Tweede Blad No. 5165 Vrijdag 9 Oct. Zistesmarf. BEZOEKT Tweede Heusiieiisone 'MÊmïl BEZÖERT Tweeds HeusdsQsciis BEZOEKT Tweeüg fteteüe Marlt voor het Land van Heusden en Altena. de Langstraat en de Bommelerwaard. h fiMlemibrfek. FEUILLETON PUROL Donderdag 15 October a.s Donderdag Ï5 October a.s. Donderdag 15 October a.s. Vergadering der Noordbrabantsche MaatÜ van Landbouw BEHOORENDE BIJ HET Beste jongens en meisjes. De oplossingen der vorige raadsels zijn: 1. Gramofoon. 2. Een zwaluw maakt nog geen zo mer. 3. Pioenroos. De nieuwe raadsels zijn: 1. Mijn geheel bestaat uit 7 letters en noemt iets, dat bijna alle meis jes en jongens graag gebruiken. 5 23 is iets, waaruit men dikwijls water schept. 5 63 is een hoofddeksel. 451 is een familielid. 74 5 is iets, wat men bij alle no ten vindt. 2. Met B ben ik van hout, met K ben ik wit, met Tj ben ik een boot, met T ben ik vet, met V ben ik een vogel. Ra, ra, wat is dat? 3. Neem iets, dat je bijna aan alle ramen vindt, verander er één let ter in, dan krijg jeeen knaag dier. OOM KARED. HET GEHEIM VAN DE VERLATEN MIJN. I. De geschiedenis, die ik jullie nu ga vertellen, speelt zich af in het mooiste en geheimzinnigste deel van Amerika, de mannen bijna allemaal met groote in het prachtige woeste bergland, waar stevige hooge laarzen, een rijbroek, een grof geruit overhemd en een heele groote cowboyhoed op, rondloópen. Het was op een warmen zomerdag, dat een flinken jongen van 12 jaar, ■Tom geheeten, met zijn zusje van 10, die Margaret heette, in een groote Ame- rikaansche expressetrein door het woes te berglandschap van West-Amerika stoomden. Hun koffers waren onder de zitbanken weggestopt en zij genoten van de prachtige reis, die zij heelemaal in hun eentje, van het vlakke prairie- land, waar hun ouders een groote farm hadden, heelemaal naar de Rocky Mountains zoo heet de bergstreek in het verre Westen van Amerika aflegden. Zij gingen namelijk uit lo- geeren bij \e;en Oom en Tante, die in een heel klein dorpje in de bergen woonden. Die Oom Bill was namelijk eigenaar van de autobusdienst, die van het station van den trein naar het dorp in de bergen voerde. Zoodra ze dus uit den trein zouden stappen, zou Oom (Bill met een auto op hen staan te wach ten om hen naar zijn huis in het ver- weggelegen dorp te brengen. Natuurlijk zaten Tom en Margaret vol met heerlijke plannen. Zij zouden in Naar het Fransch. WWW W* »f» "fc* ÉÉIi AHÉ 3> 5.) Je hebt mij niet lief Margaretha De toekomst zal u bewijzen, dat ik Meer kon zij niet uiten. Zij verdween langs de bloemen, die voor de veranda stonden. Jean strompelde wanhopig naafr zijn jacht terug. Reeds den volgenden dag verliet de „Alouette" de reede. Dirie maanden later werd het huwelijk iusschen George de Beaupréault en garetha voltrokken; een paar dagen la ter vertrokken zij naar Parijs. De familie van Jean Demarr bestond uit rijke kooplieden, die menigmaal met de firma Beaupréault zaken dreven. Jean ontmoette Margaretha dikwijls, doch zij spraken elkander nooit. Er school iets in de oogen van Margaretha, dat hem zeide, wat er in haar omging; 't was hem of zij hem vroeg, hem smeekte: Ontwijk mij, Jean 't Is beter voor u en voor mij, dat wij iedere ont moeting vermijden. Met gebogen hoofd onderwierp hij zich aan haar verlangen. Hij zocht troost in de studie en vond haar ook na eenigen tijd. Hij had een werk geschreven op juridisch gebied, dat zijn naam binnen korten tijd beroemd maakte. de woeste bergstreek op ontdekkings tochten uit kunnen gaan. Want er wa ren nog heele groote gebieden, waar nog nooit iemand geweest was. De natuur was erg prachtig, met donkere naaldboomen en kale rotsen en ze had den zelfs gehoord, dat er in de buurt vroeger, heel lang geleden, goudmij nen waren geweest. Bovendien leefden er allerlei vreemde dieren in de bos- schen, grappige wasbeertjes, elanden, antilopen en nog veel meer dieren, die je gewoonlijk alleen maar in den die rentuin tegenkomt. „Weet je wat, Tom?" zei Margaret, terwijl zij opgewonden door het ven ster naar buiten keek, terwijl de ber gen al dichter en dichter bij kwamen, „we gaan allerlei verborgen holen zoe ken en misschien vinden we dan wel een goudmijn". „Best mogelijk", antwoordde Tom, „maar ik geloof, dat alle goudmijnen al ontdekt zijn. Maar we zuilen goed zoeken, misschien vinden we toch nog wel wat. Ik heb mijn mooie nieuwe zak lantaarn bij me en mijn padvindersmes en padvinderstouw en onze rugzakken. Dus wij kunnen allerlei avonturen be leven". Even later stopte de trein bij een klein stadje aan den voet van de bergen, waar Tom en Margaret uit moesten stappen. Toen de conducteur hun kof fers op het perron had gezet, kwam een groote man met een vriendelijk lachend gezicht onder een kolossale grijze cowboyhoed op hen toegestapt. Zij herkenden dadelijk Oom Bill van de foto's, die vader en moeder hun hadden laten zien. een trouwe, bij jong en oud geziene huisvriend. er nu meteen naar toe, Oom?" „Natuurlijk", zei Oom Bill, „de auto staat buiten, en tante zit al met onge duld thuis op jullie te wachten". Even later stapten ze in een groote open auto. De koffers werden achterin gezet en ze mochten met z'n tweeën naast Oom Bill zitten op de voorste zitbank. Op die manier konden ze alles piachtig zien. De auto stoof met groote vaart over den sti'len kronkelenden weg, die langzamerhand omhoog voer de, langs diepe afgronden en ruischende watervalletjes en snelstroomende beek jes. Er stonden slechts heel weinig hui zen langs den weg. Het duurde soms DE OP wel 10 minuten voor ze weer een ander huis zagen. En wat voor een huis? Het waren huizen, opgetrokken uit ru we boomstammen. De boomen daarvoor waren zoo maar uit het bosch gekapt. Eindelijk, nadat ze een heele poos ge reden hadden, maakte de weg een scherpe bocht en daar stond op een groen heuveltje, als het ware geleund tegen den rotswand een alleraardigst houten huis, ook weer geheel opge trokken uit bruine, ronde ruwe boom stammen en warempel met een wa randa voor de deur. (Wordt vervolgd). „Zoo, zoo", riep Oom Bill vroolijk lachend uit, „dus dat is Tom en die klei ne Margaret, hé? Nou, dat is; fijn hoor, dat jullie bij ons komt logeeren. Ik hoop maar, dat je van onze woeste bergen zult houden. Je vader was er dol op, toen hij een jongen was". „O", riep Tom, „ik geloof het vast. Ze zien er zoo prachtig uit, veel groo- ter dan we gedacht hadden. Gaan we OP MAANDAG 5 OCTOBER 1931, TE RAAMSDONKSVEER. Om kwart over tien wordt deze ver gadering door den Voorzitter, den heer P. M. Sneep, die de ongeveer 50 aan wezigen welkom heet, geopend. Bijzon De 3 October feesten te Leiden vingen aan met de traditioneele uitreiking van haring en wittebrood. Een aantal gelukkigen laat zich het zeebanket heerlijksmaken. Jaren gingen voorbij; hij bleef onge huwd. In al dien tijd zagen zij elkaar slechts tweemaal. Hun levenswandel was onbesproken en niemand vermoed de ooit iets van de innige liefde, waar mee zij elkaar beminden. 'tWas dus niet te verwonderen, dat Margaretha diep bewogen werd, toen Josette haar 't kaartje van Jean De marr gaf. Nooit had hij haar woning betreden. Wat zou 't doel van zijn komst zijn? Er werd zacht aan de deur geklopt; met bevende stem riep Margaretha „binnen". Een net gekleed man van ruim veer tigjarigen leeftijd, breed geschouderd, met levendigen oogopslag, een reeds grijzenden baard, trad langzaam 't ver trek binnen. Zijn hart klopte niet min der hevig dan 't hare; een oogenblik bleven beiden staan, met de oogen neer geslagen. Zwijgend wenkte zij hem in een leunstoel plaats te nemen. Lang duurde 't, voordat hij zichzelf weer meester was; toen begon hij met van aandoening trillende stem: Mevrouw, vergeef mij, dat ik 't waag u te bezoeken. Ik mocht, ik kon niet langer wachten. Niets, niets van 't verleden is uit mijn herinnering ver dwenen Zeg mij, of dat verleden ook u nog voor den geest staat. Ja Bij 't hooren van dat woord zweefde een uitdrukking van geluk over 't edel gelaat van Demarr. Dan ben ik overtuigd, dat mijn voor stel goed door u zal worden opgeno men. Spreek: Gedrongen door uw verlangen, heb ik u steeds ontweken, toch heb ik met u mee geleefd, en trouw deelgenomen in uw leed. Ik kom hier niet om te spre ken over uwe verlatenheid. Zij, die u liefhebben, beklagen u, hebben innig I medelijden met u. Is 't u bekend, dat uw eer en vooral de eer van uw zoon in groot gevaar verkeert. Helaas ja Dan is het noodeloos verdere bijzon derheden te bespreken, 't Is onmogelijk mijnheer de Beaupréault te redden. Is dat ook uw gevoelen, mevrouw? Ik weet, ik gevoel, dat er een afgrond voor mij gaapt, die mij zal neerploffen in 't niet-zijn. Jean Demarr verbleekte bij 't hooren van die wanhopige woorden. Ik ben niet geheel bekend met de fi- nanciëelen toestand van mijnheer de Beaupréault; 't kapitaal, dat noodig is om 't handelshuis weer de oude plaats te doen innemen, moet zeer groot zijn. Toch moet alles beproefd worden om de eer van u en uwen zoon te redden. Ik vertrouw, dat een millioen toe reikend zijn zal, om de voornaamste schuldeischers tevreden te stellen en een faillissement te voorkomen. Gérard is bekwaam, een jongen met energie, na een paar jaar zal hij, ge steund door anderen, de zaak kunnen drijven, en tot dien tijd zoudt gij dan de zaken mee kunnen leiden. Zoudt gij dat willen? Gij vlijt mij met bedriegelijke hoop, die mijn lijden nog verzwaart. Gij spreekt van een millioenwie zou zoo edelmoedig zijn zoo'n kapitaal te offeren, voor Ga niet voort, mevrouw, wat ik wil doen, is... der welkom worden geheeten: de heer Burgemeester van Raamsdonksveer, Mr. Brouwers van het Centraal Bureau, de heer van Mechelen, vertegenwoordiger van de P.N.E.M., de heeren Hufzinga en Jansen, respectievelijk rijksland- bouw- en pluimveeconsult. Daarna neemt de Burgemeester 't woord, die alle leden van de N.-Br. Maatschappij welkom heet in zijne gemeente, en deelt mede op deze vergadering in de eerste plaats aanwezig te zijn, om zijn sym pathie te betuigen, ten aanzien van de nieuw opgerichte afdeeling Raams donksveer van de N.-Br. Maatschappij van Landbouw. De notulen der vorige vergadering, welke zijn opgenomen in het orgaan van de N.-Br. Mij., worden ongewijzigd goedgekeurd. Daarna wordt behandeld de Rekening en Verantwoording over 1930, hieruit blijkt, dat de ontvangsten bedroegen f 16331,55 en de uitgaven f 14741,50, zoodat de rekening sluit met een batig saldo van f 1590,05. Aan contributies werden ontvangen f 1796,80, aan renten en abonnementen op het weekblad respectievelijk f902,27 en f821,50, terwijl de plomgelden op brachten f 10656,50. De voornaamste uitgaven waren: Algemeene onkosten, salarissen, reis- en verblijfkosten, enz. f4419,42V2, ex ploitatie Landbouwblad f 1293,27. Voor keuring van gewassen werd betaald f7936,94. Daarna wordt den Penning meester decharge verleend voor zijn financieel beheer. Uit het jaarverslag vermelden wij, dat door de N.-Br. Mij. op 22 Dec. 1930 een crisisvergadering werd gehouden te Breda, een jubileum vergadering in verband met het 50-jarig bestaan, eveneens te Breda, waar door den heer Louwes een gloedvolle rede werd gehouden over: „Op welke wijze is de landbouw te helpen en hoe de steun te verkrijgen". Stilgestaan werd ook bij den deplorabelen toestand, waarin de landbouw thans verkeerd, en werd t eruggegaan tot de tijden van Mozes, met de zeven vette en zeven ma gere jaren. Ook in 1885 deed zich een crisis voor, hoewel niet van zoo'n ern- stigen aard als de tegenwoordige crisis. Besproken werd het weinige, dat de regeering heeft gedaan om den land bouw te steunen, o.a. de invoering van het compenseerend invoerrecht op sui ker; uitkeering aan den suikerbieten teelt, welke steun echter onvoldoende is, en in hoofdzaak wordt gegeven, om werkgelegenheid te behouden. Uit de verslagen van het landbouw- boekhoudbureau wordt met cijfers ge- iilustreerd, de zeer slechte uitkomsten der bedrijven over het afgeloopen jaar, en blijken de 85 gecontroleerde bedrij ven, waarvan 67 in W.-Brabant en 18 in het Land van Heusden en Altena, alle meer of minder aanzienlijke ver liezen te hebben opgeleverd, en zou in de huidige omstandigheid wanneer DE OP de loonen en producten 27 pCt. lager waren, geen verlies of winst worden gemaakt, een en ander kan de geheele landbouwende bevolking en allen daar bij betrokkenen tot grooten weemoed stemmen. Alleen de Tarwewet werkte tot tevre denheid der tarweverbouwers. De actie, gevoerd door de N.-Br. Maatschappij van Landbouw voor pachtsverlaging over 1930, heeft bevredigende resulta ten gegeven; van de ongeveer 225 iand- verpachters, die den open brief met verzoek om pachtverlaging te veriee- nen, ontvingen, werd van velen een Gij Jean... gij zoudt?... Hebt gij 't dan niet vermoed? Ik ben, zooals ge weet, rijk, zeer rijk, ik leef hoogst eenvoudig; al dat geld is voor mij nutteloos. Is 't dus niet natuurlijk, dat ik u een gedeelte schenk? Bevend van aandoening fluisterde zij: Neen dat kan ik nietaanne men. Waarom niet? Omdat gij mij lief- hebt? omdat ik u liefheb? Ja daarom. Waant gij dan, dat daardoor mijn liefde, mijn eerbied voor u verminderen zal? Welk een overdreven angstvallig heid Ge hebt u toch niet het minst te verwijten, Margaretha; als een gehoor zame dochter hebt gij de droomen uwer jeugd, uwe eerste liefde opgeofferd, en ook ik heb mij niet verzet tegen den ijzeren wil van uwen vader. Dat is lang, zeer lang geleden, nooit heb ik u weer gesproken; wij waren vreemdelingen voor elkaar. Gij hebt niet het recht Margaretha mijn aanbod af te slaan, gij moet het aannemen, voor u zelf, voor uwen echtgenoot, en voor uw kind. Met neergeslagen oogen bleef zij een oogenblik peinzend staan; opeens reikte zij Jean Demarr haar beide handen. Gij hebt gelijk, Jean ik zou u on trouw worden, als ik uw edelmoedig heid loonde met weigeren. Ik zou daar mee een smet werpen op uw1 trouwe liefde, op de liefde, die ik voor u ge voel, de liefde, die mij troostte, mij steunde in mijn droevig, eenzaam le ven, een man, zoo edel als gij, bestaat er niet. Ik neem uw geschenk aan, want ik behoef mij niet te schamen over uwe edelmoedigheid, ook niet, als ik gunstige beslissing ontvangen. Het ver slag besluit met een opwekking, moed te houden „en de des espereert" niet» en sluit u aan bij uwe landbcuworga* nisatie. Daarna houdt de heer Mr. Brouwers een inleiding over het Centraal Bureau. Deze vereeniging, die een vereeniging is van landbouwvereenigingen bestaat ongeveer 30 jaren, en koopt de mest* stoffen en veevoeders voor de aangeslo ten vereenigingen. Sinds 1928 is het een Coöperatieve vereeniging en moe» ten de aangesloten vereenigingen oolc op coöperatieven grondslag geschoeid zijn. Het Centraal Bureau telt ongeveer 415 leden (vereenigingen) met ongeveer 65000 boeren als leden. De omzet be- DE OP droeg in 1900 32000 ton meststoffen tot een bedrag van f535,000. In 1930 bedroeg de omzet 550.000 ton mest* stoffen en 301,000 ton veevoeder tot een bedrag van 56 millioen gulden. De reserve, waarover het Centraal Bureaa beschikt, bedraagt ongeveer 4 millioea gulden. De aansprakelijkheid der aam gesloten vereenigingen gaat niet verder dan 5 pCt. van de afname voor de le den, ook is de omzet de meststof voor de rechten en verplichtingen der aam geslotenen bij het Centraal Bureau. Daarna krijgt de heer van Mechelea* de vertegenwoordiger van de P.N.E.Mk het woord, die spreekt over het gebruikt van electriciteit in de boerderij. De eleo* trische energie wordt vanuit de fabriek: afgevoerd met een spanning van 5O.C08 volt, welke spanning door de transfo** mators wordt omgevormd tot een las» gere spanning voor huishoudelijk eö industriegebruik. De electrische stroom is voor de boerderij zoo aanbevelens* waardig, omdat het brandgevaar wordt beperkt, de instrumenten gemakkelijk zijn aan te brengen, weinig onderhoud vraagt en voor wat de motoren betreft steeds bedrijfsklaar is, terwijl de 'be* diening weinig kosten vragen. Vooral voor krachtdoeleinden bewijst de elecs tro^motor op de boerderij onschatbare diensten, omdat de aanschaffingsprijs van een electro-motor betrekkelijk laag is, niet veel plaats inneemt, niet mee? energie opneemt dan noodig, en wefe nig onderhoud vereischt. Ook het vaste rechttarief wordt besproken, hetgeen voor de meeste gebruikers voordeelïget zal zijn. Bij de rondvraag wordt door den he«r de Waard voorgesteld het volgende te* legram aan den Minister van Nijverheid en Landbouw te zenden: „De Nocrd-Brabantsche Maatschap» „pij van Landbouw te Raamsdonks* „veer in vergadering bijeen, dringt: „er bij Uw Excellentie met klem off „aan, zoo spoedig mogelijk die maat» „regelen te treffen, welke den land* „bouw voor algeheele ondergang kum „nen behoeden en beveelt met kracht „aan, uitvoering van het gewijzigd© „urgentieprogram, ingediend door het „Koninklijk Nederlandsch Landbouw* „comité. Met algemeene stemmen wordt be* sloten dit telegram te verzenden. Vervolgens vraagt de heer de Waard of het de bedoeling is van de N.-Br. Mij. om wederom te trachten pachtsveria* ging te verkrijgen over 1931, en of het Bestuur kan bevorderen, dat de uitbe* taling van f2.50 per 100 kg. tarwe* welke door de Centrale Tarwe-Organi- satie wordt ingehouden, spoediger kaü plaats hebben. De Voorzitter zegt toe, beide pum ten ernstig onder het oog te zien. De heer Walraven vraagt of de N» 't later aan mijn echtgenoot en mijit zoon meedeel. Margaretha ik dank u; Jean fluisterde zij, meer dan ooit ben ik trotsch op mijn liefde voor xw Ik gevoel, dat ge niet zoudt weigeren* en ik heb reeds de som bijeen. Binnetï een uur zal een vertrouwd persoon tt 't bedrag ter hand stellen. Ik wil niet* dat men weet, of vermoedt van waa? het geld komt en zal u dus bankbïte jetten zenden. Morgen kunt gij daas onmiddellijk beginnen, om de zaak vatt uwen echtgenoot te regelen. Jean zeide zij1 diep bewogen, t grieft mij, dat ik u nooit mijn dank* baarheid zal kunnen toonen. Kan er tusschen ons over dank* baarheid gesproken worden, Margare* tha? Is 't niet natuurlijk, dat ik zoo han del? Zij reikte hem haar hand. Hij nam die in de zijne, drukte haat innig, met een glimlach van geluk off de lippen. 't Was of al het leed voor Margara* tha opeens was verdwenen, hare oogeö schitterden van vreugd. Zij' was niet iminder schoon dan in 't oogenblik* toen zij op 't jacht „Alouette"-W£"e* nend geknield lag aan de voeten vaB Jean Demarr. Voor de laatste maal zagen zij elkaat met innige liefde in de oogen, toen zij opeens verschrikten. Zij meenden iets te h(ooren bewegen bij de deur, die naar 't salon leidde, 't Scheen, dat ie* tnand zich verwijderde. Margaretha men heeft ons be* spied. (Wordt vervolgd). Kienwsblad

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1931 | | pagina 5