Oil miner Beslaat mi 2 maden
Ztslssrrr art.
Uitgave: Firma L. J. VEERMAN, Heusden.
No5182 Woensdag 9 December 1931.
FEUILLETON.
DRAlSlflA-^VALKEriBURQ'S--
A ••.LEVLRTRy
Zij, die zich op dit Blad
tcenschen te abonneeren
ontvangen de tot 1 Jan.
verschijnende nummers
GRATIS
UND VAN alten*
Dit blad verschgDt WOENSDAGMORGEN en
VRIJDAGMIDDAG.
AboDnamantsprys: par 3 maanden t 1.25,
en franco par post beschikt f 1.40. Afzonderlyke
D immers 6 cent.
Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525.
Advertantiën van 16 regels 90 cant. Elke regel
meer 15 cant. Groote lettere naar plaatsruimte.
Advertantiën worden tot Dinsdagmiddag 1 nor en
Vrydagmorgen 9 oor ingewacht.
Vergadering van den Raad der Ge
meente EETHEN op Donder
dag 3 December des v.m. half
tien.
Voorzitter: EdelAchtb. Heer D. F.
Brune.
SecretarisWelEd. Heer D. A. v.
d. Schans.
Afwezig de heer G .v. d. Beek met
kennisgeving.
De Voorzitter opent de vergade-
ring.
De Secretaris leest het formulier
gebed, daarna de notulen der vo
rige vergadering, die onveranderd
worden vastgesteld.
Ingekomen stukken
Verzoek van de vereeniging het
„Groene Kruis" om een subsidie van
f 250.
De Voorzitter zegt, dat een re
kening 1930 en een begrooting voor
1932 is bijgevoegd.
Namens B. en W. stelt spreker
voor een subsidie van f 200 toe te
staan, een ingesteld onderzoek heeft
aangetoond, dat de vereenigeng er
met dit bedrag wel kan komen.
De heer Donken merkt op. dat
op de begrooting van de vereeniging
een subsidie v. de Gemeente groot
f250 is uitgetrokken, als nu slechts
f 200 wordt gegeven kan de ver
eeniging er dan wel mede komen.
De Voorzitter heeft er met een
paar personen van het bestuur over
gesproken en deze hebben meege
deeld, dat zii er met een subsidie van
f 200 wel kunnen komen.
De heer v. Buuren zou de gevraag
de subsidie van f250 willen verlee-
nen, de vereeniging kan zich dan
beter bewegen bii haar mooi werk.
De Voorzitter merkt op, dat het
bestuurslid dat hem heeft ingelicht
hem heeft meegedeeld, dat de uit
gaven ruim, de ontvangsten niet te
hoog geraamd zijn, daarom acht spre
ker het gewettigd slechts f 200 toe
te kennen, omdat de gemeente ook
de zuinigheid moet betrachten. Bo
vendien mocht later blijken, dat de
vereeniging er met de f 200 niet kan
komen, dan kan het volgend jaar
het altijd nog worden goed gemaakt.
Het Gemeentebestuur staat zeer wel
willend tegenover het „Groene
Kruis" en het ligt niet in de be
doeling op de subsidie te beknib
belen, maar het is ook niet noodig
meer te geven, dan men strikt noodig
heeft.
De heer Donken dacht, dat de
Vereeniging niet meer zou vragen
dan strikt noodig was, dit is toch
het vorig jaar gezegd.
De Voorzitter vindt het jammer,
dat deze kwestie weer ter tafel komt.
Het is gebleken, dat het vorig jaar
met de raming maar wat gemar
chandeerd is. Iemand van het Dag.
Bestuur der vereeniging heeft spre
ker verzekerd er met f 200 te kun-
j nen komen.
j De heer Donken wil als dit zoo
is, er zich bij neerleggen.
Het voorstel van B. en W. wordt
hierop met algemeene stemmen aan
genomen.
Verzoek van de R. K. politiebond
St. Michaël, waarin gevraagd wordt
de jaarwedde van de Gemeenteveld
wachters te verhoogen.
Wordt op voorstel van B. en W.
voor kennisgeving aangenomen.
Verzoek van het Gewestelijk Land
stormcomité te Dordrecht om een
subsidie van f 50.
'Wordt in handen gesteld van B.
en W. om advies hierover uit te
brengen.
De Voorzitter deelt mede, dat gis
teren een schrijven is ingekomen van
Ged. Staten, waarin wordt kennis
gegeven dat door M. v. Wijk te
Genderen bij hen beroep is inge
steld tegen het raadsbesluit, waar
bij hem f 1,50 was toegekend, als
vergoeding in de reiskosten voor het
bezoeken van zijn kind van dp U.L.O.
school te 's-Bosch en daj/net Ge
meentebestuur in de gelegenheid
wordt gesteld het raadsbesluit te ver
dedigen.
Dit schrijven wordt in handen ge
steld van B. en W.
Schrijven van het Gemeentebestuur
van Woudrichem, waarin wordt ver
zocht adhaesie te willen betuigen aan
zijn adres gericht tot het waterlei
dingcomité voor het Land van Heus
den en Altena en waarin bii dit
comité tot spoed wordt aangedron
gen.
De Voorzitter verklaart door'dezen
brief in een moeilijk parket te ver-
keeren, omdat hii Secretaris van dit
comité is. Spreker is groot voorstan
der van een waterleiding voor deze
streek, zijn secretarisschap van het
comité geeft* daarvan het bewijs en
het ligt vanzelf sprekend op zijn weg
om voor de totstandkoming van een
waterleiding te ijveren, doch aan d.
anderen kant moet hij verklaren, dat
het schrijven v. het Gemeentebestuur
van Woudrichem hem wel eenigzins
verwondert, omdat een dergelijke wa
terleiding alleen dan tot stand kan
komen, wanneer alle ingezetenen
worden gedwongen om aan te slui
ten. Eerst dan kan het bedrijf ren
dabel zijn en zal het de gemeente
geen geld behoeven te kosten. Al
wil men nog zoo graag een water-
Naar het Fransch.
21.)
Ik meen het antwoord van me
vrouw de Beaupreault te begrijpen
zeide hij. Ik kan u vezekeren, dat zij
niet aarzelen zal, u van dienst te we
zen, wanneer dit in haar macht is.
Ik denk, als u, dat haar tusschen-
komst goed zal wezen, maar die tus-
schenkomst is alleen mogelijk, wanneer
zij gegrond is op eenig bewijs, dat
zij het gerecht kan leveren?
Helaas, mijnheer, wij weten niets...
Niets.
Wij zouden slechts herhalen kun
nen, wat u reeds bekend isMijn
arme Haudecoeur kwam thuis en zeide.
1Eindelijk heb ik mijn vijfduizend
franc terug. Dat heeft mij moeite ge
kost!" En hij heeft ons verhaald, dat
hij, om mijnheer de Beaupreault niet
mis te loopen, wanneer deze terug
kwam en niet geweigerd zou worden,
hij zich verborgen had. En eensklaps,
terwijl hij de bankbiljetten op tafel
wierp, bemerkte hij, dat de lias te dik
was om slechts vijfduizend franc te
bevatten. Hij bemerkte de vergissing en
begaf zich onmiddelijk op weg om die
te herstellen. Maar gij weet het: Hau
decoeur zal het u wel gezegd hebben
en u ook gezegd hebben, dat hij als
hij oneerlijk was geweest, evengoed
eenige liassen uit het valiesje had kun
nen nemen, want dat was tot aan de
rand met bankbiljetten gevuld. En dat
is alles.
Als mevrouw de Beaupreault zich
naar de rechters begaf om hen te zeg
gen, dat uw echtgenoot onschuldig i^,
zou men haar antwoorden:
Bewijs het ons! Hoe zou dan
kunnen?
O, mijnheer, hij is onschuldig, wij
zweren het u!
Dat kan wel, maar toch geloof mij,
laat mevrouw de Beaupreault met rust,
en stel vertrouwen in het gerecht.
Neen, mijnheer, neen, daar kunnen
wij geen vertrouwen in stellen.
Zij stond pijnlijk op.
Onze laatste hoop is verdwenen....
Kom Louise, kom Mederic.
Zij begaven zich naar de deur.
Instinctief deed Gerard een stap naar
Louise. En Louise zag hem met voch
tige oogen aan.
't Scheen alsof zij van hem een ander
antwoord verwachtte. Maar Gerard
zweeg.
Wat zou hij zeggen en wat kon hij
zeggen?-
Was het niet de dochter van den
moordenaar van zijn vader? En inplaats
die diepe ontroering, tegelijk smarte-
teiijk en zacht, had hij immers af-
schuw moeten gevoelen voor die ge-
heele familie, waarvan het hoofd het
leiding, dan gelooft spreker toch. dat
de huidige omstandigheden van dien
aard zijn, dat niemand de ingeze
tenen op 't oogenblik zou willen
dwingen tot aansluiten omdat dit
voor hen kosten meebrengt. Spreker
weet niet of het daarvoor nu wel de
tijd is, hii gelooft, dat adhaesiebe-
tuiging op dit oogenblik weinig suc
ces zal hebben, omdat de waterlei
ding er alleen kan komen, als rijk
en provincie steun verleenen. Dat de
ze steun nu grif verkregen zal wor
den, gelooft spreker niet. Waren de
tijdsomstandigheden beter dan was er
alles voor adhaesie te betuigen en
de zaak te spoedigen, doch nu acht
hij het daarvoor niet den juisten tijd.
De heer v. Buuren zou ook geen
adhaesie betuigen, de kosten zullen
zoo hoog zijn, dat ze niet ziin te
betalen.
De heer Donken acht een water
leiding wel nuttig en zou daarom
wel adhaesie willen betuigen. Men
zegt wel, dat de kosten hoog zullen
zijn, doch men weet dit nog niet.
De Voorzitter kan wel zeggen, dat
de tarieven hoog zullen zijn. zoo hoog
als ze misschien op 'n enkele uitzon
dering na in geen enkele gemeente
van ons land zullen zijn. Er wordt
wel voorgespiegeld, 4at deze tarieven
later lager zullen worden, maar daar
staat tegenover, dat de gemeente zich
direct garant moet stellen voor het
bedrag dat voor het bedrijf geleend
moest worden en welke gemeente zal
op 't oogenblik borg willen blijven,
al was het slechts voor een bedrag
van f 2000. Spreker beaamt ten volle
het groote nut van een waterleiding,
doch hij heeft niet den moed, de
menschen te dwingen tot het maken
van kosten, van 10, 2p, 25 of 30
gulden per jaar, ongeacht de aan-
sluitingskosten.
De heer v. Buuren acht het meer
op den weg van het Gemeentebe
stuur om bij de polder aan te drin
gen, om de slooten in beteren toe
stand te brengen.
De Voorzitter noemt dit denkbeeld
niet nieuw. B. en W. hebben hierop
herhaaldelijk aangedrongen, doch het
waterschapsbestuur zegt, dat dit kos
ten meebrengt, die het niet kan ma
ken ten behoeve van datgene wat
tot de taak van de gemeente behoort.
Daarnevens zijn indertijd hier in Gen-
deren een paar pompen van ge
meentewege geslagen de waardee
ring van de belanghebbenden daar
voor was gelijk nul. In de Kerk
straat liet men de pomp met open
oogen afbreken. Ze is later nog een
keer opgebouwd, doch spoedig lag
ze met stukken en brokken in de
wetering. Met dergelijke ervaring
voelt spreker er niet veel voor, om
dergelijke nieuwigheden, zooals men
dat hier noemde in te voeren en
komt men er toe, om er maar niets
bloed van zijn vader vergoten had.
Daarom wendde hij eensklaps zijn
hoofd óm.
En Louise, die ongetwijfeld zijn ge
waarwording begreep, boog het hoofd
en verbleekte.
Wie hij ook was, na dit oogenblik,
zag zij hem niet meer aan. Lang/aam
verlieten zij reeds het vertrek, toen
Margaretha op de vrouw van Haude
coeur toesnelde, haar bij de hand vatte
en staande hield.
Kom, zeide zij, kom en hoor mij
aan.
Zij gehoorzaamde; terwijl hunne oo
gen van hoop straalden.
En zich tot Louise en Mederic wen
dend, die angstig afwachtten, zeide zij:
Ik wist het wel, dat mevrouw ons
helpen zou.
Jean Demarr was op Margaretha toe
getreden en mompelde zacht:
Wees voorzichtig, Margaretha, wat
wilt ge doen?
Hoe zacht hij dien naam ook uitge
sproken had, toch had Gerard het ge
hoord.
Dat woord had hem als een dolk
steek getroffen.
Een doodelijke bleekheid verspreidde
zich over zijn gelaat, 't Scheen wel,
alsof hij bezwijmde..
Behalve Louise scheen niemand er
iets van te merken.
Een reeks van vragen en hoe ver
schrikkelijk waren ze niet doemden
in zijn brein op, doch hij kon ze niet
beantwoorden.
meer aan te laten doen.
De heer Donken dacht dat de Ge
meente een subsidie had verstrekt,
om een onderzoek in te stellen en
dat het er over ging om dit onder
zoek te bespoedigen.
De Voorzitter merkt op, dat wordt
aangedrongen op spoed en dan vraagt
hij zich af waar moeten de men
schen het geld er voor halen. Ga
het heele Land v. Heusden en Al
tena af, aldus spreker en vraag of
men er iets voor gevoeld gedwon
gen te worden tot aansluiting.
Met algemeene stemmen wordt
hierop besloten het verzoek voor ken
nisgeving aan te nemen.
De Voorzitter heeft nog iets wat
niet op de agenda staat. Het vorig
jaar is besloten om 70 opcenten op
de fondsbelasting te heffen, bij het
opmaken van die begrooting is we
der met 70 opcenten rekening ge
houden,'doch er is verzuimd, hier
voor een raadsbesluit te nemen.
B. en W. stellen voor dit besluit
thans te nemen, in de hoop. dat
het volgend jaar verlaagd zal kun
nen worden, als er niet te groote
tegenvallers kómen.
Met algemeene stemmen wordt het
besluit genomen.
Werkverschaffing.
Het spijt den Voorzitter, dat hii
nog niet alle inlichtingen kan ver
strekken. Een 14 dagen geleden is
een vergadering gehouden met de
Voorzitters der waterschappen, waar
na een brief aan den Minister is ge
zonden, waarin is gevraagd om sub
sidie en tot welk bedrag subsidie
verleend zal worden en ook of deze
verleend zal worden als de werk
zaamheden door het waterschap
worden uitgevoerd. Dinsdag is op
nieuw een vergadering gehouden en
is mededeeling gedaan van de ge
voerde correspondentie. Naar aanlei
ding van een en ander heeft spreker
met den Secretaris een onderhoud
gehad met den Inspecteur voor de
werkverschaffing te Breda, die ee
nige inlichtingen heeft gevraagd over
de geldmiddelen der Gemeente, wel
ke inlichtingen hem zijn verstrekt.
De Inspecteur heeft meegedeeld, dat
werkeloozen niet- kostwinners niet te
werk gesteld kunnen worden, alleen
hoofden van gezinnen komen dus in
aanmerking. Óp de vraag hoe hoog
de subsidie zou zijn, kon geen ant
woord worden gegeven. Gisteren mid
dag heeft men nog een telegram
aamVjen minister gezonden, omdat
hier rbeds menschen met smart op
LEEUWARDEN*
Jean Demarr kende Margaretha dus,
daar hij haar zoo familiaar bij\den
naam noemde, alsof tusschen hen reèds
een vertrouwelijkheid van ouden da
tum bestond.
En nooit had Margaretha nog van
Jean Demarr gesproken. Nooit had hij
is huis dien naam hooren uitspreken,
dan na afloop van een zijner schitte
rende pleidooien!En hij kon zich
niet herinneren, dat hij hem ooit bij
zijn vader gezien had. Waarom kwam
hij 'na het ongeluk nu opeens?
En was hij het niet geweest, die
edelmoedig als een koning, een gedeelte
van zijn vermogen afgestaan had, om
het handelshuis de Beaupreault te red
den.
Welke geheimzinnige banden beston-
stonden er tusschen hem en Marga
retha? En waarom wilde hij haar zoo
even tot voorzichtigheid vermanen, voor
hetgeen zij van plan was geweest!
Hij had dus begrepen, wat zij zeggen
wilde. Daar Gerard nog te jong was
en te weinig levenservaring had, vroeg
hij zich dit af, doch hij kon geen
antwoord vinden op al die smartelijke
vragen, die hij zich zelf stelde. Die
zin, dat enkele woord van Demarr aan
mevrouw de Beaupreault zou onuit-
wischbaar in zijn geheugen blijven.
Margaretha scheen niet naar de ver
maning van Demarr te willen luisteren.
Zij was als krankzinnig en haar oogen
stonden wild. Neen, neen, het is te
veel, het is te veelLuistert allen.
Ook ik geloof aan de onschuld van
werkverschaffing zitten te wachten.
Antwoord is op dit telegram even
wel nog niet ontvangen. Of de Ge
meente rechtstreeks laat werken, of"
dit door middel van de waterschap
pen laat doen zal weinig verschil uit
maken. De Gemeente zal in elk geval
een offer moeten brengen. Als de
Gemeente het zelf doet dan kan een
subsidie worden verkregen van het
rijk van 50 pCt., van de provincie
25 pCt. en moet de Gem. 25 pCt.
betalen. Loopt het over de water
schappen, dan heeft de Gemeente
25 pCt., het waterschap 25 pCt. bii'
te dragen en zullen in de andere
50 pCt., twee derde door het rijk en
een derde door de provincie wor
den bijgepast. Er is wel iets voor,
te zeggen de werkzaamheden door.
de waterschappen te doen uitvoeren,
alleen zou spreker er wel prijs op,
stellen als de Gemeente eerst het
werk liet afmaken aan den dijk te
Drongelen n.l. het gedeelte dat het
vorig jaar is blijven zitten. Bij het
onderhoud is ook meegedeeld, dat
op andere wijze zal worden gewerkt
ais het vorige jaar, er zal meer toe
zicht van rijkswege worden uitgeoe
fend en wel door de Ned. Heide-
Maatschappij. De Hoofd-opzichter de
zer maatschappij heeft opgegeven,
dat de kosten van algemeene toe
zicht 4 a 5 pCt. van de uitbetaalde
loonen, waarin door het rijk wordt
gesubsidieerd, zullen bedragen. Spre
ker heeft ook met de Burgemeester
van Heusden gesproken, waar ook
werk wordt verschaft, daar wordt op
de landerijen der Godshuizen ge
werkt, met subsidie van het rijk. doch:
daar wordt geen toezicht uitgeoe
fend door de Heide-maatschappij.
Het is wel een zaak van eenige be-
teekenis dat B. en W. dit nogeens
overwegen. Voor het werk aan den
dijk te Drongelen acht spreker ze
ker geen bijzonder toezicht noodig.
Er loopen reeds 12 of 13 menschen.
die zoo nu en dan op de secretarie
komen vragen of niet aan de werk-
verschafing kan worden begonnen.
Spr. kan niet anders zeggen dan dat de
menschen zich kalm en rustig hou
den, hij waardeert dit ten zeerste, hij'
hoopt, dat zij overtuigd zullen zijn.
dat van den kant van het Gemeente
bestuur, alles wordt gedaan om dë
zaak te bespoedigen.
B. en W. vragen daarom een blan
co crediet en blanco volmacht om1
zoodra de toezegging van het rijk
er is de menschen aan het werk
te kunnen zetten. Spreker is er van
overtuigd, dat de menschen die hiep
komen vragen om werk het ook noo
dig hebben, hij zou die daarom ter
stond te werk willen stellen in Dron
gelen. In den polder van Genderen
zijn door den Voorzitter, de heer v. d.
Beek reeds eenige werkeloozen te
werk gesteld, hoewel spr. den Voor
zitter van het waterschap niets vast
Haudecoeur. Ik heb beweerd, dat mijn
man een zelfmoord heeft begaan. En
dat blijf ik beweren. De magistraten
willen het tegendeel beweren. De ge-
neesheeren bevestigen den moord. Maar
ik zeg u dat èn magistraten èn genees-
heeren zich bedriegen. Is dat niet meer
malen voorgekomen, dat zij zich ver-
gist hebben.... Mijn man heeft zich1
zelf van het leven beroofd. Haudecoeur,
is onschuldig en ik kan hem toch niet
redden. Zelf voor hem in de bres sprin»
gen, zooals gij mij zooeven vezocht,,
zou te zonderling wezen. In ieder geval
zal ik doen, wat ik kan. Uw man moet
voor de rechtbank verschijnen. Nie
mand kan hem die schande besparen;
Maar hij zal de rechtzaal verlaten met
opgeheven hoofd vrijgesproken!
Zoodra men den naam zal vernomen
hebben van den man, die aangeboden
heeft hem te verdedigen, zal die naam
een opschudding teweeg brengen ten'
gunste van den beschuldigde. Haude
coeur zal verdedigd worden door eeru
meest beroemden, meest geliefden ad-
vokaat.
O! mevrouw, mevrouw, wie is dat
dat? Zeg het ons spoedig, opdat wij
zijn naam zegenen en God voor hem
kunnen bidden.
Margaretha wees op Jean Defmarr.
Daar is hij. Zijn naam is Jean De
marr. Jean Demarr!
(Wórdt vervolgd).
voor liet Land ui Huslci ti Altenaje Langstraat ti U Boiislervaard