HUN HA
Imwh
DE VERLOREN ZOON.
Uitgave: Firma L, J. VEEEMAN, Heusden.
No. 5098 Woensdag 18 Februari 1931.
Pit ffliiiBf Masi Hit 2 bladen
VERSTOPPING
li au ton gerecht flensden
FEUILLETON
BivuRttiilastri.
Wrijf Uw
pijnlijke spieren
UND VAN ALTEN^
Dit blad verscbyrt WOENSDAGMORGEN en
VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.25,
en franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke
nnmmers 6 cent.
Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525.
Advertentiën van 16 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uar en
Vrijdagmorgen 9 uar ingewacht.
tabletten
TEGEN
STRAFZITTING VAN HET KAN
TONGERECHT TE HEUSDEN
van Vrijdag 6 Februari 1931.
Kantonrechter: Mr. C. W. v. Om
meren.
Ambten, van het Openb. Ministerie:
Jhr. Mr. E. Verheijen.
Griffier: Mr. G. H. Bleeker.
Eene zitting met veel verdachten en
met eene propvolle publieke tribune, stellig
als gevolg van de werkeloosheid.
C. J. M, P. v. d. M. en M. J. S.. allen
te Eethen hadden, ofschoon behoorlijke
oproeping was gedaan door Burgemeester
en Wethouders, geen dienst gedaan bij
het beproeven van de brandspuit te Babi
loniënbroek.
Getuige Burgemeester Brune Ik weet
niet wat het met die menschen is. Vroeger
kregen ze belooning en nu niet meer.
KantonrechterKrijgen de menschen
in de geheele gemeente Eethen geen be
looning meer of alleen maar te Broek
Getuige Brune In de geheele gemeente
niet meer.
KantonrechterHoewel de Broeksche
spuit wel geen brandblusscher eerste
klasse zal zijn moet zij toch bij brand
zooveel mogelijk kunnen praesteeren en
daarom is geoefend personeel en een zoo
goed mogelijke spuit noodzakelijk. De
Heeren thuisblijvers geef ik ieder f 5.00
of 3 dagen.
M. J. v. d. B., landbouwer te Genderen,
had de slooten in zijn land io den Veen-
schen polder niet gereinigd van onkruid
en ruigt.
Verdachte zegt dat hem in November
1929 is medegedeeld, dat een schouw zou
plaats hebben. In begin Januari 1930
heeft hij de slooten in orde gemaakt,
want wegens het hooge water kon dat
niet eerder.
Getuige C. Schreuders voorzitter van
den polder, zegt dat verdachte m 1929
is aangeschreven welke breedte en diepte j
de slooten moesten hebben. Het gaat nu j
in deze zaak echter niet over 1929, maar
wel over de schouwvoering van 24 Oct.
1930. 25 Oct. d.a.v. is verdachte opnieuw
(Naar het Duitseh.)
3.)
„Zwijg", viel de moeder hem in de
rede, met een doffe, bevende stem,
die hem nog vreeselijker toeklonk dan
het rollen van den donder. Zij zag bijj
deze woorden den vreemdeling zoo we
zenloos aan, dat haar dochter naar haar
toevloog om haar te ondersteunen, als
zij flauw mocht vallen. Maar dit ge
beurde niet.
„Doe de balcondeuren dicht", beval
de vrouw, terwijl zij zich aan de leu
ning van een stoel vasthield, „en roep
dan Valentijn. Zeg hem niets. Maar
haast je! Het lijkt mij toe, alsof ik
stemmen vanuit den tuin hoor.
In een oogenblik had het meisje
de balcondeuren gesloten en was de
kamer uitgesneld. De vreemdeling bleef
een paar oogenblikken met de moeder
alleen.
„U redt mijn eer en mijn vrijheid,"
zei hij stamelend, „misschien wel mijn
leven. Maar wees er van verzekerd,
edele vrouw, wat u doet doet u niet
voor een onwaardige, een verworpeling,
en mijn eigen moeder, die het leven
van haar zoon, met alles wat zij had,
afkocht toen hij in roovershanden viel,
zal uw barmhartige daad
„Daar moet u geen woord meer
over spreken; wat ik doe, doe ik niet
aangeschreven dat er een herschouw zou
plaats hebben op 7 November. We heb
ben met verdachte steeds last, anders zou
het zoo ver niet zijn geloopen.
Kantonrechter Maar er zal stellig wel
weer wat anders achter zitten. Zijn de
mededeelingen van het Bestuur aan ver
dachte uitgereikt
Getuige Schreuders Ja, de bode Klop
heeft dit gedaan.
Kantonrechter Dan stel ik de verdere
behandeling uit en wil den bode C. J.
Klop te Andel nog eens als getuige hooren.
J. A. v. W., autoverhuurder te Gen-
deren, is ten laste gelegd dat hij te
Sleeuwijk aan het veer zou hebben post
gevat en vervolgens zijn auto bij gedeelten
had verhuurd.
Verdachte Ik heb daar wel post gevat,
maar ik heb mijn auto niet verhuurd
ik had die menschen aangenomen voor
heen en weer van Dussen naar Sleeuwijk.
Getuige de Rooij, arbeider te Dussen
Ik heb de auto niet afgehuurd, maar heb
gewoon betaald.
Kantonrechter tot getuige Heb je
voor elke reis apart betaald.
Getuige de Rooij Ja Edelachtbare.
Kantonrechter Ik zal de verdere be
handeling dezer zaak eens vier weken
uitstellen en als ik dan hoor dat je niet
meer snort, dan zal ik je licht straffen,
maar indien je blijft snorren dan krijg
je een flinke straf, die je het snorren
wel zal afleeren. En dan draag ik den
opperwachtmeester der marechaussée van
der Plas, op, je gangen na te gaan en
mij over ruim drie weken een rapport
te doen toekomen.
A. B. koopman, zonder vaste woonplaats,
somstijds verblijf houdende in een slaap
stee genaamd „het Koffiekannetje" te
Heusden, was stomdronken geweest in
de Wittebroodstraat aldaar.
Kantonrechter Ik wou dat dat koffie
kannetje op de Mookerhei stond, dan had
ik geen last van die ellendige individuen
die er dikwijls onderdak vinden. Ik geef
verdachte f 15.of 15 dagen, want ik
vind het ergerlijk dat die bij elkaar ge
bedelde centen altijd maar weer in jenever
worden omgezet.
C. B. arbeider te Rijswijk had zijn
leerplichtigen 13 jarigen jongen niet naar
school gestuurd. In de vorige zitting
was verdachte bij verstek daarvoor ver
oordeeld tot f10.of 5 dagen. Thans
komt verdachte in verzet en licht nu
een en ander persoonlijk toe.
KantonrechterWaarom ben je de
vorige keer niet hier gekomen om mij
dat te vertellen, dan had ik direct reke
ning kunnen houden met je minder wel
gestelde omstandigheden Nu heb je er
dubbele moeite mee.
Je straf zal ik veranderen infl.boete
of 1 dag hechtenis.
H. v. L. vrachtautoehauöeur te Ros
malen was eenige maanden geleden met
zijn wagen in een sloot gereden. Eenige
weken te voren is hij bij verstek ver
oordeeld voor het Kantongerecht te Heusden
tot een straf van f100 boete of 50 dagen
hechtenis, zoomede ontzegging van het
recht om motorrijtuigen te besturen voor
den tijd van één jaar. Verdachte is van
dit vonnis in verzet gekomen.
Getuige Colijn, landbouwer te Dussen,
verklaart dat hij verdachte op den be-
wusten avond te Meeuwen heeft gezien
en dat hij toen dronken was. Getuige
stond op twee passen afstand toen ver
dachte met zijn auto in de sloot lag en
dat was omstreeks acht uur.
Getuige Theo van Sint-Truien, chauffeur
te Meeuwen, zegt dat hij juist met zijn
autobus uit de richting Dussen kwam
rijden toen verdachte vanaf het café van
de Wit weg reed. Dat rijden ging slecht
en erg van den eenen naar den anderen
kant van den weg. Ik kreeg den indruk
dat verdachte niet nuchter was toen hij
in de sloot reed. Ik heb verdachte toen
goed gezien. In de verte kwam vanaf
Meeuwen een vrachtauto aanrijden met
gedoofd licht.
De getuige Mejuffrouw de Wit geboren
Leemans caféhoudster te Dussen, is wegens
ziekte niet verschenen, waarvan eene
doktersverklaring is overgelegd.
KantonrechterEn toch wil ik deze
getuige hooren. Indien zij over 14 dagen
nog niet kan komen zullen we haar thuis
een verhoor gaan afnemen. Om zich aan
dat verhoor op eenigerlei wijze te ont
trekken zal haar niet gelukken.
Autobus door een trein gegrepen,
3 dooden en 11 gewonden.
Zaterdagmiddag omstreeks 1 uur is een
autobus van den heer G. Kupers te Ven
ray, die een geregelden dienst onderhoudt
tusschen Venlo en Venray, op den spoor
wegovergang onder Blerick door trein 1730
welke om 3 minuten over 1 uit Venlo
vertrokken was gegrepen en bijna 200
Meter meegesleurd.
De autobus werd versplinterd. Van de
15 inzittenden werden 3 personen opslag
gedood, 5 zwaar en 6 licht gewond.
De baanwachteres had vergeten de af-
sluitboomen tijdig te laten zakken.
Uit Venlo werden aan het „Hbld."
nader de volgende bijzonderheden ge
meld
Om 1 uur was de autobus van den
heer Kupers uit Venlo vertrokken. Vijf
tien personen, die uit de omliggende
plaatsen naar Venlo waren gekomen om
de Zaterdagsche markt te bezoeken, had
den in de bus plaats genomen.
Even vóór den overweg in de spoor
lijn VenloRoermond bij den wachtpost
66 aan den Horsterweg te Blerick loopt
de breede straatweg ongeveer honderd
meter evenwijdig met de spoorbaan. De
autobus, bestuurd door den chauffeur
Wieferink, reed iets vóór den trein, welke
om drie minuten over één uit Venlo was
vertrokken, uit. Gelijk met den trein
kwam de autobus aan den overweg en
omdat de boomen niet gesloten waren,
reed de bestuurder door. Toen de bus
midden op de rails was, werd zij door
den trein gegrepen en, hoewel de machi
nist nog uit alle macht remde, kon hij
niet verhinderen, dat de auto ongeveer
honderdvijftig meters werd meegesleurd.
De schok was ontzettend. Angstige kre
ten klonken langs de spoorbaan en van
KLOOSTERBALSEM
alle kanten snelden menschen naar de
plek des onheils. Uit de nabijgelegen
kazerne rukte onmiddellijk een colonne
militairen uit om hulp te verleenen.
Brokstukken van de antobus werden
over een lengte van honderd meter langs
de spoorbaan gevonden. De kap van de
bus lag aan de andere zijde van den
spoorweg.
De marechaussee stelde onmiddellijk
een onderzoek in en tegen 3 uur arri
veerde het parket uit Roermond, de subst -
officier van justitie mr. dr. P. J. W.
Rieter en de rechter-commissaris mr. F.
A. J. Marres.
Over het resultaat van dit onderzoek
valt uiteraard nog niets mede te deelen.
Vast staat, dat de baanwachteres, raej.
Ebben, wier man als ploegbaas en oudste
zoon als wegwerker verder op de lijn
aan den arbeid waren, te laat uit haar
huis kwam om de spoorboomen neer te
laten. Men deelde ons nog mede, dat de
vrouw, moeder van een gezin van veer
tien kinderen, in hoogst overspannen toe
stand naar het ziekenhuis te Venray is
overgebracht.
DE ONBEWAAKTE" OVERWEGEN.
Zaterdagmorgen is aan den on bewaak
ten overweg bij de wattenfabriek van de
firma Utermohlen te Vaassen de vracht-
auto van den expediteur Van den Es-
cherst door een trein, komende uit de
voor u. U bloedt viel zij zichzelf
in de rede, daar haar oog op een plek
aan zijn schouder viel, waar groote
bloeddruppels door het zwartzijden buis
kwamen.
„Het is niets", antwoordde hij snel,
zijn handschoen tegen de plek duwend.
Ik bemerk het nauwelijks."
Lize kwam binnen, achter haar de
oude huisknecht. „Valentijn," zei me
vrouw, „je gaat met dezen heer naar
boven en wijs hem het bed in de
kamer je weet het wel. Niemand mag
weten dat hij hier in huis is. Aan
Dina zal ik het zeif wel vertellen.
Je kan toch verbinden? Onderzoek de
wonden van mijnheer, boven in de kast
liggen zwachtels er liggen in de
lade ook hemden hij moet behan
deld worden als of hij mijn eigen zoon
was. Vooruit! Ik hoor loopen!"
Allen luisterden met kloppende har
ten. Werkelijk hoorde men boven het
kletteren van den regen uit stemmen
in den tuin. In hetzelfde oogenblik had
de oude huisknecht den vreemde uit de
kamer gebracht en moeder en dochter
waren alleen met elkaar.
„Kindlief", zeide zij met een beven
de stem, „ga eens naar beneden, naar
Dina. Ik zal onwaarheid moeten spre
ken en ik wil niet dat je het hooren
zal."
„Moeder", zeide Lize.. „laat mij hij
u blijven. Beneden zou ik van angst
omkomen. Gelooft u toch niet, dat het
u als kwaad aangerekend zal worden,
vooral niet door mij, wat u doet om
een menschenleven te redden."
Ondertusschen werd er driemaal aan
de gesloten deur geklopt."
„In naam der wet," riep een stem
„doe de deur open."
„Wie is daar zoo laat?" antwoord
de mevrouw Helena, en haar stem klonk
zoo kalm, alsof er niets gebeurd was.
„Een dienaar van het gerecht!" klonk
het antwoord. „Doe open of de deur
zal opengebroken worden.!"
„Ga heen, Lize", zei de moeder met
zulk een luide stem, dat men buiten
elk woord verstaan kon. „Ik moet zeg
gen, dat is iets nieuws in onze oude
stad Bern, dat de politie in een vreed
zaam burgerhuis bij nacht en ontij
binnendringt. Ik hoop, dat u een af
doende reden kunt opgeven, wat de
aanleiding van dit bezoek is. U weet,
wie ik hen, en dat ik in mijn huis
geen gespuis herberg, dat achtervolgd
wordt."
De man van het gerecht, die met
een haastigen blik dadelijk alle hoe
ken doorzocht had, bleef verlegen voor
de rijzige gestalte van mevrouw staan
en sloeg voor haar laatsten strengen
blik zijn oogen neer
„Vergeeft u ons, mevrouw Amthor,"
stamelde hij, terwijl hij zijn beide knech
ten een wenk gaf om buiten te blijven,
en den knop van zijn degen, verlegen
in zijn hand draaide, „wij zijn een ver-
metelen jongen man op het spoor, die
daar beneden zich aan wangedrag en
moord heeft schuldig gemaakt. Hier
boven hebben ze, toen ik naderde, de
de lieden uit de herberg zien vluchten,
in groote getale over de muren en
hekken en wij konden de sporen tot
in uw tuin volgen; wij hebben één
van zijn handschoenen hier bij het
raam gevonden. Daarom heb ik het
tot mijn plicht gerekend
„Bij mij in te breken, alsof enijn
huis een toevluchtsoord voor moorde
naars was? viel de vrouw hem in
de rede en keek hem streng aan, dat
j hij als een betrapte zondaar op het
tapijt staarde, verlegen over de natte
voetsporen, die hij er op gemaakt had.
„Gaait u nu weg en kijk een andere keer
beter uit, bij wien u aanklopt."
„En morgen aan den dag zal ik mij
bij den schout beklagen, dat de stad
zulk wangedrag toelaat en dat een rus
tige burger 's nachts een bezoek kan
krijgen van de macht die huiszoeking
komt doen en van heling beschuldigd
wordt."
De man wilde nog een verontschul
diging inbrengen, maar het gebieden
de handgebaar van de vrouw, die hem
de deur wees, liet hem niet aan het
wcord komen. Met gebogen hoofd ging
hij heen. Hij was nauwelijks over den
drempel, of Lize deed den grendel weer
op de deur, viel vervolgens op een
stoel neer en zuchtte diep, zoo zeer
had zij in angst gezeten.
„Blijf jij hier," zei de moeder na
een poos. „Steek een kaars aan, ik
wil naar boven gaan."
„Moedertje", waagde het kind te zeg
gen, „zou u niet liever u ziet zoo
bleek, het doet u te zeer aan.'"
Mevrouw Helena gaf geen antwoord,
nam de kaars van haar dochter aan
en ging met een uitdrukking in haar
gezicht, ,ailsof er niet veel ergers meer
gebeuren kon, de kamer uit. Zij was
een strenge trotsche vrouw, die zich
zelf te goed vond om zich te verla
gen met een leugen uit te spreken.
richting Zwolle, gegrepen. De chauffeur,
een zoon van den expediteur, zag het
ongeluk aankomen en wist zich bijtijds
in veiligheid te brengen. De auto is totaal
vernield.
VERDRONKEN.
Zaterdagmiddag om twaalf uur was G.
J., knecht bij de brouwerij „De Gekroon-
pe Valk* te Dordrecht, aan de Wijnbrug
bezig eenige vaten bier te lossen. Plotse
ling gleed hij uit en viel in de Voor
straathaven. Hoewel hij bijna direct uit
het water werd gehaald, bleken de levens
geesten reeds bij hem te zijn geweken.
ZIJN VROUW MET VITRIOOL
GEWORPEN.
De Vierde Kamer der Rechtbank te
Amsterdam deed uitspraak in de strafzaak
tegen den 34 jarigen banketbakker, later
circusknecht, H. J. van W., die zich te
verantwoorden had gehad wegens zware
mishandeling met voorebdachten rade.
Verdachte had op 27 Aug. zijn vrouw,
waarvan hij gescheiden leefde, met vitriool
gegooid, waardoor zij zeer ernstig aan ge
laat, borst, beenen en armen werd gewond.
De Rechtbank veroordeelde hem wegens
zware mishandeling met voorbedachten
rade tot een gevangenisstraf van 4 jaren.
Het O. M. had 8 jaren geëischt.
o
GRIEP TE BOXTEL.
De griep woedt te Boxtel in hevige
mate. In sommige straten zijn huis aan
huis geheele gezinnen ziek. Bedrijven als
posterijen en spoorwegen kunnen slechts
door krachten uit andere plaatsen gaande
worden gehouden.
FANTASTISCH "VERHAAL VAN
EEN 15-JARIGEN BENGEL.
De Antwerpensche correspondent van
de „Msb." meldt
Op een Antwerpensch politie-bureau
heeft zich de 45-jarige H. St. uit Zeven
bergen aangemeld, die het volgende verhaal
deed.
Hij was werkzaam te Breda op het
„Radio Centrum*. Toen hij een paar
dagen geleden op het kantoor kwam, sprong
een kerel achter een bureau vandaan en
bedreigde hem met een groot mes. S.
moest den man wijzen waar het geld en
de papieren lagen. Nadat de boosdoener
heel wat op zak had gestoken, dwong
hij den jongen mee te gaan. S. was
zoo benauwd, dat hij gewillig volgde.
De man nam hem mee naar België. Te
Neer pelt kreeg S. een nieuwe regenjas
en een nieuwe pet.
Van daaruit ging het naar Antwerpen,
waar de geheimzinnige persoon plotseling
verdween. S. ging in een logement over
nachten.
Aldus het zonderlinge verhaal van den
Nu "had 'zij zich in haar eigen oogen
en in die v,an haar kind vernederd,
terwille van een vreemdeling, die geen
ander recht op dit offer had, als dat
hij gezworen had bij hem, die haar,
grootste verdriet w,as.
De deur, waaruit zij vertrokken was.
bleef half open, zoodat Lize hoorde,
hoe zij met moeizame schreden de
trap opging, hoe zij meermalen uit
rustte, alsof zij adem en moed moest
scheppen voor den zwaren gang naar,
de kamer van haar verloren zoon, waar
zij sedert jaren niet meer geweest wasL
„Hij ligt bewusteloos", zeide delude
Valentijn, die haar op den drempel te
gemoet kwam. „Ik heb hem verbon
den, maar toen ik hem een schoon
hemd aantrok, viel hij als dood van
onder mijn handen neer. Ik zal koud
water halen: er is ansders geen gevaar
bij. Het bloedverlies heeft het hem
gedaan."
H'j ging vlug de trappen af naar;
beneden en de vrouw trad de kamer,
binnen.
Daar lag de vreemdeling met gesloten'
oogen op bed, de mond van pijn half
geopend, zoodat men zijn tanden kon
zien. Het blonde haar was van zijn
zeer bleek voorhoofd teruggestrekem
en droop van bloed en regenwater.
Op den grond lag zijn baret en zijn
zijden buis, benevens een geheel van
bloed doorweekt hemd, dat Valentijn
door een schoon vervangen had.
(Wordt vervolgd).
NIEUWSBLAD
vosr Us! liiü ui IltBsiBi m mtt9i.lt Langstreat ti 16 gQiieUrwaard
fit) Apoth. ca OrofiBtco
en stramme gewrichten, verdrijf
die afmattende pijnen van rheu-
matiek en spit met de beroemdej
AKKER'»
verzacht verrassend^
snel.
,Geen goud
zoo goed."