Oil Rimer Rett uil l dioden Zielssmarf. Uitgave: Firma L. J. VEERMAN, Heusden. No. 5197. Woensdag 3 Februari 1932. FEUILLETON. m" Wybert Binnenhuid, ^ND van altek* Dit blad verschynt WOENSDAGMORGEN en VRIJDAGMIDDAG. Abonncmtntsprys: per 3 maanden f 1.25, •n franco per post beschikt f 1.40. Afzonderlijke nammers 6 cent. Int. Telefoon no, 19. Postrekening no. 61525. Advertentiën van 16 regels 90 cent. Elke regel meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 nar en Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. Bond van Nederlandsche Onderwijzers Te Waalwijk vergaderde 30 Jan. j.l. de afd. „Langstraat' van den Bond van N. O. Om 2 uur opende de voorz. deze vergadering met een terugblik op 't aftreden van denalg. voorz. den heer Lamers; een be schouwing over de fusie-inleidingen op de congressen van het Genoot schap en den Bond v. N. O., en dito •ver de aansluiting van den Bond bij het N.V.V. „Met Lamers verdwijnt uit ons Hoofdbestuur een der oude strijders voor den Bond, het onderwijs, het «ederlandsche kind". Gedurende 30 jaren streed hij, als LI. B.-lid voor zijn, voor onze idealen. Altijd was hij met den Bond een geheel. Zijn zwa re, verantwoordelijke taak heeft hij steeds met waardigheid, bekwaamheid en ernst vervuld. Dag en nacht heeft hij in sommige periodes gewerkt. Overal en altijd, deed hij zich ken nen als de bekwame strijder, de scherpe debater. Wij hebben Lamers leeren zien, als den juisten man op de juiste plaats. In de zaken, die binnenskamers moesten behandeld worden, was hij de knappe advocaat. Als leider naar buiten was hij de man, die altijd pre cies wist, wanneer optreden noodig was, en met overzettelijke taaiheid volhield. Voor de autoriteiten was deze La mers geen sympathieke figuur, maar onzen dank heeft hij dubbel en dwars verdiend. Het werk van den bestuurder, voor al van een bezoldigden is zwaar. Voor de tweede maal ziet Lamers zich ge- *oodzaakt zijn taak neer te leggen. Een looden last zal van zijn ver moeide schouders zijn weggenomen. Grooten dank verdient hij, voor 't groote en mooie werk, door hem in meerdere functies verricht, in 't belang van de verheffing van ons onderwijs en de leerkrachten daar aan verbonden. Lamers is uit het Bondsgestoelte verdwenen, maar in de harten der Bondsonderwijzers be houdt hij zijn plaats, 't Ga hem goed in zijn verdere leven". Komende tot de fusiekwestie, merkt spr. op, dat de fusie-kwestie van 't Gen. zich niet beperkt tot den Bond van N. O., maar dat in 't H.- Bestuur van 't Gen. ook een stroo- ming bestaat, eveneens met de Hoof- Naar het Fransch. 3> 36.) Zelden, zeer zelden. Er gaat geen jaar voorbij of de justitie vergist zich, mijnheer. Dat weet gij evengoed als ik. Enkele dier vergis singen maken, wanneer zij aan den dag komen, veel schandaal. Andere, van minde rbelang blijven voor het publiek onbekend. Dat is overdreven Gerard. Gij zijt dus van de schuld van Haudecoeur overtuigd mijnheer Demarr, gij, die hem verdedigd hebt? Ik ben er van overtuigd. Gerard zweeg eenige oogenblikken en zeide toen zacht: Daaraan was het dus, zooals de dagbladen schreven, dat uwe verwar ring gedurende het pleidooi is toe te schrijven? Die man was wellicht gered, wanneer hij door een advokaat was verdedigd die aan zijn onschuld geloofde. Jean antwoordde niet. Gerard had hem gekwetst. Bovendien, vervolgde de jonge ling, zal'u de belangstelling, die Haude coeur bij mij heeft opgewekt, wel niet verwonderen, want zelfs de belangstel denver. te fuseeren. Hij herinnert aan de verklaring van den vertegen woordiger der H. Ver. ,,'t Verneugt ons, dat Gen. en H. Ver. meer en meer één worden", op 't Congres van 't Gen. te Deventer, waar R.'s ie voorstel tot fusie met den Bond v. Ned. Ond. de kans op in bespreking komen benomen werd. Spr. volgt hierna op de voet de uitvoerige fusierede van R. gehouden op 't Tielsch congres van het Gen. Deze fusie-rede werd door de vele, opzettelijk ingelaschte vinnigheden je gens den Bond v. N. O. een ruzie rede met begeleiding van applaus, waardoor de schijn werd gewekt van een fusiecomedie. Een vooraanstaand lid in 't Gen. zag zich op dit congres genoodzaakt te verklaren „Aan 't applaus na die rede van R. heb ik niet mee kunnen doen, want deze heeft het voorstel niet aan bevolen, maar finaal bestreden; we staan verder dan ooit van de fusie af, want R. sprak over dingen, waar over men nu niet moest spreken, o.a. over kritiek op den Bond v. N. O. Begrijpelijkerwijs, zegt spr. is ook op ons Bondscongres te Rotterdam te Rotterdam dit eigenaardige fu sie-aanbod ter sprake gekomen. Een onzer leden, die 't congres in Tiel had bijgewoond, heeft er op gewe zen, dat de verdediging van dit voor stel door den fusie-vader meer was een bestrijding van onzen Bond dan een aansporing tot fusie. De schuld van de eventueele mislukking werd daar reeds op onze schouders ge legd en daartegen protesteerde hij, want de wijze, waarop het" Gen. met de plannen gekomen is, maakt die organisatie bij voorbaat tot schuldige bij mislukking. Hier begint hetl "W VoorkomGorgel droog In de Openingsrede op ons Rot- terdamsch congres zei de wnd. voor zitter J. van der Sluijs: „Ik mag niet nalaten hier een en kel Avoord te zeggen over de uitnoo- diging van het Gen. om aan de con ferentie-tafel plaats te nemen, ter be spreking van de fusie. De verdediger van deze gedachte op het congres te Tiel wist niet beter te doen, dan met een bewonderens waardige virtuositeit een uur lang alle zoogenaamde slechtheden van den Bond te etaleeren. Het leek ons een eigenaardige methode, maar hij achtte dit blijkbaar de beste manier, om de afgevaardigden van de nood zakelijkheid van fusie te overtuigen en wij willen het eerlijk toegeven de uitslag heeft hem in 't gelijk ge steld. Wij herhalen: 't lijkt ons een vreemde manier, maar wij zullen daarover hier verder geen woord zeggen. Wij hopen en vertrouwen, dat bij de komende conferenties het hoofd bestuur van het Gen. blijk zal ge ven, deze ernstige zaak te kunnen be handelen, niet als de inleider op het Tielsch congres, maar op een wijze die past aan serieuze bestuurders van een groote vereeniging en die in over eenstemming is met de onderwijs- en onderwijzersbelangen, die ermee gemoeid zijn". Mede in verband met de toetre ding van het Ned. Ind. Ond. Gen. tot het "Beroepssecretariaat der On derwijzers, hetwelk op het standpunt van het Intern. Vak Verbond staat, wijst spr. op de beteekenis van de aansluiting van den Bond v. Ned. Ond. bij het N. V. V. De B. v. N. O. heeft ingezien, dat wij alleen het verliezen tegen Minister De Geer, tegen Minister Terpstra; andere vak- vereenigingen, hoofd- en handarbei ders stonden tegenover hun betaals- heeren in dezelfde machtelooze po sitie. Gezamenlijk hebben wij in het N. V. V. een macht gevormd, die de reactie kan en zal breken. Wij weten niet, of dit zal zijn in de naaste of in de verre toekomst. Dat zal afhan gen o.m. van u. In dezen strijd van macht tegen macht is ons aller taak de uitbouw van onze organisatie, de groei van onzen - Bond in versneld tempo. Toetreding tot onze grootste en machtigste vakver. bij het Openb. Onderwijs, dat is de beste fusie." Ten slotte uit de voorz. den wensch, dat in dit ingetreden jaar, school en corps mogen bewaard blijven voor wet worden van het ramp-ontwerp Terpstra, en dat allen als overtuigde Bondsleden hun beste krachten zul- geven voor den bloei van het open baar onderwijs. De notulen en 't jaar verslag van den secretaris worden onder dankzegging goedgekeurd. Uit 't verslag blijkt toenemende be langstelling voor de vergaderingen, vermeerdering van hét ledental, on danks normale afschrijvingen en meedoen aan alle protest-meetings en congressen, uitgaande van Bond A. C. O. P. N. V. V. en Comité Terpstra. Onder de ingekomen stukken, is het materiaal van het Bureau voor ling van mijn moeder heeft hij opge wekt. Drie jaren zijn na die droeve gebeurtenis reeds verloopen, maar de herinnering er aan is mij nauwkeurig bijgebleven. Ik herinner rhij nog zeer goed, hoe mijn moeder beweerde, dat mijn vader zich zelf van het leven be roofd had dat zij aan den moord' op mijn vader volstrekt niet wilde geloo- ven. 'tWas natuurlijk, dat zij belang in Haudecoeur stelde en heeft zij dat niet duidelijk bewezen? Wat voor vreemds is er dus in, dat ik mij' na drie jaren slechts verontrust over het lot van dien ongelukkige! Ik volg het voorbeeld van mijn moeder, die een verdediger voor hem koos. Ik volg het voorbeeld van mijn stiefvader, die hem verdedigd heeft. Een plan als bij u Gerard, dat slechts in woorden bestaat, is wel pla tonisch! Geduld mijnheer. Op de Poly technische school kon ik mij weinig met deze zaak bemoeien. Ik dacht er slechts aan. Maar nu ik vrij ben, zal ik trachten mijn plannen ten uitvoer te brengen. Wat zijn je plannen, mijn zoon? vroeg Margaretha op bevenden toon. Mijn plannen heb ik nog niet ge reed, maar zoodra dit het geval is, zal ik u er van in kennis stellen. Vergun mij vooraf, dat ik u nog een vraag doe. Spreek! Voorheen hebt gij aan de onschuld van Haudecoeur geloofd uwe daden hebben het bewezen gelooft gij er nog aan? 't Hart van Margaretha bonsde luid en zij vreesde te zullen bezwijmen. Wat moest zij antwoorden? Jean Demarr, die door een onver klaarbare ongerustheid was aangegre pen, zag haar aan. Zou zij den moed hebben, den man, die onschuldig was, omdat zij zich schuldig waande, zou zij dien opnieuw voor haar zoon kunnen beschuldigen? Maar als zij hem niet beschuldigde, als zij ronduit verklaarde, dat zij aan zijn onschuld geloofde, zou Gerard dan niet alles beproeven om de waarheid te ontdekken? En wie weet of hem dit niet gelukte! Wellicht zou hij zijn moeder verdenken, verschrikkelijk! Door een enkel woord zc« zij dit kunnen verhinderen: „Haudecoeur is schuldig!" Als zij dit tot Gerard zeide, zou deze ongetwijfeld voor haar over tuiging zwichten. Maar zij durfde dit niet. Zij gevoelt, dat haar misdaad reeds groot genoeg was, daar zij dien on schuldige had laten veroordeelen. Wat kon haar de toekomst ook sche len! Als Gerard, in de verwezenlijking van zijn droom, de waarheid ontdekte, was het nog tijd genoeg voor Marga retha om te sterven! En vastberaden antwoordde zij, hoe wel haar stem eenigszins beefde: Mijn overtuiging is dezelfde gebleven. Gij gelooft dus, dat die arme man mijn vader niet vermoordt heeft. Kinderbescherming, omvangrijk en van groot belang, zoodat aan de kwestie schoolvoeding en -kleeding een aparte bespreking zal worden ge wijd. Het N.V.V. wijdt eveneens zijn aan dacht aan deze kwestie en schrijft in haar orgaan o.m.: Het Bureau voor Kinderbescher ming, de uit onze Bond van Neder- landsche Onderwijzers voortgekomen stichting, heeft er o.i. een buitenge woon goed werk mee gedaan, om zich juist in deze tijd met het vraagstuk der organisatie van de schoolvoeding en -kleeding bezig te houden. De druk dezer tijden immers komt voor een belangrijk gedeelte neer op het kind van de door de malaise en de daaruit voortvloeiende werkloosheid getroffenen. Slecht gekleed en on voldoende gevoed bezoekt een steeds grooter wordend aantal kinderen de school. „En... wat geeft opvoeding, als de voeding op is". Zooals bekend geacht mag worden, geeft art. 36 van de Leerplichtwet aan de gemeentebesturen het recht, gelden uit te trekken voor voeding en kleeding van schoolgaande kinde ren voor voeding een onbeperkt be drag, voor kleeding een maximum bedrag van f 20,per jaar en per kind. Het Bureau voor Kinderbe scherming nu heeft, ten einde de bemoeiingen van gemeentebesturen en andere lichamen te stimuleeren in het laatst van 1931 een onderzoek ingesteld naar hetgeen op dit ge bied reeds in ons land wordt gedaan. Een uittreksel uit de resultaten de zer enquête, welke er speciaal op ge richt was, een overzicht te krijgen van de kosten en de organisatie van deze vorm van kinderbescherming ligt thans voor ons. Het fin. beheer van den penning meester wordt onder dankz. goedge keurd. Ten einde bij het meedoen aan acties niet fin. gehandicapt te worden, wordt de contributie gewij zigd. Tevens wordt besloten, de stich ting van den Bond te Lunteren „Het Herstellingsoord" extra te steunen. Liet Bestuur wordt bij acclamatie herkozen. Hierna, bij de rondvraag nog even geanimeerde discussie, waarna sluiting der verg. door den voorzitter. DE TREINAANSLAGEN. IJzeren paal op de rails gevonden. Zaterdagavond ongeveer 10.30 uur heeft een wegarbeider der spoorwe gen, aldus wordt aan „De Courant" gemeld, ter hoogte van de eerste signaalpalen van het station Best tusschen Best en Boxtel een zwaren ijzeren paal op de rails gevonden, die er dwars overheen lag. Terstond verwijderde hij het obstakel, dat 'n ongeveer 3 M. lange rail bleek te zijn, waaraan een gegoten ijzeren bord is bevestigd, waarop aankondigingen als „Halt" en „...K.M." worden aan gegeven. Deze zijn aangebracht bij eiken spoorbaanoverweg. De paal in kwestie is bij den over weg, die zich op ongeveer vijf en twintig meter afstand bevindt van de plaats, waar het voorwerp werd aangetroffen, uit den grond gerukt. De moeilijkheden, die dit uitrukken moet opgeleverd hebben wijzen er op, dat het hier geen kwajongensstreek betreft. Een groot geluk in dit geval is de omstandigheid, dat de paal op dat spoor was gelegd, waarover het verkeer Boxtel gaat. Op dit traject passeert om 9.50 uur trein no. 193, de sneltrein, die de laatste groote verbinding vormt tusschen Noord- en Zuid-Nederland. Deze trein, die vooral Zaterdags zeer veel menschen vervoert, heeft geen enkele hindernis ontmoet. Van dit tijdstip tot 11.15 uur passeert geer» trein meer in die richting; eerst dan volgt weer een goederentrein. Op het tegenovergestelde spoor passeeren echter, gedurende dien tijd, verschillende treinen. De euveldaad moet dus tusschen 9.15 en 10.30 u. geschied zijn. Een uitgebreid onder zoek werd onmiddellijk door de zoo spoedig mogelijk gewaarschuwde ge meentepolitie en marechaussee inge steld. Van de daders was echter geen spoor te vinden. Ook Zondagmorgen waren reeds voreg verschillende poli tie- en spoorwegautoriteiten en des kundigen ter plaatse. Het terrein van den aanslag is afgezet, ter bescher ming van mogelijke sporen. Tot op dit oogenblik ontbreekt ech ter elke verdere aanwijzing. O— ONTZETTENDE BRAND TE 's-GRAVENHAGE. Te 's-Gravenhage heeft in het café „De Lely" aan den Trekweg een ontzettende brand gewoed. Door tot nu toe onbekende oorzaak stond in enkele oogenblikken het perceel in lichterlaaie en niettegen staande de brandweer, die met groot materiaal verscheen krachtdadig en onverschrokken optrad, heeft zij he laas niet kunnen verhoeden, dat drie menschenlevens slachtoffer zijn ge- Ik ben er zeker van! 'tZou dus een groote daad van gerechtigheid wezen, hem te redden Een zeer noodzakelijke. Dat is niet alles. De schuldige moet ook nog gevonden worden! Ja, dat is de hoofdzaak! En dien moeten wij aan de justitie overleveren? Zij boog het hoofd en sloot haar oogen. 'tMoet Gerard hield zijn ha*d op voor een eed en zeide vastberaden: Nu, dan zweer ik hier voor u, moeder en voor u, mijnheer Demarr, dat ik Haudecoeur in eere zal herstel len en den schuldige zal ontdekken. Hij vertrok. 'tWas tijd, dat dit pijnlijk onderhoud een einde nam. Margaretha vreemde ieder oogenblik te zullen bezwijmen. En Jean, die haar onophoudelijk had gadegeslagen, zeide tot haar: Wat zijt ge ontroerd! Wat zijt ge bleek! Hoe komt dat? Zij vermeed te antwoorden en keerde zich haastig naar hare kamer, hoewel zij wankelde. Demarr dacht na: Telkens als men haar over Haude coeur sprak, ontroerde zij 't zweet parelt haar dan op het voorhoofd haar lippen verbleeken en haar zacht gelaat staat verwrongen en drukt ont zetting uit. Waarom? Waarom? Verscheidene nachten bracht zij in verslagenheid door. Gelukkig voor haar, dat Jean het zoo druk had en voor ge wichtige zaken bijna den geheelen dag buitenshuis was. Nu merkte hij het niet. Zij vermeed met haar zoon te spreken, of hem aan te treffen. Dik wijls kwam het voor, alsof zij haar ver stand zou verliezen. Haar gedachten- gang was verstoord. Een vloed van woorden zonder samenhang ontsnapte aan hare lippen. En zelfs het binnen treden van den een of ander legde haar het zwijgen op. Slapeloos bracht zij haar nachten door. En viel zij in slaap, dan had zij zulke verschrikkelijke nachtmerriën, dat zij da gen lang van streek was. En wanneer zij ontwaakte, vroeg zij zich met ont zetting af: Heb ik gesproken? Heb ik mijn geheim niet verklapt? Met dien verschrikkelijken angst ging zij des avonds naar bed. Hoewel zij" trachtte opgeruimd te we zen, wanneer Demarr bij haar was, be merkte deze toch dat haar iets veront rustte, maar de reden ervan kon hij niet vermoeden. Aandachtig sloeg hij haar gade. Zij bemerkte het want zij spande alles in om zich niet te verraden en 'twas een oneindige strijd, die zij streden, hij om te weten, zij om te verbergen. Hoe lang zou die geheimzinnige strijd! nog duren? Wanneer zou hij eindigen. (Wordt vervolgd.), voor Ret Laid van Heusflon bi Altenaje Langstraat en de Buiiltrv MMHHnHBeoanMMnuaflEBDaaBaee»«RaHBBH«aHaK ^nr"

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1932 | | pagina 1