg Gaume."
Dat welen wij niet. Na dien tijd heeft
niemand hem weer teruggezien.
Wij moeten zien hem terug te -vinden.
Daarmede zal ik mij dus allereerst be
lasten, zeide de agent.
Laurens vatte zijn beide handen.
Mijnheer Gaume, gij zult mij helpen?
Gij stemt dus toe?
Ja, ik zal u helpen, mijnheer de Sou
laimes en de duivel is er bij betrokken,
als wij beiden hem niet vinden.
Laurens kreeg tranen in zijn oogen.
O, zeide hij1, van mij; die arm ben,
kunt ge nooit een andere belooning ver
wachten, dan 't bewustzijn, dat gij uw
plicht gedaan hebt.
Dat is voldoende, mijnheer, gaf Gaume
eenvoudig ten antwoord.
Zij zeiden den markies de Lansac vaar
wel en gingen weldra ieder hun eigen
weg; zij hadden afgesproken, elkaar den
volgenden dag weer te ontmoeten.
Gaume wilde de meest mogelijke inlich
tingen inwinnen. Na twee of drie; keer een
onderhoud met den graaf gehad te heb
ben, wist hij; dat de man, die bij Lau
rens in de rue de Bruxelles geweest was,
groot en krachtig gebouwd was, grijs
haar had en een langen baard droeg.
Een pruik en een valschen baard, zei
hij tot. Laurens, daar zou ik op- zweren.
Gij hett zijn oogen echter gezien, niet
waar
Ja, blauw, en een Engelsch accent in
zijn stem.
Goed, heel goed.
Dit laatste is van veel belang, mijn
heer Gaume, omdat mijn moeder dien
avond ook dat accent opgemerkt heeft.
Zeer belangrijk, wat ge me daar me
dedeelt. Ik deel uwe meening. Die man
en de moordenaar zijn een persoon. Kunt
ge mij 't signalement niet geven van dien
Balmadau
O, hij lijkt in 't geheel niet op dieD
onbekende, die bij mij geweest is en 't
accent
O, daarin kan men zich licht vergissen,
luister maar eens
Nu gaf hij Laurens twee verschillende
dialecten te hoeren, waarna de graaf glim
lachte. Dit gaf hem weer moed.
Dit, is nog niet alles, zeide hij
Des te beter, des te beter
Gisteren, toen mijn moeder en mijn
nicht van 't Paleis van Justitie terugkeer
den, vernam mijn moeder duidelijk de
stem, die zij op den avond van den
moord vernomen had.
En?vroeg Gaume verrastwat de
den zij toen?
Wat konden zij doen. Gilberte liep al
leen ee kade af, om hem eveneens te
hooren, 't was te vergeefs.
En die gesproken woorden?
De man zeide, terwijl hij voorbijging
„Hij is zeer goed voor mij en ik zal
zijn dienst niet gauw verlaten."
Een zin als die van een knecht die
over zijn heer spreekt.
Of een bediende, die van zijn patroon
sprak. Heeft uw, moeder zich niet ver
gist?
Zij is er zeker van. Den geheelen vol
genden dag was zij er nog van ontroerd,
Eenige oogenblikken daarna toen beiden
in een rijtuig stapten, vernamen beide
ncgpaaals die stem, die zeide: ,,'t de
markiezin de Soulaimes, die te Nogent
woont met haar kleindochter Gilberte.
Wat hebben zij toen gedaan?
Gilberte kon 't rijtuig niet verlaten,
'fc Portier zat vastgeklemd en weldra was
—O—
■■e*0
't. te iaat.
Gaume haalde zijn schouders op. Hij
scheen inwendig kwaad te wezen.
Alle donders. Ze hadden toch kunnen
schreeuwen, desnoods een ruit inslaan.....
Maai mijnheer, twee dames
Dat is waar. Toch is 't een verzuim',
Wie weet, of 't toeval nog eenmaal zOjO
gunstig zou wezen.
Plotseling scheen hij op een gedachte
te komen.
Ga met mij mede naar den heer Chabert,
Zij begaven zich naar 't paleis en Gau
me liet Laurens een kleine zaal binnen
treden waar hij hem 't lapije stof liet
zien, dat de markiezin in de worsteling,
den moordenaar van 't lijf gerukt had.
Kunt gij u niets herinneren, als gij dit
lap je ziet, vroeg hij aan Laurens.
Laurens dacht na, maar de stof whs
zeer gewoon, en had een bruine kleur,
zooals veel gedragen wordt.
Neen ik kan 't niet, mijnheer Gaume,
Dat dacht ik wel, dat lapje zal ons hoe
genaamd niets kunnen helpen.
De energieke agent aarzelde echter noioit
larg.
Plotseling zeide hrj tot Laurens.
Ik heb iets voor u te doen, waarbij
gij u haasten moet; want hoe eerdep
wij dat weten, des te beter.
Spreek, gij kunt over mij beschikken,
Ik zou mijn leven er voor over hebben,
om te slagen.
Gij moet aan uw broeder de namen
vragen van allen, die met hem in han
delsbetrekking stonden en zelfs vrien
den van hem waren; eveneens moet gij
uw kennissen en vrienden er bij voegen
zelfs de werklieden, meesterknechts en
bedienden moogt gij niet uitzonderen.
Wordt vervolgd.)