Tweede Blad
No. 5208 Vrijdag 11 Maart
Duizenden zijn overtuigd!
voor het Land
van Heusden en Altena
de Langstraat
en de Bommelerwaard
Zislssmarf.
Kinderrubriek
FEUILLETON.
Sproeten komen vroeg in
Sprutoi. Bij alle Drogisten
Pot 90 ct., Tube 50 ct„ Zeep 60 ct.
IliiiiieiilaixL
BEHOORENDE BIJ HET
liet Zwakke Punt.
Het zwakke punt voor mannen en
vrouwen vormen de lendenen, welke
zoo licht worden aangedaan door
overspanning en zorgen, door kou
vatten en tal van andere oorzaken.
Dientengevolge komen scherpe,
stekende pijnen in den rug, urine-
stoornissen, waterzuchtige zwellin
gen, hoofdpijn, duizeligheid, en rheu-
matische pijnen ook zoo vaak voor.
Plaatselijke behandeling kan lijde
lijk verlichting geven voor sommige
dezer ongemakken, doch de eenige
wijze om gezond te worden en te
blijven is door het versterken der
verzwakte organen met Foster's Rug
pijn Pillen. Dit speciale middel be
haalde reeds jaren lang een onge
ëvenaard succes tegen rheumatiek,
spit, ischias, waterzucht, urinestoor-
nissen, lendenpijn en blaasstoorniis-
sen.
Bij alle drogisten enz. a f 1,75 per
flacon.
Beste jongens en meisjes.
De oplossingen de vorige raadsels
zijn:
1Neger, regen.
2. De wieken van de molen, of
een klok.
3. Wie niet sterk is moet slim
zijn.
De nieuwe raadsels zijn:
1Een boer zaaide eerste kwa
liteit tarwe en sprak toen„ko
men zij, dan komen ze niet
komen ze niet, dan komen ze
wel!" Wat bedoelde die boer
toch daarmee
2. Gewoonlijk vind je mij in het
kippenhok. Doe je er een el
bij, dan word ik hard en vind
je mij in scholen. Zet je er
dan weer een k voor, dan word
ik weer zacht en vruchtbaar.
Rara, wat is dat
3. Welke hoed wordt nooit op
het hoofd gedragen en is toch
onmisbaar
OOM KAPEL.
VADER HAALT
KATTEKWAAD UIT.
III.
De hoop aarde, die vader uit den
kuil op den vloer van de beste kamer
schepte, werd hoe langer hoe groo-
ter. En Lies, die aldoor aan het
gezicht moest denken, dat moeder
wel gezet zou hebben, als ze va-
Naar het Fransch.
47.)
Helaas! zeide zij misschien be
treur je het nu, dat je mij verdacht
hebt, maar 'tis heden niet de eerste
keer, dat ik bemerk, dat ik je liefde niet
meer bezit.
Na deze woorden verliet zjij het ver
trek. Maar voor dat zij wegging wees
zij op de brieven, die daar lagen:
Ik geef ze je! Behoudt ze! Ik
betreur ze niet!
En hij zag haar niet meer.
Op dezelfde plaats bleef hij staan
met gebogen hoofd, gefronsde wenk-
brauewn en dacht na.
Welke zonderlinge woorden waren
zooeven aan de lippen zijner moeder
ontsnapt?
Welk bloedig geheim schuilde daar
achter?
Wie was die man, dien zij beklaagde
die leed en1 wanhoopte?
Een naam, die dikwijls bij hem op
rees, viel hem1 ook nu in.
Haudecoeur! Haudecour mis
schien! Maar waarom? Waarom dacht
zijn moeder aan dien man! En wat be-
teekende die vreemde zin: „Dat God
mij oordeele en vergeve!" Welke mis-
der zoo had kunnen bezig zien in olie ingespoten had, klonk er op-
de beste kamer, zuchtte bij zich zelf1 eens een zacht belletje. Vader draai-
„Nu geloof ik toch heusch, dat va- de de sleutel nog een keer om, weer
der kattekwaad uithaalt. Wat zal klonk van binnen uit het kistie het
moeder er wel van zeggen, als ze zachte klingel-geluidje en daar
dit te hooren krijgt Maar nauwe
lijks had ze dit gedacht of ze hoor
den alledrie heel duidelijk, dat va
ders schop tegen iets hards aanstoot
te. Vader bukte zich en werkte voor
zichtig met zijn handen wat vuile,
bruine aarde weg. Het ging niet ge
makkelijk, want de aarde was vast
aangestampt. Vaders zakmes moest
er zelfs bij te pas komen. In adem-
looze spanning keken de kinderen
toe. Eindelijk kwam vaders rood ver
hit, met aarde besmeurd gezicht bo
ven den kuil te voorschijn, terwijl
hii triomfantelijk uitriep: ,,Ik heb
wat gevonden, jongens! Kijk eens
hier!"
En voor de verbaasde oogen van
de kinderen haalde vader uit den
kuil een onoogenlijk, langwerpig ijze
ren kistje te voorschijn. Het scheen
erg zwaar te zijn, want vader moest
het met twee handen vast houden.
Eigenlijk gezegd, waren de kinde
ren wel een beetje teleurgesteld.
Want het kistje rammelde heelemaal
niet, zoodat er zeker geen schat in
kon zitten. Bovendien was het hee
lemaal verroest en met vieze kle
verige aarde bedekt. De kinderen
hadden zich van een schat iets heel
anders voorgesteld. Doch vader veeg
de zoowaar zijn vuile modderhanden
aan zijn broek af en zei tegen Kees
„Haal eens gauw het olie-spuitje van
je fiets en die groote bos met aller
hande sleutels, die in het rommel-
kistje in de schuur liggen!" Even la
ter was Kees terug met het gevraag
de. Vader had ondertusschen het kist
je een beetje afgeveegd en het sleu
telgat vrij gemaakt. Hij druppelde
voorzichtig er wat smeerolie in en
begon toen al de sleuteltjes van de
groote sleutelbos stuk voor stuk op
het kistje te probeeren. Het leek wel,
of er niet een sleuteltje bij was, dat
op het slot paste. Doch nadat vader
zeker wel 25 sleutels geprobeerd had,
kwam er beweging in het slot. Voor-
trok vader het deksel van het kistje
open. Lies meende, dat vaders han
den een klein beetje beefden, toen
hij een paar opgevouwen, vergeelde
kranten van wel 200 jaar geleden,
met heele vreemde, ouderwetsche let
tertjes gedrukt, oplichtte en er iets
wonderlijks te voorschijn kwam. In
het kistje lagen n.l. een heeleboel
lange rollen in parkamentpapier ver
pakt. Vader pakte voorzichtig een
zoo'n rol op, maakte het papier los
het voorjaar, koop tijdig een pot
en daar rolden wel honderd, mooie,
glimmende goudstukken over te tafel
Een kreet van opwinding ontsnap
te de kinderen en vader knipte een
paar keer met zijn oogen. Want jul
lie moet weten, dat de vader van
Kees en Lies den laatsten tijd niet
veel geld had. Hij had een groote
zaak gehad, die door allerlei moeilijk
heden hoe langer hoe slechter was
gegaan, totdat vader de zaak had
moeten sluiten. En een betrekking
had hij ook niet kunnen krijgen. En
daar lagen nu vóór hem wel 100
goudstukken, die bij elkaar een paar
duizend gulden waard waren. En dat
was nog niet alles! In het geheim
zinnige kistje, dat ze midden uit de
beste kamer opgegraven hadden, la
gen nog 24 van zulke rollen, alle
met goudstukken gevuld. En onder
aan lag een vergeelde brief, waarin
de over-overgrootvader van vader in
ouderwetsche taal vertelde, dat hij
dat geld begraven had en dat, indien
hij het niet meer op zou graven en
anderen het dus zouden vinden, het
aan zijn erfgenamen moest worden
zichtig probeerde vader de sleutel 1 gegeven. En vader was deze arfge-
om te draaien. Het slot piepte en naam!
knarste. En nadat vader er nog wat Nu, ik hoef jullie zeker niet te
Ja, inderdaad Duizenden verbruikers van onze Letters Artikelen
zijn er nu van overtuigd, dat LETTERS-KOFFIE GROEN hen
nog meer voordeel brengt. Bij elk half pond Letters-Koffie GROEN
ontvangt men immers TWEE EXTRACADEAUX BONNEN
Letters-Koffie GROEN geeft daardoor DUBBELE VOORDEELENI
1
Denkt U er aan, om zoo spoedig mogelijk een volledige serie'kleur-
platen aan te vragen Laat Uw kinderen aan onze leerzame kleur-'
wedstrijd meedoen! Zij kunnen er een fraai rijwiel mee verdienen.^,
PEILNÜMMER SERIE C. No. 2334 (W. VAN WIJK, Neder-Hemert).
NV v.h. M RAVENSWAAY ZONEN TE GORINCHEM-
vertellen, dat er dien dag een lang
telegram aan moeder werd gezon
den over het kattekwaad, dat va
der had uitgehaald. En dat vader
met het gevonden geld al heel gauw
weer een mooie nieuwe zaak kon be
ginnen en voor moeder en Kees en
Lies een heele dikke boterham met
iets heel lekkers er op kon verdienen!
EINDE.
GROEIENDE ZORGEN.
Het Zendingsbureau vraagt ons
plaats voor het volgende
Het oogenblik, dat de gelden moe
ten worden beschikbaar gesteld voor
De Chr. Jongelingsvereeniging „EBEN-HAËZER" te Heusden bestaat 25 jaar, welk jubileum
officieel werd herdacht. Het bestuur en de leden der vereeniging bij de feestelijke
herdenking. Zittend van links naar rechts K. Deurloo, Secretaris H. de Waal, Penningmeester
J. Zonneveld, Voorzitter; Ds. Joh. Kloots, Eere VoorzitterJ. van Helden, 2e Voorzitter;
J. Deurloo, 2e Secretaris en Joh. Faro, Bibliothecaris.
daad had! zij: dan begaan, dat zij God zoeken. Des avonds vond hij een pakje diat schrift? Waar heb ik dat meer
alleen in staat stelde haar te o^rdeelen! nota's, die de leveranciers eenige da-gezien.
Door die brieven te lezen, waarna hij gen vóór den moord gezonden hadden Plotseling sloeg hij zich voor het
zoo langen tijd hatd verlangd, had hij
gemeend een 'verklaring van het geheim
te vinden.
Maar zijn onzekerheid, zijn angst
werd steeds wreeder.
Verscheidene dagen was hij niet in
staat een besluit! te nemen.
Eindelijk kwam er een weinig licht
in het duister.
Hij wist, dat zijn moeder niet geluk
kig was geewest, dat zijn vader haar
drie of viert jaar na zijn huwelijk ver
laten had.
Hij wist, dat Beaupreault op het tijd
stip van zijrx tragischen dood met een
andere vrouw leefde.
Die vrouw? De brieven van Marga-
retha hadden haar naam niet vermeld.
Zijn moeder moest die naam toch wel
kennen! 't Stuitte Gerard tegen de borst,
haar dien naam te vragen.
Gerard wist, dat in een gesloten
lessenaar, waaraan niemand meer dacht,
sedert het handelshuisj de Beaupreault
geen zaken meer deed, papieren en
brieven van allerlei aard geborgen wa
ren.
Zou hij daarin niets vinden?
Margaretha en Jean gingen twee da
gen naar Normandië, om daar een
zomerverblijf te huren.
Gerard profiteerde van- hunne afwe
zigheid; 't gelukte hem, de lessenaar
te openen en nauwkeurig begon hij
eenige droegen zelfs den datum, voorhoofd en riep uit
waarop de Beaupreault vermoord werd. Men zou zeggen dat het 't schrift
Die goederen waren gezonden aan van Collivet ,is!
een vrouw en, nu viel er voor Gerard
niet meer te twijfelen.
Eindelijk vond hij een brief, waarin
hij den gezochten 'naam vond: Mari
nette!
Gerard had dien naam nooit ge
hoord: daardoor werd bij dus niet wij
zer; maar de leveranciers, de juweliers,
de meubelmakers, waarvan hij de nota's
in handen had, zouden hem zeker wel
kunnen inlichten omtrent Marinette; bo
vendien werden zijn pogingen bekroond
met een bevredigenden uitslag, want hij
vond op den bodem van de lessenaar,
tusschen verschillende papieren, waar
uit Gerard het schrift van Collivet her
kende, een portret van een beeldschoo-
ne, hem onbekende vrouw.
Dat moet Marinette wezen, mom
pelde hij.
Hij keerde het portret om en bekeek
de achterzijde. Twee woorden troffen
hem. Met bevende hand stond er op
geschreven:
Marie! O! Marie!
En dat was niet het schrift van de
Beaupreault.
't Scheen dat dit schrift hem niet
onbekend was.
Hij dacht na.
Die naam van Marinette is zeker
de daarin liggende papieren te onder- een verbastering van Marie Maar
Hij beschouwde het nauwkeuriger.
Werkelijk er was overeenkomst in te
bespeuren, zooals tusschen tweeërlei
schrift, waarvan het een in kalmen,
het andere in opgewonden toestand
geschreven is.
Waarom? mompelde hij. Maar hij
besloot later dat geheim te onderzoe
ken.
Zou die Marinette hem inlichtingen
kunnen geven? Zou zij hem kunnen
leiden? 'tOnderzoek, dat op den dag
van den moord was gedaan, vermeldde
den naam der jonge vrouw niet. Men
had wel de betrekking gekend, die
er met Beaupreault bestond, maar de
omstandigheden, waaronder de moord
geschied was, waren zóó vreemd, alles
was zoo ver van Marinette geschied,
dat een verhoor van haar als nutteloos
werd beschouwd.
Ik zal haar bezoeken! mom
pelde Gerard. Misschien kan zij mij
wel helpen.
Maar een andere gebeurtenis, die
veel droeviger wasi en hem plotseling
de verschrikkelijke waarheid deed door
zien, verhinderde hem, onmidelijk zijn
plan ten uitvoer te brengen.
Margaretha en Jean Demarr waren
van hun reis teruggekeerd.
Beiden leefden nogal teruggetrokken,
het volgende kwartaal, nadert met
rasse schreden. Over ruim een week
zal er moeten zijn beslist of het
werk in Indië de volgende drie maan
den regelmatig zal kunnen verder
gaan en zonder dat de zendingsar
beiders ginds, die ook de lasten van
het directe werk hebben te dragen,
door zorgen over de geldmiddelen
worden belemmerd en gedrukt. Het
ziet er op dit oogenblik nog don
ker uit. In de verloopen week van
deze maand kwam er f 5000.in.
Nog geen f 1000.per dag, terwijl
er, om den reeds ontstanen achter
stand niet te doen aangroeien bijna
f3000,per dag noodig is! Wh
doen nogmaals een beroep op al
len die het vermogen en van goeden
wille zijn, om aan de nooden der
Zending te denken.
o
VISSCHEN MET DE ZEGEN.
Bij beschikking van den minister
van Staat, minister van Binnenland-
sche Zaken en Landbouw, van 7 Mrt.
1932, afcl. Visscherijen. is bepaald,
dat met afwijking van het voorge-
schrevene in art. 23, letter e van
het Riviervisscherijreglement, tot en
met 15 Augustus 1932 zal zijn toe-
festaan in de Maas en de Bergsche
Taas, tusschen de as van de brug bii
Heusden en de as van de schipbrug
jjii Hedel. ,met eene zalm- of elftze
gen, of eene fint- of houtingszegen
te visschen. .Jusschen des morgens
a uur en des avonds 8 uurk gedurende
de tijden, dat de stuw te Grave in
werking is.
—O
DE SLA-EXPORT NAAR ENGE
LAND.
Gunstige perspectieven.
Naar aanleiding van het besluit
van den Engelschen Minister, dat na
1 5 Maart a.s. een invoerverbod voor
sla uit Frankrijk zal worden inge
voerd is voor ons land wat betreft
den export van dit product een be
langrijk betere kans ontstaan voor
den afzet.
In het Westland heeft deze mede-
deeling weer een weinig hoop op
de toekomst gegeven vooral omdat
de sla-teelt in die streek niet onbe
langrijk is. Wat de beweegredenen
zijn van den Engelschen minister tot
het besluit, is niet bekend, doch ver
moedt wordt, dat het veelvuldig voor
daar Margaretha de wereld haatte.
Wanneer zij uitgingen, hetzij om ee
nige betrekking aan, te houden, of dat
zij naar den' schouwburg gingen, ver
gezelde Gerard hen slechts zelden.
Op zekeren avond) haalde Jean na het
middagmaal een paar schouwburgkaar-
ten uit zijn' binnenzak.
Toen ik van het gerechtshof te
rugkwam, zeide hij, ben ik naar het
Theatre francais gegaan. Men geeft
heden avond Hamlet met Mounet Sully.
En glimlachend voegde hij er aan toe:
Gerard is dol op den schouwburg,
hij zal wel meegaan. En jij, mijn beste
Margaretha?
Gerard stemde mét een hoofdknik
toe.
En Margaretha, die overgelukkig was
in het vooruitzicht haar zoon den ge-
heelen avond bij haar te hebben, nam
het aanbod gaarne aan.
XII.
Zij kleedde zich en spoedig gingen
alle drie op weg. Een half uur later
hadden zij plaats genomen in een der
mooist gelegen logesl en wachtten tot
het gordijn open ging. De zaal was
vol. Toen zij met haar zoon vooraan
in de loge plaats nam, bevond Marga
retha zich een oogenblik in het volle
licht en meende plotseling te bezwij
men. 'tKwam haar voor alsof die lich
ten haar op het hoofd brandden. Smar
telijk drukte zij] haar hand tegen haar
voorhoofd.
(Wordt vervolgd.)
Nieuwsblad
.V,'-