De Noordbrabantsche Biesbosch dan is ieder voor zich zelf het doel bewust daarvan, namelijk de opening of in gebruikneming van het vergader en oefeningsgeb. der Zuilichemsche Burgerwacht. Ik heet hierbij alle aan wezigen van harte welkom, inzonder heid de tegenwoordigheid van Gene- raal-Majoor Kosters, die voortaan ais Officier toegevoegd aan de Inspecteur der Burgerwachten, ons mede heeft te leiden en den Edelachtbaren Heer Bur gemeester. Onze onmiddelijke Chef doet ons zien, dat onze Burgerwacht hare hooge belangstelling heeft. Opgericht in 1919 op voorstel on zer regeering, na de mislukte staats greep in November 1917, door Mr. Troelstra gedaan in de Tweede Kamer, is onze Burgerwacht altijd in tact ge bleven, ondanks de heftige tegenstand van het Socialisme, die getracht heb ben ons door wering en onjuiste be schuldigingen uit het schoolgebouw te verwijderen, ja zelfs nog eischen stel den, dat de laatste patroon daar ge borgen, zou worden verwijderd, hebben wij, dank zij ons Dagelijksch Bestuur en de meerderheid van den Raad, onze oefeningen, zii 't dan ook matige en zeer bekrompen wijze, altijd kunnen voortzetten. Het spreekt echter vanzelf, dat door deze toestand al meer en meer de be hoefte zich naar voren drong, om een eigen terrein en een eigen gebouw te bezitten, waarin wij onder de bepalin gen der voorschriften ons zouden kun nen bewegen, en zoo werd nu een jaar geleden na een gehouden schiet oefening in Zalt-Bommel, daar ter plntat- se het initiatief genomen tot oprich ting van dit bescheiden gebouw, dat gij nu allen voor U ziet. Te meer nog verblijdt het mij, U te kunnen mededeelen, dat het bedrag, benoodigd hiervoor, vrijwil'ig is ge offerd door de leden der Burgerwacht en eenige vrienden, zoodat wij, wat de financiën betreft, ons gemeentebestuur daarvoor niet behoefden te vragen en ai maken onze financiën op het oogen- blik voor het Bestuur nog een punt uit van voortdurende zorg. dat Luc- tor et Emergo" (ik worstel en ontkom) blijft ten deze opzichte ons vast ideaal. Gij ziet dus, geachte vergadering, dat juist de tegenstand van een ge deelte der Raadsleden, vertegenwoor digende hare fractie, ons tot deze overwinning heeft geleid. In het bijzonder heb ik nog woord van dank aan ons medebestuursül den Heer de Geus, die vrijwillig en van harte de plaatse op zijn terrein afstond om dit gebouw te vestigen, en zonder wiens hulp wij zeker niet zoo voldoen de geslaagd zouden zijn. Ook mag ik niet vergeten een woord van dank aan den heer Hobo van Ne- derhemert, die voor een betrekkelijk gering bedrag aan geld, gezien de keu rige afwerking, dit gebouw heeft ge plaatst, zeker heeft hier de factor, dat hij zelf ook Burgerwachtcr i-, een g; oci te rol gesj>eeld. Tenslotte nog een woord' van dank aan ons ijverig medewerkend lid G. Benckhuijsen, die als schilder ook voor zeer geringe prijs het iaa'sle werk heeft voltooid en de glans heeft aangebracht Nog zeg ik alle leden, en allen die door financieële middelen ot anders zins ons hebben gesteund, namens het Bestuur hartelijk dank. Eindelijk zeggen wij dank aan Gene- raal-Majoor Kosters voor de welwil lendheid ons met zijn hooge tegen woordigheid' te willen vereeren, en spre ken den wensch uit, dat wij met dezen nieuwen Officier toegevoegd, een ver- trouwelijken omgang mogen hebben, zooals wij altijd in hooge mate gehad hebben van Kapitein Muhlradt, thans Burgemeester van Vinkeveen, en aan wien wij vooral ook veel dank ver schuldigd zijn, ook wat de oprichting van dit gebouw betreft. En nu, Edelachtbare Heer Bi rgemees- ter van Hoogstraten, aan U nog een enkel woord voor ik eindig. Wij zèen U Edelachtbare hier niet alleen als onzen onmiddelijken Chef, maar meer nog, wij zien U hier als oe vertegenwoordiger van onze gelief de Vorstin en Haar Huis, en geven U daarom de plechtige verzekering, dat, mocht het ooit gebeuren, wat God ver- hoede, dat ons Oranjehuis en Vaderland door Socialisme of Communisme be dreigd werd, waardoor revolutie zou zijn ontstaan, en Gij als Hoofd dezer gemeente onze hulp mocht noocig heb ben, Gij daarop vast zult kunnen reke nen. Daarom, Iaat ons samen ter be krachtiging daarvan aanheffen het „Wil helmus van Nassauën" enz., waa na cit door de aanwezigen werd aangeheven. Hierna verkrijgt Generaai-Majoor Koster, Officier, het woord. Spreker is zeer vereerd met deze uit- noodiging tot bijwoning dezer verga dering. Daar spr. nog slechts enkele maanden in deze functie is, en nog niet met alle Burgerwachten heeft ken nis gemaakt, zoo vindt hij het zeer prettig op zoo'n bizondere wijze te kunnen kennis maken met de Zuilichem sche; Burgerwacht. Meestal beslaat deze kennismaking uit enkele beleefdheden ne teilen van poetsdoozen, enz. Spr. wenscht de Zuilichemsche Bur gerwacht met het tot stankomen van dit gebouw hartelijk geluk. Moge dit gebouw niet alleen dienen voor oefe ningen, maar ook en vooral om de geest van saamhoorigheid aan te kwee ken. Dit vooral is in deze tijden noo- dig. Ik heb gezegd." De Voorzitter, den heer Benckhuijsen, verzoekt hierna den Burgemeester, het eerste schot te willen lossen en alzoo hiermede dit gebouw in gebrnik te nemen. Na het klinken van het schot stijgt onder de leden een „hoera" op. De Burgemeester dankt d. hr. Hobo. aannemer te Nederhemert, welke dit lokaal heeft gebouwd, voor zijn prach tig werïc, dat hij heeft geleverd. Hierna kwam de Burgemeester nog met een verrassing en hield daarbij de navolgende toespraak: Excellentie, Zeer Geacht Bestuur van! de Zuilichemsche Burger wacht, waarde Vrienden. Toen mij eenigen tijd geleden in ver trouwen ter oore kwam, dat bij Uw Bestuur het voornemen bestond, om een onderscheiding aan te vragen bij den Nederlandschen Bond van Burger wachten ten behoeve van Uw mede lid en bestuurslid, P. C. de Geus, heb ik terstond gaarne mijn sympathie voor die jx)ging geuit, en het verheugde mij dan ook uitermate, toen ik kort daar op mocht vernemen, dat het verzoek was ingewilligd en bij besluit van 26 September 1931 hem het Kruis van Verdienste werd toegekend. Van den Bond ontving ik verder be richt, dat deze het op hoogen prijs zou stellen, indien ik bij de opening der schietbaan dit eere-teeken op plech tige wijze zou willen uitreiken. Hoe wel ik aanvankelijk meende, dat zulks meer op den weg van den Commandant lag, heb ik natuurlijk aan zijn uitdruk- kelijken wensch, dat ik dat zou doen, graag gevolg gegeven, vandaar mijn aanwezigheid te dezer plaatse. Doch ook zonder dat, zou ik het zeer op prijs gesteld hebben de opening van deze nieuwe schietbaan en de uitrei king van het Kruis bij te wonen, te jneer nog nu ook de Inspectie der Burgerwachten te Utrecht hare zeer gewaardeerde belangstelling heeft ge toond en Generaal Koster deze plech tigheid wel met zijn tegenwoordigheid heeft willen vereeren. Het was mij bekend, dat de Zuili chemsche Burgerwacht reeds lang den wensch koesterde, om een eigen sch'et- baan te bezitten. In den beginne werd die wensch nog slechts heimelijk ge uit; gaandeweg echter rijpten de plan nen tot vervvezelijking. De ver afge legen schietbaan te Zalt-Bommel en de dikwijls ongunstige weersgesteldheden vormden maar al te vaak ernstige be zwaren, om de schietoefeningen aldaar geregeld bij te wonen. Ik zal momenteel niet de wensche- lijkheid van een goede en parate Bur gerwacht, waar de Burgemeester, ter eventueele handhaving van het wettige gezag, op kan steunen, gaan omschrij ven; trouwens dat behoef ik immers ook voor de leden alhier niet te doen. Door de royale en loyale daad van De Geus, om geheel belangeloos een gunstig gelegen terrein voor een schiet baan en vergaderlokaal beschikbaar te stellen, werd de oprichting daarvan mo gelijk gemaakt. Van zekere zijde wer den weliswaar nog z.g. bezwaren opge worpen, doch deze waren zeer gezocht en niet steekhoudend. Nu tenslotte U ader wensch werkel jkheid is gewor den en de schietbaan er is, breng ik met uitschakeling van mijzelf gaarne hulde aan hen die door hun offervaardigheid en bijdragen de verde re uitvoering hebben mogelijk gemaakt, en verheugt het mij dubbel dat bij deze gelegenheid aan Uw lid! P. C. de Geus, ci; zi:h ste:d; een krachti; ei ijverig lid van de Burgerwacht heeft betoond, een eereteeken mag worden toegekend. Mijnheer de Geus, van ganscher harte wensch ik U hiermede geluk en spreek den oprechten wensch uit, dat dit Kruis van Verdienste nog lange jaren Uw borst, en het brevet Uw kamer mag sieren, en Uwe kinderen later trotsch mogen zijn op deze eereteekenen, thans aan hun Vader geschonken. Ik eindig met de beste wenschen uit te spreken voor den bloei van de Zui lichemsche Burgerwacht, voor haar ijve rig Bestuur en haar trouwe leden. Thans zal ik het genoegen hebben aan het verzoek van den Bond van Burgerwachten te voldoen en het eere teeken aan den Heer De Geus uit te reiken." Hierna wordt den Heer de Geus in ovatie gebracht. De Burgemeester wenscht de Heeren verder een pret ige avond en sluit deze vergadering met een „Leve de Koningin." door W. G. DE WAARD Werkendam, Vice Voorzitter van den Noordbrabantschen Waterschapsbond. Daar de belangstelling voor den Noordbrabantschen Biesbosch steeds grooter wordt, is het niet ondien stig eenige artikelen te wijden aan deze zeer karakteristieke streek, ten einde de bekendheid van dit gebied nog te vergrooten, op welke meer dere bekendheid de Biesbosch onge twijfeld aanspraak mag maken. Onder den Noordbrabantschen Biesbosch wordt verstaan, dat ge deelte van Noordbrabant, dat in groote lijnen aangegeven, wordt om spoeld door Nieuwe Merwede ten Noorden, de Amer en Bergsche Maas ten Zuiden en Het Hollandsch Diep ten Westen. In November 1421 is dit gebied, toen bekend onder naam van Groo te of Zuidhollandsche Waard door den Sint Elisabethsvloed geheel over stroomd en verwoest en de geschie denis zegt, dat ongeveer 70 dorpen zijn ten ongergegaan, in hoeverre dit op een fabel berust is niet bekend, maar merkwaardig is wel, dat bijna nooit bij gravingen of uitdiepingen ter plaatse, sporen van de vroegere dorpen worden gevonden, alleen het huis „de Merwe" althans enkele muurklompen hiervan, doet de her- hinnering aan dezen noodlottigen No vemberstorm in 1421 levendig hou den. De tegenwoordige Biesbosch, die door den mensch in stukjes en brok jes, wederom op den waterwolf is veroverd, doet nagenoeg geen over eenkomst zien met den tijd van voor 1421, zelfs de toen bestaande dij ken, zijn vrijwel geheel verdwenen. Thans is de Brabantsche Biesbosch een groot gebied, dat ongeveer 10.000 hectaren bevat, bestaande uit water, slikken, rietgorzen, nog een klein gedeelte biezengorzen. weide, en bouwpolders, de vele killen en gaten, voor de waterberging met de daar langs gelegen rietgorzen en grienden, geven juist aan deze streek een zeer bijzonder aspect, en is. voor al in den zomer voor den waren na tuurliefhebber een „el dorado". De Biesbosch werd omstreeks 186; aan Noord en Noordwestzijde afge sloten door den bandijk langs cle toen gevormde Nieuwe Merwede. de ze bandijk loopt vanaf Werkendam naar de Deeneplaat, daardoor kon het water van de Merwede. de Maas. en de Waal niet geheel vrii den Bicsbosch meer instroomen, en brak voor deze streek een andere periode aan. De Bandijk heeft een zoodani ge hoogte, n.l. 3,50 tot 4 M. plus N.A.P., dat overstrooming door stormvloeden nagenoeg is uitgesloten. Toen eenmaal een grootere beveili ging was ontstaan werden langza merhand de hoog genoeg gelegen cultuurgronden omdijkt, teneinde de ze gronden naar den aard hunner gesteldheid en structuur te gebrui ken voor bouwland of weiland, met dat gevolg dat van lieverlede talrijke vruchtbare polders ontstonden. De lage „platen" werden langzamer hand, wanneer de aanslibbing voor een voldoende hoogte boven de mid delbare eb had gezorgd, door be planting met riet en biezen, gevormd tot riet of biezengorzen, hierdoor wordt de samenstelling van den grond verbeterd, en de aanslibbing bevordert. Is de aanslibbing op die gorzen van dien aard, dat de hoog te komt op ongeveer 80 cM., plus N.A.P., dan is het wenschelijk, de gorzen om te zetten in griendland, dan worden om die geschikte per- ceelen lage grienkaden aangebracht teneinde het veelvuldige volvloeien te voorkomen, hetgeen, vooral in den groeitijd van het griendhout zeer nadeelig is. Is tenslotte de aanslib bing van dien aard, dat de gronden door hunne hoogte zich ook niet meer leenen voor goede griendcul- tuur, dan volgt een volledige beka- ding van voldoende hoogte, en wor den bouw- of weipolders gemaakt, deze polders zijn over 't algemeen zeer vruchtbaar, mede door de laag humus, die in den loop der tijden door het afvallend blad van de riet planten en van het griendhout, in den grond is terecht gekomen. De hoogte der polders varieert van 0.40 tot 1 M. plus N.A.P. De omkade bouwpolders liggen voor het groot ste gedeelte, evenals de gorzen en grienden rondom in het water, uit zondering vormen verschillende pol ders onder de gemeente Werkend- dam, en Dussen, die met de vaste wal verbinding hebben. De eerst be doelde groep vormt bii hooge storm vloeden een reeks eilanden in een a.h.w. woelige zee, de golven beu ken met geweldige kracht tegen de kadelichamen, die het zwaar te ver antwoorden hebben. Is dus de sa- stelling dezer kaden niet van deug- delijken aard, dan zijn groote door braken, die groote financieele offers vragen hiervan het gevolg, daarbii komt nog, indien zand in het kade lichaam is verwerkt, bij doorbraken dit zand over de vruchtbare cultuur grond zich verspreidt, het afruimen van dat zand gaat met groote uit gaven gepaard, terwijl de kwaliteit van den grond er niet op verbetert, tegenwoordig wordt dan ook bij de inpoldering wel degelijk gelet, dat men de dijklichamen zooveel moge lijk van klei maakt, waardoor de ste vigheid aanzienlijk/ wordt verhoogd, ook aan de profiels der bekadingen wordt groote aandacht besteed, bo vendien worden die gedeelten, wel ke het meest van den golfslag heb ben te lijden bezet met groote bezalt steenen, dat het gewenschte resul taat hiermede is bereikt blijkt wel uit de betrekkelijk weinige doorbra ken van omvang, die zich thans voor doen. Men treft in den Biesbosch na genoeg uitsluitend groot grondbezit aan, hetgeen méde verklaart woreït door de geïsoleerde ligging en de risico's. De bedrijven zijn bijna al le pachtbedrijven, met uitzondering van de eigendommen van de Dordt- sche Landbouwonderneming, de Wer- kendamsche Landverbeteringsmaat- schappij, Steenenmuur, Gijster en Heenplaat en nog enkele andere, die ook door de eigenaren zelf worden geëxploiteerd. De grootte der bedrij ven varieert van 40 tot 150 H.A., terwijl nog enkele grootere bedrijven zijn te noemen, zooals de Annapolder c.a. Het grootste gedeelte der bedrijven bestaat uit bouwland (in de laatste crisisjaren is echter veel bouwland weiland omgezet), de bedrijfsleiders of pachters wonen met een paar vas te knechts op de boerderij, welke op een heuvel is gebouwd, eveneens zijn de volkskeeten op heuvels ge bouwd, hieruit spreekt wel duidelijk de angst voor volstrooming der pol ders. De producten welke in hoofd zaak worden verbouwd zijn suiker bieten, die voor het grootste gedeel te in de Coöperatieve suikerfabrie ken worden verwerkt, tarwe, haver, koolzaad, vlas, erwten, terwijl in den laatsten tijd ook wordt begonnen met den teelt van fijne zaden, zooals spi- naziezaad, blauwmaanzaad, mosterd en radijszaad. De verbouw van vlas is in de laatsten twee jaren, door de abnormale lage prijzen, bijna ge heel verdwenen. Het gebruik van hulpmeststoffen naast de stalmest is op de meeste bouwbedrijven noodza kelijk, teneinde de productie op te voeren. De voornaamste hulpmeststof fen welke worden gebruikt zijn su- perphosphaat, chilisalpeter, zwavelzu re Ammoniak, en tegenwoordig ook Thomasslakkenmeel. De bedrijfsleiders en pachters wo nen zeer geisoleerd, velen kunnen al leen per vaartuig hun polder verla ten, toch is hun leven niet zoo een tonig, als het den eersten opslag lijkt, het mooie landbouwbedrijf be zorgt hun de noodige afwisseling, en neemt hun geheel in beslag. Des avonds kunnen zij na volbrachten dagtaak tegenwoordig nog eenige oogenblikken van de radio genieten terwijl zij meestal vroeg ter ruste gaan, want des morgens moeten zij weer vroeg present zijn, in den zomer b.v. om vier of vijf uur, voor deze groep der samenleving bestaat geen 48 urige werkweek (zou de stad hier aan niet eens een voorbeeld nemen). De noodige levensmiddelen, voor zoover die niet op het bedrijf worden verbouwd, worden door middel van z.g. winkelbooten uit de naburige dorpen, bezorgd, terwijl de post per motorboot voor 't dageiijksche nieuws zorgt. Telefoonverbindingen komen alleen daarvoor waar de aanleg geen buitensporige kosten vergt en blijft daardoor alleen bepaald tot die be drijven, die onder de gemeente Wer kendam behooren, deze zijn dan ook nagenoeg alle aangesloten. De vele arbeiders op de landbouw bedrijven noodig voor de bewerking der gronden en de producten ver blijven den geheelen week op den polder in de volkskeeten, die zeer sober en primitief zijn ingericht, mee stal in het midden een open vuur. en aan de zijkanten de kribben, waar in stroo en bultzak slaapgelegenheid verschaffen, het vuur wordt gestookt met z.g. struiken, dat zijn de oude struiken uit de grienden, die bij den hak worden uitgerooid, omdat daar op geen goed of voldoende griend hout meer groeit. De arbeiders ko men 's Maandagscnorgens per vaar tuig en vertrekken weer Vrijdagsmid dags of Zaterdagsmorgens hetgeen afhankelijk is van het getij. De ver diensten zijn over 't algemeen niet hoog en wel in het gewone daggeld werk f15.a f 16.terwijl in aan genomen werk aanmerkelijk meer verdiend kan worden. De boerderijen, welke met den vas ten wal in verbinding staan, zijn na tuurlijk ver voor bij de hierbovenge- noemde bedrijven, de bewoners en ook de arbeiders kunnen hier van hun fiets gebruik maken, om bood schappen te doen, of om zich huis waarts te begeven. De afwatering der polders in den Biesbosch geschiedt voor het groot ste gedeelte langs natuurlijken weg. het water in de slooten vloeit doop duikers bij ebstand op de buitengaten en killen af, enkele poldergemalen treft men aan en wel op Gijster en Heenplaat, het Middelveld, Steenen muur, Dooyemanswaard, Kijfhoek. Hoogenpolder en Bloemplaat, waar ruwoliemotoren ervoor zorgen, dat het overtollige water kan worden weggemalen. Een uitzondering op de gunstige afwatering vormt wel het Oostelijk deel van den Biesbosch, dit 1 zijn de polders gelegen langs de Bergsche Maas. Het valt hier op, dat men er nagenoeg geen bouw land aantreft, doch hoofdzakeliik wei en hooiland. Door het graven van de Bergsche Maas en de ontwate ringstoestanden van deze gronden er nog op verslechterd, om aan deze toestand eenigszins ten goede te ko men heeft het Rijk gesticht een Rijkselectrische bemaling aan de Vierbanschen sluis, met een bema lingsoppervlakte van ongeveer 3912 Hectaren (een aanzienlijke oppervlak te van dit bemalingsgebied is gele legen in het Land van Altena). Hier door werd de toestand wei iets ver beterd, maar een voldoende ontwa- des te meer, daar de centrale eerst tering werd niet tot stand gebracht, dan m werking werd gesteld, wan neer te stand van de Maas te Grave een zeker hoogte heeft bereikt, hier springt al dadelijk in het oog, dat met overtollige regenval niet vol doende rekening is gehouden. Geen wonder dan ook, dat er zich een Commissie zich heeft gevormd, om er bij het Rijk op, aan te dringen deze bemalingsinrichting aan een of ficieel lichaam, men zou in dit ge val kunnen spreken van een bema lingswaterschap, over te doen, waar voor de Regeering een zeer aan zienlijke uitkeering aan dat bedoeld lichaam verstrekt, doch dan moet het malingswaterschap zelf voor meer af doende bemaling voor het betrokken gebied zorgdragen. De verschillende polders aan de Maas bezitten elec- trische pompstations, die vanuit de genoemde Cjpntrale aan de Vierban schen Sluis worden bediend, bii het oorspronkelijke plan zouden 23 sta tions worden opgericht, doch 2 sta tion werden niet gesticht, en wel 1 op den polder Boerenverdriet, om dat de eigenaar van dezen polder eerst wenschte te aanschouwen, of werkelijke nadeelige invloeden op de ontwatering zich zouden voor doen, terwijl eveneens verviel het station gedacht voor den Pascalispolder, hier deden zich bezwaren voor met den grondaankoop, zoodat in totaal wer den opgericht 21 stations. Intusschen zijn reeds een drietal pompinstallatie door de eigenaren overgenomen, waarvoor het Rijk een vergoeding heeft gegeven, en wel de bemaling van den Grooten Bouw- polder, Verschure's polder en Wes telijk Snijderspoldertje, De eerstge noemde polder heeft thans een Ruw- oliebemaling een „Deutz" motor met centrifugaalpomp, zorgt ervoor, dat het water op een Laag peil blijft, met het gevolg, dat men hier het weiland met zeer goed gevolg heeft omgezet in bouwland. De opbrengsten van het bouwland waren verrassend, terwijl zelfs de wa terstand zoo laag kon worden gehou den, dat drainage kon worden toe gepast. Eb en vloed spelen in den Bies bosch een zeer belangrijke rol, bij eb loopt het water zoo laag weg, dat ervan scheepvaart geen sprake kan zijn, de vele zandplaten komen boven, en hier en daar treft men een zeer smal geultje aan, waardoor nog een kleine hoeveelheid water af stroomt, alleen bij opkomende vloed kan de scheepvaart weer ongehinderd plaats hebben. Het vloedwater wordt door vier hoofdwegen den Biesbosch ingestuwd en wel aSpijkerboor, Steurgat. Werken dam, daar geeft een schutsluis ver binding met de Nieuwe Merwede. b. Spijkerboor, Bleek en Oostkil naar Nieuwendijk. c. Het gat van de Visschen Noor derklip, Steurgat, Werkendam. d. Het gat van de Visschen. Gat van den Hardenhoek, Spieringsluis, daar geeft een schutsluis verbinding met de Nieuwe Merwede. (Slot volgt.) De lucfi e in ade^ CAPELLE. Tot bestuurslid der Coop. Stoomzuivelfabriek „De Toekomst" alhier, is herkozen de heer J. v. Beek en tot commissaris de heer A. Stam. WOUDRICIIEM. Gedurende het tijdvak 20 tot en met 26 November jl. werden aan de vischmarkt alhier, geen zal men aangevoerd, doch r schotje, hetwelk f 0,90 opbracht. Besteed werd voor baars 17 cent en voor voorn 7 tot 9 cent per pond. Gedurende de maand Novem ber jl. werden voor den Vleesch- keuringsdienst ter keurig aangege ven 5 koeien, 36 varkens en 3 kal veren. WASPIK. Door den heer J. Smits is met ingang van 1 Januari ontslag genomen als lid van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur. ZUILICHEM. Op 1 December j.l. stonden bii de Arbeidsbemiddeling alhier, in geschreven 53 werkeloozen. —O— 25, 45 en 65 ets.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1931 | | pagina 6