Tweede Blad yienw^lad 1.5124 Woensdag 20 Mei f|®Ê voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Kantongerecht flensden Rubriek van den Arbeid, Land- en Tuinbouwwereld Rechtzaken. BEHOORENDE BIJ HET STRAFZITTING VAN HET KAN TONGERECHT TE HEUSDEN op Vrijdag 1 Mei 1931. Kantonrechter: Mr. C. W. van Ommeren. Ambten, v. h. Openb. Ministerie: Jhr. Mr. E. Verheijen. Griffier: (waarnemend) D. van Hemert. Een kleine 60 zaken vormen ditmaal de strafrol. Vooraf worden drie kinder zaken met gesloten deuren behandeld. G. P., veehouder te De Werken, had vuile melk ten verkoop in voorraad. De analyst bij den Warenkeurings- dienst te Breda Gremaux en de schei kundige bij dien dienst, mejuffrouw Bosch, beiden als deskundigen gehoord, verklaarden dat de melk vrij veel vuil bevatte, maar dat verdachte te voren nog nooit eene waarschuwing had ont vangen. Getuige Jannigje Pruissen verklaart: Ik heb zelf niet gemolken. Ik had de melk in een kan en heb ze niet vuil gemaakt. Verdachte zegt niet te begrijpen hoe de melk vuil kwam. Kantonrechter tegen verdachte: Je be grijpt toch zelf ook wel, dat het voor je klanten heusch niet alles is, omi vuile melk te drinken. De hemel weet wat voor vuiligheid er in heeft geze ten. Je bent hier nu voor de eerste keer jen je waart van tevoren niet ge waarschuwd1 ien daarom volsta ik nu nog met f40.of 20 dagen. A. T. v. d. S., molenaar en melkver- kooper te Werkendam, had ook vuile melk verkocht, maar blijkens de ten Kantongerechte aanwezige watjes, die het vuil opvingen, was dit bij; dezen verdachte in ergere mate dan bij den vorigen. De deskundigen Gremaux en Mejuf frouw Bosch verklaren beiden, dat ver dachte eerder reeds twee malen was gewaarschuwd. Getuige A. C. van der Steenhoven verklaart, dat zij met de melk heeft gevent en er onder weg geen vuil in kan zijn gekomen. Verdachte zegt van een en ander niets te weten. Kantonrechter: Maar dan weet ik het wel. Je hebt melk verkocht, welke in nooge mate was verontreinigd en twee maal ben je vroeger reeds gewaar- chuwd. Maar van waarschuwingen ichijn jij je niet heel veel aan te trek- :cen. Hoe ook, ik zal wel zorgen dat de Verkendammers geen vuile melk be- ïoeven te drinken. Je krijgt f100 of 30 dagen. J. H. M., arbeider te Babyloniën- broek, had in den polder „Biesheuvel" en levende mol vervoerd in zijn jas zak, zonder machtiging van den com missaris der Koningin. Kantonrechter: Ik wist niet dat jij ook al aan mollenvangen deedt. Verdachte: Ja maar ik had de mol mèr èfkens in mijn zak gestoken en ik wou hem weer los laten loopeni., Kantonrechter: Wat ben je dan toch een ongeluksvogel, dat de politie je net betrapte toen jij de mol juist weer van uit je jaszak in de vrije natuur wilde loslaten, 't Is wel buitengewoon toevallig. M I ftl 4 Verdachte: En toch was het zoo. Kantonrechter: Ik denk, dat het je* plan was om die mol te dresseeren, zoodat het beestje, als jij het had los gelaten, weer uit eigen vrijen wil ini je jaszak terugkeerde, Ik geloof niet dat ik het zoover mis heb. Verdachte: Ja mèr wijd zat. Kantonrechter: Maar nu in allen ernst. Zie je me aan voor een halven idioot ot mogelijk nog minder? Je verhaal is zoo absoluut gelogen, dat een kind van twee jaar dat reeds begrijpt. Nu denk je slim te zijn geweest, maar je bent ongelooflijk dom geweest. En dat liegen en bedriegen kost je nu weer extra geld ook. Je krijgt nu f3.00 of 2 dagen en als je ronduit de waarheid had gezegd was je er met fl.af gekomen. G. L., Schilder te Almkerk, had den Rijksveldwachter Lokerse, toen deze op den Rijksstraatweg te Sleeuwijk weg- kaarten enz. stond te controleeren toe gevoegd: „Daar staat hij, G. v. d... naar een kaart te kijken." Kantonrechter: Het kijken van verd. naar Lokerse is veel duurder dan het kijken van Lokerse naar de kaarten1 en daarbij heeft verdachte stevig ge vloekt. Hij is niet verschenen, zeker uit angst voor een uitbrander. Maar die uitbrander zet ik nu wel om in het boetebedrag. Ik geef hem f10.of 5 dagen. J. v. G., arbeider te Dussen, staat te recht voor dronkenschap bij derde her haling. Verdachte is niet verschenen. Kantonrechter: De kerel is onver beterlijk. Hij komt er nu met geen boete meer af en daarom geef ik hem 3 weken hechtenis. Dan is hij 3 weken gedwongen geheel-onthouder en mis schien leert hij het drinken dan wel voor goed af. HET LOON VRAAGSTUK. Het loonvraagstuk houdt tegen woordig zeer velen bezig. Eenerzijds betoogt men de wenschelijkheid tot loonsverlaging, anderen meenen, dat een algemeene verhooging van het loonpeil de crisis zou doen vermin deren. Dat men over het loonpeil spreekt en schrijft is zeer begrijpelijk. Im mers in de laatste maanden zijn de prijzen van tal van artikelen en in het bijzonder de prijzen in den groothandel zeer aanzienlijk gedaald. Aangezien nu de hoogte van het loon uiteraard steeds in direct ver band staat met de hoogte der prij zen is het duidelijk, dat door deze prijsdaling ook zonder een verhoo- ging der geldloonen de in gloederen uitgedrukte loonen reeds gestegen zijn. Verder mag men nimmer verge ten, dat het loon een aanmerkelijk deel bedraagt van den kostprijs der producten. Daarbij moet men niet al leen zien naar het directe loon, doch ook naar het loon, dat verwerkt zit in de materialen, het loon dat bii het transport moet worden betaald, enz. Aangezien nu de crisis in hoofdzaak veroorzaakt is, doordat de productie kosten van tal van artikelen te hoog waren in verhouding tot den prijs, die men voor het artikel kon maken, is het duidelijk, dat in tal van be drijven een verlaging van het loon peil wenschelijk wordt igeacht. Gaat men de relatieve loonshoog- te in Nederland na, dan blijkt b,v. uit de gegevens van het Internatio naal Arbeidsbureau, dat Nederland op een zeer hoog peil staat. In Neder land zelf zijn echter ook weer groo- te verschillen te constateeren. Over het algemeen zijn de loonen in de bedrijven, die geen concurrentie van het buitenland hebben te duchten, belangrijk hooger dan die in de be drijven, die met hun productie op de internationale markt moeten ko men. Verder steken de loonen en de arbeidsvoorwaarden der gemeente werklieden in het algemeen hoog bo ven de andere loonen uit. Het loonvraagstuk is in Nederland van groote beteeken is. Aan den ee- nen kant is het van belang, dat wij onze welvaart handhaven, doch aan den anderen kant moeten wii er steeds aan denken, dat men niet van den wal in de sloot raakt, door n.l. een te hoog loonpeil te handhaven en daarnaast een zoo groote werk loosheid te kweeken, dat het totaal loonbedrag, dat aan de arbeidersklas se kan worden uitgekeerd, ten slot te nog geringer is, dan wanneer men met een betrekkelijk geringe verla ging van het loonpeil genoegen zou willen nemen. WAT TE DOEN MET BLOEMBOL LEN, DIE IN BLOEI GETROK. KEN ZIJN?? Het in bloei trekken van verschillen- lende bloembollen in kamer of serre neemt meer en meer toe. Vele lief hebbers, die zich al jaren met dit werk bezig houden, hebben hierin een groo te bedrevenheid verkregen, zoodat ze bijna zonder uitzondering zeer goede resultaten weten te boeken. Hoofd zaak is, dat men in het najaar eerste klas bollen oppot en op de juiste wij ze voorbereidt om te trekken. Moeilijk is dat niet, het eischt echter nog al wat zorg en men moet geduld hebben. Meerdere malen hebben we het over het kweeken van bloembollen in de kamer in deze artikeltjes gehad, maar we hebben nog nooit geschreven over wat we nu wel met de bollen kunnen doen, die afgewerkt zijn. Het is nu wel niet van zoo heel veel belang, want de bollen zijn nu niet zoo duur en ze hebben bovendien hun geld op gebracht in den vorm van een bloem, maar ie en mensch is nu eenmaal zuinig aangelegd en vindt het jammer om bollen, die er nog mooi uitzien, weg te werpen. We zouden niet aanraden deze bollen opnieuw voor de trekkerij te gebruiken. Enkelen zullen misschien nog wel weer gaan bloeien, maar ze geven meest kleine, misvormde bloemen. Men kan ze beter in den tuin zetten, als daar voor plaats is. Ofschoon de bollen op nagenoeg ie der plekje van den tuin kunnen groei en, kunnen ze toch niet overal gezet worden. Ze moeten n.l. staan op qen plek waar weinig in den bodem gewerkt wordt; in geen geval mag er gespit hoogstens ondiep geschoffeld worden. Zoo gemakkelijk is het dus nog niet, om een geschikt plekje te vinden. Daar, waar men grasveldjes heeft zou het wel gaan daarin b.v. crocussen, narcis sen en blauwe druifjes te zetten. Ze zullen zich daar goed ontwikkelen en flink uitstoelen; over een paar jaar gaan ze bloeien, wat ze vele jaren zullen volhouden. Met tulpen en hya cinten gaat het niet zoo goed in het gras. Deze zal men dus een ander plekje moeten geven. Sommige soor ten houden het bloeien lang en tvrij: geregeld yol, al zijn de bloemmen niet zoo groot als van nieuwe bollen; an deren houden 'het slechts enkele jaren uit en verdwijnen langzamerhand van zelf. In ieder geval is het wel de moeite waard voor de oude bollen een plekje in den tuin op te zoeken; men heeft er ten slotte ook weinig zorg mee. Voor narcissen lijkt ons een bij zonder geschikt plekje langs den voet van een muur van een of meer gevels van het huis, die nie.t geheel van de zon zijn uitgesloten. Narcissen kunnen het daar jaren volhouden en bloeien meestal zeer rijk. Ook voor rotstuinen zijn ze buiten gewoon geschikt. De ervaring leerde ons, dat de crocussen altijd weer ver dwijnen, omdat de muizen er dol op zijn, dat de blauwe druifjes zich prach tig ontwikkelen en verspreiden, dat de narcissen ieder jaar weer opkomen en op den duur heele bossen vormen, maar dat tulpen en hyacinthen spoedig weer verdwijnen. BESCHERMING VAN VOGELNES TEN NOODZAKELIJK. Bij de controle van vogelnesten in nestkastjes, die elk jaar onder leiding van den Plantenziektenkundigen Dienst in tal van bosschen en parken in ons land wordt uitgevoerd blijkt dit jaar, dat het aantal nesten zeer veel kleiner is dan andere jaren. In vele bosschen waar gewoonljjk bijna alle nestkasten door vo gels betrokken worden, is nu slechts een derde der kasten bezet. Er zullen dit jaar belangrijk minder jongen komen dan normaal, wat wellicht ook het vol gende jaar zijn invloed nog kan gelden. In verband hiermede vestigt de Plan tenziektenkundigen Dienst er in het bij zonder dit jaar de aandacht op, dat het van groot belang is, dat de weinige nesten, die er zijn, gespaard worden en roept hij daarvoor de medewerking in van alle weidenkenden en in het bijzonder van alle overheidspersonen om de vogels te beschermen. Omtrent de oorzaken van het verschijn sel is thans nog niet veel te zeggen, waar schijnlijk houdt het verband met de koude in Maart en April. De Ornithologische afdeeling van den Plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen houdt zich o. m. met het onderzoek naar de oorzaken van dergelijke verschijnselen bezig. Aan hen, die aan deze onderzoekingen willen medewerken wordt op verzoek gaarne een handleiding voor medewerkers aan deze afdeeling, waarvan onlangs een nieuwe druk verschenen is, toegezonden. BESPUITING VAN BESSENSTRUIKEN. Aangezien het thans het juiste tijdstip is, om de kruisbessenstruiken met alca- lische Bourgondische pap tegen den Ame- rikaanschen kruisbessenmeeldauw te behan delen, raadt de Plantenziektenkundige Dienst met klem alle kruisbessentelers aan nu hun kruisbessenstruiken met dit middel te bespuiten. Te meer aanleiding bestaat hiertoe, daar in den verzendtijd streng op de aanwezigheid van meeldauw in de kruis bessen zal worden gelet in verband met den uitvoerhandel. Daar de eerste sporen der ziekte reeds gevonden zijn moet nn onmiddellijk ge spoten worden. Daardoor wordt dan uitbreiding der ziekte voorkomen. Het is noodzakelijk zooveel mogelijk de bessen te bespuiten, vooral die vaa de onderste takken. De sproeivloeistof wordt bereid uit 11/i Kg kopersulfaat en i1/a kgsodex (watervry* soda) op 400 L. water. De beste pap wordt verkregen door de beide stoffen afzonderlijk, liefst in warm water, op te iossen en de oplossingen koud bij elkander te voegen. Een bruik bare pap kan echter ook verkregen wor den door de beide stoffen goed gemengd in de vereischte hoeveelheid water om te roeren. Alleen houten of geëmailleerd vaatwerk kan voor de bereiding der pap gebruikt worden. Als de trossen goed gezet zijn, is het zeer wenschelijk de aalbessenstruiken, even eens met een koperhoudende vloeistof te bespuiten ter voorkoming van het vroeg tijdig afvallen der bladeren (de zgn. blad valziekte). Een bespuiting met een vioei- stof bereid uit 0.8 kg. kopervitriool en 0.8 kg. ongebluschte kalk op 100 L. water is hiertegen een uitnc iud bestrijdings middel. Als men niet in de gelegenheid is op dit tijdstip de bessenstruiken te bespuiten kan men ook nog een zeer voldoend resultaat bereiken met een bespuiting dadelijk na het plukken dor bessen. De Plantenziektenkundige Dienst te Wageningen en de op verschillende plaatsen gevestigde ambtenaren van dien Dienst geven gaarne alle verder gewenschte in lichtingen over deze bespuitingen. BOSSCHE RECHTBANK" Uitspraken. J. v. d. W., .Werkendam, overtr. jachtwet, appèl Kgt. Heusden niet ontvankelijk in appèl(M- F., Herpt, overtr. jachtwet, appèl Kgt. Heusden niet ontvankelijk in appèl. WRAAK. J. B., 19 jaar, arbeider te De Wer ken, was op 18 Maart D. B- Vorst- hoven te lijf geweest en had daarbii het mes zoodanig gehanteerd dai; hem nog een diepe wond werd toe gebracht bovendien. Verdachte ver klaarde de bedoeling te hebben ge had de jas te vernielen van zijn tegen stander omdat bij een vechtpartij ook de zijne was stuk gesneden. De wraak zat echter niet 'zóó diep dat hii hem lichamelijk letsel had willen toebren gen Get. D. B. Vorsthoven verklaart dat verd. hem in den rug was aangeval len met de reeds gemelde gevolgen, verdachte had te voren met hem ge vochten en de messentrekkerii berust te dan ook wel op wraak. Wegens mishandeling luidde de eisch 4 weken gevangenisstraf. Uitspraak volgt nader. O -s !OJ 91. „Ze heeft ons wat te zeggen," riep Rob uit. „Wat zou het zijn?" Luly stond stil, maande hen tot zwijgen, door haar vinger op haar mond te leggen en wees opgewonden naar de deuropening. 92. De beide vrienden raadden haar bedoeling en volgden zwijgend. Zonder een woord te zeggen, voerde het meisje hen door de deuropening en daarna door een donkere gang. Na eenigen tijd kwamen ze voorbij een opening, waarin een schildwacht naar buiten stond te kijken. L j 93. Ze gleden zoo spoedig mogelijk langs deze plek en waren juist op het punt een andere gang binnen te gaan, toen de schildwacht zich omdraaide en naar de tunnel liep die ze zoo juist verlaten hadden. Angstig gluurde Luly over haar schouder heen, bang, dat haar plan, om de vreemdelingen te laten ontvluchten, ontdekt waB. Maar de schildwacht liep door en was spoedig verdwenen in de duisternis. Een dosis Foster's Maagpillen I 's avonds bij het naar bed gaan I genomen, verzekert een goede 1 nachtrust en verschaft 's morgens I I V 1 volkomen normale stoelgang. f 0.65 per flacon. J I

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1931 | | pagina 5