Tweede Blad No. 5161 Vrijdag 25 Sept. Ztslssmarf. Firma J. H. ATHMER-MARTENS voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Gasthuisstraat GORINCIibM H mriemihnek. Ook in het betere genre zijn wij ruim gesorteerd. FEUILLETON 12,50, 1450 16 50, 18 50 1900, 21. 23.50 2400, 26. 29.00, 32. Plaatselijk Nieuws. BEHOORENDE BIJ HET Beste jongens en meisjes. De oplossingen der vorige raadsels zijn: 1. Ra bar ber is Rabarber; bo on is bon; bar plus on is baron. 2. Pisang. 3. Gat, kat, lat, mat, nat, rat, vat. De nieuwe raadsels zijn: 1. Wie kan in de volgende zinnen de verborgen kleuren vinden: Hij legde op de kar mijn koffer neer. Kent ge elkanders naam? De knecht bracht een paar schoe nen en een krentebrood. Hij was moe, doch hij gaf er den brui nog niet aan. 2. Neem 2 dieren, die gewoonlijk als erg dom beschouwd worden. Voeg daarbij een medeklinker, dan krijg jeeen nuttig viervoetig dier Ra, ra, wat is dat? 3. Met V ben ik koud, met D heeft ieder mensch mij wel eens, met K ben ik hard, met W word ik op het brood of bij het middag maal gegeten. Ra, ra, wat is dat? OOM KAREL'. HET GEHEIM VAN DEN NACHTEGAAL. IV. De klokkemaker zette een bedenkelijk - gezicht en begon het uurwerk, dat bin nen in de mekanieken vogel zat, te onderzoeken. Hij draaide alle schroeven los en keek binnen in het uurwerk. Nu, toen was er niet veel meer aan den prachtigen vogel te zien. Hij zat van binnen vol met radertjes en ijzeren stan getjes en het leek precies een oude wek- kerklok. De klokkemaker krabde zich eens achter het oor en sprak: „Ik zie al, wat er aan de hand is, Majesteit De veer is gesprongen en hij kan nu nooit meer zingen. Ik zal probeeren een nieuwe veer te maken, maar dat is een heel erg moeilijk werk Hoofdschud dend ging de klokkemaker heen, met de eens zoo bewonderde en kostbare nachtegaal in een bruin stuk papier gewikkeld. Den volgenden dag bracht hij den mekanieken vogel terug en zei tot den Keizer: „Majesteit, het is ge lukt. Hij kan weer zingen. Maar één ding moet ik U zeggen, alle radertjes binnen-in zijn bijna versleten, omdat U hem zoo dikwijls heeft laten zingen en als die stuk gaan, kan ik ze niet meer maken. Voortaan mag de vogel dus niet meer dan ééns in het jaar een liedje zingen." Zoo gezegd, zoo ge daan. De keizer en de hovelingen durfden natuurlijk den raad van den klokkema ker niet in den wind te slaan. Daarom mocht de kunstnachtegaal alleen maar fluiten op den verjaardag van den keizer van China. De muziekmeester van het hof hield dan een heele deftige toe spraak met net zooveel moeilijke woor den erin als hij maar bedenken kon. Maar toch bleef de kunstnachtegaal erg zwak en vreesden allen, dat hij elk oogenblik voor goed kapot zou raken. Zoo gingen vijf jaren voorbij en toen gebeurde er iets erg naars. De keizer, die al heel erg oud was ik geloof wel 637 jaar werd ziek en iedereen zei, dat de keizer dood ging. Daarom werd er maar vast een nieuwe keizer gekozen, die in een kamer van het pa leis moest wachten, tot de oude keizer gestorven zou zijn. De menschen ston den in dichte rijen voor het paleis, om te hooren hoe het met den ouden keizer ging. Ondertusschen lag de oude keizer doodstil en koud in zijn prachtig bed van zijde en gouddraad en de hove lingen dachten, dat hij dood was en daarom lieten ze hem maar aüeen liggen en gingen naar den nieuwen keizer om een buiging voor hem te maken. Het was doodstil in het paleis. Want overal waren dikke kleederen neergelegd op dat men geen voetstap zou kunnen hooren. Doch de oude keizer was niet dood. Hij lag doodstil voor zich uit te staren. Hij kon zich niet bewegen. Ook kon hij rijn oogen niet dicht doen. En dat was verschrikkelijk naar, want de keizer zag in de plooien van zijn bedgordijnen allerlei gekke gezichten, die naar hem keken. Er waren heele leelijke angstaanjagende gezichten, an dere gezichten grijnsden naar hem, ter wijl er ook een paar waren, die hem j vriendelijk toelachten. Maar de meesten waren toch de grijnzende en spottende gezichten. Weten jullie, wat dat waren? Het waren de goede en de slechte da den van den keizer, die hem nu in het gelaat keken. Natuurlijk waren het geen echte gezichten, maar de oude zieke keizer verbeeldde het zich maar zoo en dacht heus, dat het echte gezichten waren. Hij werd vreese'ijk bang, vooral ook, omdat alles zoo doodstil in het paleis was en hij daar maar moederziel alleen met die grijnzende gezichten was. Naast zijn bed stcnd de kunstnachtegaal op een gouden kussen. „O," riep de oude keizer uit, ,,was er toch maar iemand, die iets tegen mij zei of dia wat muziek maakte Dan zouden die leelijke gezichten wel weggaan. Kom, Wij brengen U voor den a.s. Winter zulk een groote SOr- teering tegen zulke lage prij zen, dat iedereen zich zeer gemakkelijk een nieuwen Mantel of Japon kan aan schaffen. Andere zeggen wat ze doen WIJ DOEN wat wij zeggen I Ons devies IS en BLIJFT Steeds de GROOTSTE sorteering Steeds de BESTE kwaliteiten! Steeds de LAAGSTE prijzen Bij ons komen kijken beteekent Bij ons zeker en geheel naar genoegen slagen. IN GOLCUM WEET IEDEREEN ATHMER MARTENS No. 1. ZIET STEEDS ONZE ETALAGES EN LET EENS OP DE VOOR- DEELIGE PRIJZEN. Naar het Fransch. A** EERSTE DEEL. I. Het recht om te dooden. De gordijnen waren nog dichtgescho ven, ofschoon de zon reeds lang scheen: in de naburige straten hoorde men voortdurende 't doffe geratel der rijtui gen, die door de Avenue de l'Opéra" gingen. Alles was in 't heerenhuis, een der prachtigste in de straat Daunou, nog in diepen rust. In de slaapkamer bescheen het flauwe schijnsel van een nachtlichtje T ledikant, waarin een jon ge vrouw rustte. De klok in de daaraan grenzende kamer sloeg met metalen klank negen uur; de slapende beweegt zich, zij keert zich langzaam om, heft het hoofd op, vouwt het laken werk tuigelijk om, en bedekt het hoofd met de handen. Lang blijft zij in die houding; men zou wanen dat zij weer was ingeslapen. Toch was het zoo niet, want toen men schreden in de naburige kamer hoorde, riep zij opgewonden Josette Een jong meisje trad binnen. Schuif de gordijnen open. 't Meisje gehoorzaamde. Zij schoof de zware damasten overgordijnen weg KEURIGE VELOURS DRAGOLAINE MANTELS geheel op zijde met moderne prima bontkraag, bieden wij aan in pryzen /van MODERNE FANTASIE VLLOURS MANTELS, geheel op zijde, met groote opstaande bontkraag, alle van onze bekende prima kwaliteiten. PRIMA MANTELS geheel gevoerd met zware zijde voering in de meest verschillende kleuren met groote bontkraag en man chetten in prijzen van Ook in zwarte en donker blauwe Mantels, brengen wij U het beste tegen de laagste prijzen Ook in de grootere maten 1 Extra groote partij KINDERMANTELS tegen zeer lage prijzen nacchtegaal, kom zing nu Ik heb jé immers overladen met juweelen en ik heb zelfs mijn eigen gouden pantoffel om je nek gehangen, kom, zing nu voor me Maar de mekanieke vogel bleef na tuurlijk doodstil, want er was geea mensch, die hem kon opwinden en daardoor kon hij natuurlijk niet fluiten. Het angstzweet stroomde den ouders keizer van het gelaat. Doch alles bleef doodstil. De kunstnachtegaal floot niet en de leelijke gezichten in het betf- gordijn grijnsden en bespotten hem. DUSSEN. Tot predikant der Ned. Herv. Kerk alhier is beroepen, Ds. J. ten Bote kei Huinink te Numansdorp. Vergadering van den raad dezer gemeente, op Zaterdag 26 September 1931, des nam. 3 uur. Agenda: 1. Ingekomen stukken en mededeea lingen. j 2. Onbewoonbaar verklaring van was ningen. 3. Brandvrije kluis. 4. Voorloopige vaststelling gemeens terekening 1930. 5. Aanbieding gemeen'ebegroo'ing 1932. Als bijzonderheid kan worden ges meld, dat bij den melkrijder J. Pellecaan te Hank, hun hond twee poesjes groot brengt, zonder dat anderen er iets aan doen. Dit is de tweede maal,; dat dit voorval zich herhaalt. NEDERHEMERT. Naar men verneemt werd ver* leden week een vergadering gehoudea door H.H. notabelen, kerkvoogden eu verdere Kerkbestuursleden, en wel ia hoofdzaak, om te kunnen bereiken, dat wij, na zeer lange vacature, weder van een herder en leeraar worden voozs zien. Daar men onderling op deze ver gadering nogal verschil van opinie had over het wel of niet laten zingen van gezangen, zal het ons benieuwen, te meer daar de financiën te kort schieten, of de medebedoeling tot uitkomst'zat leiden. t Alhier is men reeds druk in de weer met het delven der late aardaps peisoorten. De uitkomst mag als be vredigend worden beschouwd, terwijl de prijzen schommelen om c.a. f3.— per H.L. Ons inziens is het nog wef de land-, schoof, die de meeste winst zal at<«cef^- pen, aangezien de koren- en 'öiëten-- prijzen aan te laag peil onderhevig zijn. De alhier voor korten tijd opge? richte Gem. Zangvereen. „De vervulde Wensch", gaf j.l. Zaterdagavond voor het eerst een concert op het school plein alhier, en wel onder leiding' vaa» den Weled. heer Ermantinger. Den&e-:- staanstijd in aanmerking nemende, mag'' dit concert als zeer wel geslaagd wor den geacht. Elk zangstukje op zich* zelf getuigde van ernstige studie, zoo- wei voor directeur alsmede voor dei leden. Men zie hier weer, dat, wanneer een goede wil heerscht, er altijd eeo weg voor te vinden is. Men blijve al- zoo op den ingeslagen weg voortgaan, een weldra zal de tijd aanbreken, dat men met lauweren van een concours of festival huiswaarts keert. NIEUWEND1JK. De eieren werden deze week ver* handeld tegen prijzen van 5y2 tot 6 et, per stuk. Handel tamelijk. i Voor het comité van Winterleg zingen zullen D.V. in het a.s. winter seizoen optreden: Ds. v. d. Bosch vaa Den rtaag over „Het gebed"; Ds. Kruis wijk van Hilversum over „De Berg rede"; Ds. Knoop van Rotterdam ever „Teekenen der Tijds" en Ds. Verdoess Klein van Dordrecht over „Het nieuwe Jeruzalem." en een zee van licht stroomde over de fraaie meubelen, de zeldzame plan ten en over het gelaat van haar, die daar te midden van al die weelde rustte. Het sierlijk nachtkleed verborg haar fraai gevormde armen en haar schou ders, en de ravenzwarte haren golfden in grillige lijnen over 'tmet kant om zoomde kussen. Een ovaal gelaat met scherp geteekende trekken en kersroode lippen, geheel in tegenstelling met de diepliggende mooie zwarte oogen. Haar gelaat was geheel en al leven, haar lichaamsbouw, sierlijk slank; rij was een schitterend schoone vrouw. Mevrouw de Beaupréault zoo was haar naam was drie en dertig jaren oud. Josette vroeg: Wil mevrouw op staan? Zij schudde zwijgend het hoofd; toen het meisje echter de kamer verliet, riep zij haar driftig terug, en terwiijl zij de kant van haar nachtkleed in elkaar frommelde, vroeg zij half fluisterend: Is mijnheer al terug, Josette? Neen, mevrouw Een diepe zucht verried haar geheim- zinnigen angst. Josette vertrok. Me vrouw de Beaupréault bleef alleen; zij verzonk in droomend gepeins. In haar oogen glinsterden tranen. Acht dagen prevelde zij acht lange dagen Die drceve gemoedsstemming duurde niet lang; zij wischte haar tranen at Haar blik viel op een tweetal schilde rijen, die vlak tegenover het ledikant aan den wand hingen, zóó geplaatst, dat men ze bij het ontwaken moest zien. 'tEene sltelde mijnheer Georges de Beaupréault, haar echtgenoot, voor in jachtcostuum. Een deftige figuur, eenige jaren ouder dan zijn vrouw, met matte lichtblauwe oogen, een cynische trek om de lippen, kort afgeknipte baard en een knevel naar de Russische mode. 't Andere was een portret van een kind, van Gerard, den eenigen zoon van Margaretha de Beaupréault. 't Even- 1 beeld zijner moeder, de blik rijner oogen was echt-*;1 meer zachtmoedig. Mar- garetha's blik dwaalde van den een naar den ander, en als hij' rustte op het portret van haar zoon, dan: werd die blik teeder, droefgeestig, maar som ber, hardvochtig, als hij het gelaat trof van den jongen edelman. Acht dagen fluisterde zij nog maals George niet thuishij zal verloren gaanen wij met hem Waar brengt de ongelukkige zijn dagen, waar zijn nachten door? Zij was op zestienjarigen leeftijd ge huwd met George de Beaupréault, met wie zij in Batavia kennis had gemaakt. Zij was de dochter van een der hoofd ambtenaren van het huis Beaupréault, waarvan de chef directeur der Javabank is. Van moederszijde had Margaretha Maleisch bloed in de aderen; eenige weken na haar huwelijk vertrok rij met haar echtgenoot naar Frankrijk. De eer ste jaren van haar huwelijk waren ge lukkig, of schenen het te zijn voor het j oog van de wereld. Door den onverwachten dood van zijn vader was mijnheer Beaupréault chef van het groote, bloeiende han delshuis geworden. Hij had uitgebreide relatiën, en dreef handel door de ge- heele wereld. Uit liefde had hij Margaretha gehuwd en in de eerste twee jaren van hun huwelijk bleef die liefde jnnig. Maar Beaupréault was nog jong zwak van karakter en een minnaar van genot. Hij was streng, godsdienstig op gevoed, maar toen hij eensklaps meester werd over een aanzienlijk vermogen, wierp hij zich in den maalstroom van het leven; langzamerhand verwaarloos de hij rijn zaken, werd een hartstoch telijk speler, liet zich verleiden tot al lerlei avonturen, en eindelijk na tien jaren was een groot deel van zijn ver.- mogen in handen van gewetenlooze woekeraars gekomen. Tharrs leefde in hem slechts nog de herinnering, dat hij een Beaupréault was. Alles, alles was te gelde gemaakt, en de jonge edelman was niets meer dan een schaduw van vroeger. Toch was het niet die gedachte, die Margaretha zoo treurig stemde; zij was edelmoedig van karakter en had de wilskracht van een man; daarbij was zij onkreukbaar eerlijk en oprecht. Toch was de teederheid der vrouw niet in haar ondergegaan en in den verlaten toestand, waarin de arme vrouw sinds jaren leefde, had zij hij iedere beproe ving een moed, een vastberadenheid, een zelfbeheersching getoond, die be- wonderingswaardig was. Zij weende slechts als zij alleen was; niemand had ooit haar tranen gezien. Gerard was op een kostschool even buiten Parijs, maar kwam toch eiken dag eenige oogenblikken bij rijn moeder doorbrengen. Door haar omzichtigheid had hij nooit iets vernomen van het schandelijk leven, dat rijn vader leidde; door zijn moeder geleid, hield hij niet op den man te beminnen, dien hij waarschijnlijk zou veracht hebben, als hij de waarheid had vernomen. Zij was een vrouw, een moeder lis de schoonste beteekenis. 't Grijnzen der ellende deerde haar niet. Haar toekomst zou misschien een leven van zorgen, van jammer en ge brek zijn; welnu, dan zou rij kunnea toonen, welk een kracht in haar school. Toch greep de angst haar voortdu rend aan, maar niet voor haar, voor haar kind. De weg der ondeugd die de vader ging, zou hem misschien eenmaal - God weet hoe spoedig leiden op den weg der misdaad. Zij smeekte in stilte slechts dit alleenr de eer te redden van zijn naam, opdat zijn kind de wereld zou kunnen intredea met een onbevlekten naam. Alles had zij reeds opgegeven, alleen het vertrou wen op de eer had zij nog niet ver loren. Sterk door het leven van het vreeselijk zielelijden, dat zij doorleefd had, was zij tot elke opoffering bereid. Margaretha stond op en kleedde zich Telkens bleef zij bewegeloos staan; haar gedachten dwaalden van het ver leden naar 't heden, van 't heden naar de toekomst. Haar oogen waren geslcn ten, haar hoofd gebogen, de armen him gen langs haar lichaam. Eindelijk ont waakte zij uit haar droomend gepeins. Mevrouw, mijnheer Cllivet wenscht u, als naar gewoonte, te spreken. Margaretha wenkte, dat zij hem moest afwijzen. (Wordt vervolgd). Jtienwsblad 00 00

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1931 | | pagina 11