Tweede Blad No. 5120 Woensdag 6 Hei C. B0UIAN, voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Liddi± De wijziging van de Visscherijwet. Fa. J. MONSTER Sproeten komen vroeg in Sprutol. Bij alle Drogisten. Wij leveren de na volgende bestrijdings middelen voor Land en Tuinbouw: C. BOUMAN, BEHOORENDE BIJ HET Door de Tweede Kamer der Sta- ten-Generaal wordt behandeld het in gediende wetsontewrp tot wijziging en aanvulling van de Visscherijwet. De voornaamste grieven van de sporthengelaars tegen het wetsont werp zijn de voüjgende: i e. het verplichtend stellen van akte en vergunning voor den hengel geaasd met visch 2e. de mogelijkheid van het ont trekken van wateren aan de sport,, zonder dat de grondslag hiertoe (uit sluitend moet gelegen zijn in de be vordering van de vischcultuur 3e. de éénzijdige samenstelling V. den Raad van Visscherijen. Het is niet mijne bedoeling de be zwaren van de sport in den breede te behandelen, aangezien zulks te veiel plaatsruimte zou vergen. Dat dit wetsontwerp slechts ver slechteringen voor de sporthengelaars inhoudt, blijkt wel voldoende uit ide ingediende adressen aan de Tweede Kamer der Staten Generaal ien uit de verschillende prptestvergade- rinjgen, die overal zijn en nog worden gehouden. i Het kardinale punt is wel het ver plichtend stellen van akte en vergun ning voor den hengel geaasd met visch. Kan men volgens de tegen woordige wet met één hengel, on verschillig waarmede deze is geaasd, nog vrij visschen in de wateren, be doeld in de art. 577, en 579 van het Burgerlijk Wetboek; na eventueele aanneming van het ingediende wets ontwerp zal de hengelaar, die zijn sport wil uitoefenen met den hengel, indien deze geaasd is met visch, ver plicht zijn zich eene Rijksakte ad 11.aan te schaffen, terwijl hij bo vendien in het bezit moet zijn van eene vergjunning van den rechtheb bende op het vischrecht, om met den hengel geaasd met visch in het water, waarin hij hengelt, te mogen visschen. 1 I Nu behoeft het Igieen betoog, dat het juist de vergunning is waarom de zaak bij het beroep draait. Het gevolg zal zijn, dat het slechts aan de beter gesitueerden mogelijk zal zijn, deze wijze van visschen te blij ven uitoefenen. Het grootste deel der hengelaars behoort echter tot de min der goed gesitueerden en voor dezen zal het bedrag, dat voor de vergun ning! zal worden geeischt het groot ste struikelblok zijn. De Minister heeft in de Memorie van Antwoord op het wetsontwerp aan de Kamer medegedeeld, dat het niet is mogen gelukken sport en be roep tot elkaar te brengen. De A.(H. B. heeft volmondig' erkend, dat in verband met den snoekstand in som mige wateren, de gesloten tijd dien de te worden verlengd, doch dat de- !ze langere gesloten tijd dan zoowel voor het beroep als voor de sport diende te gelden. Het beroep eischte echter wèl ver lenging van den gesloten tijd voor het vangen van snoek voor de sport, doch was niet genegen zulks ook voor het beroep te aanvaarden. Teneinde de besprekingen tusschen beroep en sport niet te doen mis lukken en daardoor een eventueel (ver wijt, dat de sport niet genegen was tot toenadering, te ontgaan is toen door den Algemeenen Hengelaars- bond als uiterste concessie voorge steld, het snoekvisschen in de wate ren, bedoeld in de Art. 577 en 579 van het B. W« voor de sport eerst te doen ingiaan op 1 Petober van het jaar, terwijl tevens voor het snoek- hengelen eene Rijksakte zou kunnen worden geeischt tegen matigen prijs, echter onder voorwaarde, dat de op brengst van die akten door de Re geering zou worden aangewend voor het uitzetten van snoek of snoek- broed in de openbare wateren. Deze concessie ging echter naar het oordeel van het beroep nog niet ver genoeg, er ontbrak nog één scha- el om tot de verlangde overeenstem ming te geraken, n.l. het tevens ver plichtend stellen van de vergunning. Aan dezen eisch kon door de sport niet worden toegegeven, omdat daar mede het principe van „de Vrije hen gel'' in de openbare wateren zou worden aangetast. In het thans ingediende ontwerp wordt voorgesteld het beroep toch zijn zin te geven door de vergunning mede verplichtend te stellen. De tweede grief is voortgesproten uit hetgeen de sport de laatste ja ren heeft ondervonden. Art. 19 der visscherijwet bepaald, o.a. Bij algemeen maatregel van bestuur kan worden bepaald: a. gedurende welken tijd, op wel ke wijze, onder welke omstandighe den en met behulp van welke stof fen eenige soort van visscherij niet mag worden uitgeoeefnd, hetzij in ee- nig water, hetzij in sommige wateren b. welke vischtuigen steeds en welke onder sommige omstandighe den verbonden zijn, aan welke voor waarden de verkioop en het vervoer van verboden en geoorloofde visch tuigen onderworpen zijn en aan welke eischen de geoorloofde vischtuigen moeten voldoen c. de maat, welke op sommige vischsoorten wordt gesteld, enz. Bij de behandelinlgi van de tegen woordige visscherijwet in de Tweede Kamer in 1908 verklaarde te toen malige Minister Talma bij de hier over gevoerde discussie uitdrukkelijk, dat de gmndstag voor Het Onttrekken van water aan de hengelarij moest ge legen zijn in de bevordering van de vischcultuur. (Handelingen blz. 1816 en 1821). Gedurende eenige jaren reeds is elk jaar een ministerieele beschik king verschenen, waarbij het verbo den werd om in de openbare bin nenwateren, waarin de visch vangst als bedriji werd uitgeoefend van 1 Juni tot en met 31 October te visschen met den hengel geaasd met visch en zulks op (grond van het bepaalde in Art. 5 van het Algemeen Visscherij- reglement voor de binnenwateren (al gemeenen maatregel van bestuur), luidende Onze Minister kan, na raadpleging van belanghebbenden, in bepaalde wateren, in het belang van iue be scherming van de snoek, het vis schen van den hengel geaasd met visch, verbieden gedurende een tus schen 1 Juni en 31 Petober te be palen tijdvak. 1 In het Visscherij reglement voor de rivieren (eveneens maatregel van be stuur) wordt bij art. 8 bepaald: Het is verboden van 1 Juni tot 31 October te visschen met den hengel geaasd met visch. Terwijl dus voor de rivieren het verbod voor het visschen met den hengel geaasd met visch bii alge meenen maatregel van bestuur wordt verboden, wordt voor de binnenwa teren het eventueel verbod overge laten aan den Minister. Dit laatste is echter in strijd met de bewoordingen van de wet, die bepaalt, dat het ver bod bij algemeenen maatregel van bestuur moet worden uitgevaardigd. Het N.C.H.V. heeft deze beschik king van den Minister aangevochten en met succes. Volgens arrest van den Hoogen Raad van 19 Januari 1930 mist de Minister de bevoegdheid om een dergelijk verbod uit te vaardi gen. Doch daarmede is allerminst uit gemaakt, dat indien dit verbod even als zulks ten opzichte van de rivie ren is geschied, was oprenomen in den algemeenen maatregel van be stuur (dus in het Algemeen Vissche- rijreglement voor de Binnenwateren) eveneens niet van kracht zou zijn ver klaard. En toch moet het verbod van den hengel geaasd met visch opgenomen in den algemeenen maatregel van be stuur in strijd worden geacht hief de bedoeling die de wetgever met de bepaling in Art. 19 der Visscherij wet heeft gehad. (Verklaring Mini ster Talma). Door dit verbod toch wordt in de eerste plaats aangetast het principe van den vrije hengel in de openbare wateren terwijl hierbij bovendien Igeen sprake is dat zulks geschiedt ter bevordering van de vischcultuur. Immers het vangen van snoek wordt niet verboden. De bedoeling van den maatregel was slechts de snoek zooveel mogelijk alleen door het beroep te doen van gen. Dit blijkt trouwens voldoende uit het antwoord dat de A.H.B. op zijn bezwaar tegen het verbod van den Minister ontving, waarin wordt medegedeeld, dat de bescherming is bedoeld in dezen zin, dat voorkomen wordt, dat in de wateren, waarin de visscherij als bedrijf wordt uitgeoe fend, door daarin te visschen jmet den henjgel geaasd (met visch de snoek' reeds wordt weggevangen vöor den tijd, dat in die wateren met de benoepstuigen op snoek wordt ge- vischt. Het is dus begrijpelijk' dat van hen gelaar szij de wordt aangedrongen in de wet vast te leggen, dat de grond slag van het onttrekken van water aan de hengelarij uitsluitend Moet zijn ge leigen in de bevordering van Ide visch cultuur. 1 De derde grief is de eenzijdige sa menstelling van den Visscherijraad. De Minister Zegt in zijn antwoord aan tot taak heeft voorlichting te geven, de Kamer, dat aahgezien deze Raad omtrent de verlangens van belang hebbenden, die in de visscherij werk zaam zijn, deze Raad het karakter heeft van een bedrijfsvertegenwoordi- ging. Dat dit karakter als bedrijfsver tegenwoordiging zich reeds verzet te gen het daarin opnemen van verte genwoordigers van de sport en dat wanneer de leden van dien Raad zou den worden aangewezen op den (grondslag van evenredige vertegen woordiging, op grond van het feit, dat de hengelaars talrijker zijn dan de berpepsvisschers, de vertegenwoor digers van de sport eene overwegen de meerderheid zouden vormen. De sport eischt echter geen even redige vertegenwoordiging, doch wel eene behoorlijke vertegenwoordiging van de sport in dien Raad. Bij de voorgestelde wijzigingen wordt de sport totaal uitgesloten. De Algemeene Hengelaarsbond die niet onbelangrijke gedeelte van onze binnenwateren en van onze rivieren in pacht heeft of bezit, en Voelt het als een onrecht aan, dat de sport éénvoudig wordt uitgeschakeld in den Visscherijraad. het voorjaar, koop tijdig een pot Pot 90 ct., Tube 50 ct., Zeep 60 ct. Hoewel wij niet in de iVisscherii werkzaam zijn, hebben wij toch zeer zeker in verband met het door ons Igeexploiteerde vischwater als belang hebbende bij de visscherij, evenzeer belang! bij een geregelde voorlichting aan den Minister omtrent onze ver langens. Het is dan ook o.i, een recht van billijkheid en bovendien van algemeen belang, dat de sport evenzeer in den Raad is vertegenwoordigd, te meer waar de sport en bedrijf elkander noodig hebben en door eene goe de vertegenwoordiging in den Raad in de toekomst nader tot elkander kunnen worden gebracht. In de ruim 60 plaatsen in ons land waar de A.H.B. afdeelingen heeft wordt en is steeds met het be roep samengewerkt en zulks is steeds geschied naar genoegen van beide partijen. f Het g'rps vhn de beroepsvisschers is echter afhankelijk van die 'groot handelaren in visch. En juist van deze handelaren komt het verzet en tegenwerking, omdat door een goe de samenwerking van beroep en sport de beroepsvisschers minder afhanke lijk van deze handelaars zullen wor den. De groothandelaars zijn echter meestal de pachters van het water. De beroepsvisschers zijn bii hen in loondienst en derhalve afhankelijk van de handelaren. Daardoor kunnen zij in den Raad van de Visscherijen, waarin zij zit ting hebben hun zin doordrijven, in dien het gaat om maatregelen om de sport belemmeringen in den weg te leggen. De hengelsport heeft in de kwart eeuw, Idat de A.H.B. bestaat zich een plaats veroverd in de rij ider ver schillende sporten. Werd in vroegere jaren met min achting op den hengelaar neergezien, en zulks wellicht niet geheel ten on rechte, dank zij het gedrag van vele hengelaars, zulks is geheel veran derd. De verschillende misbruiken zijn geleidelijk den kop ingedruk ien thans vindt de hengelsport, zoowel hier te lande als in het buitenland in alle rangen (der maatschappij hare beoefenaars. Wij bekennen volmondig dat in de eerste plaats de visscherij als bedrijf aanspraak kan maken op eene be hoorlijke bescherming van regee ring szijde, doch anderzijds mag niet uit het oog worden verloren, het be lang van de tienduizende sporthenge laars, zoomede van de duizende han delaren in visscherijartikelen, die hun bestaan aan de sport te danken heb ben. Nu het ontwerp tot wijziging van de visscherijwet door onze volksverte genwoordiging wordt behandeld, heb ik gemeend, nog eens de aandacht te moeten vestigen op de grieven die de sport tegen de voorgestelde wets wijziging heeft. Onze hoop is thans gevestigd op onze volksvertegenwoordigers, opdat de wetswijziging ons datgene brenge, waarop wij naar recht en billijkheid aanspraak meenen te mogen maken. (P. WIJMER), Secretaris A.H.B. VRUCHTBOOMCARBOLINEUM. CALIFORNISCHE PAP. FUSIKRIMP. FUSICARKRIMP. KOOLKRAGEN. KOPERSULFAAT. PARIJSCHGROEN. ENT WAS, ENZ. ENZ. Eind GORINCHEM. ROUWVERVEN binnen 24 uren diepzwart. Costuum Stoomen en per sen slechts f 3.50. Andere goederen aan de laagste Prijzen. »De Stralende Zone TILBURG. Depot Heusden Gez. Boeren. VERKRIJGBAAR BIJ Merk „HERO" HUISHOUDGROENTEN Snijboonen per heele blik 37Y8 ct. halve 25 ct. Spercie- boonen heele 37 l/s ct,1 halve 25 ct. Doperwten heele 40 ct. Verder alle soorten 4 e kwali teit Snijboonen, Spereieboonen, Doperwten, Wortelen, Andijvie, Postelein, Spinazie, Asperges en Appelmoes. Vraagt aog heden een prijscourant by Telef. No. 9 HEUSDEN. 85. Zwijgend luisterde de Hoofdman toe, terwijl hij z'n voorhoofd fronste. Toen wend de hij zich tot de mannen en beval hun, Rob en' Ouwe Daan in het hol te brengen, waar ze geslapen hadden en daar op te slui ten. Natuurlijk gebeurde dit dadelijk. 86. Onderwijl naderde het vliegtuig, waar in zich Kapitein Smith, een vriend van Rob, en Lorma, Robs znster, bevonden, snel het strand. Kapitein Smith keek onderzoekend naar de wildernis, toen een luide kreet van Lorma maakte, dat hij z'n verrekijker naar het strand richtte. 87. Dadelijk was nu het geheim van de verdwijning van Rob en Ouwe Daan opge lost, want daar op het strand lag de vernielde machine, waarin de beide avonturiers hen verlaten hadden. Het volgende oogenblik daalde het vliegtuig op het water. Nieuwsblad op geregelde tijden, en neem zoo noodig 's avonds een Foster's Maagpil. De ontlasting geschiedt dan volkomen normaal en zonder krampen. 0.65 per flacon.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1931 | | pagina 5