Tweede Blad
KERKSTRAAT 30.
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommeierwaard.
Iq.5103 Vrijdag 6 Maarl
S)ie
DE VERLOREN ZOON.
Bij Griep «l»
FIJN
COGNAC
KEUNEN-MALING RÉ
HEUSDEN.
HET BRILLENHU1S
«IF2*"
RugpjjnNieren Pillen
lËïTiliim
A OPGERICHT 1816,
H. VAN DER VEN - Den Bosch
I Bij Scheren
SUmiemibriek.
IftARSCHUWIKB
SPOOR'S MOSTERD.
LEVERT
Pluimveeteelt*
BEHOORENDE BIJ HET
Beste jongens en meisjes.
De oplossingen der vorige raadsels
zijn
1. De muis van de hand.
2. 999 9 9ende.
3. Het schip der woestijn (de ka
meel).
4. Het woordje „dat" bestaat uit
3 letters.
De nieuwe raadsels zijn:
1. Welke kam wordt nooit gebruikt?
2. Wie weet waarin de eerste stoom
boot gevaren heeft?
3. Nu eens ben ik groot, dan weer
ben ik klein en toch ben ik steeds
....een voet lang. Rara, wat is dat?
4. Welke neuzen kunnen niet rui
ken?
5. Mijn geheel bestaat uit 7 letters
en noemt een kostbaar sieraad.
43 5 6 is een hemellichaam.
76 4 is het tegenovergestelde van
[wild.
7 2 6 is een metaal.
7 3 61 wordt gebruikt om te bijten.
OOM KAREL.
HET ZUSJE VAN KLEIN-DUIMPJE.
I.
Jullie hebben allemaal natuurlijk wel
eens gehoord van de geschiedenis van
8.)
Zij was verstandig genoeg om in te
zien, dat er nog een ander gevaar was,
n.l. dat haar heimelijke gast door den
een of anderen buur bespied werd en
de leugen, waarmee zij hem in haar
bescherming genomen had, zou uit
komen. Lize, die tot nu toe maar zelden
en dan nog maar voor korten tijd met
jongelui had omgegaan, leefde nu met
dezen vreemdeling reeds elf dagen on
der één dak jein daar de moeder hem
graag mocht lijden, sedert hij alles aan
haar verteld had, was het van de doch
ter wel te veel verlangd, dat zij' zich:
voor al zijn goede hoedanigheden en
deugden zou blind houden. Hij ech
ter,, hoe vertrouwelijk hij was, scheen
zijn hart goed en zorgvuldig gepantserd
te hebben en in die opgewekte stem
ming der lange avonden ontglipte hem
geen enkel woord tegen Lize, dat an
ders dan broederlijk kon genoemd wor
den.
Was het werkelijk zoo en dacht de
trekvogel er niet aan een nest te bou
wen, dan was hij des te gevaarlijker
voor haar kind en was het haar moe
derplicht zoo gauw mogelijk een eind
te maken aan zijn verblijf. Zij nam' zich
haar zwakheid kwalijk, dat zij het niet
over haar hart kon krijgen, haar gast,
die nu weer geheel reisvaardig was,
Kkin-Duimpje en jullie weten natuurlijk
dat Klein-Duimpje een heel klein jon
getje was, dat met zijn grootere broers
en zijn ouders in een groot bosch woon
de. Maar van het zusje van Klein-Duim-
pje hebben jullie natuurlijk nooit ge
hoord. Eigenlijk gezegd was het hee-
lemaal zijn zusje niet, maar ik noem
haar maar zoo, omdat ze net zoo klein
was als Klein-Duimpje. Hoor maar eens.
Er was een vrouw, die heel erg
graag een heel klein kindje zou willen
hebben. Daarom ging ze op zekeren
dag het was in den heel, heel ou
den tijd naar een oude tooverheks
en vertaalde haar wat ze zoo graag
wilde. De tooverheks dacht langen tijd
na en mompelde allerlei geheimzinnige
spreuken, ging dan naar een kastje
in den hoek van haar klein huisje,
haalde iets uit een potje te voorschijn
en gaf dat aan de vrouw, met de woor
den: „Hier heb je een gerstekorrel,,
maar nu moet je niet denken dat het
dezelfde soort gerst is als die bij de
boeren op het veld groeit en waar ze
de kippen mee voeren. Nee, dit is een
heel bijzondere soort. Neem de kor
rel en plant die in een bloempot en
dan moet je maar eens goed opletten
wat er gebeurt."
De vrouw was erg dankbaar en gat
de oude tooverheks twaalf stuivers,
waarna ze huiswaarts ging en de ger
stekorrel in een bloempot plantte. Maar
nauwelijks had ze de korrel in de
aarde gestopt, of daar gebeurde iets
wonderlijks. Binnen tien teilen groeide
er een groote, prachtige bloem uit.
De vrouw stond er met groote oogen
van verbazing naar te kijken. Het was
precies een tulp, maar de blaadjes wa-
Mijnhardt's Grieppoeders
Brillen - Barometers - Leesglazen enz.
ren stijfdicht, alsof de bloem nog in
knop stond. „Wat een prachtige bloem
is dat," zei de vrouw en zq kuste de
mooie roode en gele blaadjes. Maar
op hetzelfde oogenblik barstte de bloem
knop open en nu kon ze zien, dat het
een echte tulp was, maar.... midden
in de bloem, op een klein groen stoel
tje, zal een heel klein lief meisje. Ze
was niet grooter dan mijn duim en
daarom noemde de vrouw haar dade
lijk: Duimelotje, wat zooveel wil zeg
gen als: het zusje van Klein-Duimpje.
Duimelotje in diepen slaap lag. „Wacht", SPROKKELHOUT.
zei de pad, „dat is een goede vrouw Vader ging in blij verwachten,
voor mijn zoon" en zij nam de note- Naar <£n pjuimve^exposé,
dop waarin Duimelotje sliep op en gn me^ j>roec| machine droomen,
sprong ermede door het raam in den Ging zijtl jongste dochter mee.
tuin. Achter in den tuin liep een klein Zelfbewust, vol eigen waarde,
beekje en aan den kant daarvan was stapten ze de zalen in-
het erg modderig, en daar nu woonde >t Meisje, twintig, bruine oogen,
de oude pat met haar zoon Sapper- Kittig kui,t:e in wang en kin-
loot, die zoon was al even leelijk en Vader stopte bij de leghorns,
koud en nat als zijn moeder: Kwek, Wyandottes in zijn rug.
kwek, kwek, was het eenige was het Mientje zei: Ik zie U straks wel,
eenige wat hij zeggen kon, toen hij gj; ^e broedmachines t'rug.
het aardige meisje in den notedopzag! Twintig bmedmaehine-heeren,
(Wordt vervolgd).
Hadden 't hunne al gezegd.
Haar de broedschheid van hun merken,
Zeer broedkundig uitgelegd.
'k Snap er niets van, dacht ons Mientje,
aan zijn weggaan te herinneren, daar
hij er zelf heelemaal niet naar ver
langde. Zij voelde hoeveel zij missen
zou als zij niet meer voor een zoon
had te zorgen, als zij zijn vertrouwe
lijk „Frau Mutter"' of haar evenals
haar dochtertje „Moeder" noemde. Ook
had zij voor zichzelf de uitvlucht, dat
het moeilijk ging een gast tot vertrek
aan te sporen. En aldus deed het haar
tegelijk aangenaam en onplezierig aan,
toen er eindelijk een brief uit Augs
burg kwam, door beide ouders ge
schreven, die aan het slot hun zoon
inprentten, dat hij de gastvrijheid van
de edele vrouw, aan wie hij zijn leven
had te danken, niet misbruiken moest,
maar zoo gauw zijn wonden genezen
waren, de terugreis moest ondernemen
en zijn bezorgde moeder moest toonen,
dat er werkelijk geen gevaar meer was
en dat de straf voor zijn wijsneuzig
heid deze maal nog genadig geweest
was.
Toen de jonge Koert dezen brief
aan moeder en dochter voorgelezen had,
sprak geruimen tijd niemand een woord
en daarna toen zij temiddernacht scheid
den,, spraken zij slechts over ernstige
of onverschillige dingen. Dat het de
laatste nacht was, die zij zoo met eikaar
pratend hadden doorgebracht, wist elk
van hen en wilde toch niemand zich
bekennen. Ook moeder en dochter za
ten nog geruimen tijd op, daar zij
heelemaal geen slaap hadden. Lize ging
de kamer uit om de oude: Dina nog iets
te zeggen,, wat zij doen moest. Toen
zij terugkwam had zij een vel papier in
de handen en was zoo bleek als het
papier zelf.
De vrouw moest natuurlijk dadelijk
aan het werk om een bedje voor het
heele kleine meisje te maken. Ze nam
de dop van een walnoot en schilderde
die van buiten mooi rood. In de holle
dop legde ze de zachte, fluweelach
tige blaadjes van viooltjes, opdat Dui
melotje maar zacht zou liggen en ze
gat haar een rozenblaadje als deken,
zoodat ze het heerlijk warm zou heb
ben. Daarin sliep het kleine meisje
des nachts, maar overdag mocht ze op
tafel sj>elen, waar de vrouw een groo
te bloemenschaal had staan, vol met
water, waarin mooie bloemen dreven.
In het water dreef ook een groot, rood
tulpenblad en daarin stapte Duimelotje
en roede van den eenen kant van de
bloemenschaal naar den anderen.
Op een nacht toen ze in haar zachte
bedje van violenblaadjes lag, warm toe
gedekt onder het rozenblad, kwam er
een groote groene pad door het raam
naar binnen gesprongen, want er was
een ruit gebroken. Lieve deugd, wat
een leelijke groote, natte pad was dat.
Ze sprong regelrecht op de tafel, waar
HOE DE CHINEEZEN DE HAAN- ve2aa?d+
TIES KENNEN UIT DE HENNEN 1 ^ec^er merk ,s weer beter,
KtHMNLIN Uil Ut ntNiNLIN. Dan dat of dat) of dat er naast
Pas geboren kuikens of kuikens van
een paar dagen oud pakken ze eenvou
dig bij het nekvel. De haantjes la
ten dan heel gedwee de pootjes han
gen, terwijl de hennetjes de pootjes
optrekken.
Een heel eenvoudig middeltje. Mis- Zag zijn dochter opgewonden,
schien, dat niet alleen de chineesche Diuk gesticuleer end staan,
haantjes, maar ook de onze zich zoo Vader 't is om dol te worden,
gedragen. Het zou een uitkomst zijn! j ik weet er geen end meer aan.
Daar hier d'eene broedmachine,
Heel haar mandje en haar taschje,
Vol reclame materiaal,
Sleepte ze op vader wachtend,
Door de jeixposïTiezaal.
Vader kwam een stijf uur later,
In de broedmachine laan.
WAT TE DOEN TEOEN
WITTE KUIKENDIARRHEE?
Meer nog dan d'andere kan.
Vader raakte ook de kluts kwijt,
Krabde zich het rechter oor,
Zei tot zijn nerveuse dochter,,
Mien, we gaan er gauw van door!
Jij hebt zooveel broedmachines,
„Moedertje", zeide zij met een hor
tende stem, „dit heeft Dina mij zoo-
even gegeven. Het is van hem. Wilt
u het eerst lezen?"
„Lees het maar," zei de moeder.
„Het kan niets verkeerds zijn."
„O, moeder", fluisterde het meisje,
„ik kan niet lezen; het schemert mij
voor mijn oogen. Ik weet, dat het
een afscheid is."
„Geef het dan maar hier!" zei me
vrouw Helena en ontvouwde den briet.
„Hij vraagt je," zeide zij na eenigen
tijd, „ot je er niets tegen zou heb
ben, als hij aan mij om je hand vroeg.
Hij doet het schriftelijk, want als je
niets van hem wilt weten, zooals hij,
helaas wel vreezen moet, omdat je
altijd om hem gelachen hebt, dan wil
hij je niet meer onder de oogen ko
men, maar weggaan zonder afscheid te
nemen."
Het meisje gaf geen antwoord en
de moeder zweeg ook een tijdlang.
Plotseling voelde mevrouw Helena de
armen van haar kind om haar hals en
haar betraande oogen tegen haar wang
en zij stamelde aan haar oor: „Ik zou
gestorven zijn, moedertje, als hij niet
van mij gehouden had!" Toen trok
moeder haar kind op haar schoot, zoo
als zij haar sinds haar prilste jeugd
niet meer gedaan had, drukte haar
stevig aan haar hart en zeide met be
vende stem: „God zegen jullie, kin
deren!"
Den geheelen nacht deed niemand
een oog dicht; eerst tegen den mor
gen sliepen zij een paar uren, en Lize,
die het eerst wakker werd, kon, hoe
zeer zij haar moedertje de rust gunde,
1. Laat de foktoom op bloedonder
zoek onderzoeken.
2. Ontsmet broedmachine of broed- j JP Je, man^ tasch gedaan;
centrale met een 7 pCt creoline op- j daar zullen we dezen winter,
lossing; flink naspoelen met zuiver wa- ,am,en €-e°s op broeien gaan. t
ter, dan grondig laten drogen. Betere a Lwam thuis en Mientje met hem',
manier van ontsmetting is een bakje Doodop van de drentelpas.
Moeder vroeg nieuwsgierig kijkend*
Waar de broedmachine was?
Mien zei niets, viel op een stoel neer.
Vader sprak: vrouw kijk eens hier.
Mien heeft twintig broedmachines,
kristallen Kaliumpermanraat, overgoten
met formaline in de machine plaatsen
en deze dan goed te sluiten.
3. Alle zwakke kuikens direct doo-
4. Laat de kuikens tijdens het dro- j1331^ *asch, rnaar op papier,
gen in de machine in het donker. Vader, moeder, Mientje zaten,
5. Gaasbodems in de kunstmoeder is N°S rn broedmachienmperas,
alleszins aan te bevelen. Jot er op een zek ren middag,
6. Zorg dat de etens en drinkbakjes Uitkomst voor het vraagstuk was.
alleen voor de snaveltjes te bereiken Vader kocht op d'expositie,
7. Broed alleen van krachtige, kern- Een lot, en hij was gelukkig,
gezonde toornen; voor gezonde, doel- 71 Jn broedmachineprijs,
matig ingerichte hokken dient eveneens ben blij, zei vader later,
gezorgd te worden, verstrek het al!er- Vo°r die broedgeschiedems,
beste voeder en vermijdt inteelt. i Bat het merk, dat we bezitten,
Een rasechte Hollander is.
(Sprokkelaar.)
nauwelijks afwachten dat zij zou op
staan en hem het antwoord op zijn
brief zou schrijven. Teen eindelijk me
vrouw Helena bovenkwam, vond zij
haar gast, die ook pas in den vroe
gen ochtend zijn oogen gesloten had,
nog in diepen slaap en ging terzijde
van zijn bed zitten, terwijl zij het goed
aardige, jonge gezicht bekeek, dat van
hoop en moed, zelfs in zijn slaap,
straalt. Toen hij echter nog niet wak
ker werd, riep zij hem bij zijn naam.
Hij ging van schrik rechtop zitten en
kon door verwarring geen woord zeg
gen, vooral omdat de gedachte of de
moeder reeds van zijn schrijven wist
en wat zij daarop zeggen zou, hem
ontsteld maakte. Maar ofschoon ook
het gelaat van mevrouw Helena ern
stig bleef, zoo gaven haar eerste woor
den hem toch troost en vertrouwen.
„Lieve zoon", zeide zij, „je kunt hier
niet langer blijven. Na hetgeen wat je
mijn kind geschreven hebt, past het
niet, dat ik je aanmoedig nog langer
van onze welgemeende gastvrijheid ge
bruik te maken. Zoo gauw je voor
de reis klaar bent, scheiden wij van
elkaar en Valentijn laat je door het
tuinpoortje uit. Ga dan naar „Het
Zwaantje" terug, waar je je paard te
rug vraagt. Verzin tot verklaring van
je lang wegblijven een verhaal, dat je
het meest geloofwaardig voorkomt. Ook
wil ik, dat je, voor je het huis ver
laat, met mijn kind spreekt, alsof zij
je vreemd gebleven was. Zij houdt veel
van je en als ik eerlijk wil zijn, zou
ik niets- liever wenschen dan zoo'n flin
ker* zoon te krijgen, daar mijn eigen
zoon en hier zuchtte zij diep
helaas weg is, zooals ik je later wel
eens vertellen zal. Maar ik wil niet
dat je ouders denken, dat we je hier
verpleegd hebben en je dankbaar hart
omstrikt hebben om een dochter aan
een man te brengen. Zelf kon je er mis-
schien berouw van hebben en als je
weer in de wereld bent, nauwelijks
begrijpen, wat je aan mijn eenvoudig,
kind, zoolang je niemand anders tot
gezelschap had, voor bizonders hebt
kunnen vinden. Dus je zult van ons
weggaan, zonder dat een bindend woord!
door den een of ander gesproken wordt
en ook mijn kind zal tijd hebben om
haar jong hart ernstig te onderzoeken
of niet medelijden en de bekoring van
het avontuurlijke haar voorgespiegeld*
oorzaak zijn in jou den door den he
mel voor haar bestemde bruidegom te
zien. Als je dan met je ouders ge
sproken en hun toestemming verkregen
hebt en het is nog je vaste wil, laat
het ons dan weten, schriftelijk of mon
deling, en God zal en dan Zijn zegen-
op geven. En nu verlaat ik je, lieve
zoon en verwacht je beneden voor het
ontbijt, want je moet niet zonder eten
en drinken van huis gaan."
Zij stond op, nadat zij den jongen
man, die in sprakeloos geluk geluis
terd had, met moederlijke hartelijkheid
op het voorhoofd gekust had. Maar
ais hij uit dit bewijs van haar gene
genheid de hoop koesterde, dat zij het
met het overige niet zoo streng zoo
nemen voor het afscheid ook zijn ge
liefd "meisje aan zijn hart te drukken,
dan kende hij den ernstigen aard dec.
moeder niet.
(Wordt vervolgd).
jtienwsMail
Waarom noodeloos dag in, dag uit aan
doffe, onophoudelijke rugpijn lijden met
scherpe, stekende pijn bij bukken of zich
oprichten Waarom die ellendige last van
urine kwalen, hoofdpijn en duizeligheid
Deze kwalen wijzen maar al te vaak op
nierzwakte, waardoor urinezuur en andere
schadelijke onzuiverheden in het bloed
achterblijven in plaats van er uit gefil
treerd te worden.
Waarom Als blijkens de ervaring van
zoovelen Foster's Rugpijn Nieren Pillen
in dergelijke gevallen zoo weldadig kunnen
werken de verzwakte nieren weder kun
nen opwekken en versterken, en zoodoende
zoowel rheumatiek, jicht, waterzucht, spit
en niergruis kunnen voorkomen als ver
beteren.
Verwaarloos geen kostbaren tyd Grijp
de kwaal onmiddellijk in haar wortels aan.
Bij alle drogisten enz. f 1.75 p. flacon.
(Naar het Duitseh.)
De Dames-Zwemploeg, welke onder leiding van Mevr. Braun een
tournee door Zuid-Afrika heeft gemaakt, arriveerde Maandag weer
in ons land. Per vliegtuig kwam het gezelschap uit Engeland op
Waalhaven aan. De eerste groet op Vaderlandschen bodem.
Daar enkele concurrente-fabrikanten onze stopflascben,
met Mosterd gevuld in den handel brengen, geeft onze
naam in den bodem der flesch GEEN voldoende GARANTIES
voor kwaliteit.
ALLEEN nevenstaand Handelsmerk, op het etiket,
waarborgt de bekende
Influenza en gevatte koude zullen
U spoedig helpen. Prijs per poeder 8 cent
en per doos 45 cent. Zoowel op de poeder
als op de doos staat de naam Mijnhardt.
Let hierop. Verkrijgbaar bij Uw Drogist.
geen stukgaan en pijn meer
en ook geen naschrijnen
der huid, als men vóór het
inzeepen de huid inwrijft
met slechts een weinig
zjjrl Lotenkundigeigenwijs,