Tweede Blad Ho. 5179 Vrijdag 27 Hot Ziehsm arf. Wat kunt Gij Uw Moeder St. Nicolaas-Geschenk. M. NORT, Gorinchem Gediplomeerd Opticien. OUZE SORTEERING- 18 GROOT! voor het Land van Heusden en Altena. de Langstraat en de Bommelerwaard beter geven dan een BRIL, als NUTTIG - PRACT1SCH Zusterhuis 6. Kinderrubriek FEUILLETON. Uw zenuwen Mijnhardt's ZenuwtableUen Kantongerecht Heusden Firma L. J. VEERMAN BEHOORENDE BIJ HET ANGSTIGE TIJDEN. Zwakte van de organen in den rug bedreigt zoowel mannen als vrouwen, vooral in den middelbaren leeftijd en daarna. De verschijnselen zijn gemakkelijk te onderkennen. Als uw rug, ledematen en spieren pijn lijk zijn als gij u prikkelbaar, vermoeid en zenuwachtig voeltals gij last hebt van urinestoornissen, waterzuchtige zwel lingen, hoofdpijn of aanvallen van duize ligheid, gebruik dan onmiddellijk Foster's Rugpijn Pillen. Want als tenge volge van verzwakking der organen in den rug urinezuur en andere schadelijke onzuiverheden zich in het bloed meer en meer ophoopen door verwaarloozing der eerste waarschuwende verschijnselen, wordt herstel moeilijker. Er bestaat gevaar voor rheumatiek, ischias, spit, waterzucht en blaaszwakte. Foster's Rugpijn Pillen zijn een speciaal middel, dat rechtstreeks cp de bedoelde organen werkt en geen nevenwerking beeft op de ingewanden. Bij alle dro gisten A f1.75 per flacon. Beste jongens en meisjes. De oplossingen de vorige raadsels zijn: 1. Student, portret, eerbied, chocola, Utrecht, luiaard, aardbol, Adriaan, stuiter, (Speculaas). 2. In een bloembed. De nieuwe raadsels zijn: 1. Wie weet m ijte vertellen, waarom in een kudde schapen de witte scha pen veel meer eten, dan de zwarte? 2. Wie weet, waarom een musch eer der een maat haver opeet dan een paard? 3. Als je me hebt, dan probeer je steeds me zoo spoedig mogelijk weer kwijt te raken. Heb je me niet, dan ben je dikwijls ook weer niet tevreden. Ra, ra, wat is dat? OOM KAREL. HET MOEDIGE TINNEN t SOLDAATJE. III. Sapperdekriek, wat was het donker binnen in die visch! Het was nog erger, dan toen het soldaatje door den don keren tunnenl voer, terwijl de woedende waterrat achter hem aan zwom en tol geld van hem eischte. Het was erg nauw binnen in de visch, doch het soldaatje Stond even moedig als altijd rechtop met zijn geweer op zijn schou der. Naar het Fransch. +rr n; ;v 18.) De jongeling kende den advocaat slechts van naam. Nog nooit had hij hem bij zijn vader gezien. Hij had van zijn |ödeImoedige tusschenkomst ge hoord en van het zenden van dat mil- lioen, dat alles kon redden, maar zonder te begrijpen hoe en waarom die vreem deling dit gedaan had. Margaretha stelde hem aan Demarr voor en deze reikte door medelijden ontroerd, beide handen aan den zoon van haar, die hij liefhad. Gerard beantwoordde dit bewijs van vriendschap langzaam, schijnbaar met tegenzin. Toch moest hij Demaar bedanken voor hetgeen deze had willen doen. Ik wist niet mijnheer, dat gij de vriend Van mijn vader waart.... voor al niet zulk een ware vriendwant men moet wel een ware vriend wezen om zoo edelmoedig, zoo belangloos te hulp te komen. 't Scheen Jean Demarr toe, dat er in die woorden eenige twijfel, een neven bedoeling lag. in ieder geval was het een vraag, die H. K. H. PRINSES JULIANA heeft Maandagmiddag in de Trèveszaal te Den Haag het op initiatief yan de Prinses zelve in het leven geroepen Crisis Comité geïnstalleerd. De Prinses tijdens haar rede. D evisch zwom wild in het rond en maakte allerlei dolle sprongen, doch na een poosje werd hij heel erg stil. Het tinnen soldaatje wachtte moedig en kalm de dingen af, die komen zouden. Eensklaps viel er een lichtstraal naar binnen en een groot mes kwam te voorschijn. Het soldaatje stond plotse ling weer in het volle heldere daglicht en hij hoorde iemand opgewonden roe pen: „O, kijk eens, een tinnen sol daatje!" De visch was namelijk door een hen- gelaa rgevangen en naar de markt ge bracht. Daar was hij door de keuken meid gekocht en naar de keuken ge bracht, waar ze hem met een groot mes open had gesneden. De keukenmeid nam het soldaatje met twee vingers op, waschte hem onder de kraan af en bracht hem naar binnen, waar iedereen dat wonderbaarlijke kleine mannetje wilde Aen, dat in de maag van een visch gereisd had. Doch het tinnen soldaatje was heelemaai niet trots. Zij zetten hem op tafelen je zoudt het haast niet willen gelooven, maar het tinnen soldaatje zag, dat hij in precies dezelfde kamer was als te voren. Hij komen tot rustslaap, kalmte, zelfbeheer- sching, arbeidslust en levensvreugde keeren weer door het gebruik van zag dezelfde kinderen en het speelgoed stond nog op tafel, en ook het mooie kasteel met het aardige kleine danse resje. Ze stond nog steeds op één been en hield het andere in de lucht. Het soldaatje was zoo ontroerd, dat hij graag tinnen tranen zou hebben gestort, maa rdat zou. natuurlijk heelemaai niet passend geweest zijn. Hij keek naar haar en zij keek naar hem, maar geen van beiden sprak een woord. Op dat oogenblik pakte een van de kleine jon gens het tinnen soldaatje op en wierp hem in het vuur zonder eenige reden. Ongetwijfeld was het kleine duveltje uit het doosje daar natuurlijk weer de schuld van. Het tinnen soldaatje stond daar, midden in de vlammen en had het verschrikkelijk warm. Zijn mooie gekleurde jas smolt, terwijl hij naar het kleine danseresje keek en zij naar hem. Hij voelde, dat hij heelemaai ging smel ten, maa rslaagde er toch in rechtop te blijven staan, met zijn geweer dapper op zijn schouder. Plotseling ging er een deur open en de wind nam het klei ne papieren danseresje op en wierp het in het vuifr vlak naast het soldaatje. Het papieren danseresje vatte vlam en even later was er niets meer over dan een heel klein beetje asch. Op dat oogenblik was het soldaatje gesmolten tot een klein hoopje tin en toen de meid den volgenden dag de aschla leegde, vond ze er het tinnen soldaatje in, in den vorm van een klein hartje. Dit is de geschiedenis van het moe dige tinnen soldaatje. EINDE. Gorgel ook op straat! c natuurlijk droog - met rf-i 0 tt hem gedaan werd. j hem -niets bijzonders. Wat zoif zij hem Demarr en Margaretha wisselden een ook kunnen zeggen, wat nog niet in blik. Wat hem te antwoorden? Moest hij hem van hunne, zoo spoe dig onderdrukte liefdé in kennis stellen? Waartoe? Zou hij het wel begrijpen? Zij zwegen en lieten de vraag onbe antwoord. Maar Margaretha, wier geest onop houdelijk in de toekomst zweefde, dacht: Wat hij nu, als kind, mij niet vraagt, zal hij mij eenmaal op lateren leeftijd vragen. Wat moet ik hem dan zeggen en wat zal hij er dan van ge looven Zij wilde hem verwijderen. Gaarne was zij 'met den advocaat al reeds het besluit opgevat, alles aan Jean te bekennen, opdat hij met zijn verstand en doorzicht een raad zou geven. t Laat ons alleen, Gerard! zeide zij tot hem. Maar hij toonde 'ïich ongerust en verbaasd. Waarom, moeder? Mag ik dan niet hooren, wat gij elkander te zeggen hebt? Zij durfde hem niet meer wegzenden, zij vreesde voor haar zoon. Nu Gerard bij hen bleef, bekende zij Demarr dus niets. Zij beantwoordde slechts zijn vragen omtrent de bijzon derheden van den moord. Zij verhaalde de couranten stond? Dien dag duurde zijn bezoek slechts kort. Maar hij keerde terug. Hij had Margaretha zoo hulpeloos, zoo verlaten aangetroffen, dat hij haar niet aan zich zelf over wilde laten. En toen hij haar zoo bedroefd zag, rees er een vermoeden bij hem op, een angstige onzekerheid, want hij vroeg zichzelf af Als zij zoo bedroefd is, heeft zij mij misschien steeds bedrogen? Hoe onwaardig Beaupreault ook was, schijnt zij hem toch liefgehad te hebben! Maar die gedachte verwierp hij spoe dig. Hij stelde steeds vertrouwen in haar rechtschaj>enheid. Aan Margaretha leen gebleven. In haar angst had zip twijfelen, was voor hem aan alles twij felen, twijfelen aan rechtschapenheid, aan oprechtheid, aan God. Gedurende de dagen, die er op den moord volgden, werd er in hunne ge sprekken geen woord over hunne vroe gere liefde gewisseld. Bij dat lijk zou hen dit als een profa natie toeschijnen! Bovendien wns Gerard, alsof hij een geheim vermoedde tusschen den man, die hem gisteren nog onbekend was, en zijn moeder, steeds aanwezig, als zij elkander spraken. En al was hij er niet, dan wist Mar garetha toch, dat hij ieder oogenblik kon binnenkomen, met bleek gelaat en vragende oogen. STRAFZITTING VANHET KAN^ TONGERECHT TE HEUSDEN van Vrijdag 20 November 1931. Kantonrechter: Mr. C. W. v. Ora>- meren. Ambten, van het Openb. Ministerie: (waarnemend): Mr. J. Dony. Griffier: Mr. G. H. Bleeker. 'tis in tegenstelling met de twee vo rige geen groote zitting, daar er slechts ongeveer 30 zaken op de rol staan. De in de vorige zitting uitgestelde verdere behandeling der zaak contra J. J., theologisch candidaat te Werken dam, wordt thans hervat. Verdachte zou in den Uppelschen Dijk met zijn auto rijdende den rijweg niet voldoende hebben vrijgelaten toen A. Noorloos met zijn vrachtauto de Bloemsteeg uitkwam, zoodat eene aan rijding ontstond. In de vorige zitting had verdachte als gemachtigde doen verschijnen, J. Beukenkamp, theologisch student te Sleeuwijk en alstoen werd als getuige gehoord A. Noorloos. Thans worden als getuigen gehoord C. Tim mer en A. van der Wiel, beiden te Alm- kerk. Getuige Timmer: Verdachte kwam Na dien eersten dag had zij nog niet den moed gehad Demarr alles te be kennen, evenmin als zij het mijnheer Delangle had durven bekennen. En elk uur scheen haar zwakheid toe te nemen, haar besluit onzekerder te worden. Na opnieuw het groote besluit ge nomen te hebben, als Demarr afwezig was, ontzonk haar den moed weer, wanneer hij haar bezocht. Ach! 'twas ook zoo verschrikkelijk! Zulk een be kentenis!En dan aan den man, dien zij liefhad! dien zij lief had gehad sedert haar jeugd; zulk een edele en innige liefde! Bovendien weerhield haar nog een andere zorg. Door hem de waarheid mede te dee- len, trof zij hem niet alleen doodelijk, maar noodzaakte zij hem evenals zij er zelf toe genoodzaakt was óf te zwijgen en een zware beschuldiging op een onschuldige te laten rusten, óf haa rte raden alles te bekennen! Maar alles bekennen, was den naam van Gerard aan de schande over te leveren. Door alles te bekennen, zou Gerard zijn moeder schuldig weten. Was dat moge lijk? En Jean Demarr zou aarzelen, terugdeinzenEn door hem alles te bekennen, zou zij den advocaat als het ware tot haar medeplichtige maken, om dat "hij haar geheim kende en dit niet aan de justitie mededeelde! Dan zou ze maar zwijgen! Maar Haudecoeur? En mijnheer de Kerunion? Waarom hield men hen ge vangen? Zou men hen niet spoedig van de richting Verlaat, Noorloos gaf viermaal 'sfgnaal en reed zeer kalm.. Verdachte reed zeer hard. M.i. ligt de schuld bij verdachte, omdat hij te hard reed. Eerst stopte hij, maar reed toen weer door. Getuige v. d. Wiel: Verdachte kwam uit de richting Almkerk. Hij reed met een snelheid van minstens 40 K.M.. Noorloos reed heel langzaam de Bloem steeg op. Verdachte heeft de schuld, omdat hij te veel naajr links uitweek., hij had moeten stoppen. Zeker is, dat hi; te hard heeft gereden. Kantonrechter: Verdachte had nogal schade aan zijn wagen door zijne aan rijding met een lantaarnpaal, n.l. f50 zoodat dit reeds een straf op zichzelf is. Wat de door mij op te leggen straf be treft, deze behoeft, daarmede rekening houdende, niet zwaar te zijn. Verdachte is blijkens de verklaringen der getuigen daaraan valt niet te twijfelen, schuldig. Ik geeft hem f 10.ojf 5 dagen. J. K., chauffeur te Almkerk, had met zijne luxe auto gereden over den Sleeur- wijkschen Dajk, met het kennelijk doel, het geheel of gedeeltelijk voor het ver voer van personen te verhuren. Getuige Antje Ottevanger: Toen mij ne moeder en ik van de Sleeuwijksche boot kwamen, vroeg verdachte ons ot nij ons thuis kon brengen, waarop ik zei, dat Bax uit den Nieuwendijk ons zou komen halen. Wij ziijn toen opge kropen om Bax tegen te komen en toen we een eindje gekropen hadden, kwam verdachte ons achterop rijden en stopte. Verdachte zei toen: „Rijd: maar mee en ik zal wet stoppen als we Bax tegen komen." We zijn Bax tegen gekomen, maar verdachte stopte niet en reed door. Mijne moeder zei nog: „daar is Bax." Ik heb verdachte f 1.50 betaald. Verdachte: Ik heb Bax niet gezien, anders zou ik gestopt hebben. Kantonrechter: Dergelijke concurren tie kan ik niet goed vinden. In de ver ordening wordt verboden het op den openbaren weg postvatten of rijden met een auto, met het kennelijk doel, ons die geheel of gedeeltelijk te verhuren, tenzij met vergunning van Burgemees ter en Wethouders. Nu heb jij zoodae- nige vergunning niet en dat je piostvat en rijdt met je wagen om die te verhu ren staat vast. Jij gaat dus direct naaa; het gemeentehuis te Sleeuwijk om ver gunning te vragen, maar of je die zult. krijgen weet ik natuurlijk niet. Je vrijze van handelen van thans js in ieder geval strafbaar en wees nu voorzichtig, want als je geen rechtsgeldige vergmoingu kunt toonen, zal het processen-verbaal voor je regenen en je ligt er al heel gauw geheel uit. Je krijgt nu van mij» f 1.00 of 1 dag en dit alleen om te too nen dat je handelwijze strafbaar is etï je te waarschuwen voor het vervolg. t Een hond van L. V. landbouwster te de Kille had Arie Colijn, terwijl deze Portefeuilles Sigarenkokers Portemonnaies School-étuis In prijzen voor elke beurs. Ongetwijfeld een geschenk van blij* vende waarde. Boekhandel Heusden. weer in vrijheid stellen? lederen morgen greep zij haastig naar de nieuwsbladen en zocht koortsachtig? naar berichten omtrent het onderzoek. Welk een oneindige vreugde zou het voor haar wezen, als zij beiden in vrij heid wist. Maar niets! Die vreugde was haar niet weggelegd! Zij liet de couranten uit haar hand vallen en sidderde; met haar handen wreef zij over haar oogen, alsof zij iets wilde verdrijven, dat alleen zij kon zien: de ontzetting dier beide onschuldiger als zij werkelijk veroordeeld zouden worden. Veroordeeld? Wellicht... En veroordeeld om harentwil! Door haar schuld! i j Bij deze gedachte snikte zij en mom pelde: O! mijn God, spaar mij! Spaar mij! en zij wachtte. Op zekeren morgen zeide Collivet tot haar: Mevrouw, ik kom van het ge rechtshofIk heb u wat goeds te vertellen. Eensklaps herleefde er een dwaze hoop in haar: niettegenstaande Gerard er was, kon zij zich toch niet bedwin gen, zij slaakte een kreet. Gerard, die bij haar zat te lezen, hief het hoofd op. Eindelijk heeft men ze dus in vrij heid gesteld, niet waar? Men heeft hun onschuld ingezien? (W.ordt vervolgd). Nieuwsblad ZS, 45 en 65 ct

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1931 | | pagina 3