Tweede-Blad No. 5159 Vrijdag 18 Sept. PSTER' Wie is de Man voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. DE P.N.E.M. RugpijnNierénPillen EEN BOEK GRATIS hlviderrubriek. geïllustreerd zondagsblad BEHOORENDE BIJ HET Gebogen, pijnlijke lendenen, rheumatiek in de gewrichten en urinekwalen behoeven niet beschouwd te worden als een natuur lijke last van den ouden dag. Opgewekte en levendige menschen op leeftijd toonden hoe zij door middel van Foster's Rugpijn Nieren Pillen bovengenoemde ellendige kwalen verdreven. Dit speciaal niermiddel kan aan over werkte nieren de opwekkende, verster kende hulp geven, die zij zoo dringend noodig hebben. Dan blijven niet langer schadelijke onzuiverheden in het bloed achter, en kan het gevaar van rheumatiek, ischias, spit en graveel afgewend worden. Foster's Pillen kunnen zoowel door mannen als vrouwen veilig gebruikt worden. Zij bevatten geen schadelijke bestanddeelen. Bij alle drogisten enz. fl.75 p. flacon. en DB SEPTEMBERNUMMERS. Profiteer nü van de gelegenheid. Wie zich thans abonneert op ons goedkoop en toch zoo fraai uitgevoerd ontvangt gratis de September nummers, waarin begint het boeiende vervolgverhaal „In de klauwen der misdaad", alsmede een keurig verzorgd boek„Het ver dwenen testament", tellende bijna 200 bladzijden, in 2 klearen-omslag. De betaling gaat eerst in met 1 October a.s. Laat U deze kans niet ontglippen en verhoog de gezelligheid van de komende lange winteravonden door U te abonneeren tegen den prijs yan f 1.15 per half jaar franco per post f 1.70. Onze illustratie telt elke week 16 blad zijden, groot formaat, bevat tallooze illustraties, lange en korte verhalen, tijd verdrijf, geestige prentjes, anecdoten, enz. Zendt postwissel aan de Uitgevers dezer courant en vermeldt daarop Voor abonnement Illustratie met gratis Sep tembernummers en gratis boekwerk. Beste jongens en meisjes. De oplossingen der vorige raadsels zijn: 1. Moor room. 2. Trog gort. 3. Mot Tom. 4. Eduard. De nieuwe raadsels zijn: 1. Neem de middelmoot van een steel rabarber, doe daarbij de helft van een boon, dan krijg jeeen adellijk persoon. 2. Mijn geheel bestaat uit 6 letters en noemt een vreemde vrucht. 5 4 1 is een drinkbeker. 14 5 gebruikt men om eten in te koken. 3 12 5 is een geduldig insekt. 6 4 5 6 vindt men dikwijls achter de deur. 3. Met G ben ik hol; met K ben ik een huisdier; met L ben ik van hout; met M vindt men mij meestal op den grond; met N ben ik vochtig; met R ben ik een knaagdier; met V ben ik een nuttig voorwerp. OOM KAREI!. HET GEHEIM VAN DEN NACHTEGAAL. III. Maar de nachtegaal bedankte er vrien delijk voor, omdat hij al genoeg be loond was door de tranen van den kei zer. Daarna zong hij nog een prachtig lied, waarbij hij met zijn keeltje gor gelde. De hofdames, die dat zagen, namen toen allemaal een slokje water in hun mond en gingen ook gorgelen, opdat iedereen zou denken, dat ze ook nach tegaaltjes waren. Maar ze maakten hee- lemaal geen mooi geluid. Ondertusschen mocht de nachtegaal aan het hof blij ven. Maar hij moest in een groote, gou den kooi wonen en mocht maar twee keer op den dag een eindje buiten vliegen. Maar dan waren er 12 hof- dienaren, die elk een zijden lint vast hielden, dat aan zijn pootjes vastgebon den was. Nu, dat vond de nachtegaal heelemaal niet prettig. Op een goeden avond, kwam er een groot pak voor den keizer en buiten op dat pak stond geschreven: „Nachte gaal!" Wat zou dat zijn? riep de kei zer nieuwsgierig. De keizer maakte het groote pak open. Hij dacht, dat het weer een nieuw boek was over den beroemden nachtegaal. Maar het was boek, het was een speeldoos, die den vorm had van een nachtegaal. Er zat van binnen een uurwerk in en als je dat opwond, kon deze kunstnachtegaal een prachtig wijsje fluiten. Deze speeldoos zag er van buiten precies zoo uit als de levende nachtegaal, alleen was deze kunstnachtegaal bezaaid met groote dia manten, robijnen en saffieren. De kei zer wond den vogel op en hij zong zóó mooi, dat het net was, of het echt was en ondertusschen wipte hij met zijn staart, die van goud en zilver glinsterde. Iedereen aan het hof zei: „O, wat is dat prachtig „Nu moe ten ze samen zingen," beval de keizer, „dat zal erg mooi zijn Maar de echte nachtegaal zong op zijn eigen manier en de kunstnachtegaal kon alleen maar wal sen zingen. Het klonk dus erg. leelijk door elkaar. En hoewel de muziekmees ter van het hof verklaarde, dat geen van de twee vogels ook maar een enkel foutje maakte, moest de speeldoos-nach tegaal voortaan alleen zingen. Hethee- le hof vond het feitelijk nog mooier dan de echte nachtegaal, omdat die niet zoo mooi glinsterde. Men liet den kunst nachtegaal het zelfde wijsje 333 keer zingen en nog hadden ze er geen ge noeg van. Maar de keizer vond, dat de echte nachtegaal nu ook weer eens een beurt moest hebben, maarwaar die gebleven was? Niemand had namelijk gezien, dat de echte nachtegaal on gemerkt door het open venster naar buiten was gevlogen, terug naar zijn heerlijke groene bosschen. Alle leden van het hof vonden den echten nach tegaal een heel ondankbaren vogel. „Maar," zeiden ze, „we hebben ten slotte toch den besten vogel behou den J" En (t)oen lieten ze den kunst nachtegaal maar weer zingen. Einde'ijk wond men zich zóó op over den on dankbaren echten nachtegaal, dat de keizer besloot, dat hij nooit meer in zijn rijk mocht terug komen. De speeldoos nachtegaal werd op een zijden kussen gezet, vlak bij het bed van den keizer. De muziekmeester van het hof schreef 25 dikke boeken over den kunstnachte gaal en al deze boeken waren met de moeilijkste Chineesche letters geschre ven. Een jaar ging voorbij en de kunst nachtegaal moest eiken dag wel 100 keer zingen, zoodat de keizeirf en het hof en Sle andere Chineezen einde'ijk elk nootje van het lied van den kust- nachtegaal uit het hoofd kenden. Zelfs de jongens op straat zongen „Fiet, f iet," en „Kloek, kloek, kloek" en de keizer zong het ook. Maar op zekeren avond, juist toen de vogel zijn wijsje weer gezongen had en de keizer er in bed naar lag te luisteren, knapte er iets binnen in den vogel. Alle wieltjes en radertjes bleven stil staan en de mu ziek hield op. De koning sprong met zijn bloote beenen uit bed en liet dade lijk de knapste dokters komen. Maar wat konden die doen Eindelijk werd de keizerlijke hof-klokkenmaker ontboden. (Wordt vervolgd). In de extra-editie van „Het Huis gezin", gewijd aan de Brabantsche ln- dustriedagen, treffen wij een artikel aan over de Provinciale Noord-Brabantsche Electriciteits-Maatschappij. De enorme uitgroei van het nauwe lijks 11 jaar geleden in werking gestelde Noordbrabantsche Elect. Li'.eitsbedrijf, waaruit wel duidelijk blijkt, welk een belangrijke rol de electriciteit in het moderne bedrijfsleven speelt, maar voor al ook de beteekenis welke de Noord brabantsche Electriciteitswerken even tueel kunnen hebben, gezien in het kader der electriciteitsvoorziening van ons geheele land, geven ons aanleiding aan dit artikel een en ander te ontlee- nen. Na de wordingsgeschiedenis der P.N. E.M., de aan haar bedrijf voor de Pro vincie Noordbrabant en deszelfs indu strie verbonden belangen, alsmede het met de oprichting beoogde doel zoo goedkoop mogelijke stroomleverïng met uitschakeling van het streven naar winst te hebben geschetst, gaat het artikel aldus voort: Technisch is het bedrijf zeer zeker onder de belangrijkste in den lande te rangschikken. Voor wat betreft de uitgestrektheid van zijn verzorgingsge bied en de beschikbare hoeveelheid ca paciteit staat het aan den spits der provinciale bedrijven. En wat het een eerste plaats uit technisch oogpunt ver zekert, is het pionierswerk, dat hier is geleverd. De P.N.E.M. was het eer ste en geruimen tijd het eenigste be drijf, dat den electrischen stroom dis tribueerde op een hoogspanningsleiding van 50.000 volt. Als straks de in aan bouw zijnde openluchtstations teüeer- truidenberg en Eindhoven zullen zijn voltooid, zal het wederom in ons land de eerste zijn, die een 100.000 volt span- ningsnet in exploitatie brengt. Zoo heeft de P.N.E.M. op electro- technisch gebied in Nederland baan brekend werk verricht en blijft het ook in de toekomst voor zusterbedrijven een gids. Het verheugt ons hierop te kun nen wijzen, omdat deze bijzonderheden, in de eigen provincie zelfs te weinig bekend, een duidelijke aanwijzing zijn, met welk een bekwaamheid en voorga- varend heid Directie en Bestuur zich in spannen om de P.N.E.M. tot de best uit geruste bedrijven te doen behoorea ia den lande en zelfs daarbuiten. Bezat de centrale bij de inwerking stelling in December 1919 een capaci teit van 18.000 K.W., die gedurende: 3 uren zonder meer tot 22.5Q3 K.W„. kon worden opgevoerd, reeds in den'i loc»p van het volgende jaar moestee maatregelen tot uitbreiding wor den genomen der eerste instai1- latie, 'waarvoor in de bestaande ge bouwen de noodige ruimte al voor handen was en waardoor het nuttig vermogen op 37.500 K.W. werd ge bracht met steeds een turbo-generator van 15.000 K.W. in reserve. De Cenr- trale beschikte toenover één machine met een maximum capaciteit van 750Ö K.W. en drie met een vermogen var» 15.000 K.W. In 1928 moest andermaal tot uitbrei ding worden besloten. De nieuwe cen trale, prallel gelegen met de eerste, maar met een beduidend grootere capa citeit, is dit jaar gereed gekomen. Hier staan opgesteld 2 turbo generatoren, elk met een vermogen van 36030 iCW» waardoor de Centrale beschikt cvereea totale capaciteit van 124500 K.W. Inderdaad een enorme bron vaa kracht en licht voor onze provincie, die de P.N.E.M. in de komende jaren in staat zal stellen aan de vraag naar electriciteit, welke de ervaring heelt het geleerd in normale tijden surf toeneemt, te blijven voldoen, terwijl zij bovendien met hare machine-reserve et® dubbel doel kan dienen, namelijk de veiligstelling der stroomlevering in het eigen gebied en desgewenscht de bevordering eener econo mise he electriciteit s voorzie ning in de nabijgelegen pro vinciën, door beschikbaar stelling van stroom aan deze gebieden in de uren van hoo» ge belasting. Van 15 millioen K.W.U. steeg de hoe veelheid aan het net afgeleverde elec triciteit tot bijna 124 millioen K.W.U- in 1929. Het jaar 1930 toonde onde? invloed van de economische crisis voor het eerst in de geschiedenis van cte P.N.E.M. een lichte achteruitgang. De totale hoeveelheid aan het net afgele verde energie bedroeg dat jaar ruina 121 millioen K.W.U. In geldswaarde uitgedrukt betee- kent dit, dat in 1929 voor vijf millions vijf honderd drie en tachtig duizend glcL en in 1930 voor bijna vijf mill toert vierhonderd duizend gulden aan deo trischen stroom werd afgeleverd. Voor de distributie beschikt de P.N» E.M. over een 50.000 VoVt-hoogspao- FEIJILLETON M. SC HOE PP. 12.) En eindelijk is het zoo ver. Zijn bundel draagt hij op den rug, in de hand houdt hij den reisstok. Den inhoud der spaarpot, waarvoor moeder jaren lang had gespaard, heeft hij in een lee- ren buidel op de borst. Aan moeders arm verlaat hij het stille huis. De to renklok slaat middernacht. 'tSterren- heir glimlacht vreedzaam van 't don kere uitspansel tot de aarde. „God zal het je vergeven," fluistert zij, „hij heeft je tot zijn werktuig ge maakt. Hij laat niet met zich spotten, zijn vloek was 't, de vloek over de echtbreekster. Een vreeselijk ernstige uitdrukking ligt op haan gelaat. „Moeder f?' „Word braaf, mijn kind, mijn eeni- ge," gaat zij voort; het valt hem moei lijk haar te verstaan, hij voelt hoe haar lichaam trilt. „Denk altijd, dat ik bij De treincatastrofe op het traject BudapestWeenen, welke veroorxaakfc is door een communistische bomaanslag, heeft een groot aantal personen het leven gekost. Zes wagons van de ex press-trein vielen van de brug, temip drie slaapwagens totaal verwoest weiv- den. Een overzicht van de ruïne» je ben; denk, dat je moeder1 voor je; bidt. Mijn gebedenboek heb ik in je bundel gepakt. Lees er eiken avond in. Ik doe het hier. In die stonde zijn dan onze zielen vereenigd. Wil je dat doen?" „Ja, moeder i" „Wees niet boos, mijn jongen, dat ik je laat weggaan. Ach i kon ik toch alles op mij nemen voor jou. Maar zoo je goede naam was je rijkdom; 't erfdeel van je vader. Men moet dien niet beschimpen. Neen, neen Begin in het vreemde land een nieuw leven, een leven Gode welgevallig, opdat je zonden je worden vergeven. Beloof 't mij, mijn jongen." „Ja moeder, ik beloof 't.'" Zijn half verstikte bevende stem open baart zijn hopelooze smart, die hij voor haar te vergeefs zoekt te verbergen. Vast trekt zij hem tot zich. En nu, nu voelt hij zich nog eenmaal veilig. Snik kend legt hij zijn wang tegen de hare ach haar gezicht is door tranen overstroomd. „Moeder," stamelt hij, „lieve moeder, vergeef mij 1" Hij dacht slechts aan zichzelf, aan zijn afscheid, en zocht troost bij de vrouw, wier hart hij gebroken had. „Mijn kind, mijn arm kind De tranen kust zij hem van de wim pers en met haar lieflijke, zachte stem spreekt zij hem moed in. Met haar boe zelaar droogt zij hem 't gezicht af en neemt hem den bundel van den schou der. Een laatsten liefdedienst wil zij haar jongen bewijzen. Tot aan den scheidsweg wil zij het dragen. En zij gaan door den duisteren nacht dicht aan elkaar, zij die slechts elkander hadden, zij weten dat het de laatste maal is voor langen, langen tijd mis schien voor altijd. Hunne harten bers ten bijna toch zwijgen de lippen. De oogen spreken de taal ven opoffe rende liefde; maar sluiers van den nacht rooven de scheidenden het laat ste geluk van 't aanschouwen. Fluis terend ruischt de nachtwind door de toppen der boomen. De maan stijgt hooger; het sterrenheir verbleekt voor haar zilverlicht. „Vaanvel, mijn kind „Wilt u gaan moeder?" „Je weg leidt je door de velden; dan ben je het spoedigst in de stad en kan je van de vroegpost gebruik maken. Haast je mijn jongen. Nog weet niemand er iets van, nog ben je veilig. Ach Als ze jou bij mij zochten. Ach, Karei mijn lieveling, mijn eenige dat wij scheiden moeten." Voor de laatste maal omarmden zij elkaar, genoten zij de droeve zaligheid ,van den afscheidskus. Voor de laatste maal hoort zij haar naam uit den mond van haar kind, fluisteren hare lippen teedere woorden in zijn oor. „Vergeet mij niet, mijn jongen, word braaf. En als 'tje goed gaat, wat God 1 moge geven, denk dan aan je huis j denk dan aan je moeder die je liefheeft wier eenig geluk je was." Hij knielt neder en legt hare hand op zijn hoofd omvat hare knieën: „Vergeef mij moeder Met smeekend oog blikt zij naar om hoog, naar 't nachtelijk uitspansel en uit met vaste stem een innig gebed: „De Heer zegene en behoede je, Amen Toen toen ging hij weg in de dichte duisternis, met wisselende schre den. Toen trilde er een woord door- de lucht, een woord zoo klagend, zoo vol doodssmart „mijn kindEn hij ging terug tot den knielende en nam de wanhopige in zijn armen, en met bevenden mond zwoer hij: „Ik kom terug, moeder. Tot weder- ziens En bij het sterrenlicht staren zij el kaar diep in de oogen diep Gevlucht is hij als een opgejaagd dier over het wijde, stille veld, boven zich den uitgestrekten, zwijgenden he mel. Alleen op de wereld met het be wustzijn eener ontzettende daad. Langzamer wordt zijn stap som ber zijn oog. Eischt het bloed van den doode geen verzoening? kan de moor denaar vergeven worden? „Tot wederziens roept hij omziend uit en verbergt zijn gelaat in beide handen. Daarheen zijn jeugd en geluk. Op den langen weg naar de Hans©- stad hoort hij menigmaal van des moord op den geleerde, wiens lijk mm in het bosch gevonden heeft, en de mooie jonge vrouw, die de molenbeek: voor het huis van den molenaar heelt gebracht. Van Frits geen woord» Maar allen vloeken den moordenaar^ vloeken den knaap, den schuldeloos schuldige. Hij knarst met de tanden hij haat de menschen. Hij is getrokken heinde en ver, Hij heeft gevonden geluk noch steii Blauwachtig was de hemel. In 'tOos- ten kleurde de horizont, roze wolkjes met gouden randjes dreven als bod!ei& des lichts haastig voort en verdrevers in dartel spel de grillige nachtwolken» De frissche morgen hielp hen daarbaiu in blijden overmoed, blies de beide fcaé- ken op en verheugde zich in de dolle vlucht der verschrikte nachtmonsters» Hooger en hooger steeg de zefombren gende vlammenbol. 't Matte gl^d, dat haar komst verkondigde, werd een pur perzee e:en zucht van verademing door de natuur in majestueuse pracht en heerlijkheid, begon de zon haar dag loop. (Slot volgt*? Nieuwsblad Naar 't Hoog Duitsch VAN

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1931 | | pagina 5