Tweede Blad -
No. 5119 Vrijdag 1 lei
GENOVEVA
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
Hoofdpijn
en Kiespijn
ft*laat$eüjk Nieuws.
Kinderrubriek.
FEUILLETON
BEHOORENDE BIJ HET
Het lot van een nierlijder is vaak el
lendig dikwijls is hij niet in staat om
zijn werk te doen. Bij elke beweging
schieten scherpe stekende pijnen door
zijn lendenen. Nare urinekwalen, water
zuchtige zwellingen, hoofdpijn, duizeligheid
kunnen zijn leven nog onaangenamer
maken. En den volgenden dag is het
weder juist hetzelfde nieraandoeningen
worden niet van zelf beter.
Gebruik onmiddellijk Foster's Rugpijn
Nieren Pillen. Uitstel kan leiden tot
rheumatiek, spit, ischias, blaasontsteking,
nierwaterzucht, nierzand en -gruis enz.
Foster's Pillen geven aan de nieren juist
de hulp, die zij noodig hebben en wekken
ze op tot hernieuwde werkzaamheid.
Zij werken uitsluitend op de nieren
en blaas, en kunnen vol vertrouwen en
veilig gebruikt worden.
By alle drogisten enz. fl.75 p. flacon.
Beste jongens en meisjes.
De oplossingen der vorige raadsels
zijn:
1. Om vooruit te komen.
2. Barbiers.
3. Haastrecht, Twello, Ede, Doorn,
Zwolle Eibergen.
De nieuwe raadsels zijn:
1. Wie kan uit de volgende letters
den naam van een beroemd' uitvin
der maken O s n i d e.
2. Mijn eerste is een verkorte jon
gensnaam, mijn tweede is een
deel van een zeilschip, mijn der
de is een lekker stuk vleesch.
Mijn geheel bestaat uit 7 letters
en Vormt een heele oude naam
van een jongen of man.
3. Mijn eerste gaat, mijn tweede
staat, mijn geheel is een deel van
een appel. Ra, ra, wat is dat?
OOM KAREL'.
HOE BARENDJE KWIK BIJ KONING
SUIKERBUIK TERUGKWAM.
II.
En hoe hij dat jongetje erg moedig
Tyroolsche novelle door E. von Pütz.
10.)
Alles draait om hem heen; is 't dan
mogelijk! hij heeft een kind. Zijn
hoogste wensch is vervuld! Eindelijk
was zijn gebed verhoord, nu zouden
vrede en vreugde onder zijn dak bin
nentrekken.
„Goede God!" roept hij en werpt
zich in sneeuw en slijk op de knieën,
duizendmaal dank!" Dan springt hij
weer op, want als een steen vallen hem
de vreeselijke woorden op het hart:
,,Als je vrouw jein kind nog levend
wilt zien, loop dan" en hij loopt.
Vóór hem ruischt en bruischt de beek,
wild springt zij van steen op steen,
knaagt aan de wortels en murmelt:
zij sterft, zij is dood!
Boven hem waaien akelig de hooge
dennen, steunend en knersehd op en
neer, en klagend roepen zij: zij sterft
zij is dood....
Huilend kwam de wind hem tege
moet, als Thomas uit het woud treedt,
hij raast en fluit en zingt: zij sterft,
zij is dood....
De boer staan de haren ten berge,
hij bidt vol vuur, bijna vertwijfelend:
„O God! Barmhartigheid, behoed mijn
dierbare vrouw, mijn Genoveva!"
Hij was heengègaan om zichzelf, om
zijn eigen zwakheid te ontvluchten,
want de oude liefde brak opnieuw mach
tig door, sedert hij zijn vrouw weer
gezien had. En toch altijd, altijd nog,
wilde hij als vergevende voor haar
staan. Zij moest verzoeken, hij wilde
toestaan! Na pen week afwezigheid
hield hij het niet langer uit, het trok»
hem met alle krachten naar huis; slechts
Een aantal Lilliputters die momenteel in ons land vertoeven, bracht Maandag
een bezoek aan de bloeiende bloembollenvelden. In de kleurige velden werd
even gefotografeerd.
had beentje gelicht. Iedereen kende dat
verhaal al lang, want hij had het ze
ker al wel 100 keer verteld, maar na
tuurlijk luisterden allen vriendelijk toe,
omdat het zoo'n hooge generaal was.
Plotseling klonk er rumoer uit den
gang, de hofmaarschalk kwam bleek
als een doek de zaal binnen gestormd
en riep sidderend: „Majesteit, daarbui
ten is een jongetje, dat als een wildtei
te keer gaat en met geweld het paleis
in binnengedrongen! En hij heeft iets
vreeselijks bij zich, dat hij met alle
geweld aan den Koning wil geven.
Groote-genade-nog-an-toe, daar is hij
al, ik ruik het!"
De deur werd open geworpen en
daar stond in de deuropening een jon
getje, vermomd als bedelaar. En in bei
de handen droeg hij een groote schaal.
Alle hovelingen knepen hun neuzen
dicht en werden bleek van schrik. Toen
gebeurde er iets merkwaardigs. Het
jongetje wierp zijn bedelaarshoed op
den grond, de Koning sprong op van
zijn troon en riep: „Lammetjespap-met-
krenten, ik zal een bruine boon wor
den, als dat Barendje Kwik niet is!"
De koning was plotseling heel blij ge
worden, zijn gelaat straalde van vreug
de en hij riep uit: „Welkom Barendje,
mijn zoon, welkom aan het hof! We
dachten waaratje dat je door de kani-
balen opgegeten was. Maar lieve deugd
zullen spoedig bedaren door
Mijnhardt's Poeders
Vraagt daarom Mynhardt's Hoofdpijn-
poeders en Mijnhardt's Kiespijnpoeders.
Alleen echt als op doos en poeders de
naam Mijnhardt staat. Let bij het koopen
hier op. Per poeder 8 ct. en per doos
45 ct. Verkrijgbaar bij Uw Drogist.
jongen, wat zie je er uit! En wat heb
je daar in die schaal?"
„Beste brave koning," juichte Baren-
je, terwijl de tranen van vreugde over
zijn wangen stroomden, „ik ben ook
erg blij, dat ik weer terug ben. En
ik ben natuurlijk niet vergeten, dat U
graag wat anders lust dan roomsoe
zen en nog eens roomsoezen. Raadt
een woord berouw behoefde zij te spre
ken, dan zou hij haar in: zijn armen1
sluiten.
En nu?
Op zijn bloote knieën wilde hij haar
smeeken; zij moest hem vergeven, wat
hij in starre hardnekkigheid had ge
zondigd! Had hem dan niet haar zach
te ootmoedigheid, haar berouwvolle on
derwerping getroffen? Had hij dan een
steen gehad in plaats van een hart?
Nu is hij aan den voet van den heu
vel gekomen en boven staat zijn huis;
lichten branden, verlichten zij een
doode of een levende? Zelfs zijn
kind heeft hij vergeten eenig en
alleen denkt hij aan Genoveva!
De maan schijnt door de dunne wit
te wolken, een eigenaardig schemer
licht verspreidend; hier en daar als
een gouden eiland in diepblauwe zee,
drijft een flikkerend sterretje tusschen
de wolken; zwart en somber staan de
wouden, in duister wit hult zich deberg-
kolos.
Als ware een stralende vonk van den
hemel afgeschoten, zoo maakt zich van
het huis een licht los; het siddert hier;
en daar, danst van rechts naar links;
het ,is Wastl, die Martin tegemoet wil
gaan om den slechten weg voor hem
te verlichten.
Hij schrikt als hij Thomas als een
geest op hem af ziet komen, en Tho
mas wenkt hem snel, naar Martin te
zoeken en hem te helpen. Maar vragen
kan de boer niet naar zijn vrouw
want hij is bang. Nu is hij boven, hij
drukt de deur zacht open en dicht,
zijn tanden klapperen, bijna onhoorbaar,
sluipt hij de trap op en ^ppent zijn
kamer, alles ledig en donker!
Daar roept een onderdrukte stem
van boven:
„Wie is er gekomen, ben jij dat, Mar
tin
Dus boven ligt zijn arme, misken
de vrouw, nog in de koude, enge ka
mer! Hij waggelt naar boven en blijft
U eens, wat er in deze schaal zit?"
Barendje was tot vlak bij den troon
gekomen en hield de schaal omhoog,
zoodat de koning kon ruiken wat er
in zat. „Ik weet het al", riep de ko
ning lachend uit, terwijl hij zijn lip
pen aflikte, „het zijn.... capucijners met
klapstuk!"
„Mis, Majesteit," riep Barendje uit,
„er zitten.... bruine boonen met var-
kensooren en uitgebakken kaantjes in!"
De koning was zóó blij, dat hij van
ontroering wel 3 keer zijn neus moest
snuiten. En eindelijk juichte hij: „Sap
perloot Barendje, dat is nu mijn mooiste
verjaardagsgeschenk! Al die andere taar
ten-rommel kan mij gestolen worden."
Dat laatste was natuurlijk niet erg
prettig voor de andere gasten om te
hooren, want zij hadden gemeend, dat
zij den koning een plezier deden met
van die groote taarten mee te brengen.
Er ging dan ook een afkeurend gemor
onder de menigte op en de generaals
keken dapperder dan ooit en streken
moedig hun snorren op. Maar de ko
ning merkte er niets van. Hij zat op
zijn troon en at met een gouden lepel
de bruine boonen met varkensoortjes.
Barendje Kwik mocht het daagsche
pak van den koning zoolang aan hebben
en toen hij zich verkleed had, sprak
de koning tot hem:
„En nu Barendje, beste jongen, ik
heb vandaag toch vrijaf en ik hoef niet
te regeeren, dus vertel mij' nu etens uit
voerig, hoe het komt, dat je zoolang
bent weggebleven? En dat je als bede
laar vermomd in het land bent terug
gekomen?"
En toen vertelde Barendje zijn lot
gevallen.
(Wordt vervolgd).
ANDEIi
De ring „Altena" van Herv. Jonge-
lingsvereenigingen in het land van Altena.
zal op 6 Mei a.s. te Babiloniënbroek een
vergadering houden. Verschillende onder
werpen zullen aan de orde komen.
Bij de a.s. gemeenteraadsverkie
zingen zullen de heeren P. van Houwe-
lingen, C. Verwijs en J. de Fijter met
één lijst uitkomen en niet meer elk af
zonderlijk zooals bij de vorige verkiezing.
staan, stijf en stom.
Daar binnen ligt zij stil en beweging
loos; de vlechten hangen over het kus
sen bijna tot den grond, het hoofd is
licht ter zijde geneigd, de fijne trek
ken schijnen scherp en bleek, diepei
schaduwen liggen onder de oogen. Daar
sidderen eensklaps de lange wimpers.
Genoveva verheft den blik, en als die
op Thomas valt, vliegt een schuchter,
gelukzalig lachje over haar lippen.
Meteen inspanning van al haar krach
ten heft zij een kindje in de hoogte ierC
reikt het Thomas over.
„Innocent", stottert zij bevend en
smeekend, met wonderbaar zoete stem,
en Thomas verstaat haar.
Niet voor haar zelf waagt de jonge
moeder zijn vergiffenis te vragen, al
leen voor het geliefde, onschuldige
kind voor Innocent.
Als eten boom, waarop de laatste
slag gevallen is, stort Thomas neer.
Ja, zooals de oude knecht het heeft
geëischt, kruipt hij op de knieën naar
het smartenleger der arme vrouw en
verbergt het gezicht in haar lakens.
„Genoveva", snikte hij luid, „vergeef
mij, vergeef! Ik ben je niet waard."
Een sterke blos stijgt haar plotseling
naar het gelaat.
„Thomas, heb je mij weer lief?"
fluistert zij. „Ben ik dan al gestor
ven, ben ik in den hemel? Is zulk ge
luk mogelijk op aarde?"
„Wil je wel eens stil zijn," zegt op
eens streng een oude vrouw, die aan
gestrompeld kwam, „geen enkel woord
mag er meer gesproken worden." En
dan sist zij Thomas in het oor:
„Als jij je niet rustig houdt, moet zij
sterven
Genoveva hoort het toch en glim
lacht:
„Laat mij maar sterven, Moni, mijn
Thomas heeft mij nu vergeven."
Hij echter schuift een arm onder het
hoofdkussen, den anderen legt hij zacht
over haar en zegt:
Op Maandag 20 April j.l. werd
de jaarlijksche algemeene ledenvergadering
gehouden der Brandstoffenvereeniging
„Ons Belang" te Andel. Het bestuur
was geheel vertegenwoordigd met uitzoa-
dering van den heer L. A. van Eeten,
welke, door ongewone omstandigheden
deze vergadering niet kon bijwonen, doch
daarvan bijtijds had kennis gegeven.
Te ongeveer halfacht opende de Voor
zitter met korte, doch toepasselijke woorden
de vergadering, welke het geringe aantal
nl. 39 leden telde. Daarop volgde het
voorlezen der notulen der vorige vergade
ring, welke zonder op- of aanmerkingen
werden goedgekeurd, waarop ook nog de
secretaris een klein, maar keurig verslag
uitbracht over den toestand en loop der
vereeniging welks ledental dit jaar weder
met zes leden vermeerderd was en alzoo
thans het laatst uitgegeven ledennummer
140 telde, waarna hem door den voorz.
een woord van dank werd toegebracht
voor zijn accuraat beheer.
Vervolgens werd de rekening en ver
antwoording van den waarnemend boek
houder over het boekjaar 19301931
voorgelezen welke in ontvangsten en uit
gaven sloot met het aanzienlijke bedrag
van f 7566,515. De heeren Calame
en Unk, beide leden, werden benoemd de
rekening en verantwoording met bijbe-
hoorende bescheiden te controleeren 't geen
Woensdagavond j.l. plaats had ten huize
van den voorzitter.
Genoemde heeren verklaarden alles in
orde bevonden te hebben. Daarna had
de verkiezing plaats van twee bestuurs
leden, aftr. waren de heeren H. J. Rederd,
secr. en T. Kamerman, 2e comm., welke
met groote meerderheid van stemmen
werden herkozen en hunne benoeming
aannamen. Betreffende de boekhouding
werd besloten, ze nog één jaar onder het
bestuur te houden, waarvoor de voorzitter,
C. Kalis, wederom als waarnemend werd
aangewezen. Als tolk der vergadering
bracht de heer Hoesen, den voorz. en het
verdere bestuur een woord van lof voor
de oprichting en besturing van deze zoo
belangrijke instelling waardoor armen en
rijken even gelijke voordeelen behalen.
Na een woord van dank van den heer
Hoesen voor zijne gepaste toespraak, sloot
de voorzitter de vergadering en sprak den
wensch uit dat èn leden èn bestuur hun
plichten omtrent deze vereeniging welke
haar derde levensjaar intreed nauwgezet
zullen betrachten. Moge het zijn dat nog
velen hun eigen belang in deze vereeni
ging zullen inzien en zich als lid laten
inschrijven. Voor bovengenoemde vereen,
is weder een schip le soort eierkolen in
aantocht en worden bij de leden bezorgd
k fl.30 per 75 K.G.
AALST.
Den jongeren tot een voorbeeld,
is onze oudste inwoner, de heer G. v.
Wijk, oud 96 jaren, zijn stemplicht nog
wezen vervullen.
In verband met het optreden van
den heer De Groot, diacoon-godsdienst-
onderwijzer aan de Chr. inrichting voor
vallende ziekten te Heemstede, in een
spreekbeurt op Zondag j.l., is alhier ook
een afdeeling opgericht van de vereenj-
ging „de Macht van het Kleine". Als
voorloopig leidster der collectanten zal
optreden Mej. G. Opstelten.
DUSSEN.
Wegens vertrek van den heer L.
„Genoveva, ik laat je niet sterven,
ik verbied het je. Je moet levein voor
het kind en voor mij."
Dan is allies stil, de vrouw ligt bij
na onbeweeglijk, nu en dan steunt zij
alleen, haar adem gaat snel en haar
gezicht wordt grauw en vaal.
Een vreeselijke angst overvalt Tho
mas, terwijl hij haar in de armen houdt.
Zijn ziel strijdt met den doodsengel
die aan het bed staat, de koude hanid
uitstrekkend naar het bloeiende leven,
en hij roept tot God:
„Ik laat haar niet gaan! Red haar
toch!"
Zijn machtige, frisch gezonde kracht
laat hij met vasten wil overstroomen
in het doodzieke lichaam dat hij om
vat, hij wil haar in het leven houden;
hij laat haar niet losof het moet zijn
voor een oogenblik, om haar medicijn
te laten ruiken of de droge lippen te
bevochtigen; dan omvat hij haar weder
met nieuw ontwaakte hartstochtelijk
heid.
De lange, lange nacht is voorbij;
bijna eindeloos kwam hij Thomas voor.
Hij zit nu naast de zieke, houdt haar
hand vast en wendt geen oog van haar
af. Zij sluimert rustig, de grijze kleur
is geweken; bleek als een beeld van
ivoor, glimlacht zij zalig tegen Thomas.
„Het kind", fluistert zij zacht.
De boer laat het zich door Moni
geven en brengt het haar zorgvuldig
als een kostbaar porseleinen kopje op
een fijnen schotel. Hij legt het naast
de moeder; zij ziet het ontzettend kleine,
roodgekookt kreeftje met trotsch wel
gevallen aan.
„Ik kan het niet verlaten," fluistert
zij weer, „het kind niet en jou niet,
T o m a s o mi o."
De boer kan niet antwoorden; daar
drukt hem iets in den hals; en zien
kan hij ook niet veel, want de oogen
staan hem vol water.
„Zwijgt!" beveelt Moni streng.
van Drunen, is er een vacature in den
raad ontstaan. Opvolger is de heer P.
Leemans te Hank.
Door de voetbal vereeniging „De
Dussensche Boys" is een nieuw voetbal
veld in gebruik genomen, dicht bij het
clublokaal Leemans.
GIESSEN.
De heer Hak alhier, is benoemd
tot onderwijzer aan de Rehobothschool te
Werkendam.
De candidaatstelling ter verkiezing
van de leden van den Raad zal op 42
Mei a.s. plaats hebben.
's GRAVEN MOER.
Vorige week kwam een petroleum-
koopman uit Oosterhout, gezeten op zijn
Shell-petroleum wagentje, getrokken door
een hit, den hoek van de Wilhelminalaan
inrijden, toen plotseling een groote witte
vrachtauto uit de hoofdstraat komende de
Wilhelminalaan in ging. De hit schrok
zoo hevig van dat groote gevaarte, dat
in minder dan geen tijd paardje en
wagentje in den moddersloot langs den
weg terecht kwamen, den hevig geschrok
ken koopman, die op het karretje zat,
in de val meesleepend. Gelukkig waren
spoedig reddende handen aan het werk
en waren bijna even vlug man, paard
en wagen weer op den weg, gelukkig
zonder eenig letsel of beschadiging.
Bij de Ned. Herv. Kerk alhier
Vrijdag gehouden nieuwe stemming voor
Kerkeraad of Kiescollege, werden 174
stemmen uitgebracht, waarvan 82 voor
Kerkeraad en 92 voor Kiescollege, dus
Kiescollege wordt weder in 't leven ge
roepen.
LAND VAN ALTENA.
Naar wy vernemen, hebben de
besturen der Tuinbouwvereen. „Land van
Altena" te Woudrichem, „Excelsior" te
Veen, alsmede de Vereen, van Fruithan
delaren te Veen, zich met een adres tot
het College van Burgem. en Weth. van
Dordrecht gewend met het verzoek aan
den Veerdienst BiesboschKop van 't
Land eenige uitbreiding te geven in dier
voege, dat gedurende de zomermaanden
eene vroege dienst wordt opgelegd, waar
door het voor tuinders en handelaars in
fruit en groenten mogelijk wordt gemaakt,
tijdig de Rotterdamsche markt te kunnen
bereiken.
Adressanten wijzen op het groote not
dat genoemd veer voor den land- en
tuinbouw kan afwerpen, indien de groote
steden in den kortst mogelijken tijd kun
nen worden bereikt. Tevens wordt ge
wezen op het gerief, dat ook het door
gaand verkeer van een goede verbinding
kan hebben. Ze zien in de exploitatie
van bovengenoemd veer, voor het Noor
delijk deel van Noord-Brabant, een niet
te onderschatten voordeel op alle gebied,
waarvoor het gemeentebestuur van Dord
recht alle hulde moet worden gebracht.
De aardappelprijzen zijn dalende.
Men besteedt nu f 4.00f5.00 per H.L.
Handel niet vlug.
MEEUWEN.
Op Donderdag 7 Mei a.s. des nm.
6,30 uur hoopt voor de Geref. Gem. op
te treden Ds. v. Dijke uit Nieuw Beijer-
land.
NIEUWENDIJK.
Tot verpleegster bij de Vereen,
voor Gezinsverpleging alhier is benoemd
Er is wel geen heerlijker gevoel dan
dat der genezing. De wereld terug te
zien, die men reeds vaarwel heeft ge
zegd; de zijnen rondom zich te weten,
van wie men meende te moeten schei
den.
Genoveva voelt wat dat zeggen wil,
als zij op een heerlijken Meidag voor
het huis zit. Haar Innocent houdt zij
in den arm, Thomas staat naast haar
met schitterend gelaat, legt haar een
kussen in den rug en schuift een bank
je onder haar voeten.
Martin gaat met een vergenoegden
grijnslach voorbij.
„Kom, dat gaat goed, boerin", roept
hij; „nu maar flink eten en drinken,
dan kom je weer tot kracht."
Moni, de onvermoeide trouwe ver
pleegster die de boerin liet roepen,
frischt zich op in de kamer boven met
bedden uitkloppen en andere zindelijk
heidsmaatregelen. Wastl en de meid
zijn bij het snijden van het voeder; zoo
bevinden zich de beide echtgenooten
alleen met het wurmpje.
De zon schijnt licht en warm, het
geheele landschap prijkt frisch in eenigs-
zins overdreven, maar toch zoo harmo
nische kleuren.
Jong groen, sappig bruin, schitterend
wit, daarboven een helblauwe hemel.
En alles is wonderbaar schoon; de ge
heele natuur, de heerlijke Tribulaun
boven alles, ziet er zoo volmaakt te
vreden uit.
„Zeg, ben ik geen volgzame vrouw?"
vraagt Genoveva glimlachend aan Tho
mas; „je hebt mij het sterven verbo
den en de goede God heeft mij het ge
hoorzamen veroorloofd daarom leef
ik nog, God zij gedankt!" en zij drukt
teeder de kleine aan het hart.
„Ja, God zij gedankt duizendmaal!"
herhaalt Thomas. „Zeg, Genoveva,"
zegt hij dan bijna verlegen, „zoo'n dom
me 'streek voeren wij met elkaar nooit
meer uit! Dunkt je niet?
EINDE
Kieuwsblad
RugpjjnNierenPillen1