Tweede Blad 1.5141 Vrijdag 17 Jüli ACCA SEIPROMA LIMONADESIROPEN voor hot Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Op Reis In elke koffer PUROL KEUNEN-MALINGRÉ h iiHlermbriek. FEUILLETON EEN BETERE SOORT HEUSDEN. Rechtzaken. Buitenland. Plaatselijk Nieuws. BEHOORENDE BIJ HET tegen doorzitten, stukke voeten, smetten en zonverbrande huid In dcozen van 30-60-90 ct. Tube 80 ct. Verkrijgbaar bij Apothekers en Drogisten. Beste jongens en meisjes. De oplossingen der vorige raadsels zijn: 1. Mos-s-sel is mossel. 2. Panter (pan(nek-oek) plus (bo)- ter). 3. Sneeuw. De nieuwe raadsels zijn: 1. AAAIIILMMNX. Wie kan van de ze letters een mooie, lange jon gensnaam maken, die ook in de geschiedenis bekend is? 2. In den volgenden zin zijn vier dieren verborgen. Kijk eens of je ze kunt vinden; bovendien zit er nog een insect bij. De schepen op de reede zelf had den de gelegenheid zich bijtijds los te rukken van hunne ankers. 3. Met b ben ik hol, met h vindt t je me in stad en dorp en met m ben ik een klein knaagdiertje. Rara wie ben ik. OOM KAREL'. HOE BARENDJE KWIK BIJ KONINO SUIKERBUIK TERUGKWAM. XIII. De soldaten bleven van schrik bevend Staan en de grootste van de 2 hield een brief in de hoogte, die hij aan Barendje Kwik moest overhandigen. Barendje maakte den brief open en las: „Beste vijand, nu we Uw groote kanon gezien hebben, vinden we het heele- maal niet meer leuk, om te vechten en we zouden erg blij zijn, als U ons niets deed en wij weer goede vrienden zou den kunnen zijn. Om te laten zien, dat we het meenen, willen wij wel al onze sabels afgeven. Als U het goed vindt, zwaai dan 3 keer met een zakdoek, dan' komen onze soldaten één voor één hun sabel aan U brengen. Generaal Wipneus, aanvoerder van den vijand." „Hm," zei Barendje tot de soldaten van den vijand, „zeg maar aan den ge neraal, dat het goed is Ik zal 3 keer met mijn zakdoek zwaaien En de daad bij het woord voegende, haalde Barendje zijn schoone zakdoek weer te voorschijn en zwaaide er 3 keer mee. Een poosje later kwam de vijand, één voor één, met toch nog een beetje ERNST ECKSTEIN. Te Wageningen werd Maandag het zesde internationale Zaadcontróle- congres geopend, dat van 1318 Juli in de aula der landbouwhoogeschool gehouden wordt. Op het spreekgestoelte minister Ruys de Beerenbrouck, die het congres opende. ras koopt U van LIKEURSTOKERIJ. ÏBES3SH HBI 1 VANAF f60.- Njj 1 P'JNLOOZE BEHANDELING INBEGREPEN. le BOSSCHE TANDHEELKUNDIGE INRICHTING A. J. RUITER DEN BOSCH, MARKT 44 HZZ hoek Pensmarkt mn levert dit gebit, met 5 jaar schrif telijke garantie. (Pijnloos trekken door Tandarts koste loos Vullingen, Kroon, en Brugwerk, tegen lage prijzen.) Spreekuren dagelijks 95y3 uur. Behalve Vrijdags. 8.) EEI ES EE1 VI. In het huispark van Titus Arruncus verhief zich door cypressen en pijn- boomen met eeuwig groen bedekt, een klein gebouw in den stijl der Corinti- sche vreemdelingenhuizen. In het go$- de jaargetijde bracht Acca Sempronia daar menigmaal de middaguren door; in het slechte jaargetijde stond het gebouw meestal leeg, wanneer 't niet tot woning voor een gast van buiten diende. Middernacht was reeds lang voorbij, toen aan de eikenhouten deur van het tuinhuis de grendel weggeschoven werd. Acca Sempronia trad angstig in 'trond starend naar buiten in het park. Septimius Caulex volgde haar op den voet. Sprakeloos gingen beide door de olmenlaan naar de buitenmuur. Bij het standbeeld van den door ouderdom verweerden Vertumnus ble ven zij staan. Acca Sempronia omhels de de hooge gestalte van den jongeling met beide armen, leunde haar hoofd, tegen zijn borst en snikte. „Hoe treurig, dat wij moeten schei den," zeide zij weemoedig. „Ik kan niet meer zonder je leven Septimius. Hoe moet dat worden, als Titus Arrun- angstige gezichten aangewandeld, en legde hun sabels aan de voeten van Barendje Kwik neer. Daarna moesten de soldaten van Barendje Kwik doodstil voor het kanon blijven staan. Dat deden ze natuurlijk, omdat ze veel te bang waren, dat het blinkende kanon plotse ling af zou gaan. Juist toen de laatste soldaten van den vijand en ook generaal Wipneus zelf in zijn mooi nieuw uniform hun sabels hadden neergelegd, hoorde Ba rendje Kwik het gedreun van zware voetstappen achter zich. Hij keek om, en wat zag hij daar? Daar kwam het heele leger weer vreeselijk moedig aan- gemarcheerd, terwijl Koning Suikerbuik aan het hoofd liep. De soldaten zagen er allemaal sterk en moedig uit, want ze hadden thuis allemaal 6 dikke bo terhammen met kaantjes en uitgebak ken spek gegeten. Toen de Koning zag, dat Barendje Kwik de wapens van alle soldaten van den vijand had afge nomen, gooide hij van plezier zijn kroon in de lucht en ving die daarna weer op zijn hoofd op, danste samen met den hofmaarschalk de kikkerdans en riep vroolijk uit: „Gort-met-krentjes, Ba rendje, dat heb je netjes gedaan. Laat ons leger nu den vijand mee naar het paleis nemen." De soldaten van Koning Suikerbuik omsingelden het leger van generaal Wipneus en in optocht ging het toen naar het paleis van koning Suikerbuik. De vijand moest op de bin nenplaats blijven staan, terwijl de sol daten van koning Suikerbuik streng de wacht hielden, zoodat er niemand kon wegloopen. De koning ging op zijn troon zitten, riep al de heeren en dames van het hof bij elkaar en sprak: „Beste onderdanen, Barendje Kwik heeft opnieuw ons land gered. Hij heeft hee- lemaal alleen het leger van den vijand gevangen genomen. Wat moeten we nu met den vijand doen?" „Laten we ze allemaal een week lang op water en brood zetten, omdat ze met ons hebben willen vechten," sprak de hofmaarschalk, ledereen knikte goedkeurend, maar Barendje zei: „Ei cus nu in het laatste der week terug keert. Bij Jupiter, menigmaal wensch ik mij den dood toe. Septimius Caulex streek Acca vleiend over het weelderige haar. „Den dood, liefste? Maar waarom? Ik zie volstrekt geen reden tot wan hoop. Zijn wij dan gebonden aan dit tuinhuis? Is Rome niet groot en heb je niet volle vrijheid?" Zij tuurde naar den grond. „Ach, als je wistIk geloof, Sep timius, dat ik je te veel lief heb. Ik had mij driemaal moeten bedenken, voordat ik mijn geluk, mijn eer, mijn leven zoo geheel in je handen gaf. Gij j mannen begrijpt niet, wat dat zeggen wil. En gij vergeldt het slechts half. Gij bemint anders dan wij. Ach, Sep- timius, ik zweer bijna dat je kussen reeds koeler zijn geworden." „Maar Acca, liefste, wat spreek je toch „Ik kan het niet helpen. Dat alles j is zoo plotseling gekomen, zoo onver- wacht. En hier, om het hart gevoel ik zoo'n drukking." „Heb je gewetensknaging?" zeide Caulex glimlachend. „Ik moest die hebben, Septimius. Ge loof mij, 'tvalt een Romeinsche niet lichtIk was de dochter uit een oud eerwaardig huis en schuldeloos als een lelie. Nu heb ik jou alles, alles geof ferd, omdat ik niet anders kon, omdat je me dwong met je donkere, groote, gloeiende oogen. Maar genoeg. Ik klaag niet als ik slechts weet, dat je me werkelijk liefhebt, dat je mij geheel, en voor altijd toebehoort, dat je nooit in je leven een andere vrouw zult lief hebben." „Kleine zottin J Ben je niet onder alle vrouwen de mooiste, de beste, de be koorlijkste? Moet ik naar Corintisch erts verlangen, als ik zwaar goud be zit?" „Wie weet?" Hij trok haar lachend tot zich. „Welke gedachten De stormen der laatste weken, de nachtelijke schrik, de zorg voor mij, dien je in den grond van je hart reeds liefhadt, dat alles heeft je eenigszins getroffen. Je bent ziekelijk opgewonden; je moet eerst weer herstellen van die onrust. En dat zal je in mijn armen, aan mijn hart." Een zeldzame rilling schokte haar slanke gestalte. Zij hulde zich dichter in haren mantel. „Luister," zeide zij opeens. „In de hoeve aan de overzijde kraait reeds de haan. De sterren verbleeken. Je moet weg, Septimius. De lieden der oude heks zijn vroeg als de broodbakkers. Vaarwel, denk aan mij „Iedere minuut I" Hij kuste haar op de wang. i,,En morgen?" fluisterde hij. „Op denzelfden tijd." „Op denzelfden tijd," herhaalde hij. Als er iets tusschen komt, dan zend je mij bericht." Een laatste kus. Toen sloop hij ijlings weg. Met den touwladder klom hij den parkmuur over. Den slaaf had hij uit voorzichtigheid thuis gelaten. En diep ademhalend stapte hij door het verlaten stadsgedeelte in den scheme renden morgen. Zijn hoofd lag eenigs zins in den nek, zijn gang was frisch en elastisch. Bij Hercules, geheel af gezien daarvan, dat hij nu toch zijn weddenschap won en den krans van genlijk kunnen de soldaten het niet helpen, het was allemaal de schuld van generaal Wipneus, die pas een nieuw pak gekregen had, en natuurlijk ook van koning Pip van Pippenland, omdat die een stuk van ons land wilde hebben. Ik stel daarom voor, dat we een groot feest houden, waarop we vrede sluiten met den vijand. En daar wij al hun sa bels gekregen hebben, verkoopen we die en koopen we voor het geld alle maal lekkers voor het feest „Sapperlootriep koning Suikerbuik en sloeg van plezier op de knieën, „Barendje Kwik, je bent gewoonweg onbetaalbaar, ik vind het een reuze moei plannetje en ik was er zelf nooit opgekomen. Laat dus dadelijk alle sa bels van den vijand weg halen en ver koopen. Vanavond is het feestMaar denk erom, dat er nog niets tegen den vijand verteld wordt (Wordt vervolgd). KANTONGERECHT BREDA. Erin geboterd. De boterhandelaren A- S. en D. de W. respectievëlijk wonende te Veen en te Wijk, werden op 23 April j.l. door een Rijkszuivelvisiteur in de Teteringenstraat te Breda aangehou den. Zij hadden in een vrachtauto verschillende kisten boter geladen, die de visiteur eens wilde onderzoe ken, of de waar wel het vereischte vetgehalte bezat. De uitkomst hiervan was, dat de boter in het geheel niet aan de be paalde grens voldeed, zoodat de hee ren in overtreding waren. Toen de ambtenaar v,an het O M. op de zit ting de verdachten niet aanwezig trof, moest hij uit de bescheiden het be wijs putten waarna hij een requisitoir formuleerde voor ieder f25 boete of 25 dggen hechtenis. Het mondeling vonnis, strafte de boterkooplui ieder met f 20 of 20 dagen. (D.v. N.) o KANTONGERECHT TE ZALT-BOMMEL. Strafzitting d.d. 17 Juni 1931. Straatschenderij: G. v. V., W. B., beiden te Poederoijen, beiden f2 of 1 w. t. s.; J. W.H., A. K, beiden aldaar, beiden f5 of 5 d.h. 1 Nachtrumoer: W. V. te Woudrichem, f3 of 3 d.h. Arbeidswet: F. A. v. V. te Brakel, vrijspraak; L. v. S. te Zalt-Bommel, f3 of 3 d.h. Overtr. betr. de Veldpolitie: D. N. te Hedel, vrijspraak; J. H. d. L. te Aalst f3 of 3 d.h. Strooperij: W. K. te Brakel, f5 of 5 d. h. Warenwet: A. v. W. te Ammerzoden, f8 of 8 d.h. Jachtwet: J. H. d. L. te Aalst, f5 of 5 d.h. Leerplichtwet: G. F. K. te Brakel, f3 of 3 d. h. 1 Wet Openbare Vervoermiddelen: W. v. L. te Brakel, f10 of 10 d. h. en f5 of 5 d. h. Drankwet: A. H. te Brakel, vrijspraak. A. P. V. Gameren: G. v. d. L. te Gameren, f2 of 2 d.h. Geldersch Stierenreglement: J. v. d. V. te Poederoeijn, G. C. V. te Brakel, beiden f5 of 5 d.h., J. v. d. V. te Poederoijen, f8 of 8 d.h. Motor- en Rijwielreglement: G. D. te Aalburg f 3 of 3 d.h.; J. v. d. L. te Brakel, D. v. D. te idem, A. v. R. te Kerkwijk, allen f4 of 4 d. h.W. S. te Well, P. v. M. te Brakel, f5 of 5 d. h.. Motor- en Rijwielwet: A. H. H. te Gameren, f 3 of 1 w. t. s. In Dronkenschap de erde verstoren: zijn roem weer met een blad vermeer derde, was en bleef de zaak op zich zelf toch een hoogst interessant avon tuur. Die Acca Sempronia was mis schien wel de bekoorlijkste van alle wouwen, die hij aan zijn hart gedrukt had. En hoe bevestigde die triomf zijn reeds half vernietigd zelfbehagen. Zij, die eens zoo trotsch, zoo koel was geweest, was nu de toewijding zelf, een zachtaardig, een goedhartig, volg zaam kind. Bij de gedachte aan hare wijze tot hem op te zien en dan als in een gelukzalige vergetelheid de schit terende oogen te sluiten, had Septimius wel luid kunnen jubelen. Minstens drie maanden zou de betoovering dezer nieu we minnarij het wel uithouden. Ter afwisseling kuste hij dan nog het blauw zwarte haar der vurige Cappadocische Chelidonion en de rossige lokken der Cheruskerin Thuma. Die drie vormden inderdaad een klaverblad, zoo bekoor lijk, als men het slechts zou kunnen denken. Thuma, de gade van een Che- ruskisch krgsman, die zich sinds het vorige jaar te Rome ophield, om de Romeinsche legertoestanden te leeren kennen, was een bloeiende heldin, gi gantisch in alles, wat ze deed, bijna een weinig te kolossaal voor den ge wonen Romein. De Cappedocische, klein als een pop petje, maar daarbij wild en waanzin nig als een panterkat, vormde daartoe de krachtigste tegenstelling. En in het midden, de volmaakte bevalligheid en schoonheid, stond nu Acca Sempronia, de moeilijkste en te gelijk meest kost bare onder de drie veroveringen. 'tWas werkelijk grootsch De ijdele jongeling wreef zich bij C. v. D. te Brakel, G. v. D. te idem, beiden f 25 of 25 d. h. Openbare Dronkenschap: G. B. te Zaltbommel, f5 of 5 d. h.; W. v. H„ te Brakel f6 of 6 d. h. Kieswet: H. M. v. W.. C. E, M. B,r J. v. d. S., A. v. d. V„ G. v. B,, G. v. V., E. v. d. V., A, v. V„ A„ v. W., E. v. V., B. S., G. H,, A, v, B„ H. t. W„ J. G. K-, B. V„ M, S., D. t. H., allen te Zuilichem, allen fl of 1 d. h. POLITIERECHTER 's BOSCH. G. V., De Werken, overtr. art. 3IO W. v. Strafr., 14 d. gev str. voorwaardelijk. A. Th. P„ Aalst, idem art. 300 W. v. Str., f 5 b. subs. 2 d. h. A. M„ Elshout, idem 138 en 300 le vrijspr., 2e f 1 subs. 1 dag h. TREINEN-WEDREN OP LEVEN EN DOOD. De conducteur van den uit Boedapest naar Szegedin vertrokken trein maakte tijdens de reis aanmerkingen op de spoorkaartjes van drie reizigers. Het kwam tot een woor denwisseling en tenslotte werd het een kloppartijtje. Plotseling begaf een der reizigers zich op den buffer van den wa gen en opende daar de luchtrem, zoodat de trein stilhield. De man, die den trein tot staan had gebracht, werd door eenige andere reizigers gegrepen en vastgehouden. Uit alle wagons stapten reizigers, die zich om den man groepeerden. Plotse ling kwam de conducteur van den trein zeer opgewonden aanhollen en schreeuwde den reizigers toe, vlug in te stappen, daar onmiddellijk de zestien minuten te voren uit Boedapest vertrokken Orientexpres te wachten was. In de verte kon men inderdaad de witte reflectorlichten van den expres reeds zien. Nu begon tusschen den personentrein en den exprestrein een wedren op leven en dood. De personentrein vloog met een snelheid, grooter dan van eiken sneltrein, het station Monor binnen. De wissel wachter van het station, die door de ver traging al vermoedde, dat er iets niet in orde was, bracht den trein op een zijspoor, waar hij onbeschadigd bleef staan. Nau welijks was de trein uit het hoofdspoor gekomen, of de uit twee wagons bestaan de Orientexpres vloog door het station. Gedurende den sensation eelen rit van den personentrein hadden soldaten een van de drie reizigers, n.l. den arbeidef Michael Eros, die op den buffer was ge klommen, vastgehouden. Toen de trein stilstond, werd hij in arrest gesteld.. Zijn beide medeplichtigen wisten van de, verwarring gebruik te maken om te ont snappen. Direct werd een gendarmerie patrouille uitgezonden, die er echter, ook al door de duisternis, niet in slaagde, de. twee vluchtelingen te pakken. AALBURG. Onze vroegere dorpsgenoot, dé hr. C. v. Wijk v. h. hoofdopzichter bij het gemeentelijk bouw- en wo ningtoezicht, te Zeist, werd' 9 Ju li j.l. door den Raad dier igëmeenté benoemd tot adjunct-directeur vajn! het bedrijf gemeentewerken. AALST. In de afdeeling merriën met veulen van de op 9 Juli j.l. gehou den premiekeuring te Tiql, werd het paard Pubella met merrie-veulen van Centaurus toebehoorende aan den hr, A. J. H. Maas, derde geplaatst en het genieten zijner gevoelens de han den. Hij had wel lust voor zich zelf in de handen te klappen. Hoe netjes, hoe berekenend en met hoeveel men- schenkennis had hij bij die Romeinsche de taak der overwinning volbracht. Ove rigens moest hij bij alle geringschat-! ting voor de vrouwen in 't algemeen toch de standvastigheid van Acca Sem-i pronia bewonderen. Langs den gewot- nen weg was het niet mogelijk ge weest den vogel te lokken. Eerst de betuiging van berouwvollen eerbied, van niets verlangende vriendschap had haar hart gevoerd en het rijp gemaakt voorj den lateren aanval van het verlangen.» En het voor den gek gehouden hart zou zich ook thans nog verzet hebben, als 't niet aangegrepen was door een werkelijke neiging. Die Titus Arrun cus was toch een sukkel, dat het hem bij al zijn wijsheid niet mogelijk was, zich in dat kostbaar vrouwengemoed te nestelen. Waarlijk, dat was hier weer een van die uitzonderingsgevallen, waar^ bij de zaak goed beloond was. Bij die erkenning werd Septimius een oogenblik ernstig. Toen viel het hem echter in, hoe de gewoonte verstompt, hoe zelfs de vurigste wijn met den tijd verschraalt, en dat eigenlijk alle waarde van het verworvene in ons zelf ligt. Had hij Acca Sempronia ontmoet als meisje, dat hij in den vorm tot vrouw had kunnen vragen, wie weet, of zij hem dan zoo lief, zoo be koorlijk verschenen was. Zijn overprik kelde ontaarde zin paste niet voor het geluk der alledaagschheid. (Wordt vervolgd). Jfieuwsblad Novelle naar 't Hoogduitsch VAN

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1931 | | pagina 5