Tweede Blad
HD.5Q30 Vrijdag 20 Juni
DE GROOTE
Firma J. H.
ATHMER
Ag* TE NS,
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommeierwaard.
ZIET ONZE ETALAGES.
Het geheim van de Lift.
^Zomersproeten
l mm
GASTHUISSTRAAT
BEHOORENDE BIJ HET
el... dan krijg je een riviertje in schrikkelijk!"
3.
DE
73
Maar weet U wel zeker, dat U
die waterjuffers zijn zóó ijdel, dat ze stoken, of daar kwamen twee konijneti
den heelen dag boven het water zwe- aangesneld. Nu leken ze natuurlijk wel
Wie schildert altijd... en gebruikt het verloren heeft. Kan het niet zijn, ven, om er zich in te spiegelen. Maar zoo groot als paarden,
toch nooit een penseel of een dat iemand 'het weggenomen heeft?", ik weet wat, koning Dokus, zulln mijn „Stap maar op", zei het eene konijnj
kwast of verf
AVONTUREN VAN DIKSIE
IN KABOUTERLAND.
vroeg Snop.
vriend Diksie en ik op zoek gaan naar „en houd je vast aan mijn ooren, want
iver-
IV.
Te Hensden: W. C. STAL, Apotheker;
Rijswijk N.B. A. MOOY j Sleenwijk
foiiHiciTubriek.
Beste jongens en meisjes.
De oplossingen van de vorige raad
sels zijn:
1. Kn aap Knaap.
2. „Niets".
3. Honger maakt rauwe boonen zoet.
De nieuwe raadsels zijn:
1 1. Welke school krijgt nooit vacan-
tie, heeft geen onderwijzers of
j' onderwijzeressen en blijft toch al
tijd netjes bij elkaar?
2. Neem een boom, doe daarbij één
dwijnen spoedig door een pot
Sprutol. Bij alle Drogisten.
het gouden sleuteltje?"
„Goed", zei de koning opgelucht,
'doe dat. Maar haast je wat, anders
dat doet toch geen pijn'
Even later reden Snop en Diksae;
elk op «een konijn gezeten, door hei
komen we nog te laat om alle bloemen gras, met groote sprongen, dan ova;
I hun geur te geven voor morgen". de duinen, langs allemaal smalle kor
iHiHi I „Kom, Diksie, ga mee, we gaan ge- nijneenpaadjes, naar het vijvertje in het
„Groote Griet.'", riep koning Do kus Zwind naar den boschvijver!", riep bosch.
uit, toen hij Diksie met den kabouter „Dat kan ook wel", antwoordde de Snop, Diksie bij een arm meetrekkend, j En juist toen ze van een groot duin
zag aankomen, „je komt alsof je ge- koning, „want je weet, Snop, dat de Maar toen ze een kwartier geloopen af kwamen stuiven, en in volle vaart
roepen was!" waterjuffers vna de boschvijver erg ijdel hadden, was Diksie buiten adem en op het bosch af reden, kwam hun een
De kabouter maakte een diepe bui- del zijn eii als ze kans zien, wat van moesteven rusten. „Wacht maar", riep groote bij tegemoet vliegen, die zei
ging, en zei: „Wat kan ik voor U de odeur te snoepen, omdat ze graag Snop uit, „ik zal even om hulp fluiten, I „Zeg, kabouters, jelui mogen wel eens
doen, Majesteit?" ïekker willen ruiken, dan zullen ze het want het is nog een heel eind en als in het bosch gaan kijken, want daan
„Dat zal ik je dadelijk vertellen. Maar niet laten. Wie ,weet heeft één van we Joopen, komen we misschien te laat", is het niet pluis hoor! Er gebeuren
wie is die nieuwe kabouter, die je haar het wel weggenomen, om van- f Snop haalde een klein zilveren fluit- allemaal geheimzinnige dingen
daar bij je hebt?, vroeg koning Dokus, nacht, als iedereen slaapt, stilletjes wat je te voorschijn, en floot er heel hard En meteen vloog de bij door, want
op JDiksie wijzend. j van onze bloemenodeur te nemen". op, twee keer achtereen. En nauwelijks hij moest nog honing zoeken. f
„O, dat is geen kabouter, dat is een j
menschenkind, dat ik zoolang tot een
kabouter getooverd heb, omdat hij zoo
graag kabouterland wilde zien. Het is
wej een net jongetje geloof ik".
„hm", zei de koning, „Dan is het
goed. Nou, wat ik je vertellen wilde,
Snop (want zoo heette de kabouter,
die Diksie vergezelde), ik ben in groo
te moeilijkheid. Het gouden sleuteltje
van de kast met reukwater heb ik ver
loren!"'
„Lieve deugd", zei Snop, „en weet
Uf niet, waar U het verloren heeft?
Want morgen begint de zomer, en dan
moeten alle bloemen een beetje odeur
op hun kelkjes hebben, om lekker te
ruiken!"
„Ik Iweet het, ik weet het", zei koning
Dokus bedroefd, „ik weet er alles van,
Snop. En vergeet niet, dat ik ook al
tijd op den( dag dat de zomer begint,
een beetje odeur op mijn baard 'mag
hebben, omdat ik de koning ben! Maar
ik weet waaratje niet waar ik dat gou
den sleuteltje verloren heb. Iet is ver-
„Het is wat moois", bromde Snop, had hij het fluitje weer in zijn zak ge-
H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana zijn Maandagmiddag aan boord van de
>Batavier V< van Rotterdam naar Noorwegen vertrokken, waar zij in het Noorsch gebergte
eenigen tijd zullen doorbrengen. H. M. de Koningin en H. K- H. de Prinses begeven zich aan.
boord van de Batavier V«.
VAN DE
GORINCHEM
Lees de overal verspreide Uitverkoops-Couranten
FEUILLETON
Naar L. Grou.
Eenige geautoriseerde bewerking door
J. Boonen en Cor Wouters.
9.)
Dat niet, mijnheer.... Hoe kan ik
hen ook inlichtingen geven, welke ik
zelf niet weet?... Ik had u vóór dezen
avond nooit gezien.
Tortoran voeld dat hij zich een
beetje belachelijk had aangesteld.
Dat is waar, zei hij. Pardon.
De man verontschuldigde:
Dat is niet als beleediging be
doeld, mijnheer...
Ging u naar de redactie?
De jongeling antwoordde met een
bevestigend gebaar.
Ik ben de plaatsvervanger van
mijnheer Lacroix, zei hij; ik heet Alfred
Tortoran.
Nee, maar, zooiets... dat is buiten
gewoon!... riep de man uit.
Wat is daar voor buitengewoons
aan? vroeg de journalist, terwijl hij
Wat knorrig de wenkbrauwen fronste.
Dit, dat die man, die me zooeven
aansprak, volhield dat hier een mijnheer
Tortoran was, en ik beweerde het te
genovergestelde. Hij heeft me zelfs zijn
kaartje afgegeven. „Voor mijnheer Tor
toran", zeide hij. Neem het, als u dat
is.
In hoogste mate verrast, nam Alfred
uit de handen van den bediende het
rechthoekig papiertje, dat deze hem
reikte.
Theodore Crascuit, las hij.
En plots schoot hem iets te binnen.
Arme jongen, mompelde hij glim
lachend, niet zonder spotten, terwijl hij
ditmaal definitief den trap der redactie
beklom.
Theodore Grascuit was de officieele
aanzoeker van Lucette, maar deze kon
hem niet lijden. Ze had hem eens aan
Tortoran voorgesteld met de volgende
woorden: „Kijk, mijn verstijfde bemin
naar". En ze was in een lachen uit
gebarsten voor het ontstelde gezicht
van dengene, die ze aldus had gedoopt.
Weliswaar had Célestin Gardenois
eertijds de opmerkzaamheid aangemoe
digd van Grascuit, die op dezelfde ver
dieping woonde, en die overigens als
ambtenaar der prefectuur doorging voor
iemand die er warmpjes inzat. Maas
tegenover de duidelijk te kennen gege
ven weerzin van zijn dochter, had de
brave kassier niet aangedrongen.
Wat wilt ge er aan doen, mijn
arme Theodore, de kleine wil niet, had
hij den verliefde gezegd.
En deze scheen er zich bij neergelegd
te hebben en vergenoegde zich tel
kens luidop te zuchten, wanneer hij
Lucette op den trap ontmoette, en Gar
denois dikwijls uit te noodigen om met
hem het vriendschapsslokje te deelen.
Soms had hij Lucette aan den uit
gang van haar bureau afgewacht en
haar stilzwijgend gevolgd, onderdanig
als 'n arme hond, dien men wegjaagt,
en al haar ruwe weigeringen steeds
met denzelfden pijnlijken glimlach be
antwoordend. Op zekeren dag had hij
baar zelfs tot in de lunchroom, waar
ze dineerde, gevolgd en daar was het
dat ze hem verbitterd in tegenwoordig
heid van Tortoran belachelijk had ge
maakt.
.Door dit voorval werd aan de ach
tervolging van Gascuit een einde ge
maakt. Waarschijnlijk had hij in Alfred
een gelukkigen mededinger gezien en
had wijselijk de verovering van het
jonge meisje gestaakt.
Om welke reden trad hij nu opnieuw
uit de schaduw naar voren en verscheen
hij onverwacht in het leven van Tor
toran
Deze hield zich niet lang bij deze
vraag stil, want hij werd letterlijk door
den kokenden Marteau gebeten.
Wel, daar bent u nu eindelijk!
riep de ontstuimige redacteur uit.
Brengt u nu eerst uw kopy? En wat
voor kopy nog... Ik weet al wat het
zal zijn... Ik bezit reeds de noodige in
lichtingen, mijnheer. Ik weet, dat nie
mand bij Gardenos ontvangen wordt,
dat iedereen aan de deur wordt gezet...
Mijn medewerker bij de kantoren der
commissarissen heeft me reeds alles
gezonden, wat daar te krijgen was en
wat de commissaris heeft ontvangen...
Als u me niets anders meebrengt, kunt
u opdoeken.
Hij tóprak als naar gewoonte, met
een dergelijke rapheid van tong, dat
zijn toehoorder geen gelegenheid had
er een woordje tusschen te werpen.
Gelukkig moest hij eten seconde wach
ten om adem te scheppen en Tortoran
maakte daarvan gebruik.
Ik bèn ontvangen, zei hij.
Deze verklaring scheen het hoofd der
reportage met verbouwereerdheid te
slaan.
Hij had Tortoran op goed geluk af
naar Gardenois gestuurd, in de vaste
overtuiging, dat hij uit dit bezoek niets
zou halen. Dit was voorzeker het meest
ondankbare aandeel van het reporters-
werk, dat hij aldus voor hem had voor
behouden, juist omdat Tortoran een
nieuw aangekomene en een beginneling
was.
Ook was hij stomverbaasd 'te ver
nemen, dat deze beginneling geslaagd
was, waar zooveel oude beroepsjour
nalisten met den kous op den kop
thuiskwamen.
Tortoran haalde achteloos een foto
uit zijn zak, gaf deze aan zijn superieur j
en vroeg:
Is het nog niet te laat?... Hier
is het portret van den ouden Gardenois.
Een soort vreugdegebrul was het ant
woord van Marteau.
Hij wierp zich op het portret, rukte
het meer uit de handen van den jonge
ling dan hij het er uit nam, en vluchtte
met zijn buit weg.
Eenigzins van zijn stuk gebracht,
haalde Alfred even de schouders op.
Die vent is gek, mompelde hij.
Dan zette hij zich voor een tafel
neertrok een hoop „kopypapier" tot
en maakte aanstalten om alle herinne
ringen te verzamelen die hem van zijn
gesprek met Lucette waren overgeble
ven, gedurende hetwelke hij er natuur
lijk niet aan gedacht had aanteekenin-
gen te maken.
Daar het hem niet aan vaardigheid
ontbrak, gelukte het hem zonder veel
moeite een tamelijk getrouw verhaal I
van zijn onderhoud met het jonge meis
je weer te geven.
Met de nauwgezetheid en den ijver
van een nieuweling wachtte hij er zicht
wel voor iets te verzuimen, beschreeï
de eetkamer van Gardenois, verheerlijk-»
te de prachtige oogen van Lucette, wees
voornamelijk op het verdriet waarondeü
ze gebukt ging en haar overtuiging
dat haar vader een slachtoffer en niet
een schuldige was.
Hij vergat niets, noch de geheim
zinnige reis die de kassier onlangs had
gemaakt, noch het rond en plat voor
werp met de afmetingen van een bord,
nochl de vree9 van Gardenois, noch hef
bezoek van vermoedelijke inbrekers in(
de bescheiden woning-
Hij schreef overvloedig, zonder zelfs
te herlezen, net zooals het hem te bin
nen kwam en zonder zelfs te bemerken!
dat over zijn schouder heen, iemand
alles las.
Toen hij het slotpunt had gezet,
grijnsde Marteau's stem achter hem:
Een magere hand' kwam op de tafel
waarop hij schreef, neer, greep de vel
len papier, die hij zooeven had zwart
gekrabbeld, en Tortoran, die het hoofd
had omgedraaid, zag zijn chef de vlucht
nemen met zijn kopy.
Geheel verbluft door dien diefstal,
bleef hij eenige seconden bewegingloos
en sprong dan1 op, om den dief te ach-
tevolgen.
Hij opende eeni deur, liep een gang
door, daalde eenige treden, sloeg een
andere gang in, steeds geleid door het
schaduwbeeld van Marteau, die hij
eerst aan den hoek van den tweeden
gang uit het oog verloor.
Hij bleef staan. Hij bevond zich itf
een groote kamer waar op een bank
twee kantoorbewaarders zaten te slui
meren. (Wordt vervolgd).
Nieuwsblad
Gezonde kippen - véél eieren.
Gezonde kippen krijgt en houdt Ge, als U
de gezondheids-drank A VIOL gebruikt!
Dagelijks eenige druppels in het drink
water voorkomt besmetting. AVIOL bevor
dert eetlust en spijsvertering en is een
krachtdadig in- en uitwendig geneesmiddel
bij de meeste ziekten. Prijs: f 1.-; f3.50; f6.-
Vraag gratis Pluimvee-Handboek aan N.V. Verkoop-
}to©r Preparaten Dierenarts Domicent, Rotterdam.
'-AVIOL-
A. KORSMAN.
(Wordt vervolgd.)'
VERBOUWINGS-UIT VERKOOP
begint Zaterdagmorgen 21 Juni om 9 uur.