Tweede Blad Mo.4842 Vrijdag 16 Augusttts Purol bij doorzitten en stukloopen der Huid. DE LENTEFEE UW ADRES Foio-Atclicr-Codse voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard FEï'IEEETOX KODAKS Vakkundige bediening. Buitenland BEHOORENDE BIJ HET MIJMIARDT's Hoofdpijn Tabletten 60 ct Laxeer Tabletten 60 ct Zenuw Tabletten 75 ct Staal-Tabletten 90 ct Haag-Tabletten 75 ct Bij Apoth. en Drogisten. iiiinieri'iibiiek. Hinvieitfciiid. De eerste zitting van het nieuwe Kabinet. Van I. n. r.Mr. Dr. L. N. Deckers, Mr. J. Terpstra, Mr. J. Donner, Jhr. Beelaerts van Blokland, Jhr. Mr. Ch. Ruijs de Beerenbroeck, Mr. P. Reimer, S. de Qraaff en T. P. Verschuur. DOOR JULES MARY. VOOR en andere FOTO-ARTIKELEN EIND B 119 GORKUM. Tel. 266. 1 (Wordt vervolgd.^ Nieuwsblad ~j. Beste jongenaf en meisjes. De oplossingen van de vorige raad sels zijn: 1. Vele handen maken Jicht werk. 2. Vliegmachine. 3. Tom mot. En de nieuwe raadsels zijn 1. Welk spreekwoord staat hier: D. A.N.O.D.R. I.T. 2 Waarom springt de liuismusch met beide pooten tegelijk en stapt de -ooievaar slechts poot voor póót 3. Hoeveel hardgekookte eieren kan een hongerige matroos 's morgens op zijn nuchtere maag opeten. 4. Van steen b n ik, en rond en hard; sla mijn kop' er af, dan word ik ik zwart. Rara wat is dat? OOM KAREL. HOE HET MADELIEFJE DEN LEEU WERIK HET LEVEN REDDE. II. De tulpen hielden zich nog eens zoo stijf als te voren en ze werden vuur rood van kwaadheid en mompelden: ,,het is een schandaal, zoo'n klein vod van een bloempje, om zich zóó op den voor grond te dringen, dat de leeuwerik haar bezoekt, in plaats van ons, die toch de mooiste kleur hebben van allemaal." Nu, het was maar goed dat pioenrozen, met hun dikke koppen, niet spreken kon den, anders zou het' madeliefje iets heel leelijks gehoord hebben. Het kleine bloem pje hoorde en zag wel, dat de anderen boes opi haar waren. Maar wat kon zij eraan doen? En het maakte haar erg l>edroefd. Maar een poosje later kwam er een lief, blond meisje in den tuin, met een groot mes, en sneed alle tulpen af. En toen de tulpen verdwenen waren,- kwamen de pioenrozen aan de beurt en vervolgens de rozen. Er was namelijk een feestje in het groote huis en al de mooie bloemen werden afgesneden, om in vazen te wor den gezet. „O, O,", snikte het made liefje, „wat is dat naar voor hun." Even later ging bet meisje met de bloemen naar tinnen en zag het madeliefje niets meer van hen. Ze was natuurlijk erg blij, dat ze geen groote, mooie bloem was en tussohen het gras verscholen stond. Want niemand dacht er nu aan, haar af te snijden, om in een vaas te pronk te zetten1,. Het madeliefje ging dus slapen met een dankbaar hailje en toen de ze n onderging, sloot het zijn kelkje en droomde den boelen nacht van de zon en van den leeuwerik, die haar gekust had. Teen de zon den volgenden morgen op ging, en het madeliefje de blaadjes open- 1 de en naar de heerlijke zonneschijn en de blauwe bic lit keek, hoorde ze allereerst weemVhet. lied van leeuwerik. Maar de vcafl zong nu een heel treurig liedje, onsdat hij gevangen was en in een kooitje ^fit, vlak bij een raam. Hij zong van de heerlijke wijde luchten, waarin hij placht te zweven, van de groene dreven waarin hij jubelde, ran alles wat hij verloren had, omdat hij nu gevangen was. O, O, wat zou het madeliefje hem graag ge- ONDERWIJZERS DIE GEEN SALARIS KRIJGEN. De tnsschenkomst van den minister ver zocht. In de gemeente Everdingen (Z.-H.) is de gemeente begroot ing door Ged. Sta ten van Zuid-Holland niet goedgekeurd. Een klein geschil over het al of niet be talen van een tijdelijke administratieve kracht veroorzaakte dit conflict. De ge- meente-ontvanger, daartoe gem acht igd door den burgemeester, weigerde de uit betaling van salarissen aan onderwijzers en ambtenaren. De onderwijzers die be grijpelijk voor de vacant ie salaris z ouden voor het feit, dat de beide voetgangers te gen den grond geslingerd werden. In deerniswekkenden toestand bracht men hen naar de C.B.Z. De nachtwaker overleed kort daarop tij dens de operatie. De ander heeft zeer ern stige kwetsuren opgeloepen maar zal er waarschijnlijk wel bovenop komen. De chauffeur die gearresteerd is, beken de te hard gereden te hebben. Nader vernemen wij nog, dat de auto op den weg een remspoor achterliet van 100 M. betgeen het onderzoek heeft uit gewezen. De aanrijding was zoo hevig, dat de lantarens en de radiator ernstig bescha digd zijn. bracht. Behalve het persoonlijk minimum- locn zouden in elke onderneming few brieks-raden worden ingesteld, de vacan- tie zon op vier dagen worden gebracht^ Chr. feestdagen zonden ten volle vergoed worden, als ziekengeld, zon 80 pOt. van bet uurinkomen worden betaald, terwijl er locale commissies en een centrals commissie zouden worden ingesteld om toezicht te kunnen uitoefenen. Ten slott-e zou last net least vrijwel over de gebruikelijke linie in zeer veis fabrieken de loonen een verhooging on dergaan. Door de verwerping der O. A. O. is dit echter niet het geval en blijk$ wederom de waarheid van het spreek woord, dat „wie het onderste uit de kan wil hebben in den regel het deksel op den neus krijgt". ci In de wereld bestond voor baar slechts Laurens,, zooals ziji er zeker van was, dat zij slechts voor Laurens in, die wereld bestond. Neen, neen, zeide zij, nocit zal ik daarin toestemmen. Afstand van hem deen, is mij onmogelijk, dat is de ee- nige opoffering, die ik niet doen kan. 't Is de eenige, die wij: van u smeeken. Ach, mevrouw, wij hebben samen reeds zooveel geleden en gemeenschappelijk lij den is een keten voor 't leven. Ik be minde hem tegen den wil van mijn vader, men bad ons gescheiden 't Toeval heeft ens hereenigd. 't Is voor mij, voor de broeder van mijn vader Laurens heeft 't u wellicht medegedeeld dat hij in de club die 100.000 francs met 't spel verloren, de oorzaak van alle ellende. Ik was 't, die hem verhinderd heb, zich te do oden en die de kogel ontvangen heb, die op zijn hart gericht wasAch. Ik lieg niet-, neen vraag 't hem, ik lieg niet, hij zal 't n bevestigen.... Mijn schou der werd gewond en mijn geheele leven zal ik er een lidteeken van behouden. En niettegenstaande dit alles, wilde hij zich toch van 't leven berooven, omdat zijn familie te Nogent hem ter dood ver oordeeld hadden.... holpen hebben. Als ze er den weg maar toe gezien liad. En het madeliefje werd heel bedroefd. Na een poosje kwamen er twee kleine jongetjes in den tuin, met een groet mes. En tot schrik van het ma deliefje, kwamen ze regelrecht op haar af. „We zullen hier een mooi stukje gras grond uitsnijden", zei de eene jongen, en begon den grond om het madeliefje heen los te snijden. „Pluk dat bloempje er maar uit", zei het andere jongetje, en stiekte zijn hand al naar het made liefje uit, dat stoud te trillen van angsh. „Ach nee", zei het eerste jongetje, „laat dat maar staan, het is juist wel aardig." En zoo werd het madeliefje met rust gelaten en werd, met een heeleboel gras sprietjes op een stukje grond, in het keeije van den leeuwerik gezet. Maar de leeuwerik bleef bedroefd en sloeg zijn vleugels zeer tegen de wanden van den kooi en smeekte om vrij te worden ge laten in zijn vogeltaal. Maar de beide jongetjes hoorden het niet, en zeiden tegen elkaar. Als vader en moeder mor gen terugkomen, zal de leeuwerik wel kalm geworden zijn, en als hij heele- maal tam is, zullen wij hem aan onze ouders laten zien. Eerder niet. Zoo ging een treurige dag voorbij'. De leeuwerik kreeg erge dorst en liet Made liefje probeerde hem op te beuren en bood hem de waterdruppeltjes aan, die in haar kelkje lagen. Eigenlijk waren het geen waterdroppels, zie je, maar tra nen, die het madeliefje schreide omdat de leeuwerik zoo verdrietig was. Maar het was niet genoeg om den dorst van den leeuwerik te lesschen en eindelijk zweeg de leeuwerik uitgeput. Terwijl het madeliefje maar zat te denken, hoe ze toch den leeuwerik zon kunnen helpen. (Wordt vervolgd.) ontvangen, kregen bericht dat het sa laris ever Juli niet zou worden uitbe taald en dat geen enkele toezegging kon geschieden. Het hoofdbestuur van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers heeft zich in eerste instantie tot) den minister gewend om door „liooger" tus- sclienkumt de uitbetaling der salarissen voor de onderwijzers te verkrijgen. O BLOEDIG GEVECHT MET INBREKERS". In een van de afgelegen kampongs van Lemah Abang, Krawang, kreeg een inlan der in het na-middernachtelijk uur be zoek van twee, zooals later bleek, gewa pende inbrekers. De huiseigenaar, een stoere kerel, was de man niet, om zulks goedschiks te ac- ccpteeren. Hij sloop uit zijn bed, wapende zich met een mes, versperde de binnen ge drongen inbrekers, die eveneens hun mes sen getrokken hadden den uitweg en for ceerde hen een duel op leven en dood. Toen het gevecht geëindigd was, lag een der inlrekers opi de plaats dood en de huiseigenaar ernstig verwond. Hoe de derde man er van af is gekomen is niet bekend. In het heetst van het ge vecht wist hij zich terug te trekken en op gemerkt. te eclipseeren. JJet bericht over dit nachtelijk drama kwam eerst den volgenden ochtend bij de veldpolitie die er onmiddellijk op uit getrokken is. En wie heeft dat verhinderd?... Wie heeft hem weerhouden?Wie heeft hem doen inzien, dat zijn leven noodig, nut tig was, juist omdat hij zijn misslagen vergoeden wilde? Dat was ik. Zonder mij, zou Laurens .dood geweest zijn, mevrouw, zonder mij1, zoudt- ge nu in den rouw zijn en slechts één zoon hebben. Gij ziet dus, dat Laurens mij behoort en dat gij 't recht niet hebt mij dit eigen dom te betwisten. Gedurende 't spreken, geraakte zij in verwering Haar oogen schitterden koorts achtig, maar zij weende niet. Neen, neen, dat recht hebt ge niet, ik heb hem lief, ik behoud hem. Docr mij van u Weg te jagen,, hebt gij een groo te onrechtvaardigheid begaan. Maar daar door hebt gij mijn liefde voor Laurens slechts doen toenemen, alsof die nog kon toenemen. Tevens zeg ik u, want hierom gevoel ik mij zeer gelukkig, en ben ik er trotsch op, mijn Laurens mint mij werkelijk, zooals een vrouw slechts droo- men kan bemind te worden. Dus gij ziet, mevrouw, dat 't weinig baten zon, indien ik hem van mij verwijderde. 't Moet, mijn kindin 't belang van allen 't Zou een ongeluk voor ons beiden zijn en gij kunt toch niet wenschen, dat uw zoon ongelukkig wordt. Ik begrijp uw weifeling, maar ik stel vertrouwen in uw hart en in uw redelijk heid; gij moet u opofferen. Dat zou weinig baten, hij zou 't niet gel-, even. Beproef 't. Hij zal mij om liefde smeeken. Te gen zijn tranen ben ik niet bestand. Gij moet u tegen u-zelf verzetten. Uit liefde moet gij u moedig tegenover hem NACHTWAKER DOODGEREDEN. Een ander zwaargewond. Op Kramat (Batavia) heeft een ern stig ongeluk plaats gehad, hetgeen een mcnschenleven heeft gekost. Een waker van de Oude Hermandad, liep' met een groentenkoopman geheel aan den kant van den weg, toen van Sa- lemba een taxi naderde in volle vaart. De chauffeur heeft waarschijnlijk zitten suf fen, dit is tenminste de eenige verklaring gedragen. Ik kan niet liegen. Er zijn verheven leugens, mijn kind. Maar ik hoor zijn verwijten reeds. Wat zal ik antwoorden? Gij zult zwijgen. Hij zal de reden van mijn gedrag ech ter willen weten. En ik zal niets kunnen zeggen. En als dan de verachting plaats voor zijn liefde maakt, wat dan Zou ik zijn verachting kunnen dragen. Neen, neen, nooit, nooit. 1 Eindelijk barstte zij in een luid gesnik uit. De markies en de blinde van hun zijde hadden moeite hun ontroering te verbergen. Zij verzetten er zich echter tegen. Van de toestemming van dit jon ge meisje hing hun toekomst af. Wat zij eischten was wreed, maar die wreed heid was noodzakelijk. Met tranen in haar oogen vroeg de Lentefee eindelijk En gelooft gij, mevrouw, dat hij zich tevreden zou stellen, met mij te hooren zeggen, dat ik hem niet meer lief heb? Neen, neen. Mijn lippen zouden wellicht licht liegen, maar mijn hart en mijn coeen zullen hem mijne liefde verra den. Daar de markiezin zweeg vervolgde zij Ja, ik zie 't-, gij zrjt onvermurwbaar. Ach, mevrouw, ik, die u zoo goed, zoo zacht vond, die u zoo lief had. Zij wischte haar oogen af. Gij zwijgt Gij zegt niets Gij hebt dan geen enkel woord tot troost voor mij over Mijn arm kind, wij zijn zeer ontroerd door uw verdriet, daar 't ons bewijst, dat gij mijn zoon innig lief hebt. Of ik hemj Jiefheb. VERWERPING COLLECTIEVE AR BEID SO VEREEN KOM ST MET AALIN - DUSTRIE. Zooals wij reeds eenige malen in deze rubriek hebben vermeld, werden in de metaalindustrie tusschen de werkgevers- en arbeidersorganisaties sedert geruimen tijd. onderhandelingen gevoerd over het afsluiten van een Collectieve Arbeids overeenkomst. Bij deze onderhandelingen waren enke le teere punten, zoodat het in den aan vang scheen, alsof men niet tot over eenstemming kon komen. De arbeiders wenschten n.l. invoering van een per soonlijk minimum-loon, terwijl de werk gevers van oordeel waren, dat men dé arbeiders naar hun bekwaamheid zou moe ten belcpmn en zijl daarom geen per soonlijk minimum-loon, doch een groeps- minimum wenschten. Ten slotte lieten de werkgevers eclite1", teneinde overeenstemming mogelijk le ma ken hun principieele bezwaren vallen. Over de andere punten als overwerk- regeling, vacantie-regeling, fabrieksc om- missie enz. konden de vertegenwoordigers der partijen na besprekingen in zoover tot overeenstemming kernen, dat de ar beiders-leiders verklaarden het concept contract aan hun leden ter goedkeuring te zullen voorleggen. Dit is geschied tem de R. K. en Chr. arbeidersorganisaties hebben de concept overeenkomst dan ook aanvaard. Dooi de Socialistische arbeidersorganisatie werd het echter verworpen, zoodat men thans weer evenver is als toen men be gon of nog beter een heel stuk is ach teruitgegaan, omdat het duidelijk is, dat nu in den eerst komenden tijd van een Collectieve Arbeidsovereenkomst in de metaalindustrie geen sprake zal zijn. f Vooral voor de arbeiders is dit te betreuren, omdat de C. A. O. hun on getwijfeld zeer belangrijke verbeteringen In naam dier liefde is 't, ik herhaal het, <iat ik die opoffering van u vraag. Maar mevrouw, als die opoffering noo- deloos blijkt Hoedat Als Laurens mij. niet gelooven wilde, of als hij mij geloofde, mij verachtte en geen ander huwen wilde Om zijn broeder te redden, zal hij huwen, wees daar zeker van. Plotseling staarde zij de blinde aan. Een gedachte kwam bij haar opi. Wie wilt gij hem laten huwen? De markiezin antwoordde niet. Ik wil 't weten. Boven alles is dit mijn recht. En wat ge me heden verbergt, zal ik morgen toch weten. Ik ken haar wellichtwacht eensIk vermoed... Ja, ja, ik vermoed, dat 'tJa, 't is juffrouw Jenny, de dochter van mijnheer BertignollesJa, zij is 't.... Laurens kent mijnheer Bertignolles. Jenny be- mint hem reeds lang. Zij. is rijk, zij is schoonEn ik ben arm.... Is 't zoo niet Bedroefd boog Michel het hoofd. Ach, mijn God, mijn God, mompelde 't jonge meisje. Ik had wel reden, verschrikt te wezen, toen zij mij haar liefde van Laurens bekende. Dien dag heb ik 't vocrgevcel gehad van een naderend on heil Zij viel op een stoel neer en zweeg geruimen tijd. Met haar hoofd op haar borst, onher- i kenbaar van vermoeidheid en verdriet zei- de zij' eindelijk zacht: Ik zal doen, wat gij wilt.... 't Scheen de markiezien toe, alsof haar hart brak. Goed, mijn kind, zeide zij.... Kom bij mij. .v N "v vr. S wfï W CHAUFFEUR REDT SCHOOLKIN- DEREN. Van een autobus, waarin een gezel schap schoolkinderen gezeten was, wei- gerden bij' een bocht in den weg nabij de tunnel van Mfettlach in het Saargebie® plotseling de remmen. De wagen scho>oti met groote snelheid naar den ongeveer 50 meter diepen afgrond terzijde van dei* weg. Aangezien de chauffeur geen kans! meer zag den wagen tot staan te hrengfen stuurde hij hem naar de andere zijde van den weg, waar de auto' zocdanig kantel- I de, dat de kinderen er uit tuimelden* I Slechts 8 hunner liepen lichte verwondin gen op. De wagen zelf werd geheel ver nield en de chauffeur moest worden uit gezaagd. TREIN VERPLETTERT .EEN AUTO BUS. 14 dooden. Zendagavond heeft te Dallas (Texas) een vreeselijke botsing plaats gehad tus schen een trein en een autobus, waarin) een aantal huiswaartskeerende dagjesmen- solien gezeten waren. Veertien personen' v.exden hierbij; gedood. Het meerendeeli Marie-Rosa naderde de blinde. Dsze trok baar naar zich toe, en dxuir te een kus op haar vqorhoofd. Gij' waart waardig mijne dochter té wordenen ik smeek u om vergiffenis^ voor de smart, die ik u veroorzaakt heb,] de grootste die een vrouw overkomen kan. Ja, ik vraag u vergiffenis, want ik beni wanhopig van smart. Ik gevojel dat mijni gv nogenheid voor u steeds toeneemt. ,GiJ 1 zijt een edel en beminnelijk kind, Mario Rosa Uw woerden bemoedigen mijl weer een weinig, mevrouw. Dus gij hebt wel ingezien, dat ik u noch uit wraak, noch uit verzet kwam verzoeken, afstand van mijn zoon te doen, Ja mevrouw. Gij hebt dus begrepen, dat wij slechte docr uwe opoffering geerd kunnen wor den? Ik heb 't begrepen. i Kan ik opi u rekenen? Helaas, mevrouw, wellicht zal 't mijni dood wezen. Wanneer ik echter volbracht» heb, wat gij; van mij' eisebt, kan ten minste niemand ter wereld meer a&nl mijn liefde twijfelen. Ik twijfel er reeds niet meer aan. Ik zal alles van hem verdragen, me vrouwzijn verwondering, zijn ongo- loovigheid, zijn toorn En zijn smart Marie? Ja, zijn smart. Ik zal zijn tranen niet| zien.En ik zal trachten mij tegenove.jJ zijn verachting staande te houden. En wanneer.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1929 | | pagina 5