Tweede Blad
No. 5062
Op elke wond Purol
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
Kinderrubriek.
Arbeidsbemiddeling voor
den Wieringermeerpolder
Kantongerecht Heusden
Rechtzaken.
BEHOORENDE BIJ HET
Beste jongens en meisjes.
Oplossingen der vorige raadsels:
1. Luchtkasteelen.
2. Paljas.
3. Laarzenknecht.
De nieuwe raadsels zijn:
1. .Wie kan van een kluit boter, door
slechts één letter toe te voegen
een boot maken.?
2. En wie kan van een visch, door
slechts één letter te veranderen,
een eenvoudig muziekinstrument
maken?
3. Mijn geheel bestaat uit 9 letters
en noemt een vogel:
3 8 9 is een boom, 5 2 6 9 is
zeven dagelK, 3 6 4 5 is 300 jaren,
dl 3 9 is leen groote rivier;, 16 2 7
vindt men bij den schoenmaker.
OOM KAREL.
HET KOKSMAATJE VAN KONING
KWIPS1E.
IV.
„Sapperdekriek", dacht het koksmaat
je van Koning Kwipsie, ,.het wordt
hoe langer hoe mooier! Als ik de taart
nu niet voor 12 uur vind, ga ik ook
de gevangenis in, net als de onschuldi
ge Hofmaarschalk. Waar zou die taart
nu toch plotseling gebleven zijn?"
Op zijn teenen liep het koksmaatje
door het heele paleis en zocht in alle
hoekjes en gaten, maar nergens was
een spoor van den schoenlappertjestaart
te ontdekken. Toen hij langs de keu
ken kwam, zag hij, dat de kok met
een mistroostig gezicht stond te kijken
en droevig in de soep roerde. De kok
had "dus ook nog niets gevonden. Ein
delijk ging het koksmaatje op een bank
je in een hoekje zitten, om wat uit te
rusten. Hij was nu in een afgelegen
gedeelte van het paleis. Op eens hoor
de hij een deur piepen en keek een
jongetje om de deur.... het was Fluks,
het loopjongetje van den koning! Toen
die het koksmaatje zag zitten, riep hij:
„Pssst!hoor eens!"
Het koksmaatje snelde naar hem toe
en vroeg wat er was'. „Hier," zei Fluks,
terwijl hij een groot stuk.... schoenlap-
pertjestaart liet zien, „wil je ook een
stukje? Ik heb dit stuk taart van een
ischaresliep gekregen, die zei, dat hij
meer had, dan hij op kon, maar ik
mocht er niets van aan den koning
vertellen
„Dat.... dat...", stamelde het koksmaat
je, „dat was de taart van den koning!
En de generaal heeft den hofmaarschalk
in de gevangenis gezet, omdat hij dacht
dat die de taart gestolen had! En als
ik de taart om 12 uur niet gevonden
heb, moet ik ook de gevangenis in!
O, Fluks, wat moeten we beginnen?"
„Het is verschrikkelijk", zei Fluks,
en begon diep na te denken. „Weet
je wat", zei hij eindelijk na een poos,
„ik zal naar den politie-agent gaan,
misschien kan die ons helpen. En zoek
jij verder het heele paleis door, want
misschien heeft de scharesliep de taart
wel ergens verstopt, om die vanavond,
als het donker is, weg te komen halen!"
Zoo gezegd, zoo gedaan. Het arme
koksmaatje zocht overal, achter de gor
dijnen in de kasten, ja, zelfs in den
kelder en onder het nokje van het dak.
Maar... geen schoenlappertjestaart. Het
liep ,a'l dicht tegen twaalf uur, toen
hij eindelijk het zoeken opgaf en naar
de eetzaai ging, waar het twaalfuurtje
van den koning gereed gemaakt moest
worden, en waar hij den kok moest
helpen. De kok sneed vier- en twintig
sneedjes brood en het kosmaatje moest
ze smeren met dikke natuurboter na
tuurlijk! en daarna moest er op alle
boterhammen iets gelegd worden, want
de koning hield niet van een kale boter
ham. Zoo kreeg hij dan vier boterham
men met bruine suiker, drie boterham
men met hamspek, twee met spikkel
tjeskaas, drie met hagelslag, vier met
roggebrood en witte suiker, vier met
commensaalsworst en vier met appel
stroop!
„Hjë", zei de koning,, toen hij klokslag
twaalf uur thuiskwam en zijn kroon aan
den kapstok hing, „ik rammel van den
honger, het zal mij benieuwen, of mijn
heerlijke sichoenlappertjestaart nu ge
vonden is!"
Haastig liep hij naar de eetzaal, lach
te vroolijk toen hij zijn vier-en-twintig
boterhammen al kant en klaar zag staan,
en riep: „Wel, koksmaat,, waar is mijn
taart?"
„Ik... ik... ik.., weet het niet Majes
DE ERNSTIGE CATASTROPHE MET DE R 101.
val en den brand die er onmiddellijk op volgde.
Hierboven de wrakstukken van het gevaarte, na den
teit!", stotterde het arme koksmaatje
„ik heb het heele paleis doorzocht,
maar hem nergens kunnen vinden. Maar
we weten misschien wel, wie hem weg
gepakt heeft. Dat is de.... de..."
Verder kwam het koksmaatje niet,
want juist op dat oogenblik werd er
luid aan de voordeur van het paleis
gebeld.
(Wordt vervolgd).
In verband met een getroffen regeling,
door den Rijksdienst der Arb.bem. te
's-Hage, met de Directie van den „Wie
ringermeerpolder" inzake de bemiddeling
van landarbeiders voor den polder voor
noemd, deelen wij aan eventueel gegadig
den mede, dat voornoemde Directie zich
voorstelt in dienst te nemen
a. terstond ongeveer 500 landarbei
ders, onder te brengen in speciaal voor
dit doel gebouwde barakken
b. ongeveer 500 landarbeidersgezinnen
welke de beschikking zullen krijgen
over woningen, die echter nog moeten
worden gebouwd, zoodat de eerste van
deze gezinnen wel niet voor einde 1930
zullen kunnen overkomen
c. een nog nader vast te stellen aantal
landarbeiders, die naar de bedoeling van
de Directie in de kost zullen gaan bij de
arbeiders, bedoeld onder b, deze arbei
ders zullen derhalve wel niet voor het
jaar 1931 in den Wieringermeerpolder
kunnen worden geplaatst.
Van de onder a bedoelde arbeiders zijn
er thans reeds ongeveer 400 werkzaam
in den Wieringermeerpolderde vijfde
barak zal vermoedelijk in de eerste helft
van October worden bezet. Meer barak
ken zullen er vermoedelijk niet worden
gebouwd.
De Directie van den Wieringermeer
polder heeft echter nog medegedeeld, dat
er, behalve voor de bovengenoemde groe
pen, reeds thans nog voor een groot aantal
landarbeiders werkgelegenheid bestaat,
mits deze arbeiders zelf voor huisvesting
en voeding, op niet te grooten afstand
van het werk, zorg dragen. Voor deze
arbeiders gelden de Arbeidsvoorwaarden
in den Wieringermeerpolder" en ter
inzage liggen bij den Corr. der A.B., welke
daarin zijn vastgesteld voor ongehuwden
en gehuwden, welke in de onmiddellijke
omgeving van den Wieringermeerpolder
wonen. Voor hen zal dus de volgende
regeling gelden
Er wordt zooveel mogelijk in tarief ge
werkt. De arbeidsduur is in den zomer
55 uur per week en overigens naar het
jaargetijde toelaat.
Bij de bepaling der tarieven wordt uit
gegaan van een gemiddeld grondloon van
40 cent per uur.
2o. a. Voor regenverzuim wordt 25
cent per uur vergoed
b. Voor niet op Zondag vallende al-
gemeene erkende Christelijke feestdagen
wordt vergoed f2.50 per dag.
3o. Voor verzuim tengevolge van sterf
geval tot en met den tweeden graad en
met geboorte in het gezin wordt een
vergoeding betaald van f2.50.
4o. De arbeiders worden tegen onge
vallen, invaliditeit en ziekte verzekerd.
De arbeider behoort zijn rentekaart mede
te brengen en die dadelijk na aankomst
op het werk aan de Directie te overhan
digen. Arbeiders zonder rentekaart worden
niet aangenomen, tenzij een verklaring
van den Raad van Arbeid wordt overge
legd, dat zijn kaart of zijn aanvrage om
een kaart in behandeling is. Wekelijks
wordt op het loon van den arbeider in
gehouden de helft van de wettelijk ver-
verschuldigde premie voor de Ziektever
zekering.
5o. Een arbeider, die wegens ziekte
of ongeval verzuimt, moet zulks onmiddel
lijk melden aan de Directie van het werk.
6o. Waar noodig wordt laarzengeld
betaald tot een bedrag van vijf en zeventig
cent per week
7o. De werkweek sluit Woensdag
avond de arbeider ontvangt des Zaterdags
derhalve het loon, hetwelk hij tot Woens
dagavond heeft verdiend, na aftrek van
het voedingsgeld. Voorschotten op het loon
worden niet verstrekt.
8o. De arbeiders moeten in het bezit
zijn van een platte schop en spade. Het
medebrengen van een rijwiel verdient
aanbeveling.
Een en ander maakt, dat de hier aan
geboden werkgelegenheid slechts geschikt
is (en trouwens ook bedoeld is) voor on
gehuwde arbeiders, die in de omgeving
van den Wieringermeerpolder een kost
huis betrekken en uit dit kosthuis dage
lijks naar hun werk gaan.
Aanbod van arbeiders voor deze werk
gelegenheid dient te worden opgegeven
aan den correspondent der arbeidsbemid
deling te Wijk c.a.
De Correspondent,
M. DE GRAAFF.
STRAFZITTING VAN HET KAN
TONGERECHT TE HEUSDEN
van Vrijdag 3 October 1930.
Kantonrechter: Mr. C. W. v. Om
meren.
Ambten, van het Openb. Ministerie:
Jhr. Mr. E. Verheijen.
Griffier: Mr. G. H. Bleeker.
D. B. aannemer te Werkendam, had
het bovenste gedeelte der buitenmuren
van een door hem te bouwen huis aan
den straatweg onder Sleeuwijk doen op
trekken van steenen met eene beplei
stering, te zamen 7 c.M. dik, terwijl het
gebouwd moest zij n van steenen ter dikte
van 11 c.M
VerdachteIk heb het bovenste ge
deelte gebouwd met een spouw en
met de spouw kreeg ik een muurdikte
van 17 c M. dus 1 c.M. te min.
Getuige Burgemeester Beukenkamp
Het gemeentebestuur ontving een schrij
ven van de gezondheids-commissie dat
de bouw der buitenmuren van het huis
niet in orde was en gebouwd was in
strijd met bouwverordening en overgelegd
en goedgekeurd bouwplan. Burgemeester
en Wethouders hebben gemeend te kun
nen volstaan met eene waarschuwing,
omdat de muren anders hadden moeten
worden afgebroken en dat zou wel wat
erg kras zijn geweest.
Getuige Maarten Honcoop, opzichter
der gezondheids-commissie De gezond
heidscommissie heeft de maréchaussée
te Woudrichem verzocht proces-verbaal
te willen opmaken, aan welk verzoek is
voldaan. De verordening van deWerken
c. a. is aan den slappen kant en wordt
ook nog al slap toegepast. De muren
moeten massief 18 c.M. zijn en deze
waren niet massief.
KantonrechterMaar is de bouw der
buitenmuren, zooals verdachte ze bouw
de, dan minder soliede dan wanneer
ze volgens de bouwverordening waren
samengesteld
Getuige HoncoopIk vind de huizen
niet sterk.
Kantonrechter: Maar de kap steunt
toch niet alleen op de muren?
Getuige HoncoopMaar als dat zoo
was zou het heelemaal niet kunnen.
Getuige BeukenkampIk kom er
tegen op dat de bouwverordening in
mijne gemeente slap zou worden toege
past.
KantonrechterLaten we hier nu ver
der over zwijgen, daar ik het hier niet
de plaats vind om daarover te discus-
seeren. 't Lijkt me een beetje vreemd
dat de gezondheids-commissie achter
Burgemeester en Wethoudersom proces
verbaal laten maken waar Burgemeester
en Wethouders met eene waarschuwing
meenden te moeten volstaan.
Verdachte wordt vrijgesproken, met
de boodschap er bij om in den vervolge
de bepalingen der bouwverordening trouw
na te leven.
L. P. rijswerker te deWerken had een
groot gedeelte zijner woning doen ver
nieuwen zonder vergunning van Burge
meester en Wethouders.
Getuige Honcoop De woning is lang
zamerhand voor 't grootste gedeelte ver-
boQwd, maar voldoet in geenen deele aan
de bepalingen der bouwverordening.
Getuige Burgemeester Beukenkamp
Ik denk dat het een noodwoning is ge
weest, die bij stukjes en beetjes opge
maakt wordt. Hij zal het wat te gauw
gedaan hebben. In zulke gevallen zeggen
Burgemeester en Wethouders wel eens
dat niet te nauw moet worden gekeken
omdat alle vernieuwingen in elk geval
verbeteringen zijn.
Kantonrechter Verdachte krijgt f3,
of 2 dagen.
A. T. v. S., kuiper te Heusden en A.
M. v. d. G., landbouwer te Oudheusden
hadden op 21 Juni j.l. nog te 11,20 des
avonds gezeten in de herberg van D.
Goesten te Oudheusden.
KantonrechterWas het er zoo ge
zellig dat jullie niet op tijd naar huis
konden gaan.
Verdachte A. T. v. S.Ja, Edelachtb.
ik was uit geweest en toen ik te Oud
heusden kwam had ik erge dorst en veel
zin in een glas bier.
Kantonrechter Maar je was toch vlak
bij buis, zeker geen vijf minuten fietsen
van je woning?
Verdachte v. S.Dat is waar, maar
ik had toch zoo'n dorst.
KantonrechterMaar je hebt alleen
maar een potje bier gedronken en geen
herrie gemaakt. Maar 't wordt toch een
duur biertje, want je krijgt f2 boete of
1 dag naar Den Bosch.
J. J. L., caféhouder te Dussen, staat
terecht omdat hij door niet genoeg naar
rechts uit te wijken, met zijn auto eene
aanrijding had gehad met de vrachtauto
van Roubos en wel op de provincialen
weg onder Dussen, in de bocht bij de
woning van zekeren Colijn.
Kantonrechter Hoe zit dat
VerdachteMijn voorste wielen zaten
in den graskant, maar ik was nog een
20 Meter vóór de bocht.
Getuige HoevenarenIk reed met
paard en wagen in de richting Meeuwen.
Verdachte kwam uit de richting Meeuwen.
Ik had de auto uit de richting Dussen
gehoord aan zijn signalen en dacht nu
hoe zal dat affoopen. Ik sprong van
mijn wagen en zag toen de aanrijding.
Verdachte had de tegenkomende auto
blijkbaar te laat opgemerkt.
Getuige Roubos: We hebben beide'
signalen gegeven en ik reed een kalm
gangetje. Verder naar rechts uitwijken
was mij onmogelijk maar verdachte had
nog een eind verder den berm in kun
nen rijden. Verdachte kon Roubos niet
zien wegens begroeiing van de bocht.
KantonrechterMaar de berm is daar
ter plaatse toch erg zacht, zoodat gevaar
bestaat voor wegzakken
Getuige Rijksveldwachter de Bie
Onmiddellijk na de aanrijding kwam
ik er bij. Het wegdek is 3 Meter breed,
de auto van Roubos 1,85 M. en die van
verdachte 1,68 M. Beide moeten dus
een heel eind in den berm rijden om
te kunnen passeeren.
Kantonrechter tot de BieWie be
schouw U als de schuldhebbende
Getuige de Bie Verdachte had eerder
en meer rechts moeten rijden, zoodat
hij naar mijne meening de schuld heeft.
Getuige Majoor der Rijksveldwacht
de KanIk was ook spoedig na de
aanrijding ter plaatse. Ik beschouw de
aanrijding als een ongeluk, als een sa
menloop van ongelukkige omstandig
heden. Verdachte is een kalm, bezadigd
chauffeur, terwijl de berm van den weg
slecht was.
Kantonrechter Vast staat dat beiden
gesignaleerd hebben en met een kalm
gangetje hebben gereden. Verdachte
kwam uit de richting Meeuwen en kon
wegens de begroeiing Roubos niet zien
aankomen. Hij was nog pl.m. 20 M.
uit de bocht toen de botsing plaats vond,
terwijl hij toen al naar rechts was uit
geweken, zij het ook niet voldoende.
Maar de berm was zacht en daardoor
was verdachte begrijpelijkerwijs eenigs-
zins bang om verder den berm in te
rijden.
Kantonrechter tot Roubos: Maar
propos, ben jij verzekerd
RoubosNeen.
Kantonrechter tot verdachteen ben
jij verzekerd
Verdachte: Ja, EdelAchtbare.
Kantonrechter Ook voor schade aan
derden
Verdachte: Ja.
Kantonrechter 't Komt toch zoo vaak
voor dat bij aanrijdingen de niet-verze-
kerde een strafvervolging laat instellen
tegen den verzekerde.
Kantonrechter tot Roubos: Jullie zijn
altijd langs den weg. Waarom verzeker
je je toch niet?
RoubosIk zou het wel doen, maar
mijn vader heeft er geen zin in.
Kantonrechter: Verzeker je toch, dat
is in alle opzichten veel beter. Er moest
niet een niet-verzekerde auto op den
weg mogen rijden.
Het wettig en overtuigend bewijs acht
ik in deze zaak niet geleverd en spreek
verdachte dus vrij,
KANTONGERECHT ZALTBOMMEL.
Uitspraak van strafvonnissen van d.d.
21 Augustus 1930.
Jachtwet: A. v. d. M. te Gameren,
f 15 of 3 wi. t. s.
Motor [en rijwielreglement: J. H. te
Hedel, J. F. S. te Zaltbommel, K. L.
te Zuihchem, D. D. te Aalst, allen f4
of 4 d. h.; A. v. D., D. v. D., A,
v. Dl, allen te Brakel, f 5 of 5 d. h.:
TL v. V. te id. f6 of 6 d. h.; J. v. W,
te Ammtrzoden, alsvoor.
Overtreding Veldpolitie: H. V. te Bru-
chem, G. S. te Woudrichem, f3 of
3 d. h.
Strooperij: A. E. te Aalst f 15 of 15
d. h.
Leerplichtwet: J. v. d. H. te Zalt
bommel, G. M. te Brakel, beiden f5
ojf 5 d. h.
Vuurwapenwet: J. B. S. te Zaltbom-
fneil, 2 <maal f5 of 2 maal 5 d. h.
Arbeidswet: L. v. R. te Ammerzoden,
4 rrt. f 2 oif 4 rr^. 2 d. h.
Visscherijwet: A. W. D. te Gameren,
f8 of 8 d. h.
Motor- en Rijwïelwet: M. J. D. te Am
merzoden, W. W. te Woudrichem, bei
den f 15 of 15 d. h.; J. Q. te Hedel,
f10 of 10 d. h.; C. H. te id., f5 of
|5 d. h.
Keuringsverordening Kerkwijk: S. v.
d. M. te Kerkwijk, f20 of 20 d. h.
A. P. V. Brakel: W. v. M. te Brakel,
f 15 of 15 d. h.
A. P. V. Ammerzoden: G. v. G. te
Ammerzoden, f 2 oif 2 d. h.
In dronkenschap de orde verstoren:
C. v. T. te Zuilichem, J. G. V. te Bru-
chem, beiden f 25 of 25 d. h.
Trekhondenwet: A. W. te Wijk, f5 of
5 d. h.; D. B. te Aalst, idem.
Loopen op verboden grond: W. v.
E. te Heusden, f 3 of 3 d. h.; G. A. H,
te Hedel, A. Hl te id., beiden f 1 of 1
d. h.m
Vervolg raadsverslag SLEEUWIJK.
De heer Walraven meent, dat als de
ouders er zoo weinig voor voelen, dat
slechts 3 |Oif 4 leerlingen aan het her-
hahngsonderwijs deelnemen, het ge-
meentbestuur zich dan ook geen offers
behoeft te getroosten. Spr. vindt het
ook wel jammer voor die kinderen,
die wei van het onderwijs willen profi
teered doch het getal is dan toch zoo
gering, dat het gemeentebestuur er geen
gelaen voor beschikbaar kan stellen.
De heer Gulden merkt op, dat het
voor een schoolbestuur heel gemakke
lijk is, voor de openbare school is dit
niet zoo.
Die heer v. 't Sant meent, dat de Ou
dercommissie het ook uit eigen kas
kan doen, waarop de heer Gulden op
merkt, dat deze commissie geen eigen
kas heeft.
De heer v. Straten deelt ook niet de
meening van den heer Gulden, dat de
overheid zich beter voor dit onderwijs
kan spannen, dan particulieren. De
oudercommissie heeft meer contact mej
de ouders dan de overheid.
De heer Gulden merkt op, dat de
bemoeiingen van de overheid, de ou
dercommissie niet uitsluit, de overheid
kan zich van de medewerking van deze
commissie verzekeren.
De Voorzitter zegt, dat het voorstel
van den heer Gulden om een vast be
drag te stellen, moeilijkheden kan op
leveren. Iemand die aan 2 of 3 leer
lingen privaatles geeft, kan er dan ook
wei een herhalingscursus van gaan ma
ken. Spr. moet dit denkbeeld dus ont
raden. Dat de oudercommissie zelf geen
middelen heeft is zoo, doch dat is ook
met het schoolbestuur het geval. Als
de oudercommissie er evenwel iets voor
voelt kan zij hiervoor toch geld inza
melen. Komen er meer dan 20 leerlin
gen, dan wordt het voor een onderwij
zer te veel en dient een parallelklas
in het leven te worden geroepen. Spr.
zou zeggen, laat men het eens een jaar
probeeren, zooals B. en W. het voor
stellen.
De heer Gulden vindt het onbillijk,
dat iemand, die zich toch ook voor een
geheeien winter verbindt en zijn avond
uren geeft, mjertl 2 of 3 leerlingen, daar
voor slechts f 19.50 zou ontvangen, spr.
zou, al zijn er minder dan 10 leerlingen,
toch voor dit getal vergoeding geven.
De heer v. 't Sant meent, dat als er
8 leerlingen zijn, het toch geen bezwaar
is, dat dan de rest op een andere ma
nier wordt* gevonden en men dat zelf
betaalt.
J(iewblad