Wie is de Man
Uitgave: Firma L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 5150 Woensdag 19 Augustus 1931.
Binnenland.
FEUILLETON
"Ja"
UND VAN AUE^
Dit blad verschijnt WOENSDAGMORGEN en
VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden I 1.25,
en franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke
nummers 6 cent.
Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525.
Advertentiën van 16 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur es
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
VERDRONKEN.
Bij het Stille strand te Scheveningen
is de 13 jarige H. uit Den Haag, die te
ver in zee was gegaan, verdronken.
Te Reewijk is bij nacht F. 't Hoen,
kellner van het restaurant Elfhoeven, te
water geraakt en verdronken.
Zondagmiddag is de 27 jarige W. Jansen
uit Schiedam, leider eener R. K. Jeugd-
centrale, bij het zwemmen onder de ge
meente 's Gravenzande verdronken. Het
lijk is aangespoeld.
De 18-jarige D. C. K. en de 21-jarige
H. M., die met een gezelschap typografen
nit Uitrecht op een pleizierreis te Sche
veningen kwamen hebben zich Zondag
te ver in zee gewaagd en zijn verdronken.
Zaterdag is het 3-jarig dochtertje van
H. v. d. L. te Sauwerd onder de ge
meente Groningen in de gracht, welke
langs de boerderij loopt, gevallen en yer-
dronken.
ONGELUK OP DE MAILBOOT
„ORANJE NASSAU".
Juist toen Zaterdagmiddag de
mailboot „Oranje Nassau" van Vlissingen
zou vertrekken had een ernstig ongeluk
plaats. In de ketelruimte sprong een
pijp waardoor de 64-jarige stoker M.
van Zweden dermate brandwonden opliep,
dat hij na eenige uren is overleden. Een
drietal andere opvarenden bekwamen
lichtere verwondingen. Een groote zwar
te walm steeg naar boven, ook op de
dekken en in de salons, waar ruim 400
passagiers aanwezig waren.
UIT HET TOUWTJE KWAM EEN VLAM.
Te Oosterbeek heeft volgens de „Tel."
een 8-jarig jongetje met een tafelmes
twee over den zolder loopende draden
der electrische geleiding doorgesneden. Men
kan zich den schrik van de ouders bij
deze ontdekking begrijpen. Dat er geen
ongelukken zijn voorgekomen, is te dan
ken aan de toevallige omstamdigheid dat
het knaapje de draden niet heeft aange
raakt, en de stroom dus slechts van den
eenen op den anderen draad is overge
sprongen.
Het jongetje had het mes gevraagd om
een touwtje door te snijden. Toen het
licht des avonds niet wilde branden
hoorde men van het jongetje dat „uit
het touwtje een vlam gekomen was".
Naar 't Hoog Duitsch
M. SCHOEPP.
4.)
En de geheele klas antwoordt:
„Wenzelf heeft Bellerman wilde
hij heeft hem geslagen.
„Stilte Wat is er gebeurd? Beller-
mann antwoordt
Frits laat den luid jammerende los
en stoot hem met afschuw van zich.
Hij strijkt het haar van het voorhoofd
en ziet den leeraar aan met verwilder
den blik.
„Hij heeft mij uitgescholden," zegt
hij, „en toen heb ik hem getuchtigd".
,Hoe kwam je daartoe, Wenzel?"
vroeg de leeraar verder. „Maar wat
zie je er uit? Ga met hem naar be
neden wasch hem aan de pomp
af 1dat gaat toch al te ver en, jullie
noemen ie leerlingen van een gymna
sium? Willen jullie beschaafde men-
schen heeten? Er zal een streng onder
zoek ingesteld worden. Zoo iets mag
niet meer gebeuren."
Allen vertrekken; eenige nieuwsgie
rigen wijken voor den bevelenden blik
van den leeraar. Slechts Karei en Frits
blijven in de klasse.
,,'tls nu vandaag voor de tweede
maal, dat ie straf verdient," begint de
leeraar, „ik hield je voor lichtzinnig;
DOOR EEN AUTO GEGREPEN.
Op den Rijksstraatweg nabij de Klomp
is een ernstig ongeval gebeurd.
De echtgenoote van J. de Kruif uit
Ederveen bracht familie naar de autobus,
die den dienst tusschen Yeenendaal en
Ede onderhoudt, toen haar gezegd werd,
dat aan een fiets een tascbje was blijven
hangen. Zij stak daarop den weg over
met het noodlottig gevolg, dat zij door
een passeerende auto van den heer Hensen
uit Eist bij Rhenen gegrepen werd. Zij
was terstond bewusteloos. Na bijgebracht
en voorloopig verbonden te zijn, is zij in
hopeloozen toestand per ziekenauto naar
haar woning overgebracht. Men vreest
voor haar leven. Den bestuurder van de
auto treft geen schuld.
o
ERNSTIG AUTO-ONGELUK BIJ EDE.
Een ernstig ongeval heeft plaats ge
had bij De Klomp op den Rijksstraatweg.
Tijdens een geweldige onweersbui, waar
door de weg glad was, sloeg een luxe
auto uit Rotterdam bij het passeeren van
een andere puto over den kop en werd
zoo goed als geheel vernield. Behalve de
bestuurder, die er vrij goed af kwam,
waren nog vier personen in de auto ge
zeten. Van deze werd mevr. Drees uit
Rotterdam uit den wagen geslingerd en
op slag gedood. Van de drie andere
inzittenden werd de heer Heykoop, even
eens uit Rotterdam, ernstig gewond op
genomen, terwijl mej. De Vaal en de
echtgenoote van den heer H. wonden aan
hoofd en armen bekwamen.
VRACHTAUTO TEGEN EEN BOOM.
Zaterdagnacht om half drie is een
Duitsche vrachtauto met 5 personen uit
Mülheim op den Paterwoldscheweg onder
Groningen tegen een boom gebotst. De
chauffeur, die reeds onderweg was van
Zaterdagmorgen 4 uur werd door slaap
overmand. Zijn 24-jarige zoon, de heer
L. Schönberger vloog door de voorruit en
werd ernstig aan het hoofd gewond. De
vier andere inzittenden werden niet noe
menswaardig gewond. Alleen een dame
moest zich onder dokters behandeling
stellen. De heer S. werd naar het Acade
misch Ziekenhuis vervoerd, waar hij ter
verpleging werd opgenomen. De auto
was op weg naar Adorp in de provincie
Groningen.
o
EEN MENSCHLIEVF.NDE DAAD.
Op Dinsdag 4 Aug. j.l. kwam den
maréchaussee te paard - A. L. Nagel-
kerke gestationneerd op de brigade
Kon. Mar. te Tilburg, door toeval van
omstandigheden ter oore, dat in 't St.
Elisabets-Ziekenhuis te Tilburg een moeder
van drie kinderen stervende lag, en alleen
nog door een bloedtransfusie kon gered
worden.
onbedachtzaam; nu heb je verachtelijk
gehandeld.
De bleekheid op het gelaat van den
jongeling is veranderd in donkerrood,
zhjn lippen trillen. Maar hij dooft den
vlammenden blik niet en ziet ook niet,
dat zijn verontschuldiging verwacht
wordt. En weer neemt Karei het woord
voor hem, haastig, angstig „Wen
zel was 't mijnheer, hij heeft gezegd
„Stil bijt Frits hem toe, „niemand
behoeft zich met mijn zaken te bemoei
en, jij ook niet. Ik heb niets! gezegd,
omdat ik weggejaagd wordt, niets. Maar
als iemand mij beschimpt, ja beschimpt
hij wurgt het woord uit de keel
dan dan hij neemt zijn ransel
van den grond op en ziet naar de
deur.
„Ik zal 't morgen onderzoeken," zegt
Securius en wendt zich naar den ka
theder, om eenige boeken te halen,
die hij vergeten had. Met vluchtigen
groet verlaten de jongens de klasse.
Zwijgend gaan zij den weg door de
lange, donkere gang, de een somber
peinzend, de andere vervuld van de
angstige deelneming. Karei zoekt iets,
om het gesprek aan te knoopen en
begint eindelijk weifelend:
„Willen we vandaag samen werken,
Frits?"
„Neen 't Heeft toch geen nut meer."
„Kom, hij heeft het zoo ernstig niet
gemeend. Of wij moeten allen weg."
„Maar ik wil, dat hij het ernstig
meent; ik pas nu eenmaal toch niet
meer bij jullie. Laat hij gerust met
mijn vader spreken." Hij lachte. „Ik
ben nieuwsgierig wat hij zeggen zal. Hij
mag mij niet lijden
„Och Frits
Zes verschillende personen, welke fa
milie waren van deze moeder, waren
volgens den dokter van genoemd zieken
huis niet geschikt om deze transfusie te
ondergaan, en werden hiervoor afgekeurd.
De man van bedoelde juffrouw was ten
einde raad en wist niet meer waarheen
hij zich thans moest begeven.
Toen bovengenoemde maréchaussée,
aldus de „Einh. Crt.", dit alles had ver
nomen, stelde hij zich disponibel voor
deze edele daad, ten einde een voor hem
geheel onbekende vrouw, mogelijk hier
door te kunnen redden, en al zoo een
menschenleven te behouden. Er volgde
op 4 Augustus een strenge keuring, en
op 5 Augustus werd hem bericht, dat
zijn bloed was goedgekeurd, en om deze
vrouw te behouden, drie kwart liter bloed
moest afstaan, hetwelk gebeurde.
Toen de bloedtransfusie was geschied,
werd hem op 6 Augustus bericht, dat
de vrouw was behouden en op 10 Aug.
werd hem bericht, dat deze vrouw over
acht dagen het ziekenhuis weer mag ver
laten.
HET NIEUWE PAVILJOEN TE
VINCENNES.
H. M. de Koningin heeft aan het
Nederlandsch Comité voor deelname aan
de Internationale Koloniale Tentoonstel
ling te Parijs doen weten, dat Zij bereid
is, die voorwerpen uit Haar Indische ver
zameling, welke daarvoor in aanmerking
komen, aan het Nederlandsch Paviljoen
in bruikleen af te staan.
De Kamers van Koophandel te Amster
dam en Den Kaag hebben aanzienlijke
bedragen in het vooruitzicht gesteld voor
het nieuwe Nederlandsche paviljoen ter
Parijsche tentoonstelling, waardoor het
ingezamelde bedrag de f 45.000 ruim
is overschreden.
Het adres van den penningmeester van
de vereeniging „Oost en West" is Korte
Voorhout 6, Den Haag, giro no. 44574.
ROGGE UIT^DEN WIERINGER-
MEERPOLDER.
De eerste rogge uit den Wieringer-
meerpolder is reeds gedorscht en aange
kocht door den bakker S. Halfweg te de
Hauke. Van deze nog versche rogge heeft
bakker Halfweg met veel moeite zoo goed
mogelijk het eerste echte Wieringer rogge
brood gebakken. Het brood is aange
boden aan verschillende ingenieurs en
andere autoriteiten, die bij den roggebouw
waren betrokken. De smaak was zeer
goed.
o
ERNSTIGE VAL.
De tienjarige M. Benda, wonende Daal-
schedwarsweg te Nijmegen, had het on
geluk in de punt van een hek te vallen.
Ernstig gewond werd de knaap naar de
„Je gelooft het niet?"
„Hij is toch zoo goed. Weet je nog
wel van onze laatste uitgang? Hoe wij
uit het zoldervenster met onze laar
zen de groote peren van den boom
wierpen, omdat wij er niet in konden
klimmen? En een laars viel den dik
ken molenaar op 't hoofd, maar h.ij
kon 't niet zien, omdat het zoo donker
was
„Nou, die heeft geschreeuwd Op
zijn kalen schedel is hij gevallen. Hij
had geen pruik. Ha, ha, ha
,En securius ging juist wandelen en
had natuurlijk alles gezien. Toen heeft
hij den molenaar meegenomen en hem
koude ojnslagen op het hoofd gelegd
en Adolf Sauer heeft intusschen de
peren en de laarzen gehaald."
„Drie bleven er nog aan de takken
hangen. Wij hebben ze echter gehaald.
En hij heeft den molenaar gezegd, dat
er zeker een peer op zijn hoofd! was
gevallen."
„Dat geloofde hij echter niet."
„Nu, dat hindert niet. 'tWas toch
netjes van Securius. Leonard heeft ge
zien, dat hij naderhand nog een daal
der heeft gegeven, en daarbij lachte hij
en weees naajr den perenboom."
„Nu ja, dat was netjes, heel netjes.
Maar aan mij heeft hij toch het land.
Geloof mij Karei, 't is zoo. Ik ik
weet niet wat van hem en
„Jij? En wat dan?"
„Och eigenlijk niets ga je mee
naar huis?"
„Ik wil moeder goeden dag zeggen."
„Is ze op het land?"
„Kom je dan bij den Galgenberg?"
ouderlijke woning overgebracht, waar hij
een paar dagen later is overleden.
BAKER AANGERAND.
Te Made is de 65-jarige wed., mej. V.,
die naar een bakerdienst moest, aange
rand door een onbekend gebleven, onge
veer 40-jarigen man. Hij droeg een bol
hoed, witten boord en was voorzien van
rijwiel. De politie stelt eeD onderzoek in.
Voor de vrouw, die zeer geschrokken was
en een wond aan een arm had bekomen,
is geneeskundige hulp ingeroepen.
W\IJ 7orillUfOn komen tot rust, kal-
wH «LGIG11 meeren en worden
daarbij tevens gesterkt door het gebruik van
Mijnliardt's Zenawtabletten
Glazen Buisje 75 et. Bij Apoth. en Drogisten.
TYPHUS.
Te Groningen zijn twee arbeiders, door
het drinken van ondeugdelijk water, on
gesteld geworden en aan typhus overleden.
PLOTSELING~OVERLEDEN.
Te Wateringen werd de dienstbode van
dr. Jansen des morgens dood in haar bed
gevonden. Vermoedelijk is zij aan hart
verlamming overleden.
o
SLAPENDE INBREKER.
In het voormalige kantoorgebouw van
de Unilever aan de Parklaan te Rotter
dam werden dezer dagen eenige mannen,
die daar waren binnengedrongen, slapen
de aangetroffen. Overigens kon hun
echter niets ten laste worden gelegd.
De directie vond het echter raadzaam de
sleutels van het gebouw ter hand te stel
len aan -de politie en Zaterdagavond vond
een agent, die eens ging kijken, weer
een „slaper", een 26-jarigen varensgezel,
een berucht inbreker, die eerst sinds kort
de gevangenis heeft verlaten. In zijn
gezelschap werden een stel loopers en
een pak groene zeep aangetroffen. De
man is in bewaring gesteld.
INBRAAK IN EEN~ PASTORIE.
Inbrekers hebben zich toegang weten
te verschaffen tot de R.K. Pastorie te
Halfweg. Van den Osdorperweg hebben
de daders per roeiboot den tuin aan de
achterzijde bereiktzij zijn toen op het
balcon geklommen, waarna zij gemakkelijk
de jalouzieën van de werkkamer van den
pastoor konden opschuiven. Door een
ruit uit te snijden wist men de kamer
binnen te komen. Zonder veel moeite
hebben de inbrekers een buit van f 300
a f 400 aan centen bemachtigd. Hoewel
er nog meer centen voor het grijpen la
gen, hebben de inbrekers deze laten
liggen, waarschijnlijk omdat de last anders
te zwaar zou worden. De dieven hebben
waarschijnlijk over de straat de pastorie
weer verlaten. De bewoners van da
pastorie hebben niets gehoord en ook de
waakhond heeft niet aangeslagen. Mea
vermoedt, dat de inbrekers ter plaatse
goed bekend waren, daar zij rechtstreeks
de werkkamer van den pastoor opgezoebt
hebben. Tot nu toe is van de daders
geen spoor ontdekt.
„Tegen den vesper?"
„Zeker; aan den grooten populier
wacht ik."
„Nu tot straks Karei F'
„Tot straks, Frits 1?
Een krachtige handdruk; Frits gaat
het straatje in, waarin zich het ou
derlijk huis bevindt, en Karei snoert
den ransel vaster om de schouders en
ijlt het stadje uit, naar het land op
een uur afstand, dat zijn moeder ge
pacht heeft.
„Hé welk een vreeseLijke, gloeien
de hitte
Dagelijks moet hij den weg van het
dorpje naaf de stad maken. Als hij
des middags les heeft, blijft hij bij
Frits Bellermann of in de school. Hij
heeft daar e/en vrijplaats. Dat heeft
zijn moeder, een weduwe, doorgezet:
haar eenig kind moet wat flinks wor
den. Zij was wel de vrouw van een
eenvoudigen boer, maar haar vader
was schoolmeester, een braaf man. En
zooals hij moet Karei ook worden.
Hoe had zij voor hem gewerkt, ont
beerd, geleden Alles wat zij over
hield, werd gespaard voor hem. Klee
deren en boeken kosten zooveel, 't Is
waar, later zal hij het haar vergelden,
tienvoudig, honderdvoudig. Dat heeft
hij beloofd, en hij zal zijn belofte hou
den.
lederen Zondag spreken zij er van.
Dan zit zij aan de wit geschuurde tafel,
in het lage, nette kamertje, tegenover
haar hoog, met rood gestreept linnen
overtrokken bed, een groot, stijf blauw
boezelaar over den geplooiden, Iilakleu-
rigen rok, een zwarte doek op 't nog
dikke kastanjebruine haar. Hare breede,
krachtige gestalte is recht; de arbeid
FELLE BRAND TE UTRECHT.
Vrijdagnacht is een felle uitslaande
brand uitgebroken in de drukkerij vaa
de firma Van Boekhoven aan de Begijne
straat te Utrecht.
Het bleek al spoedig, dat het hier een
ernstigen brand gold, die aanvankelijk
groot gevaar voor het geheele daar liggende
huizenblok opleverde. Het vuur, dat was
ontdekt door een kok van het naastges-
legen tehuis van het Leger des Beüs»
had spoedig een grooten omvang aange
nomen en het werd geheel door een»
huizenblok ingesloten.
De brandweer was spoedig met drie
spuiten ter plaatse, waarvan er evenweE
één geen dienst behoefde te doen, zoodak
deze weer voor reserve werd terngg»-
zonden. Door tal van omliggende huixe&
en over de daken werd door een groot
aantal slangen een enorme hoeveelheid
singelwater in de vuurzee geworperu.
In een uur tijds was het grootste ge
vaar geweken. De drukkerij en de
van de firma Van Boekhoven zijn geheet
uitgebrand. De naastliggende huizeit
konden gespaard blijven.
Omtrent de oorzaak van den bram!
tast men nog in het duistere
BRAND TE SCHEVENINGEN.
Netten-pakhuis uitgebrand.
Zondagmiddag brak een felle brand
uit in het groote nettenpakhuis var» de»
reedersfirma Jac. den Duik en Zin aar
de Visschershavenweg te SchevenÏDge»c:
In korten tijd sloegen de vlammen-
hoog op, zoodat men eenige oogenblikkea
voor de omgeving vreesde.
De brandweer was spoedig met de?
motorspuiten van het bureau Gevers
Dey noot weg en de Archimedesstraat» als
mede den ladderwagen van het bureara
aan de Duinstraat, ter plaatse en san®
de blussching ter hand. Het pakhuis,
waarin zich het zeer brandbare materiaal
bevond, werd spoedig een prooi der vlam
men, doch het gelukte de brandweer de
belendende perceelen met een drietal
slangen te sparen.
De oorzaak van den brand is onbekend,
O—
DE BRAND TE HEENVLIET.
De zoon op vrije voeten..
Een dag na den brand in het boerderijtje
van de wed. C. den Bakker, te Heenvüets,
heeft haar nog niet gebogen. In de
mooie, donkere oogen weerspiegelt ziels
't binnenste van haar hart een Evan
gelie der liefde voor haar jongen, haa^
schat. Hare ruwe, vereelte, bruine han
den streelen liefkozend ziijn rechter
hand, als verheugde zij zich over de
zachtheid. En met van geluk stralendere
blik luistert zij naar de woorden van>
haar jongen. Hoe klopt dan haar hart
als ziij hem aanziet, dan waant zij zich
rijkelijk beloond voor haar arbeiden*
haar zwoegen, voor een leven aan hens.
gewijd. i
Dat waren hare feesturen, haar Zon-
dagsgodsdienst. Karei denkt daaraan»
nu hij rustig op den schaduwloozen
straatweg voortstapt. Plotseling heeft
hij alles vergeten, wat in de school ge
beurde, welk onrecht Frits wedervaren
is. In zijn moeder vereert hij 't schoon
ste, het edelste op aarde, hij ziet tot
haar op met roerende, kinderlijke Hei
de. En met pijnlijk verlangen denkt
hij er aan, hoe zij nu bij die felle
hitte den zwaren veldarbeid verricht,
hij denkt niet meer aan het zweet, dat
van zijn voorhoofd parelt, niet mee?"
aan den kwellenden dorst, aan t sto^,
dat bij eiken stap rondstuift. Hij draaft
I voort dwars over stoppels en aardap
pelenvelden. En ademloos bereikt Mij
zijn doel en valt de voor gouden scho
ven knielende bindster van achtererf
om den hals. i
„Gruüss Gottmoedertje'."
Haar ^hart bonst van vreugde, toert
zij hem zich haastig omkeerend in het
gloeiend gezicht ziet. Zij staat op ert
houdt hem, op armslengte verwijden!
bij de schouders vast.
(Wordt vervolgd)»
voor tiet Land van Ueusden en Altena.de Langstraat en de Bommelerwaarit
VAN