Tweede Blad
Vrijdag 4 April
OST
Een Winternacht
voor he\ Land
van Heusden en ftltena,;
de Langstraat
en de Bommelerwaard.lerTzrcy-
NO. 5008
RugpijnNierenPillen
himiemibriefii.
FEUILLETON
Raad voor Vrouwen!
BEHOORENDE BIJ HET
DE AVONTUURLIJKE
GESCHIEDENIS VAN KONING
FRIKADEL DE TWEEDE.
„Daar heb je het nu al", dacht de
echte koning, Frikadel bij zich zelf, „dat
komt nu alleen, omdat ik die ééne haar
kwijt ben. Twee en twintig haren lij
ken natuurlijk veel minder dan drie en
twintig."
Ondertusschen dronken koning Pim-
po en Kniptang en de andere gasten
een heerlijk kopje koffie, en koning
Pimpo kreeg er drie volle schepjes sui-
I* I iker in, omdat hij daar zoo dol op was.
|den worden vroeg Kniptang aan
koning Pimpo, waarvan hij nu wel het
meeste hield.
Vanaf haar vorming tot voorbij
den middelbaren leeftijd, vergen de
lichamelijke beproevingen, waaraan
iedere vrouw onderhevig is, veel van
haar gestel en vaak veel van de
nieren in het bijonder. Eveneens
hebben de nieren veel extra werk te
doen voor en na de geboorte van
kinderen en tijdens de overgangs
periode. Geen wonder derhalve, dat
vrouwen vaak lijden aan rugpijn,
lendenzwakte, duizeligheid, hoofdpijn,
urinekwalen en waterzuchtige zwel
lingen.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen kun
nen onder die omstandigheden blijkens
de ervaring van zoovele vrouwen een
weldaad zijn. Zij werken uitsluitend
op de nieren en blaas, en staan de
nieren bij in haar zoo belangrijke taak:
het filtreeren van het bloed van de
erin voorkomende onzuiverheden.
Verkrijgbaar bij alle drogisten enz.
in glazen verpakking a f 1.75 p. flacon.
Beste jongens en meisjes.
De oplossingen van de vorige raad
sels zijn:
1. Wie een kuil graaft voor een an
der, valt er zelf in.
2. Hij bedoelde: als de spreeuwen
komen en het graszaad opeten,
dan komt er geen gras. Maar
komen ze niet, dan komt het gras
wel.
3. 3 f 2.25.
De nieuwe raadsels zijn:
1. Welke paarden eten nooit haver
en worden toch nooit mager?
2. Wie kan de meeste plaatsnamen
in Nederland vinden, die eindigen
op „mond", zooals Helmond, enz.
3. Welk woord wordt korter, als men
er twee letters bijdoet, en lang,
als men er twee letters afdoet?
OOM KAREL.
mjSHARDT's
Hoofdpijn Tabletten 60 ct
Laxeer Tabletten 60 ct
Zenuw Tabletten 75 ct
Staal Tabletten 90 ct
Raas-Tabletten 75 ct
Bij Apoth en Drogisten.
een vtouw? Waar is de Koningin
l dan?"
„Ooch, ikke hmm ik bedoel het was
allemaal maar een grapje mmmajes-»
teit", stotterde Kniptang, die opeens
begreep dat hij zich weer leelijk ver
praat had. Koning Pimpo keek hem
hoofdschuddend aan. Hij snapte er
niets meer van. Die rare koning, die
1 aldoor gekke dingen zei, en die blee-
ke hofkapper met zijn anderhalve haar
op zijn kale bol, het was alles even
schrikt. De generaal kwam binnen, die
door koning Frikadel was uitgestuurd,
om zijn gestolen haar te zoeken. Zoo-
dra kreeg de generaal Kniptang in het
oog, of hij rammelde woedend met zijn
sabel, en riep: „Wat is dat, bommen
en granaten? Wat doet die brutale
baardkrabber op den troon? „Woedend
stormde hij op Kniptang af. Doch toen
hij vlak bij den troon was, fluisterde
de echte koning Frikadel den generaal
wat in het oor, zoodat die opeens al
zijn boosheid inslikte en tot Kniptang
zei: „Hm, Majesteit, ik maakte maar
een grapje; ik kwam U vertellen, dat
ik de dief ontdekt heb. Het is
Hij liet zijn stem zóó dalen, dat nie
mand anders kon hooren, wat hij ver
der zei. Koning Pimpo schudde op
nieuw zijn hoofd. Het werd hoe lan
ger hoe vreemder. Nu was er weer een
generaal, die rare dingen zei, en dan
t i
f - v
De Haagsche Dierentuin is een bokkenberg rijk geworden. De antilopen hebben reeds bezit
van hun nieuwe home genomen en voelen zich in hun nieuwe omgeving zeer goed thuis.
NAAR HET ENGELSCH.
21
„Fraulein", jammerde hij, „wat is er
gebeurd?"
Vervolgens voegde hij er bevende
aan toe: „O, ik herinner het mij. Zij
stond als uit steen gehouwen haar
oogen wijd opengesperd, haar gezicht
doodsbleek, terwijl zij naar hem keek.
Hij uitte een kreet van pijn, roepen
de: „Waarom kijkt u mij zoo vreemd
aan? Ik dacht ik dacht, dat ik dood
ging; maar nu ben ik sterker, geloot
ik. Die medicijn, gaf u mij maar daar
voor zou ik gestorven zijn. God zegen
je Blanche. God zegen je."
t Zegeningen van hem. Het was te
verschrikkelijk.
„Zwijg," zeide zij, zoo zwak en zacht,
dat zij bijna niet verstaan kon worden.
„Spreek niet tegen mij, ik kan het niet
verdragen."
En zij verborg haar gezicht in haar
handen.
„Een woord, maar één woord, hoor
de zij hem jammeren." Is het moge
lijk, dat u hem kende dien Fransch-
man
De vraag bracht haar tot zichzelve.
riep alle smart over haar verlies weer
in haar wakker. Met een gezicht zoo
hard als staal, liep zij naar het bed
terug en, den man met drooge oogen
aanziende, antwoordde hij."
„Nu, als ik het mag zeggen, beste
koning Frikadel, dan houd ik erg veel
van slagroompudding met roomhoorn-
tjessaus, en met rozijnen en krenten,
met bruine suiker. En U, wat is Uw lie-
Velingskost,, beste koning Frikadel?",
„Ik ben gek op de kaantjes van het
uitgebakken vet. Op een boterham met
boter vind ik dat gewoonweg heerlijk",
zei Kniptang zonder na te denken, le
dereen barstte in lachen uit, en de
echte koning Frikadel kreeg een kleur
als vuur. Koning Pimpo mompelde:
„Nou, dat is me ook een deftige ko
ning, wie eet er nu kaantjes van het
vet?"
Kniptang, die dacht dat iedereen hem
toejuichte en dat hij zijn rol erg goed
speelde, ging voort: „Ja, en met een
uitgebakken uitje smaakt het nog veel
lekkerder. Ja, wat moet je al niet doen,
als je maar zeven stuivers zakgeld in
de week van je vrouw krijgt?"
„Wat zegt U daar?", vroeg Koning
Pimpo stomverbaasd, „Heeft U dan
Vreemd. Koning Pimpo kon er geen
touw aan vastknoopen. Maar één ding
was zeker, hier was iets niet in orde.
En hij besloot dus dubbel op te pas
sen, temeer, daar hij zag, dat koning en
hofkapper stiekum af en toe een paar
woorden wisselden.
Op eens werd er heftig aan de deur
geklopt. „Binnen", riep Kniptang ver-
„Het was mijn vader".
Hij kromp ineen, alsof hij door een
slag getroffen was, en uitte een kreet,
vol van verdriet en medelijden.
Op dat oogenblik zag zij haar arm
aanraken, en omkeerende zag zij de
oude huishoudster, die ongemerkt de
kamer was binnengekomen.
„Juffrouw, ik ben het, ik dacht, dat
ik u hoorde roepen. Mon Dieu, wat is
er gebeeurd?"
Blanche antwoordde niet, maar als
van koude bevende, wendde zij haar
hoofd af, vervolgens ging zij naar de
and re kamer, gevolgd door de oude
vrouw. Het raam stond nog wijd open
"en hier en daar was de vloer met
sneeuw bedekt.
„Juffrouw, kijk, het raam is open.
O, u zult een erge kou op den hals
halen het is een bar koude nacht.
„Maar Blanche stond bloothoofds in
den erker, onbeschut tegen wind en
sneeuw. Verschrikt door haar blik en
manier van doen begon de oude vrouw
weer te vragen, maar toch kreeg zij
geen antwoord.
„Juffrouw, bent u boos? Wat is er
gebeurd? Waarom doet u zoo vreemd?l
Ten laatste, weer tot zichzelf geko- j
men door den kouden nachtlucht wees
Blanche naar de binnenkamer en vroeg
de vrouw daar naar toe te gaan en
plaats te nemen. Zij had het besluit
genomen om haar woord voor woord de
instructies van den dokter te vertel
len. „Want", dacht zij, „ik wil vooir
God gerechtvaardigd rijn. Wanneer ik
mijn vader daarboven zal ontmoeten
(en ik hoop, dat het spoedig zal zijn)
dan zal hij weten dat tot aan mijn
dood ik kwaad met goed vergolden heb
en geschreven en ongeschreven wetten
heb nagekomen."
iMaar nu was al haar kracht uitge
put het bittere lijden van dien win
ternacht was voorbij. Zonder een woord
van de vreeselijke waarheid te zeggen,
ging zij haastig weg, de oude vrouw
in schrik verwondering achterlatende.
Vlug door het donkere kasteel gaan
de, terwijl de wind de muren schudde,
en de sneeuw zich voor de deur op
hoopte, bereikte zij haar eigen kamer,
viel wild op haar bed neer en begon
zenuwachtig te snikken met haar va-
der's naam op haar' lippen.
HOOFDSTUK XIV.
Toen het dag werd, leefde de ge
wonde nog en lag in diepen slaap. De
oude vrouw zat naast hem, uitgeput
van het waken. Gedurende den nacht
had zij hem van tijd tot tijd het drank
je ingegeven volgens de instructies van
haar jonge meesteres, en het scheen
een bijna wonderbaarlijke uitwerking
gehad te hebben.
Vroeg in den morgen kwam Dr. Huët
en ging naar bed. Hij zag met één blik,
dat de crisis voorbij was en na een
nauwgezet onderzoek en wassching van
den wond, verklaarde hfj, dat de pa
tiënt buiten levensgevaar was. Gedu-
trende het onderzoek ontwaakte de
Duitscher en gaf een teeken, dat hij
den dokter alleen wenschte te spreken.
De oude vrouw ging alzoo heen en
de twee mannen waren alleen gelaten.
„U heeft mij iets mede te deelen?"
vroeg de Franschman, terwijl hij bij
het bed ging zitten. „Laat mij waar-
later beweerde, dat het maar grapjes
waren, ledereen aan het hof van koring
Frikadel scheen een grappenmaker te
zijn.
„Vreemd, heel vreemd", mompelde
koning Pimpo. „Ik zal een boon worden,
als ik er iets van snap." En hoofd
schuddend nam hij een groote hap slag
roompudding met roomhoorntjessaus.
(Wordt vervolgd).
Vervolg Raadsverslag
WIJK.
Verzoek van de Nationale Commissie
voor bestrijding van het alcoholisme,
lom het aantal drankvergunningen in
de gemeente te verminderen. Aangezien
het aantal vergunningen reeds van 9
terug is gebracht op 7 en er thans
slechts 5 vergunningen meer zijn, stel
len B. en W. voor het verzoek voor
kennisgeving aan te nemen, waarmede
de raad accoord gaat.
De ingekomen stukken zijn hierme
de afgehandeld.
Wethouder v. d. Velden had evenwel
schuwen, die mededeeling tot later uit
te stellen, of het moest iets dringends
zijn. We zijn er in geslaagd de koorts
te onderdrukken, maar ze kan terug
komen, wanneer ge uzelf onnoodig op
windt.
„O, mijnheer," antwoordde de of
ficier, „het is niet over mijzelf dat ik
wil spreken, maar over haar die God
zond om mij te redden uit den nood."
Mademoiselle de Gavrolles? Ja, u
hebt gelijk, u hebt uw leven aan haar
nog gaarne voorlezing gezien van del
memorie van toelichting die bij het
raadsbesluit is gevoegd, van de thans
door Ged. St. goedgekeurde begroo-
tingswijziging, die n.l. loopt over hei
bewuste bedrag van f 1983.75. Ged. Si-
hebben geheel genoegen genomen, met
het verlangen van den raad en hei*-
ben het bedrag ook als een verplichte
storting aangemerkt.
De Voorzitter zegt, dat deze memo
rie van toelichting reeds is voorgelezen
toen het raadsbesluit is genomen.
Gunning der gehouden aanbesteding
inzake den verbouw van de O. U
school te Wijk.
De secretaris leest de verschillende
inschrijvingen voor, die wij reeds heb
ben opgenomen in ons vorig nummer.
Laagste inschrijver was de aannemer
P. A. Kramer te Genderen voor f779CL
Hierbij moet nog worden gevoegd, voor.
aanschaffing van schoolmeubilair etc
voor centrale verwarming een bedrag"
van f 1200.zoodat de uitbreiding ter
taal op plm. f9000 komt te staan.
De Voorzitter zegt, dat de aanneem-
som boven de begrooting gaat, de ra
ming was f 7300.
De heer Mans zegt, te meenen dat
de aannemer Michael te Aalburg de
begrooting heeft gemaakt, wil deze de
verbouwing voor het door hem ge
raamde bedrag niet uitvoeren?
De Voorzitter antwoordt, dat Michaé?
jgfeen aannemer meer is, was dit wel
het geval, dan zou hij het werk voor
het door hem geraamde bedrag ook
wel hebben willen uitvoeren.
De heer v. d. Pol vraagt of tegelijk
.niet rekening gehouden had kunnea
worden met den bouw van een arres
tantenlokaal, op den duur zal men daar
aan toch niet ontkomen.
De Voorzitter zegt, dat dit toch niet
aan de school gebouwd Zou kunnen,
worden.
Wethouder v. d. Velden merkt opt
dat een (arrestantenlokaal- thuis be
hoort bij de veldwachterswoning. Het
voorstel van B. en W. om de verboa
wing aan den laagsten inschrijver te
gunnen wordt met algemeene stemme®
aangenomen.
Voorstel van B. en W. tot het aan
gaan eener geldleening groot f90001—
imet de N. V. Bank van Ned. Gem.
\oor den verbouw der O. L. schooi,
te Wijk. Deze leening kan worden ge
sloten tegen vier drie vierde pCt. af
te lossen in 12 jaarlijksche termijnen
van f 750.onder voorwaarde, dat de
eerste 5 jaren niet kan worden gecon
verteerd.
De heer v. Helden vindt vier drie
vierde pCt. in den tegenwoordigen tijd
nogal hoog, terwijl hij verder den ier
mijn van 5 jaren, waarin niet geconver
teerd mag worden ook bezwaarlijk asht.
Spr. meent wel een weg te weten, dat
de gem. op billijker voorwaarden het
bedrag geleend kan krijgen en hrj stelt
daarom voor, dit punt aan te houden.
De raad gaat hiermede accoorê.
Machtiging aan den burgemeester tot
het houden van verhuringen en verkoo-
pingen. Wordt door den raad verleend,
Vaststelling van het vermenigvuldi-
gingscijfer Gemeentelijke inkomstenbe
lasting voor het dienstjaar 19301931-
Het voorstel van B. en W. om het
cijfer vast te stellen op 1.7 evenals
het vorig jaar, wordt met algemeen*?
stemmen aangenomen.
Wijziging gemeentebegrooting 1929.
Deze wijziging moet plaats hebben tot
een bedrag van f 803.05 waarin begre
pen 1164.50 als aandeel in het verlies
van den Vleeschkeuringsdienst kring;
Heusden. Met algemeene stemmee
wordt tot de voorgestelde wijziging bei-
sloten.
Procesverbaal van kasopneming b%
den administrateur van het G.E.B. over
het 1ste kwartaal 1930, waaruit blijkt»
dat in kas was een bedrag f 543.3£
en dat alles in behoorlijke orde is b*>
vonden.
Rondvraag:
te danken
„Meer dan iniijn leven, mijnheer",
riep de ander uit met eene stem, die
door snikken onderbroken werd. „O,
u weet het niet. Maar als ik het u ver
teld heb, zult u haar vereeren en me
delijden met mij hebben. Het zou beter
geweest zijn, als ik gestorven was. Be
ter niet te leven, dan weer in haar edel
gelaat te kijken. Een zoo oneindige
barmhartigheid is meer dan ik kan dra
gen."
Huët keek, alsof hij niet wist, wat
van dit alles te denken en begon te
gelooven, dat het verstand van zijn pa
tiënt wat verward was.
„Ik bid u, kom weer tot uzelve",
zeide hij.
„Waar is zij, mijnheer" vroeg de
gewonde man gejaagd. „Hebt u haar
gezien
„Vanmorgen niet. Vrouw Fevereau
vertelde mij, dat de juffrouw een deel
van den nacht gewaakt heeft en daar
na naar haar eigen slaapkamer gegaan
is".
„Niet voordat zij mijn ellendig leven
ered had. Niet, voordat zij mij aan den
od ontrukt had, ofschoon zij wist,
dat ik, van alle menschen, de meest
onwaardige was. Mijnheer, ik herinner,
het mij. Bijna was ik weggezonken,
toen zij tusschenbeide kwam en mij
hielp, mij, wien ze had moeten halen,"
mij, terwijl er alle reden bestond mij
te haten."
„Kom, kom" zei de dokter goedger
'humeurd „natuurlijk weten wij, dal k
een Duitscher bent, een van de vijanden,
van Frankrijk. Maar een kogel, ziet n.
maakt een eind aan alle vijandelijkhe^
den, en het Fransche volk brengt zijn
wreedheden niet in het hospitaal oi
de ziekenkamer."
„Dank u, antwoordde de ander.
„Ooik aan u, dat weet ik, ben ik!
dankbaarheid verschuldigd, maar dat tz
anders. Aan haar ben ik veel meer.
verschuldigd een schuld, die mij
schaamtevol en boetvaardig tegenover.
God maakt."
Zijn blik was zoo vol angst, rijs,
toon en gedrag zoo plechtig, dat de
dokter hem verwonderd aanstaarde. Be
vende, terwijl de tranen over zijn wan
gen liepen, strekte de Duitscher zij»
hand uit en legde haar op Huët's arm.
Mijnheer,, luister. Weet u hebt
u gehoord, dat zij haar vader verloren
heeft
„Neen," riep de dokter opschrikken
de |uit. „De Chevalier? Hij is nj<±
dood?"
Bovenmate treurig in zijn ellende ea
zelfverwijt was de uitdrukking op hdt
gezicht van den Duitscher, toen hij
antwoordde."
„Ja mijnheer, ik doodde hem."
Geheel verslagen van schrik en ont
steltenis, schoof de dokter de hand van
zijn arm weg en ging staan.
(Wordt vervolgd).
Jtasblad
t
a
h