Tweede Blad
No. 5173 Vrijdag 6 Hot.
-Waal dit
■ideatnaiie£?
©STER*
^iclssmarf.
HET BRILLENHU1S
KERKSTRAAT 30.
EMfES
IAIIO
heusden
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
ERRES K.Y.108
Kinderrubriek
EEUILLETON.
MijnhardCs Zenuwtahletten.
PUüCH
H. VAN DER VEN - Den Bosch
Gesterkt en gekalmeerd
Anisette - Pepermunt - Kummel Christalisé.
COGÜAC VIEUX.
Alle andere artikelen voor de wintermaanden.
KEUNEN MALINGRÉ
BEHOORENDE BIJ HET
Rheumatiek komt noodeloos veel voor.
Weersveranderingen zijn er gedeeltelijk
schuld aan, doch dikwijls zijn verzwakte
nieren de oorzaak. De pijn wordt ver
oorzaakt door afzettingen van urinezuur
in de gewrichten, en deze afzettingen
kunnen niet geschieden, als de nieren
behoorlijk werken en het urinezuur af
scheiden.
Pas daarom opTocht, een gevatte
kou en te zwaar weik kunnen denieren
hinderen in hun taak tot zuivering van
het bloed. Geef aan de nieren de hulp,
die zij behoeven, bij het eerste teeken
van rheumatische pijnen. Gebruik Foster's
Rugpijn Nieren Pillen, het speciale nier
middel tegen rugpijn, urinekwalen, hoofd
pijn en duizeligheid, rheumatiek, ischias,
spit en gewrichtspijnen.
Tijdig gebruik voorkomt veel narigheid.
RugpijnNieren Pillen1
Beste jongens en meisjes.
De oplossingen der vorige raadsels
zijn:
1. Geertruidenberg.
2. Nijlpaarden.
3. Een kopje, want dit is eerder be
neden.
De nieuwe raadsels zijn:
1. Welk woord wordt korter, a's men
er iets bijdoet?
2. Wat was was voor was was was?
3. Welk ijs smelt nooit, al zitten de
musschen op het dak te gapen van
de hitte?
4. Wie kan mij vertellen waar de
meeste visch zit?
OOM KAREL1.
V.
„Ja, dat is goed", zei Margaret, „want
het is ook allang tijd. Laten we gauw
naar huis teruggaan. Zou het beertje
den weg naar zijn moeder niet meer
weten?" Het leek wel van niet. Want
toen de kinderen zich gereed maakten
om heen te gaan, keek het beertje
eerst wat verbaasd in het rond en
voegde zich toen met een paar koddige
sprongen bij hen. Het wilde hen blijk
baar niet meer verlaten. „Wat zal fante
Emma daar wel van zeggen?" zei Mar-
Naar het Fransch.
-en
13.)
Toen haar zoon vertrokken was, ver
helderde het gelaat van Margaretha,
al bleef er een trek van lijden op zicht
baar.
De commissaris liet de verklaring van
Margaretha voorlezen en ondervroeg
toen Collivet:
Dus, hebt u het laatst met mijn
heer de Beaupreault gesproken?
En de moordenaar dan?
Juist, wat hebt u met mijnheer
de Beaupreault gesproken?
Daar alle bedienden reeds vertrok
ken waren, verzocht mijnheer mij een
rijtuig voor hem te bestellen.
Is dat alles?
Ja, mijnheer.
Mijnheer Collivet vergeet iets, viel
Margaretha in.
Wat dan, mevrouw?
Mijn echtgenoot verzocht hem mij
te zeggen, dat hij mij verlangde te
spreken.
Neen, mevrouw, ik vergat dat niet,
maar ik zeg alleen de waarheid en niets
als
Dus zeide mijnheer Delangle.
Ik zag, dat mijnheer de Beau
preault wilde vluchten.'t valies
'tgeopend spoorboekje... het rijtuig,
de overspanning, dat alles bewees mij,
dat hij wilde vertrekken. Ik achite het
garet.
Met haastige stappen, onder opge
wonden gesprekken, begaven de kin
deren zich huiswaarts. Ieder met in elke
hand een van de stukken goudgele
steen, waarvan ze dachten, dat het mis
schien wel goud zou zijn. Toen ze het
huis van Oom Eill naderden, za.en ze
de groote vrachtauto aan den kant van
den weg voor het kronkelpaadje staan
dat naar de woning leidde. Oom Bi 1
was dus thuis. Stumps rende luid kef
fend het huis binnen en het beertje
volgde, blijkbaar een beetje aarzelend,
de kinderen. Het had zeker nog nooit
een menschenhuis gezien, want het keek
erg verbaasd. Daar verscheen tante Em
ma in de deuropening. Zoodra ze het
beertje zag, keerde ze zich om en riep
iets naar binnen, waarop oom Bill vroo-
lijk lachend kwam kijken.
„Oom Bill, oom Bill riepen de kin
deren bijna tegelijkertijd uit, „k:jk eens
wat we gevonden hebben „Ja, ik
zie het wel lachte oom Bill, en knik
te vroolijk naar het beertje, want hij
dacht, dat de kinderen dat bedoelden.
„Nee, nee, oom riep Margaret met
een hoogroode kleur, „het beertje be
doelen we niet kijk, dit is het En de
kinderen hielden de goudgele steenen
in de hoogte. Belangstellend kwamen
oom Billen tante Emma nader. In de
houden veranda van het huis bekeken
ze de vondst van de kinderen. „Wel heb
ik van mijn leven riep oom Bi 1
eindelijk uit, „jullie zijn geluksvogels
hoor. Dit zijn echte nuggets van het
zuiverste goud, zoowaar ik hier voor
je sta. Waar hebben ujl ie die gevon
den? Zijn jullie in de verlaten mijn ge
weest? Wat jullie daar bij je hebt, is
wel 1000 dollar waard Wat zullen je
ouders opkijken, als ze dat hooren
Dat is nog eens een meevallertje, hé?''
Toen deden Tom en Margaret hun ver
haal. Hoe Stumps blijkbaar het kleine
beertje, dat in nood verkeerde, had ge
hoord en hen den weg er naar gewezen
had. En hoe ze, door het beertje uit
zijn benarden toestand te redden, tege
lijk de verlaten mijn ontdekt hadden.
„Net wat ik dacht mompelde oom
Bill, „het was feitelijk niet de verlaten
mijn, doch de geheime plaats, waar die
arme William Stones zijn goud begra
ven had, voordat hij naar een andere
streek ging om nooit meer levend te
rug te komen."
En daar William Stones geen enkele
bloedverwant had, mochten de kinde en
het goud behouden. Nu, ik behoef jullie
zeker niet te vertellen, welk eenpretlige
vacantie Tom en Margaret verder had
den. Hun ouders, die niet bepaald rijk-
waren, waren buitengewoon in hun
schik met dat meevallertje.
En het beertje? Wel, de kinderen
mochten het van Oom Bill allerlei voed
sel geven en het bleef den hee'.en mid
dag bij hen op het erf van de woning.
Het had het blijkbaar zoo goed, dat
het niet aan heengaan dacht. Stumps
had er natuurlijk ook veel pleizier in
en hij stoeide met het beertje, dat het
een lust was. Toen de avond begon te
vallen, zei oom, dat alles en iedereen in
huis moest gaan en het beertej alleen
laten, dan zou zeker de groote moeder
bar komen om haa rkind te halen.
En jawel hoor, toen het al bijna heele-
maal schemer was geworden en de
kinderen met hun neuzen tegen de rui
ten gedrukt voo rhet venster van hun
bovenkamer, naa rbuiten stonden te kij
ken, kwam er eensklaps van achter een
boschje een donkere gedaante te voor
schijn. Een groote zwarte beerMet
opgewonden geluidjes kwam het kleine
beertje op zijn moeder toegesprongen.
De groote beer besnuffelde het kleine
worden Uw vermoeide en overprikkelde
zenuwen door het gebruik van
Glazen Buisje 75 et. Bij Apoth.en Drogisten.
Wynhandel Ao. 1816 HEUSDEN.
Brillen - Barometers - Leesglazen enz.
."Vbr'Ó*•X'vT'
v- ify.
mijn plicht mevrouw te waarschuwen;
iederen dag gaf ik haar verslag van den
doestand der zaken.... De vlucht van
mijnheer zou een schande geweest zijn
voor de firma Beaupreault, en alleen
mevrouw kon die vlucht beletten. Ik
heb niet de waarheid gezegd. Mevrouw
is de laatste persoon, die mijnheer wil
de zien. De misdaad is begaan tusschen
het oogenblik toen ik een rijtuig ging
halen en het oogenblik, waarop, me
vrouw hier binnentrad.
Waren er toen nog meer bedien
den met u op het kantoor?
Neen, mijnheer, ik was alleen.
Om hierheen te komen, moet men
dus door de kantoren gaan?
Neen, mijnheer, men kan ook dooi
de vestibule hierheen komen.
Ik was druk aan het werken
'ti s ook niet mijn werk daarop te let
ten. Toch
Wat bedoelt ge met dat toch?
Twee personen hebben van mor
gen met mijnheer hevige twist gehad.
Hij heeft hun toen gezegd, dat ze van
middag moesten terugkomen. En ze
kwamen ook op het bepaalde uur.
Kent ge die twee menschen?
De eene heet Kerunion, de andere
Haudecoeur, de laatste is een looper
van ons, die de vorige week ontslagen
werd.
Ontslagen, en waarom?
Omdat bezuiniging noodzakelijk
was.
Wat wilden die twee mannen van
mijnheer de Beaupreault.
Dat zullen zij u zelf kunnen zeg
gen.
Hoe laat zijn zij teruggekomen?
Om vijf uur.... of-
beertje en het was net of ze elkander
heel vriendelijk goedendag zeiden. Even
later verdwenen moeder en zoon beer
in de duisternis in het struikgewas.
Nog dikwijls a's de kinderen op een
wandeling waren in de buurt van de
verlaten mijn, zorgden ze ervoor, dat
ze de noodige klontjes in hun zak had
den. En meer dan eens was er dan
een klein beertje, dat met logge spron
gen op hen toekwam, en niet eerder
rustte voordat alle klontjes op waren.
EINDE.
Een radiotoestel dat een krachtig,
helder geluid geeft, buitengewoon
selectief is, en op een console aan
den wand kan hangen. Langdurige
garantie, lage prijs: -
f 1/5.-
AGENT:
A. J. BOELEN,
WITTEBROODSTRAAT.
Vervolg Raadsverslag
WOUDRICHEM.
In de derde plaats vraagt de com
missie eenige inlichtingen aangaande
de inning der hondenbelasting.
Volgens verklaring van den Secre
taris is deze door den Ontvanger ge
heel volgens de bedragen van het
kohier geïnd, doch het is de com
missie bekend dat verschillende per
sonen hun aanslag nimmer voldoen.
Tevens zal de commissie gaarne
vernemen of B. en W. de rioleering
van de Daaldersteeg noodzakelijker
achten, dan die van de Landpoortstr.
aangezien voor eerstgenoemde een
post op de begrooting is uitgetrok
ken.
De Voorzitter deelt mede dat in
dien de Raad besluit een gedeelte van
het batig slot der rekening '30 te
reserveeren, overgegaan zal moeten
worden tot opheffing van opcenten
op de Gemeentefondsbelasting. Ten
aanzien van de vraag aangaande de
geraamde opbrengst voor de vissche-
rij deelt hij mede dat de betrokken
begrootingspost door B. en W. reeds
f 300.lager is geraamd dan het vo
rig jaar en dat de opbrengst van vis-
scherijen een dergelijk wisselvallige
post van inkomst is, dat deze moei
lijk precies kan worden begroot. B.
en W. hopen, dat de visscherij een
volgend jaar wat beter zal zijn en
achten dan den post niet te hoog.
Ten aanzien van de opmerking aan
gaande de inning der hondenbelas
ting deelt de Voorzitter mede dat dit
punt feitelijk meer thuis behoort bij
de behandeling der gemeentereke
ning, doch hij verklaart dat de op
het betrokken kohier uitgetrokken be
dragen alle door den gemeente-ont
vanger zijn verantwoord, zoodat ten
aanzien dezer belasting geen kwade
posten zijn te behandelen geweest.
Wat de rioleering der Daaldersteeg
en der Landpoortstraat betreft, deelt
de Voorzitter mede, dat deze in de
Landpoortstraat een bedrag van ruim
f 840.zal kosten. Indien het extra
bedrag dat op den post van onvoor
ziene uitgaven is uitgetrokken, mocht
Antwoord mij duidelijk.
Mijnheer de Kerunion kwam om
vijf uur terug.
Was hij lang bij mijnbeer de Beau
preault.
Dat kan ik u niet zeggen.
En Haudecoeur?
Die is tusschen twaalf en een uur
naar boven gegaan.
Dus toen uw patroon afwezig
1 was
Ja-
En hoe laat kwam hij weer be
neden?
Ik heb hem n^t gezien.
Genoeg.
Mijnheer Delangle las het proces-ver
baal, om zeker te zijn, dat er niets ver
geten was.
Margaretha zat onbewegelijk in ge
dachten verzonken; zij verkeerde in
grooten angst. Wat zou het gevolg zijn
van dat onderzoek? Men zou wellicht
iemand beschuldigen, die onschuldig
was.
Hij zou veroordeeld worden en zij
zou moeten zwijgen.
Zij zag een verschrikkekjken afgrond
voor zich. Zij was een moordenares.
Niemand zou het kunnen bewijzen,
toch voelde zij, dat haar levensgeluk
verwoest was. Toen zij den commis
saris wilde vragen, of zij mocht gaan,
kwam de concierge binnen met brie
ven en zeide dat er een man was, die
mijnheer Delangle wilde spreken.
Hoe is zijn naam?
'tls Haudecoeur, mijnheer, een on
zer vroegere kantoorloopers.
Ge zegt, Haudecoeur?
Ja, mijnheer, hij wilde zijn ge
wezen patroon spreken, en toen ik
hem zeide dat mijnheer vermoord was.
verzocht hij, bij u toegelaten te worden.
Laat hem boven komen.
Margaretha wilde gaan, zij kon haar
aandoening niet meer bedwingen.
Ik verzoek u te blijven, mevrouw,
uwe tegenwoordigheid is misschien noo-
dig.
Z* ging zitten.
Mijnheer Delangle opende de brieven,
alle over zaken. Eén brief deed het
gelaat van den commissaris verande
ren. In dien brief stond:
„Mijnheer, ik heb mijn revolver bij
u achtergelaten. Ik schenk haar u. Mis
schien kan zij u nog van dienst zijn,
als ge het leven moede zijt.
De brief was onderteekend met den
naam van Kerunion.
Weet gij, waar mijnheer de Keru
nion woont? vroeg de commissaris
aan Collivet.
Neen, mijnheer, maar het is ge
makkelijk te vinden.
Wees zoo goed daartoe dan moei
te te doen.
Bij het gaan riep de commissaris hem
na: kom zoo spoedig gij kunt terug.
Toen liet hij Margaretha den brief
lezen.
Kunt u mij ook iets betreffende
mijnheer de Kerunion meedeelen, me
vrouw?
Ik heb zijn naam nooit gehoord.
Er werd tweemaal op de deur geklopt.
Binnen riep de commissaris.
De deur werd geopend en Haude
coeur trad binnen.
Hij veegde zijn voeten af, zoodat de
wol van het vloerkleed aan zijn met
ijzer beslagen schoenen bleef hangen.
Daarna groette hij en zeide:
meevallen, zijn B. en W. voornemens
ook de rioleering in de Landpoort
straat ter hand te nemen. Tevens kara
altijd nog uitgemaakt, welke de voor
keur zal verdienen.
Ten aanzien van het voorgestelde
door de commissie om een gedeelte
van het batig slot van den dienst
1930 te reserveeren, deelt het lid
Holster mede, dat in vorige jaren
steeds getracht is zoo zuinig mogelijk
met de uitgaven om te springen, ten
gevolge waarvan langzamerhand eens
batig slot is ontstaan. Aangezien er
thans verschillende buitengewone feit
gaven aan herstelling van straten,
werkloozenzorg, enz. zijn, kan hij er
zich niet mede vereenigen de belas
ting in dezen buitengewoon slechteö
tijd te gaan opvoeren om daardoor
een gedeelte van het batig slot te
kunnen reserveeren.
Na nog eenige bespreking wordt
met 6 tegen 1 stem, die van het li<ï
Holster, besloten een zoodanig be
drag van het batig slot der rekening
1930 te reserveeren als gedekt zal
kunnen worden door een opbrengst
van 20 opcenten op de hoofdsom
der Gem.fondsbelasting in 1932.
Na de mededeeling van den Voor
zitter wordt met algem. stemmen be
sloten den post Opbrengst van vis-
scherijen op het oorspronkelijk ge
raamd bedrag te handhaven.
Ten aanzien van de door de Cora-
missie van onderzoek gemaakte op
merking betreffende de inning der
Hondenbelasting deelt het lid Kuij-
pers nog mede, dat het algemeen be
kend is dat een gedeelte dezer be
lasting door den gem.-ontvanger bij
gepast wordt. Hij vindt dit tegenover
degenen die altijd hun belasting vol
doen, zoowel als in verband met de
mogelijkheid dat er een andere ont-
ger zou kunnen komen, die dat niet
kan doen, niet behoorlijk en meent
dat de Ontvanger daarop dient te
worden gewezen.
Het lid Holster is van meening-.,
dat B. en W. niet hebben te onder
zoeken of de ontvanger misschien zelf
een gedeelte der belasting betaalt.
Volgens zijn meening doen B. en W„
hun plicht indien zij er voor zorgers
dat de op de kohieren uitgetrokken
belasting binnen komt, hetgeen ook
steeds gebeurt.
Het lid v. Wendel de Joodemeeut
dat dan ten slotte niemand meer be.-
taalt en in ieder geval door zoodanige.-
handelwijze een ongezonde toestand
ontstaat.
Besloten wordt den Ontvanger o£|
een en ander te wijzen.
De Voorzitter deelt vervolgens nog
mede, dat B. en W. voorstellen? ten
opzichte van den op de begrooting;
uitgetrokken post van f 100.als
subsidie aan de afd. Woudrichem etee
Vereen, tot bestrijding der Tubercut-
se aan gemelde vereeniging eeia
schrijven te richten waarin wordt me
degedeeld, dat deze post dit jaas
nog op de begrooting is uitgetrokken»,
doch dat de Raad, afgezien van helt
vele nuttig werk dat de vereeniging
verricht, gaarne zou zien dat de ver
eeniging zich meer op daadwerkelijke
hulpverleening ging toeleggen door
het aanstellen eener wijkverpleegster
of tot het nemen van het initiatief
voor het oprichten eener afzonder
lijke vereeniging voor dit doel, indien:
hiertoe meer aanleiding mocht be
staan en dat deze aangel egenhede»
in de eerstvolgende ledenvergadering
ter tafel komen.
Vergeef mij mijne heeren, me
vrouw, dat ik u lastig val.
Op onverschilligen toon antwoordde
mijnheer Delangle:
Ga zitten Haudecoeur, en zeg
wat u tot ons voert.
Mijnheer, ik kwam hier niet om
u te zoeken, ik ben nog geheel in de
war over die vreeselijke gebeurtenis»
Gij kwaamt hier, om mijnheer de
Beaupreault te spreken, niet waar?
Ja mijnheer, maar nu mijnheer
dood is, kan ik het ook met u afmaken.
Wat wilt ge?
Mijnheer de Beaupreault had tnij
beloofd mij vandaag vijfduizend gul
den terug te geven, die ik bij een vriend
van mij had geleend: Die belofte had hij
reeds zoo dikwijls gedaan, en daaron®
besloot ik andere maatregelen te ne
men. Ik verborg mij achter dit gordijn,
dan kon hij mij niet ontsnappen.
Zijt gij daar lang verborgen ge
weest?
Tot vijf uur mijnheer.
Precies vijf uur, niet langer of
korter?
Ik heb wel lang moeten wachten,
maar betreur het toch niet, want mijn
heer de Beaupreault trad eindelijk bin*
nenHij begon de bankbiljetten te
tellen, die in het valiesje waren, dat
mevrouw binnengebracht had. In kon
het duidelijk zien; daarna betaalde hij
een heer geld uit, dat deze met eert
pistool in de hand, van' mijnheer de
Beaupreault eischte; eindelijk kwam 2c
te voorschijn en om zich van mij te
ontslaan, hij scheen haast te hebben,
wierp hij mij een pakje banknoten toe,
zooals men een hond een been toe
werpt. (Wordt vervolgd.)
Nieuwsblad
Bij alle drogisten enz. f 1.75 p flacon.