Tweede Blad
Ko. 5077 Woensdag 3 December
De Banketletter.
voor het Land
van Heusden en Altena
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
Zakportefeuilles
Sigarenkokers
Portemonnaies
Firma L. J. Veerman
Een |l.-*Kicelaa$ïerIelling
„Vriendschap".
kinderrubriek.
behoorende bij het
„Laat mij de vriendschap lezen in uwe
klare oogen,
waaruit een gouden lichtval deinst en
stroomt,
zoo als een woud, door zonneglans omzoomd
omsloten door uw wimpers teer gebogen
„Eén zachte druk van uwe blanken handen
zal voor mij zijn, een teeken van uw trouw
O 1 laat die zijn, zoo schoon als 't
hemelblauw,
waar aan bij koele maan de sterren
branden
„Dan zal 'k niets meer aan het leven
vragen
omdat 'k weetdat 'k niet sta alléén
als 'k dan toch om 's werelds
smarte ween,
dan zult gij alles met mij moedig dragen.
„Laat dan het volle leven mij omgeven
met al zijn vreugde en met al
zijn smart
dan weet 'k toch daar is één
kloppend hart
dat voor mij bidden zal en my vergeven
„Laat mij de vriendschap lezen in uwe
klare oogen
waaruit een gouden lichtval deinst en
stroomt
zoo als een woud door zonneglans omzoomd
omsloten door uw wimpers teer gebogen
HAROLD.
(Nadruk verboden).
Beste jongens en meisjes.
.Oplossingen der vorige raadsels:
1. Hoogmoed komt voor den val.
2. Banket.
3. Hoogmoed.
En deze week hebben jelui het na
tuurlijk veel te druk met Sinterklaas
en al die rijmpjes en pakjes die er
gemaakt moeten worden, zoodat ik de
ze keer geen raadsels opgeef. Tot vol
gende week dus!
OOM KAKEL.
HET AVONTUUR VAN BARENDJE
SNIP.
Een Sinterklaasvertelling.)
Toen Barendje Snip op den avond
vóór Sinterklaas in zijn bedje stapte,
was het maar goed, dat moeder gauw
het hcht uitdeed, want anders zou ze
gezien hebben, dat er tranen in Ba-
rendje's oogen stonden. Natuurlijk liet
Barendje als een ferme jongen niet mer
ken, dat hij verdriet had.... Moeder had
namelijk gezegd, dat Sinterklaas deze
keer hun deur wel voorbij zou gaan,
omdat ze allemaal kort geleden alzoo'n
erg duur geschenk hadden gekregen:
het nieuwe broertje. Nu, eerlijk ge
zegd, vond Barendje het heelemaal geen
mooi mooi geschenk en toen hij aan
moeder gevraagd had, of ze het broer
tje met zijn rooie-kolen-hoofd en zijn
gepiep niet ruilen konden voor een
mooi kabouterprentenboek of vooreen
lief klein hondje, toen had moeder ge-
lachcr. Dat kon heusch niet, had ze
gezegd. Barendje begreep niet waarom.
Als je het nu erg vriendelijk aan Sin
terklaas vroeg! Maar ja, als moeder
zei dat het niet kon, dan was er niets
aan te veranderen. En toen nu Sinter
klaas al nader en nader kwam, en het
nog maar één nachtje slapen zou zijn,
voordat het werkelijk zoo ver was,e n
toen hij bij het naar bed gaan bedacht,
dat er den volgenden dag voor hem
heelemaal niets moois van den Sint
zou zijn, werd Barendje toch wel een
heel klein beetje verdrietig. Hij kon
er niet van in slaap komen en draaide
om en om. En toen de maan opkwam
en in zijn kamertje scheen, lag hij nog
met open oogen naar den zolder te
kijken. O, als Sinterklaas hem toch maar
een heei klein cadeautje zou geven,
ai was het maar een prentenboekje
over de kabouters, maar met één, klein
plaatje erin....
„hm hm," zei plotseling een heel
fijn, zacht stemmetje. Tot groote ver
bazing van Barendje werd er van bin
nen uit zijn speelgoedkast op de dëus
geklopt, en een stemmetje riep: „Hm
hm, zou je mij er niet uit willen laten,
Barendje Snip? Ik zit hier al den hee-
len avond verscholen, ik ben kabouter
Fluks, en ik ben door koning Rookool,
onzen kabouterkoning gestuurd met een
boodschap voor je."
Barendje wreef van verbazing zijn
oogen uit, wipte uit bed, opende de
deur van de speelgoedkast.... en daar
stapte een heel klein mannetje, niet
grooter dan een turf, naar buiten. Het
was in een kort bruin broekje ene en
rood buisje, puntschoenen en een lan
ge, roode Duntmuts gekleed. Het moest
heelemaal tegen Barendje opkijken, en
toch had het een lange grijze baard.
„Lieve kabouter," stamelde Barend
je, die nog maar niet van zijn verwon
dering kon bekomen, „wat is er aan
de hand?" „Dat zal ik je vertellen",
zei het mannetje, „maar laat ik je eerst
ever, tot een kabouter tooveren, want
je bent zóó groot, dat ik verschrikkelijk
hard moet schreeuwen, om door jou
gehoord te worden." Eensklaps haal
de het kaboutertje een tooverstokje te
voorschijn, sprak een tooverspreuk uit
en toen rilde Barendje. Hij kreeg een
erg gek gevoel alsof alle dingen om
hem heen plotseling begonnen te groei
en en grooter te worden.... maar dat
kwam, omdat hijzelf op eens begon
in te krimpen, totdat hij net zoo klein
was als de kabouter.,,,
„Kom", zei kabouter Fluks, „ga mee,
buiten wacht mijn paard, waarop we
naar het bosch rijden, het feest is in
de oude eik!" Barendje en Fluks klom
men langs het gordijnkoord omhoog,
door het raam, dat op een kiertje stond
en lieten zich langs de regenpijp om
laag glijden. Daar zat een groot ko
nijn, dat nu wel zoo groot als een
paara leek, te wachten. Het heette me
neer Snuffel. Op de heerlijke zachte
vacht van het konijn gezeten, ging het
met pijlsnelle vaart over de sneeuw,
die wei drie voet dik lag. De maan
lachte vriendelijk. „Maar wat is dat
dan voor een feest, waar we heen
gaan?" vroeg Barendje eindelijk. „Een
kabouterSinterklaasfeestSinterklaas
heeft ons een massa lekkers gestuurd,
en toen vond koning Rookool, dat jij
er ook bij moest zijn, omdat je altijd
zooveei van kabouters hebt gehouden."
Nauwelijks had de kabouter uitgespro
ken, of ze hielden stil voor een oude
eik. Door een nauw gaatje kropen ze
naar binnen, en kwamen eindelijk door
een lange gang in de feestzaal, waar
alle kabouters vroolijk bijeenwaren en
Sinterklaasliedjes zongen, terwijl koning
Rookool op zijn troon van vergulde
kastanjes zat en de maat sloeg. Na
tuurlijk zaten de kabouters allemaal op
paddestoelen en de tafel was een le
lieblad, waarop heerlijke eikeltjes van
marsepein en kastanjes van borstplaat
en nog veel meer lekkers lag, waarvan
iedereen naar hartelust mocht eten.
Eensklaps riep koning Rookool: „Stil
te! Omdat jelui zoo netjes gezongen
hebt, zaï ik nu een kunst voor jelui
doen. Ik zal blaffen, precies als een
hondje!" De koning trok een erg raar
gezicht en begon te keffen! Dat was
zóó'n grappig gezicht, dat Barendje in
lachen uitbarstte en hoe langer hoe
harder moest lachen....totdat....hij op-
eens wakker werd. Hij had gedroomd!
Maar wat zat daar voor zijn bed, ter
wijl moeder lachend toe stond te kij
ken, hoe Barendje zijn oogen uitwreef?
Een lief, klein, zwart hondje, met een
wit borstje, dat met zijn staartje kwis
pelde en tegen Barendje kefte! Dat
was het geschenk voor Barendje van
Sinterklaas....die toch gekomen was!
Zijn mooie en blijvende
St. Nicolaas-Geschenken.
Verkrijgbaar in ruime keuze in
den Boekhandel van de
HEUSDEN.
JAN STOFFERS.
De „Prinses Juliana" van de „Ne
derland" gleed rustig en kalm door
de rustige en kalme wateren van den
Indischen Oceaan. In een gelijkma
tig tempo ruischte het water langs
de flanken van het statige schip. In
den maan-belichten avond stroomde
het schuim als kantwerk van goud
voorbij.
Het was St. Nicolaasavond en er
zou feest aan boord zijn. Meneer
Geunteren zou de St. Nicolaas zijn.
De kapper, ingesteld op alle mogelij
ke feestelijke gelegenheden zou voor
den baard van den goedhartigen man
en voor het noodige costuum zorgen
en daar hij de verschillende snuiste
rijen voor de kinderen ook had ge
leverd, kleine bijverdiensten ver-
mooiden het vak zou hij meneer
Geunter en voor niks en niemendal
kappen en sminken.
Meneer Geunteren was een welbe
kend figuur onder de passagiers van
het geheel volgeboekte schip. Me
neer Geunteren was gouvernements
ambtenaar. die met spoedcertificaat
naar Nederland moest in verband met
zijn door een langdurig verblijf in de
tropen geknakte zenuwen. De passa
giers geloofden, in het algemeen, wel,
dat hij aan de zenuwen leed, al was
het niet zoo dadelijk te zien. Alge
meen was men ook met elkaar eens,
dat al mochten zijn zenuwen in de
war zijn, zijn maag in goede conditie
verkeerde. Meneer Geunteren at
zou het woord niet wat al te cru
klinken, dan zou men moeten zeg
gen vrat, voor twee. Hij had des
morgens zijn zenuwen zoo goed in
bedwang, dat hij in staat was twee
spiegeleieren met ham, acht brood
jes met kaas, met een stukje paling
of een zure haring naar binnen te
werken, bespeeld met de noodige
kopjes thee. En ook aan de andere
maaltijden toonde hij, dat zijn jaren
lang zitten op een stoel in een der
afdeelingen van het Departement van
Financiën aan het Koningsplein te
Weltevreden geen nadeeligen invloed
op zijn maag en op de presaties van
van dit orgaan had gehad. Men kan
Rabelais niet verdenken, meneer
Geunteren tot voorbeeld van zijn Gar-
gantua te hebben genomen, maar ze
ker is het dat onze zenuwpatiënt po
gingen deed den beroemden held van
den geestigen Franschen schrijver na
te volgen.. Zijn eetlust was op het
geheele schip bekend. Hij werd altijd
heiteerst bediend en de hofmeesters,
die zelfs niet door een enkelen trek
op het gelaat mogen toonen, dat zij
een oordeel hebben over een of an
deren passagier, kwamen altijd met
een „stalen" gezicht bij meneer Geun
teren om hem te vragen of hij zich,
voor de tweede maal, van een schotel
wilde bedienen. En men wist zekei
dat hij altijd twee gebakjes nam als
een toegiftje bij den maaltijd.
Toen de passagiers zochten naar
iemand, het meest geschikt voor St.
Nicolaas, werd met één stem tegen
meneer Geunteren aangewezen. Hii
was groot van stuk, had eenig embon
point wat overigens niet aan zijn
zenuwen werd toegeschreven en
kon aardig, dat was reeds menigmaal
geconstateerd, met kinderen omgaan.
De eenige, die zijn stem had ver
heven tegen de benoeming van me
neer Geunteren was de gepensioneer
de oud-majoor Haffmans geweest. Hii
kon dien pennelikker van een Geun
teren niet uitstaan, zooals hii zeide.
De majoor had jarenlang in de rim
boe gezeten en had het land, aan
iedereen, die op een kantoorkruk zijn
pensioen verdiende. Haffmans die het
met zijn maag en lever te kwaad had,
stond altijd tijdens den maaltijd op,
omdat hii het niet goed kon aanzien
hoe die zenuw knoop van een Geun
teren borden vol eten naar binnen
werkte. Het was eenvoudig om naar
te worden, zoo verzekerde de ma
joor en hii ging liever over de ver
schansing kijken dan te zien hoe die
klerk zijn onverzadigde maag vulde.
De onderscheiding van Geunteren,
die nu zou geuren, als een heilig
man, die zich nu vrijheden mocht ver
oorloven tegenover de dames had
den majoor uit zijn humeur gebracht,
al trachtte hij ook zijn spijt achter
een glimlachtje en een gelukwensch
aan Geunteren te verbergen, Geunte
ren had zijn benoeming aangenomen,
ofschoon zijn geneesh. hem kalmte
en rust had voorgeschreven en of
schoon zijn zenuwen erg in de war
waren. Als Zwarte Piet zou fungee-
ren Gijs Knobbel, de zeventien-ja
rige zoon van meneer Knobbel, die
met zijn Inlandsche vrouw en acht
kinderen welk stelletje, oneerbiedig,
de zwarte bende werd genoemd
de reis meemaakte. Op den mid
dag van den dag, welke met het
feest zou eindigen, terwijl de passa
giers in hun dekstoelen naar het spel
der vliegende visschen keken, werd
verteld, dat in den eetsalon, op een
tafel, in prachtige boterletters, de
naam van het schip „Prinses Juliana"
prijkte. Men ging eens een kijkje
nemen en inderdaad, de banketbak
ker van het schip had zich uitge
sloofd. Daar lagen in veertien goud
kleurige letters, glanzend, aan de
hoekjes ietwat donker getint.
Meneer Geunteren was ook komen
kijken en hij had met groote voldoe
ning, dat werd ook door majoor Haff
mans, die toevallig voorbij kwam,
want hij had geen belangstelling voor
het zoete goed, geconstateerd, het
heerlijke banket aanschouwd. De gou
den glans van de letters had zich
weerkaatst in de oogen van den aan
staanden St. Nicolaas.
Er was begeerte in zijn oogen en
onwillekeurig, zonder acht te slaan,
dat zich in zijn nabijheid majoor Haff
mans bevond, had Geuneteren een
stukje van de bladrende korst, dat op
het papier, waarop de letters wa
ren gerangschikt, van de tafel ge
nomen en in zijn mond gestopt. De
ze beweging, zoo onschuldig moge
lijk welke iedereen zou zijn ontgaan,
deed majoor Haffmans, den lever
en maaglijder, wat jaloersch op het
succes van Geunteren een idee aan de
hand, om zich lekker op dien inkt
koelie te wreken en te zorgen, dat
het St. Nicolaasfeest in het water viel,
dat althans Geunteren een slecht fi
guur zou maken.
oi
De animositeit tusschen beide pas
sagiers zoo verschillend van aard en
levens opvatting, welke animositeit
zoo spoedig voor den dag treedt in
beperkte ruimte van een passagiers
boot, waar men zoo dicht bij elkaar
leeft, had niet den minsten invloed
gehad op de dochter van Geunte
ren en den zoon van majoor Haff-,
mans. Zij, een aardige vroolijke blon
dine, wier gelaat waarin donker blauv
we droomerige oogen, iets pikants
had door het donker bruine zon ver
brande, vergezelde haar vader op zijn
reis naar Nederland, waar hii solaas
hoopte te vinden voor zijn geschokte
zenuwen. Na den dood van haar moe
der had zij de plaats van de meeste
res in het huis van haar vader inge
nomen. Ze beschikte over een mooie
stem en had zich wel eens laten hok>
ren op de symphonieconcerten wel
ke eens in de maand in de sociëteit!
„Conoordia" te Weltevreden werden
gegeven.
Hii was ingenieur, een dertigjarige,
die met verlof naar Holland gingt,
bovendien een regeeringsopdracht
had gekregen welke zijn verblijf in
het vaderland voor eenige jaren
noodzakelijk maakte. Toen hii Loes
Geunteren voor het eerst had gezien
en dat was even nadat het schip
de haven van Prick had verlaten, had
hii zich dadelijk tot haar aangetrok
ken gevoeld en hii had het geluk,
22. Rob en Daan zochten nog geruimen tijd
naar het meisje, doch eindelijk keerden ze naar
het strand terug, waar ze hun honger en dorst
stilden door middel van het voedsel en water,
dat voor hen klaargezet was.
23. Daarna liepen ze langs het strand naar de
voet van de rotsen, op de top waarvan ze het
meisje hadden zien verdwijnen, maar nog steeds
was er geen spoor van haar te zien. Ze gingen
verder en kwamen aan een met gras bedekte
heuvel, die ze opklommen.
24. Nadat ze eenige tijd geloopen hadden,
werd hun de weg versperd door een diepe kloof.
Juist wilden ze teruggaan, toen Rob op een af
stand een natuurlijke brug ontdekte in de vorm
van een rots, die zich over de afgrond spande.
Dichterbij gekomen, zagen ze dat de brug, of
schoon tamelijk breed aan de kanten, in het
midden heel nauw was. „Het zal een gevaarlijk
werkje zijn, om die brug over te steken; zullen
we 't wagen?" informeerde Rob. „Het schijnt
de eënige manier te zijn, om de overkant te^be
reiken, dus we zullen het wagen," antwoordde
Daan grimmig.
Nieuwsblad
Een dosis Foster's Maagpillen
's avonds bij het naar bed gaan
genomen, verzekert een goede
nachtrust en verschaft 's morgens
volkomen normale stoelgang.
f 0.65 per flacon.
DOOR