Tweede Blad
Woeosdag 10 Febr.
Bij Griep
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommeierwaard.
NERGENS L
BEHOORENDE BIJ HET
- #«j
nii
VERGADERING der Kamer v.
Koophandel en Fabrieken voor de
Langstraat, gehouden op 3 Fe
bruari 1932, des namiddags half
drie te Waalwijk.
Aanwezig zijn zestien leden, van de
afdeeling Grootbedrijf zeven en van de
Afdeeling Kleinbedrijf negen leden.
Voorzitter: G. N. van Loon.
Secretaris: Mr. R. J. Th. van der
Heyden.
Nadat de Voorzitter de leden bij de
jaarwisseling zijn wenschen heeft aan
geboden, worden de geloofsbrieven der
nieuwgekozen leden onderzocht. De
commissie, belast met het onderzoeken
der geloofsbrieven,, beslist dat alle
nieuwgekozen en herkozen leden als
lid der Kamer kunnen worden toegela
ten, waarna de nieuwe leden door den
Voorzitter worden geïnstalleerd.
Vervolgens houdt de Voorzitter een
rede}, waarin een beknopt overzicht
wordt gegeven van den economischen
toestand in het district der Kamer over
het afgeloopen jaar.
De heer Jansen merkt hierna op, dat
hij het ten zeerste betreurt, in de rede
van den Voorzitter niets vernomen te
heben over den toestand van de
scheepvaart. De scheepvaart, aldus spr.,
is ook in het district dezer Kamer
zeer door de crisis getroffen en daarom
had hij verwacht daarvan in het over
zicht iets te vernemen.
De heer Verheijen is van gevoelen,
dat de Voorzitter in zijn rede den toe
stand van de lederindustrie wel wat
te gunstig heeft voorgesteld. Spreker
meent, dat ook de lederindustrie zeer
moeilijke tijden doormaakt.
De Voorzitter erkent over de scheep
vaart in dit district niet te hebben ge
sproken. Spreker is van meening, dat
de bespreking der scheepvaart hoofd
zakelijk thuis behoort in districten, waar
de scheepvaart van grootere beteekenis
is. Overigens hangt de toestand in de
scheepvaart geheel af van den gang
van zaken in de industrie en den groot
handel. Wat betreft de opmerking van
den heer Verheijen, heeft spr. zeer ze
ker aangegeven, dat de toestand van de
lederindustrie verre van rooskleurig is,
al is het dan niet geschied in sterke
bewoordingen, zooals de heer Verheijen
liever gezien had.
De notulen der vergaderingen van 21
en 30 December 1931 worden goedge
keurd. j
Tot algemeen Voorzitter werd her
kozen de heer G. N. van Loon, tot
Voorzitter van het Grootbedrijf de
heer A. I. J. Smits en tot Voor
zitter van het Kleinbedrijf de Heer
A. van Beek.
De Commissies der Kamer wer
den samengesteld als volgtCom
missie voor het Handelsregister: de
Heeren J. C. van Eijkelenburg, F.
J. van der, Reijt, H. Verheijen en C.
Vesters.
Commissie voor Verkeersbelangen
P. A. van Dongen, A. de Haan-en
C.Jansen.
Commissie voor het Jaarverslag
J. P. Elemans, A. I. j. Smits en
Ir. Th. H. C. J. Raming,
i* Overgegaan wordt tot behandeling
der ingekomen stukken.
Besloten wordt adhaesie te betui
gen aan de adressen, door de Kamers
van Koophandel van Tilburg, Eind
hoven en Breda gezonden aan den
Minister van Waterstaat inzake aan
leg van den Rijksweg TilburgEind
hoven. Eenzelfde besluit werd ge
nomen ten aanien van het adres van
den Raad der Gemeente Dongen in
zake verbetering van den verkeers
weg Oosterhout-Dongen-Tilburg.
Beide adhaesie-betuigingen zullen
geschieden in den vorm van zelf
standige adressen.
Uit ingewonnen inlichtingen is het
gebleken, dat er voorloopig al
thans geen bezwaar bestaat, dat
het station 's-Hertogenbosch met
meerdere werkzaamheden belast zal
worden, zoodat daarvan voor het ver
keer over den spoorwegovergang bii
den Bosscheveldweg geen grootere
stagnatie gevreesd wordt.
Bii den Minister van Binnenland-
sche Zaken en Landbouw zal wor
den aangedrongen, dat de publicatie
van de Maandstatistiek van den In-
Uit- en Doorvoer zooveel doenlijk wordt
bespoedigd.
Voor het in 1932 te Amsterdam
te houden Internationaal Congres
voor Wetenschappelijke Bedrijfsorga
nisatie werd een subsidie verleend
van f15.
De Kamer besloot zich te doen
vertegenwoordigen op de vergade
ring van Brabantsche Kamers ter be
spreking van sociaal- en economisch
geografische onderzoekingen in
Noordbrabant.
Van den Provincialen Waterstaat
van Noordbrabant is bericht inge
komen, dat de weg door Raamsdonk
voorkomt op het Provinciaal Wegen-
plan en derhalve in de toekomst wel
gereconstrueerd zal worden. Door af
graving van den naast dien weg ge
legen Achterstenweg zal de toegang
tot den landweg naar Keizersveer
wellicht eenige verbetering onder
gaan.
Ingekomen was een schrijven van
den Minister van Waterstaat, waarin
werd medegedeeld, dat de volgorde
van den bouw van de bruggen over
de groote rivieren nog niet is vastge
steld. Omtrent het tijdstip, waarop
de bouw van de brug bii Gorin-
chem zal worden aangevangen, kan
nog geen mededeeling worden ge
daan. Z. E. wijst er op, dat de Lang
straat door, de brug bii Zaltbommel
reeds en beh oorlijke verbinding
krijgt met Utrecht en de Betuwe, ter
wijl voor eventueele verbetering van
den veerdienst bii Gorinchem de hulp
van Gedeputeerde Staten van Noord
brabant en Zuidholland moet worden
ingeroepen.
Medegedeeld werd, dat door het
Bureau der Kamer op verzoek van
den heer A. van Beek stappen gedaan
waren, om de wederinbedrijfstelling
der Suikerfabriek „Statendam" te
Geertruidenberg te verzekeren. De
pogingen hebben echter nog geen
resultaat opgeleverd.
Door het lid der Kamer, den Heer
J. C. van Eijkelenburg, werd er op
gewezen, dat thans gelegenheid be
staat den gevaarlijken bocht tus-
schen Capelle en Waspik op te hef
fen. Besloten werd aan Gedeputeer
de Staten van Noordbrabant' een
schrijven te richten, waarin op die
mogelijkheid gewezen wordt en wo*dt
aangedrongen in deze thans af doem de
maatregelen te nemen.
Aan de vereeniging voor den Ne-
derlandsch-Zuidafrikaanschen Handel
te 's-Gravenhage werd een subsidie
toegekend van f25.
—O—
en Influenza. Rheumatische pijnen, ge
vatte KoucjeJ Hoofdpijn, Kiespijn, Aange-
zichtspyn en vastzittende HoeSt, zullen
Mijnhardt's Poeders
U spoedig helpen. Doos 45 ct. Bij Uw Drogist
IXGEZOSDEN
Buiten verantwoordelijkheid der
Redactie.
Motto: „Schoenmaker ziet wel toe
en blijf bij Uwen leest;
Daar ghij U op verstaat en
wees niet zoo gereet.
Hij dwaelt die vonnist 't
geen daer hij niet van en
weet.7' Vondel.
Mijnheer de Redacteur,
Het ingezonden stuk van „Een Sleeu
wijker" trok bij het publiek de aan
dacht om de sensatie; bij hen, die op
de hoogte van de kwestie waren, om
de onware voorstellingen.
Immers de aanhef van het stuk is
reeds onwaar; want hoe kan die
„Sleeuwijker" zich nu v e r b 1 ij d e n
dat zijn a.s. schoondochter, Mej. de
Jong, eervol ontslag wordt toegekend!
En nog fraaier wordt het als hij
schrijft: „die jongedame is m ij
v r e e m d".
En hiermede hebt gij den sleutel van
het slot, geachte lezer. Wat komt nu
de blijdschap van dien zuinigen „Sleeu
wijker" in een eigenaardig licht; wat
doet die verbolgenheid aan het slot van
zijn schrijven, als hij spreekt van het
waarachtig belang der Gemeente, ko
misch aan; om maar niet te spreken
van de verwaandheid van dien „Sleeu
wijker", die met breed gebaar alléén
de drie zetels van het College van B.
en W. bezet en zegt:
„de eenvoudigste weg was toch ge-
„weest de 2e Ambtenaar de heer
„Van den Assem die bovendien
„zijn sporen ter Seccretarie Sleeu-
„wijk wel verdiend heeft eerste
„Ambtenaar te maken. Men had dan
„geen onrecht gedaan en de heer
„Zoeter was voldoende vervangen.
„Het ging nu immers toch ook best".
Ge ziet het lezer, hij weet het! Hij
heeft blijkbaar nooit het spreekwoord
gelezen: „Schoenmaker, hou je bij je
leest", óf is hij de tolk van gepas-
seerden?"
Wij zouden hier kunnen eindigen,
maar omdat deze zaak op deze wijze
publiek is gemaakt en veel misverstand
in het leven is geroepen met minder
goede bedoelingen, willen wij nog het
volgende verklaren:
le. Er was, door het afkeuren van den
eersten ambtenaar Zoeter, die een
jaarwedde van f1000.genoot, de
vacature van eersten ambtenaar te
vervullen. Het is dus reine onzin,,
als „een Sleeuwijker" schrijft: „De
laatste (typiste Mej. de Jong) nu zal
verdwijnen en worden vervangen door
den eersten ambtenaar met een sala
ris van f1000.Het is bovendien
leugenachtig, want hij weet dat
Mej. de Jong niet vervangen wordt.
Zij was tijdelijk 3e kracht en nu
owerbodig geworden. Een besparing
va u f 400.—.
Aan die betrekking van eersten
ambtenaar had de oude Raad een
jaarwedde van f1400.tot f1800.
verbonden. B. en W. slaagden er in
haar te vervullen voor f1000.Een
besparing alweer van f400 tot f800.
2e. De tweede ambtenaar kwam niet
in aanmerking voor eersten ambte
naar, omdat als eisch door B. en W.
gesteld is: het bezit van het diploma
Voorbereidend examen Gemeente-Ad
ministratie (óf een daarmede gelijk
gestelde akte van bekwaamheid) en
studeerende voor het diploma „Cand.
Gem. Secretaris". Aan geen der beide
eischen voldeed de 2e ambtenaar en
wél de benoemde. Zoo goed was de
2e ambtenaar zich dan ook bewust
geen aanspraak op promotie te heb
ben, (omdat hij ondanks zijn elfjari
gen studietijd, geen enkel studieresul
taat bereikt heeft), dat hij geen der
leden van het College met een enkel
woord gevraagd heeft hem te willen
bevorderen van 2en tot lsten amb
tenaar.
3e. Wij moesten den 2den ambtenaar
hier in de zaak betrekken, omdat hij
achter den rug van B. en W. om
zich beklaagd heeft over „passeeren"
jj
en „negeeren.
Met dank voor de gastvrijheid,
Namens B. en W.,
W. Beukenkamp.
De Werken, 1 Febr. 1932.
O—
Geachte Heer Redacteur.
U heeft de disccussie over de z.g.
bezuiniging te Sleeuwijk nog niet ge
sloten, zoodat ik vertrouw, dat U nog
eenmaal de kolommen van Uw blad
voor mij wilt openstellen, zoodat ik de
inzender van het laatste stuk, wethou
der van 't Sant, even van antwoord kan
dienen. Hoewel de H. H. reeds officieel
mijn naam was medegedeeld, blijkens
hun mondelinge uitlating aan derden,
heb ik toch de vrijmoedigheid aan de
waarheid daarvan te twijfelen. Ik kan
niet aannemen, dat U zich tot dergelijke
handeling laat verleiden. Mag ik dat
even in een nootje onder het stukje
vernemen, opdat mijn vertrouwen in
Uw blad ongerept blijft. Ik gevoel mij
jegens mijzelf verplicht het stukje te
beantwoorden, hoewel de hatelijkheden
en beleedigingen, die wethouder van
'tSant aan mijn adres lanceert, feitelijk
geen beantwoording verdienen. Dat ik
mijn naam verzweeg onder het stukje
en vermeldde „Een Sleeuwijker", deed
ik met opzet. Op vele kleine gemeenten
n.l. kan men moeilijk personen van
zaken scheiden. Men wordt direct hate
lijk en persoonlijk. Zooiets had ik ook
te Sleeuwijk verwacht, doch zoo erg
als de inzender het maakt, kon ik niet
denken. Het is een wethouder en nog
wel iemand die tot de Geref. kerk be
hoort, onwaardig, bovendien had ik er
zelf geen aanleiding toe gegeven. Ik
haalde alleen het feit aan, zonder daar
bij aan de benoeming van den een of
ander bepaalde voorkeur te schenken.
Ook de positie van den heer v. d. As
sem liet ik rusten, al achtte ik diens
benoeming het eenvoudigst. Ik kon toch
ook niet weten, dat B. en W. bijzondere
eischen hadden gesteld, daar zulks toch
niet geschiedde bij de benoeming van
een ontvanger, welk ambt niet minder
gewichtig is en kennis van zaken eischt.
Dit alles stond buiten het cardina.e
punt en dat ik bepaald ongelijk had
is mij door het betoog van den wet
houder van 'tSant nog niet duidelijk
geworden. Z.E.Achtbare draait om de
zaak heen.
Of de heer P. B. al of niet geschikt
is, heb ik gelukkig niet te beoordeelen,
daarvoor zijn andere heeren o.a. wet
houder van 'tSant, die in zijn loopbaan
als wethouder (sedert Sept. j.l.) Blijk
baar voldoende kennis van zaken hee.'t
opgedaan. Wat in dezen tijd 'noodig
is om behoorlijk le ambtenaar te
kunnen zijn weet ik niet, wel wat noo
dig is om iemand, bekend of onbekend,
in een blad behoorlijk van ant
woord te dienen. Wat betreft het naJer
licht ontsteken inzake het staken der
betalingen, kan slechts een wethouder
uitkomst brengen. Wat mijn achterl k-
heid betreft, daarvan heb ik tot heden
aan mijn kinderen niet kunnen bemer
ken, dat hun vader aan die kwaal labo
reert. Met het laatste gedeelte a 1
schrijvers epistel zal ik mijn voorde al
doen. Wanneer ik raad in duistere za
ken behoef, zal ik mij in het vervolg
wenden tot wethouder van 'tSant, die
in het oplossen van problemen in de
Gemeentelijke administratie een bolle
boos schijnt te zijn, al zou men dat op
het eerste gezicht niet aan hem zeggen.
Wat zou een gemeente te beklagen ziin,
waar zoo iemand eens burgemeester
zou worden. Ik kan mij ook niet voor
stellen, dat te Sleeuwijk onder onsjes
worden gehouden, althans ik doe er
niet aan mede. Het zou ook niet hin
deren daar ik op gemeentelijk gebied
niets in te brengen heb, als mijn belas
ting betalen.
Ter geruststelling van den wethouder
van 'tSant verklaar ik gaarne, dat de
Heer v. d. Assem totaal buiten deze
kwestie staat en door mij van de op
stelling en plaatsing geheel onkundig
is gelaten.
Ik zeg U dank vooir de plaatsing
en ben niet voornemens op verder schr'i-
ven in te gaan, in welken vorm ook
geplaatst, doch laat de conclusie aan
Uw lezers.
Hoogachtend,
W. N. Koppers.
Sleeuwijk,, 5 Februari '32.
Wij danken den geachten inzender
voor zijn vertrouwen en geven hem de
vezekering, dat zijn naam niet door
ons bekend is geworden en wij zijn
vertrouwen dus niet hebben beschaamd.
Tot onzen spijt kwam dit ingezonden
stuk te laat voor het nummer van Vr dag.
DE REDACTIE.
DE PACHTWETTEN VERWORPEN.
De Eerste Kamer heeft de ontwerpen
tot regeling van de pacht en de pacht-
commissies verworpen, het eerste ontwerp
met 25 tegen 21 stemmen, het tweede
met 24 tegen 22 stemmen, waarbij echter
de tegenstander mr. Smeenge zich in het
uitbrengen van zijn stem vergiste.
Voor het eerste ontwerp stemden 7
r.-k., 3 v.-d. en 14 s.-d.
Tegen het eerste ontwerp stemden 6
r.-k,, 7 c.-h., 6 a. r. en 6 lib.
Afwezig waren 3 r.-k. en 1 v.-d.
O—
52. Ditg nieuws gi if Rob goeden moed. Hij
begon z'n pijnen te vergeten, en zette z'n ezel
tot grooter spoed aa n, waardoor ze spoedig de
stad bereikten. In 't midden van de stad stond
een bazar. Daar red en ze op af en keken on-
dertusschen goed toe, of ze de bandieten ook
zagen. Spoedig werd Mun moeite beloond.
53. Ze reden juist de overdekte bazar binnen,
toen Rob Madhub en diens kameraad in 't ge
zicht kreeg. Het tweetal was juist aan het on
derhandelen over de prijs voor de leeren koöer,
die op de toonbank lag. „Daar zijn ze!"
schreeuwde Rob. „We hebben ze op heeterdaad
betrapt, terwijl ze mijn eigendommen aan het
verkoopen zijn."
54. Opgewonden sprong hij van z'n ezel en
greep Abu Hassein bij de arm. „Dat is van
mij," riep hij. „Geef dadelijk hier!"
Dadelijk lieten de inlanders, die in de bazar
waren, een kwaadaardig gemompel hooren en het
begon er leelijk voor onze vrienden uit te zien.
Itieuwsblad
Wilt gij U weer frisch
i en opgewekt voelen, vrij
van slechte spijsvertering,
verstopping en de daaruit
voortvloeiende lusteloos
heid, gebruik dan Foster's
Maagpilllen.
0.65 per flacon.