Tweede Blad
Ho. 5201 WoeDsiag 17 Febr.
vermaak
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
geeft ruwe huid
verzacht hui geneest
Plaatselijk Nieuws.
brakel'.
BEHOORENDE BIJ HET
MMPJ—rwnwwI,| I»TTi
DE PROEFTUIN TE GORINCHEM
door
G. KOOTSTRA
Burgemeester der gemeente
Gorinchem, voorzitter der
proeftuinvereeniging.
In ons overzicht omtrent de werking-
van den proeftuin over 1930, hebben
we uitvoerig stilgestaan bij de vraag
in hoeverre de gronden in deze streken
met de op den proeftuin in 1929 en
1930 opgedane ervaring voor de teelt
van hoog-fijne groenten geschikt of
daarvoor geschikt te maken waren. Het
oordeel luidde toen gunstig en we kun
nen dit overzicht beginnen met te zeg
gen, dat de ondervinding, welke we in
het jongste kalenderjaar te dezen op
zichte hebben opgedaan, ons in die
overtuiging versterkt heeft. We moe
ten er aanstonds de verklaring aan
toevoegen, dat in meer dan één op
zicht veel aandacht moet geschonken
worden aan grondverbetering. Welis
waar brengt dit nog al beduidende kos
ten voor de eerste inrichting mee, maar
die keeren zeer stellig in gewone tij
den ruimschoots in de komende jaren
terug. Ook in 1931 is dit werk op be
trekkelijk groote schaal voortgezet. Ook
nu weer is een belangrijk stuk van den
tuin getweediept; daar, waar de grond
vrij lag, is een behoorlijke laag rivier
zand aangebracht. Hierdoor hoopt men
geleidelijk een dikkere laag teelaarde
en een meer bruikbaren grond te krij
gen. In het warenhuis is een on-
dergrondsche watervoorziening aange
bracht, waardoor een eind is gemaakt
aan het besproeien van de vruchten
met al de daaraan verbonden nadeelen
als het dichtspbelen en later los maken
van den grond, wat gepaard ging met
veel uitgaven aan loon en en slangen-
slijtage. Bovendien hoopt men den ge-
vreesden meeldauw er zoo niet ge
heel, dan toch gedeeltelijk mee te be
strijden. In serre I is een centrale ver
warming aangebracht, waardoor de drui
ven plm. een maand eerder zullen kun
nen worden aangeboden.
In het voorjaar is een model fruittuin
aangelegd, bestaande uit 97 vrucht-
boomen en een groot aantal bessen
en frambozenstruiken, alle van verschil
lende soorten. De boömen en bessen-
struiken zijn flink aangeslagen. Ze ge
voelen zich blijkbaar best thuis in deze
grondsoort. De aanslag van de fram
bozen liet te wenschen over, zoodat
herplanting van een gedeelte noodig
was. Dat door een en ander de tuin als
voorbeeldbedrijf in een belangrijk be
tere conditie gebracht en zeer in waar
de vooruitgegaan is, behoeven we ze
ker niet nader aan te toonen.
Met betrekking tot de verschillende
gekweekte cultures zijn wij in ons vo
rig algemeen jaaroverzicht zeer beknopt
geweest, door slechts hier en daar een
greep te doen. In afwijking daarvan
willen we, zij het ook soms eenigszins
in telegramstijl, in korte trekken daar
aan meer aandacht schenken, opdat sub
sidie verleenende lichamen, onze le
den en niet het minst de tuinders een
zoo goed mogelijk mogelijk inzicht zul
len erlangen i;n het voorbeeldbedrijf
zijnde een inrichting, welke, bij terug
keer van meer normale tijdsomstandig
heden, in geen geringe mate kan me
dewerken aan de bevordering van den
bloei en vooruitgang dezer streken.
Serre I. (In 1930 nog koude drui-
venkas). De voorculture bestond uit een
mooi gewas kropsla, „Meikoningin",
met een opbrengst van f 134.16. Daarna
werden 200 tomaten geplant, welke,
met het oog op de druiven, kort gehou
den moesten worden. Het gewas was
zeer goed en de opbrengst er van be
droeg f75.—.
Waar de druivenboomen in 1928 ge
plant zijn, daar had, den gebruikelijken
weg volgende, in 1932 de eerste vrucht
daarvan geplukt mogen worden. De
boomen ontwikkelden zich echter zoo
sterk, dat, mede op advies van den
rijkstuinbouwconsulent te Rotterdam,
besloten werd reeds in 1931 eenige tros
sen te kweeken. De Frankenthaler, jong
als de boom is, gaf een aardige vrucht.
Dat de opbrengst in gewicht belangrijk
lager zou zijn dan die van de Alicant,
wist men vooruit. De Frankenthaler
geeft eerst op het derde oog zware
trossen. In 1931 kon de boom slechts
op één oog gesnoeid worden. In 1932
zijn van deze soort druiven de zware
trossen te verwachten. Ieder goed tuin
der tracht o.a. ook met tusschen-cultu-
res uit den grond te halen wat er
uit te halen is. Evenwel men wachte
zich voor overdrijving, opdat niet het
spreekwoord, dat gewaagt van het „on
derste uit de kan en het deksel op den
neus" wordt toegepast.
De tomaten toch zetten de druiven
aan den oostkant te veel in de schaduw,
waardoor de vrucht in kwaliteit minder
goed tot haar recht kwam dan die
aan de westzijde van dezelfde serre,
welke meer in het zonlicht stond. Uit
deze serre werd 179 pond druiven ge
plukt, met een opbrengst van f40,79.
De groei van de boomen in 1931 was
zóó goed, dat bij een normaal gewas
men in 1932 500 a 600 pond hoopt te
oogsten.
Serre 2. (Verwarmde druivenkas.
Soort Alicant.)
Ook deze kas werd voor meerdere
cultures gebruikt. Er werden 10 kis
ten aardbeien gekweekt. De proef slaag
de goed. De eerste vrucht, voornamelijk
bestemd voor zieken, kon reeds 6 April
worden aangeboden. De kwaliteit was
goed. Opbrengst f 23.52. De proefne
ming zal in 1932 met 1000 planten
voortgezet worden. Als vóór-culture
werd spinazie genomen. 'tWas een best
gewas en bracht f 64.70 op. Daarna
werd een gedeelte met tomaten beplant.
Een zeer goed gewas, dat f340.95 op
bracht. De rest van de serre werd ge
bruikt voor de teelt van tomatenplan
ten of eigenlijk mede om de jonge to
matenplanten te laten afharden en aan
een lagere temperatuur te doen ge
wennen.
De eerste vrucht druiven Alicant
voldeed, wat betreft de opbrengst, de
grootte van den tros-en de kwaliteit,
ruimschoots aan de daaraan te stellen
eischen. Met den zwaarsten tros, wel
ke 3y2 pond woog, werd op de tuin
bouwtentoonstelling te Leeuwen de eer
ste prijs verguld zilveren medaille
behaald, terwijl met deze soort drui
ven als mooiste inzending eveneens de
eerste prijs verguld zilveren me
daille verkregen werd. Deze serre
bracht 335 pond druiven op, ter waar
de van f99.91. De verwachting is, dat
in 1932 de kwantiteit van deze soort
druiven tot 800 pond zal kunnen wor
den opgevoerd.
De twee serre's met een gezamenlijke
oppervlakte van plm. 640 M2, brachten
tezamen f 779.05 op.
Het warenhuis, met 750 M2 op
pervlakte is verdeeld in 8 nokken.
Het werd in den herfst bemest met
9 M3 stalmest, 25 K.G. patent-kali en
25 K.G. superfosfaat.
Vier nokken werden gecombineerd
beteeld met sla en bloemkool. Als sla
werd gebruikt „Meikoningin", een
soort tvelke zeer geschikt is voor
staandglascultuur. Ze werd tusschen 17
en 22 November 1930 uitgeplant. De
eerste kroppen werden den 23en Maart
1931, een zeer vroegen datum, gesne
den. Het diepspitten, met als gevolg
een beter gedraineerden en drogen
grond en een hoogere grondtempera-
tuur, had een uitnemende uitwerking.
Opbrengst f226.89.
De bloemkool, twee soorten, t.w.
een rij Mechelsche en de rest Kortpoot-
Remme, gekweekt in potten onder plat
glas, werd eveneens tusschen 17 en 22
November 1930 uitgeplant. De Mechel-
sche zette te vroeg kool, waardoor ze
te klein bleef. Als staandglas-cultuur
voldeed ze niet aan matig gestelde ei
schen. Ze vindt geen plaats meer in
het warenhuis. De Kortpoot-Remme le
verde prima kool, waarvan de eerste
feeds 1 Mei gesneden kon worden. Op
brengst f 132.55.
Eén nok r a d ij s, soort „Roode
broei", gezaaid in de eerste week van
Dec. 1930. Dit goede gewas werd voor
het eerst 20 Maart 1931 geplukt. Door
den slechten prijs bracht deze teelt
slechts f 13.10 op.
Eén nok raapstele n, soort gewo
ne groene, gezaaid in de eerste week
van December 1930. Een goed gewas,
waarvan de eerste pluk 31 Maart 1931
plaats had. De opbrengst, met slechte
prijzen, bedroeg f 15.45. Omdat deraap-
steel in deze streek blijkbaar geen ge
wilde groente is, zal voorhands daaraan
geen verdere aandacht worden geschon
ken. Radijs en raapsteel waren aller
minst een rendabele teelt.
T wee nokken; spinazie, soort
„Breedblad", gezaaid in de eerste wee
van December 1930. Een uitmunte/d
en door het publiek zeer gewild/ge
was, dat 20 Maart 1931 voor het'eerst
gesneden werd. Opbrengst f7CK25.
De totale opbrengst van de vóór
cultures in het warepnuis was
f 458.24.
Na de radijs, spinazie eh raapstelen
werden op 11 April, zonder bemesting,
twee soorten vóórgetrokken stoksnij-
boonen uitgeplant, t.w. „Soort Ver
meer" en „Ras Verschoor", welke beide
in kwaliteit en kwantiteit op één lijn
gesteld kunnen worden. Ze leverden
een kerngezond en bevredigend gewas,
waarvan 15 Juni de eerste pluk plaats
had. Opbrengst f256.91.
Op denzelfden grond werden voor
den tweeden keer snijboonen uitge
plant. Evenals in 1929 en 1930 waren
de uitkomsten daarvan zeer slecht. Op
brengst f33.04. Deze proeven komen
der vereeniging te duur te staan en
zullen zoolang de oorzaak dezer mis
lukking niet geheel bekend is, niet her
haald worden.
Na de kropsla en bloemkool werden
onder vijf nokken tomaten uitge
plant. Het daarvoor noodige zaad was
vooraf met ly2 pCt. kopervitriool ont
smet, wat den groei van krachtige plan
ten in de hand werkte. Tot den eersten
pluk ging het met deze tomaten ge
heel naar wensch. Daarna werden ze
helaas door den meeldauw zoo sterk
aangetast, dat de verdere ontwikkeling
zeer tegenviel. De opbrengst was
f 228.30. Totale opbrengst van het wa
renhuis f976.49 of f 1.30 per M2.
Aar dbeien. De eind Juli en begin
Augustus 1930 uitgezette aardbeiplan-
ten „Vroege Duitsche Evern", nadat
de grond, groot 640 M2, bemest was
met 4 kar stalmest, 45 K.G. superfos
faat en 45 K.G. patentkali, groeiden
uitstekend. Het werden prachtplanten,
welke 23 Maart 1931 met glas bedekt
werden. Ze leverden een best beschot
vruchten op, waarvan de eerste pluk
20 Mei plaats had. Waren de prijzen
aanvankelijk tamelijk goed, spoedig
daarna trad een sterke daling in. Totale
opbrengst f382.50 of f 1.30 per raam,
wat met gewone prijzen stellig f2.—
had moeten zijn.
Einde Juli en begin Augustus 1931
werden 1000 planten, bestemd voor bak-
cultuur om geplaatst te worden in een
der serre's en 4500 planten voor glas
cultuur, uitgezet. Eerstgenoemde plan
ten, welke veertien dagen vroeger ge
poot werden dan laatstgenoemde, groei
den uitstekend, laatstgenoemd tamelijk.
In den fruittuin werden in het voorjaar
2000 planten uitgezet. Soorten: Jucunda
Oberschlesiën, Abenstein, Moulin R
ge en Roem van Charlois. De groei
was redelijk; ze staan er vrij goed voor.
In Augustus werden uitgepoot 400 plan
ten, soort Madam Mathot en 4500 Duit
sche Evern. Van laatstgenoemde soort
zijn 1500 planten mislukt. Oorzaak: aan
houdende natte weersgesteldheid, waar
door de grond te slibachtig werd. 1931
was een slecht jaar voor het planten
van aardbeien.
Kweekkas. Gekweekt werden 2350
tomaten-, 1050 komkommer- en meloen-
planten. Opbrengst f270.58, terwijl de
planten, gekweekt voor eigen gebruik,
een waarde vertegenwoordigden van
f160.Totale opbrengst met inbegrip
der aardbeien in potten f430.58.
Glascultures. 620 ramen. In den
winter '30'31 werden geteeld: sla,
koolplanten en bloemkool, samen 16.000
stuks. 23 Maart werden 294 ramen be
stemd voor het kweeken van glasaard
beien, de rest voor komkommers en
meloenen. Voor laatstgenoemde teelt
bestond de bemesting uit: per 34 ra
men één greppel paardemest, 2.5 K.G.
superfosfaat, 2.5 K.G. patentkali en 1.5
K.G. zwavelzure amm. Tusschen 25 Mei
en 13 Juni werden de ramen van de
aardbeien weggenomen en gelegd over
de meloenen, zoodat ze slechts den
halven zomer hiervoor dienst konden
doen, waardoor de opbrengst gedrukt
werd. Toch werden nog pracht-exem-
plaren gekweekt, getuige het feit, dat
voor de mooiste inzending meloenen
op de tentoonstelling te Leeuwen de
eerste prijs verguld zilveren me
daille behaald werd. De eerste kom
kommers werden 15 Juni, de eerste
meloenen 27 Juni geoogst. Totale op
brengst f 163.88. Alle ramen werden
vooraf ontsmet met 1 pCt. formali.ie.
De meloenen bleven ziektevrij. Eén r j
gele en één rij groene komkommers
werden toch nog sterk door spint aa.i-
getast en met gehersublimeerde zua. J
behandeld, doch zonder resultaat.
Poot uien. Ongeveer 350 M-'. Eert
gewas. Opbrengst f44.47. Tusschen eJ:
een goed gewas sla, opbrengst f 0._C
per 14 M2. en spruitkool, met «iecht
half gewas. Oorzaak natte zomer en
door het schoonhouden der uiea te
vastgeloopen land.
Stoksnijboonen. 1150 M*. Soor
ten Ras Verschoor, Soort Vermeer en
Verbeterde Veensche. Bemesting per
14.28 M2 of roe: 1 K.G. superfostaat,
1 K.G. patentkali en y2 K.G. zwaveLure
amm. Slecht gewas. Oorzaak uitpo i.ig
op z.g. wintermul, waarna de grond
dper de natte weersgesteldheid zoo
danig was dicht geslagen, dat h.j in
den zomer ijzerhard werd, waardoor de
wortel zich niet kon ontwikkelen. 1931
staat door veel neerslag en wind be
kend als een slecht boonenjaar. Op
brengst f96.13. De nateelt spinazie va;,
nadat de grond losgemaakt was, zea
goed.
Erwten. Oppervlakte 640 M3 of
45 roe. Bemesting: 45 K.G. superfos
faat, 45 K.G. patentkali en 23 K.G. zwa
velzure amm. De erwten werden vooiaf
vermengd met per K.G. 1 eetlepel me
nie en een paar droppels creoline
ter afwering van ratten en muizen
en 12 Januari uitgezaaid. Soorten: Peu
len, Record en Lentepeul.
Doppers. Lentedopper, Krombek,
Belle de Chatenaij, Witte Buscapucijner
en Blauwschok. Uitplanting begin
Maart. De jonge planten leden veel
van de vorst, waardoor Record maar
een half gewas gaf. De overige soor
ten maakten het goed. Eerste pluk peu
len 26 Mei en doppers 10 Juni. Op
brengst f87.17. Tusschenteelt bloem
kool en spinazie. Goede gewassen.
Augurken gecombineerd met tuin-
boonen en sla. Door de natte en kouue
weersgesteldheid is van de augurken
vrijwel niets terecht gekomen. De tus
schenteelt was goed. De nateelt spi
nazie zeer goed.
A n d ij v i e. 2000 planten. Door den
sterken overgang van het weer a m-
houdend nat, gevolgd door plotse.ing
droogte begon het gewas te schie
ten. Er is niets van terecht gekomen.
De totale opbrengst der groenten
was f3900.15.
Bezoek. De tuin werd bezocht door
510 personen, waarvan het meerendeel
tuinders, en 8 gezelschappen uitslui
tend tuinders die op excursie wa.en.
Financiën. Ondanks de sterke i a-
ling van de productie-prijzen, vooiai
na Juni, kon, in tegenstelling met 193J,
een sluitende rekening gemaakt worden.
Door de Kroon is tot Dijkgraaf vet
het Polderdistrict Bommelerwaard b*-neil»?n
den Meidijk benoemd de heer D. W. van
Dam van Brakel alhier, zoon van wyi. c
Dijkgraaf D. W. van Dam van Brak i.
Door den heer S. van Dalen, t>u -
gemeester-secretaris der gemeenten Bi »kui
55. „Hier i8 een van de dieven," riep Rob,
terwijl hij van z'n ezel afsprong en naar de ver
raste Arabier toeliep. „Wij hebben hem op hee-
terdaad betrapt." Maar als Rob gedacht had, den
roover te vangen, had hij het mis. Bliksemsnel
keerde de Arabier zich om en zwaaide de leeren
koffer met zoo'n kracht rond, dat Rob tegen de
ezel van Onwe Daan aantuimelde.
56. Van dit oogenblik maakte Abu Hassein
gebruik, om door de volle bazar te schieten en
zich een weg te banen tusschen de schreeuwende
kooplieden, Bedouinen en bedelaars, en vele balen
wol, terwijl. Rob, opgewonden, hem achtervolgde,
vastbesloten, dat hij niet zou ontsnappen.
57. Aan 't éind van de bazar sloeg Has»ein
rechtsaf, liep een steenen trap af en holde d®
hoofdstraat in, in de hoop, z'n vasthoudende ver
volger te ontsnappen in het warnet van siegen
van de inlandsche wijk, waar hij vrienden zou
vinden, die hem souden willen helpen.
jtienwsblad