Installatie van Burgemeester
C B J. LANDWEER
te Wijk en Aalburg.
Hoewel ZEd. Achtbare te kennen
had gegeven, dat hii met het oog op
de tijdsomstandigheden geen feeste
lijkheden wenschte en deze liever wil
de uitstellen tot zijn aanstaand hu
welijk wapperde toch van de open
bare gebouwen en tal van particulie
ren woningen de vaderlandsche drie
kleur, ter eere van den nieuwen bur
gemeester. Jammer, dat storm- en
regenvlagen roet in het eten wier
pen en noodzaakten de vlaggen zoo
veel mogelijk voor stukwaaien te be
hoeden. De raadzaal was met bloe
men en planten in een feestzaal her
schapen, terwijl zich buiten het Ge
meentehuis, ondanks het minder gun
stige weer een talrijke menigte be
vond die de komst van den nieu
wen burgervader stond te verbeiden.
De loco burgemeester K. v. d. Vel
den en wethouder Roza, met den
waarnemend Gem.-secretaris Bouman
hadden zich inmiddels per auto naar
Zaltbommel begeven, om Burge
meester Landweer en zijn verloofde
met familieleden, vrienden en ken
nissen af te halen aan het overzet
veer. Ook hier was de storm spel
breker, omdat tengevolge daarvan al
leen passagiers en geen auto's kon
den worden overgezet. Alleen de Bur
gemeester en zijn verloofde kwamen
dus over en namen plaats in de ge
reedstaande auto, terwijl een 4-tal
volgauto's genoodzaakt waren de
richting Gorinchem te nemen om
daar met de Sleeuwijksche veerboot
te worden overgezet. Te 11 uur ar
riveerde de auto met het gezelschap
aan het Gemeentehuis, waar zijn
EdelAchtbare werd ontvangen door
de raadsleden B. v. Wijk en G. P. L.
Bouman. Na door een paar bruidjes
keurig in het wit, n.l. een dochtertje
v. weth. Roza en 'n dochtertje v. 't
raadslid K. v. d. Mooren, Mej. Nie-
kerk, verloofde van Burgemeester
Landweer een fraai bloemstuk had
den overhandigd waarbij de jonge
juffrouw N. Roza sprak als volgt
,,Mej., namens den gemeenteraad
heet ik U welkom in deze gemeente
en bied ik U deze bloemen aan",
sprak het raadslid v. Wijk als volgt:
Ed.Achtb. Heer Burgemeester, mag
ik U bij deze hartelijk feliciteeren
met de benoeming tot burgemeester
onzer gemeente, tevens heet ik U
hartelijk welkom in ons midden en
hoop ik dat èn burgemeester èn
burgerij het samen goed zullen mo
gen vinden. Verder hoop ik dat U
als Voorzitter van onzen raad tot
opbouw onzer gemeente in goede har
monie de belangen onzer gemeente
zult mogen behartigen. Dit zij zoo!
Nadat in de raadszaal de eerste
kennismaking had plaats gehad, werd
besloten de installatievergadering die
om 11 ju. stond aangegeven uit te stel
len tot het verdere gezelschap zal zijn
gearriveerd en werd te omstreeks
half twaalf een aanvang gemaakt met
de receptie. De kerkeraad der Herv.
Gemeente met Ds. Gobius du Sart,
alle vereenigingen als Zangvereen.
„Con Amore", fanfare „Oefening en
Uitspanning", fanfare „Onderling Ge
noegen", Kinderkoor, Voetbalvereen.
„Wilhelmina", Werkl.ver., Bouwver.
en Vrijwillige Landstorm kwamen den
burgemeester en zijn verloofde ge-
lukwenschen en welkom heeten in
de gemeente.
Daarna volgden tal van vooraan
staande ingezetenen, de Hoofden van
Scholen en tal van belangstellenden,
die hun opwachting kwamen maken.
Inmiddels waren de auto's gearri
veerd en werden de familieleden,
waaronder de ouders van Burgem.
Landweer, de ouders van zijn ver
loofde, de Burgemeester van Linscho-
ten met zijn echtgenoote, de heer
en Mevr. Valk-Bouman en verder
eenige vrienden en kennissen, de
raadszaal binnengeleid.
Nadat allen hadden plaats geno
men opende Wethouder v. d. Velden
de vergadering, waarin alle leden
tegenwoordig war§n, met het formu
liergebed en nadat de Secretaris het
Koninkl. Besl. der benoeming en het
bericht van beëediging van den heer
Landweer als- Burgemeester dezer ge
meente had gelezen, werd de Burge
meester door het raadslid Bouman
de raadszaal binnengeleid en nam
hij de plaats van den Voorzitter in.
Wethouder v. d. Velden sprak hier
op als volgt:
De Raad heeft kennis genomen
van het besluit uwer benoeming tot
Burgemeester onzer gemeente en van
uwe beëediging, ik wensch U hier
mee van harte geluk en heet U wel
kom in onze gemeente.
Uwe komst geeft een groote ver
andering in de gemeente daar de
oudste inwoners nooit anders dan
een inboorling als Burgemeester heb
ben gekend en gehad, zijnde de func
tie van Burgemeester vervuld van
vader op zoon, t.w. wijlen Joh. van
Doveren en den EdAchtb. Heer R. J.
v. Doveren en daarvoor eveneens een
inboorling n.l. wijlen B. Pullen.
Ofschoon U geen partijgenoot van
mij zijt en het meerendeel van on
zen raad geen geestverwanten van
U zijn, mag dit toch niet het minste
in den weg staan om de belangen
der gemeente en die der ingezete
nen gezamenlijk in alle opzichten te
behartigen. Zich verheffende boven
alle partijen, dan kunt U zeer ze
ker op de grootst mogelijke mede
werking van Wethouders en Raads
leden rekenen.
Er heerscht in de vergaderingen
van het dagelijksch bestuur en van
den raad meestal een toon van ge
moedelijkheid, zelden zijn de discus
sies scherp, al is er ook verschil van
meening.
Wat de financiën van de gemeen
te betreft, deze kunnen gezond ge
noemd worden en is die 'n der gun
stigste in onze omgeving, wat voor
den nieuwen burgem. een vreug
deklank kan zijn, en wat de finan
ciën derhalve betreft, hij met ge
ruststelling zijn ambt kan aan
vaarden, alhoewel de uitga
ven de laatste jaren door om
standigheden buitengewoon hoog wa
ren. Vooral de werkeloosheid had
de laatste twee jaar al onze aandacht
noodig.
Landbouw en handel is het hoofd-
bestaan van onze inwoners, die thans
tengevolge der crisis ook een moei
lijken tijd doormaken. Het is te ho
pen, dat wij dezen moeilijken tijd
spoedig te boven mogen zijn.
U kunt'er van verzekerd zijn, dat
de wethouders en raadsleden U wil
len steunen en helpen, U kunt er
eveneens van verzekerd zijn, dat de
gemeente het goed zal meenen met
haar nieuwen burgemeester, alsook
de burgemeester het goede met de
burgerij voor heeft.
Wat het vereenigingsleven in deze
gemeente betreft, zij U medegedeeld
dat dit alhier hoogstaande is, en wij
hopen daarom, dat U deze in alle
opzichten haar rechten wilt laten
gelden, en haar, voor zoover toelaat
baar, voor verschillende gelegenhe
den, evenzooals uw ambtsvoorganger
dit deed, daarvoor toestemming zult
willen verleenen.
Wij hopen een krachtige persoon
lijkheid in U gevonden te hebben,
tevens hopen wij, dat al U handelin
gen onpartijdig mogen zijn en dat
U het welzijn van ieder, onverschil
lig rang, stand, of politieke partij,
in gelijke mate zult behartigen en
dat der gemeenschap in het alge
meen.
Mag ik als bewijs uwer waardig
heid U den ambtspenning omhangen
den wensch er bij uitsprekende dat
U hem lang en tot welzijn onzer ge-
meene zult mogen dragen.
En ook U, verloofde van den bur
gemeester, wensch ik van harte ge
luk met deze benoeming en wan
neer U als Mevrouw Landweer Uw
intrede in onze gemeente zult heb
ben gedaan, dat dan de gemeente ook
in Ul een goede Burgemeesters
vrouw heeft getroffen.
Na deze rede nam Burgemeester
Landweer het woord en zeide:
Nu ik gereed sta, om het ambt
van burgemeester dezer gemeente te
aanvaarden, is het mij een behoefte,
naast aan God, mijn dank te be
tuigen aan Hare Majesteit, onze ge
ëerbiedigde Koningin, die mij tot
Burgemeester dezer gemeente be
noemde, zoomede aan Zijne Excel
lentie den Minister van Binnenland-
sche Zaken en Landbouw en aan
den Heer Commissaris der Konin
gin in deze provincie, die deze be
noeming hebben bevorderd.
Dank heb ik te brengen voor de
zoo juist door den waarnemend bur
gemeester namens Uw raadscollege
tot mij gerichte woorden, waaruit
mij o.m. van den steun van Uw ver
gadering blijkt. Deze steun wordt door
mij op hoogen prijs gesteld. Weder-
keerig moge ik wel de verzekering
geven, dat ik steeds mijn beste krach
ten zal geven aan de belangen van
de gemeente Wijk en Aalburg. Ik
ben mij zeer wel bewust, dat op mij
een hoogst verantwoordelijke taak
rust. Het zijn helaas ongunstige tij
den, welke wij thans doormaken, dit
met het oog op de heerschende we
reldcrisis, die stellig ook in deze
gemeente wordt gevoeld.
Zonder mijn beginsel te verlooche
nen, zult U in mij vinden een bur
gemeester, die boven de partijen zal
staan, en voor alle ingezetenen, van
welke richting zij ook mogen zijn,
rijk of arm, een welwillend oor zal
verleenen. Mocht er in onze verga
deringen wel eens verschil van mee
ning zijn, laat dit nooit aanleiding
geven tot persoonlijke verwijdering,
die niet anders dan nadeelig is voor
een behoorlijke samenwerking. Ik
vertrouw, dat de secretaris, de ont
vanger en de overige ambtenaren mij
hun steun niet zullen onthouden. Zij
voorzeker, waar zij hun plicht be
trachten, zullen steeds op mijne me
dewerking kunnen rekenen. Ten slot
te wil ik een woord van dank bren
gen aan hen, die door hunne aan
wezigheid blijk van belangstelling ge
ven. Ik tref onder hen vele familie
leden en bekenden aan. Het zou mij
te ver voeren, hen allen bij name
te noemen. Ik maak evenwel een
uitzondering ten aanzien van den heer
Van der Valk-Bouman, burgemees
ter van Linschoten en Snelrewaard,
mijn leermeester, wiens aanwezigheid
ik op hoogen prijs stel. Mogen wij
dan onder Gods Onmisbaren Zegen
eendrachtig samenwerken tot bloei
van de gemeente Wijk en Aalburg.
Hiermede, mijne Heeren, verklaar
ik het ambt van burgemeester dezer
gemeente te hebben aanvaard.
De nieuwe Voorzitter vroeg hierop
of een der leden ook nog het woord
verlangde.
Het lid Sodderland verzocht het
woord en zeide dat wethouder v. d.
Velden in zijn rede heeft gezegd,
dat hij hoopte, dat de Burgemeester
boven de partijen zou weten te staan.
Spreker acht dit een moeilijke taak.
hij hoopt evenwel, dat den nieuwen
Voorzitter daartoe de kracht en wijs
heid van boven zal worden geschon
ken. Hii hoopt, dat men in den raad in
goede harmonie met den Voorzitter
zal kunnen samenwerken. Er is een
spreekwoord, dat zegt Hooge hoo
rnen vangen weel wind, en al is het
burgemeestersambt nu wel niet een
zóó hoog ambt, een burgemeester is
toch altijd eën persoon, die als een
boom boven den gew. plantengroei uit
steekt, die plantengroei wast en wor
telt zich vast, mogen de Burgemeester
de kracht en wijsheid worden ge
schonken, om te zorgen, dat de boom
niet door den plantengroei aan zijn
voet wordt verstikt. Hii wenscht de
Gemeente toe, dat de Gemeente in
den heer Landweer zoo'n Burgemees
ter zal mogen hebben gevonden. Hii
wenscht hem geluk met zijn benoe
ming en spreekt den wensch uit, dat
zijn regeering zal mogen strekken tot
heil en zegen van hem zelf en van
de Gemeente
Hierop neemt het raadslid Bou
man het woord en zegt:
Bij U aankomst heb ik U reeds
persoonlijk welkom geheeten. Op
deze plaats, in het midden van on
ze vergadering, wensch ik U, als
oudste raadslid, mede namens on
ze leden hartelijk welkom, ik spreek
de hoop uit, dat U met ons in goe
de harmonie zult kunnen samenwer
ken tot voorspoed en heil onzèr ge
meente, onder Gods besten zegen.
Ik heb gezegd.
Daar geen der heeren verder het
woord verlangt, sluit de Voorzitter
de vergadering.
o—
Na de sluiting der vergadering
vraagt Ds. Gobius du Sart het woord
en spreekt den nieuwen Burgemees
ter toe namens den kerkeraad.
Z.Eerw. begint met te zeggen, dat
hij het zijn plicht en roeping acht,
den Burgemeester namens den Ker
keraad welkom te heeten. Kerkelijke
en burgerlijke regeering hebben ie
der verschillende terreinen en het
is gewenscht, dat ieder op eigen ter
rein blijft. De overheid der kerk heeft
alleen in alles Gods wil te zien, ook
in alle levensbetrekkingen. Met de
roeping van de burgerlijke macht is
dit wat anders, die heeft rekening
te houden met de omstandigheden
die zich voordoen, al gelooft spr.
dat het noodig is, dat ook deze re
geering zich steeds aan Gods Woord
heeft te houden.
De kerkeraadsleden betaamt het
steeds 't zoo te beschouwen, dat de
overheid door God over ons gesteld
wordt en haar alle eer, behoort te
worden gebracht. Spreker geeft de
verzekering, dat de Burgemeester
daarop van de zijde van den ker
keraad steeds kan rekenen, deze zal
dit steeds in het oog houden. Spre
ker hoopt, dat waar de wegen van
kerkelijke overheid, die der burger
lijke zullen raken, dat daar steeds
bij den Burgemeester een welwillend
oor gevonden zal mogen worden,
voor de belangen der kerk. De ker
keraad verwacht dat Burgemeester
Landweer hierbij in de goede richting
zal gaan, zij vertrouwt en hoopt daar
op omdat hij ook het Christelijk be
ginsel voorstaat. Spreker wenscht dat
God den arbeid van den heer Land
weer zal mogen zegenen en hoopt
dat de goede God hem zal mogen
sterken m zijn nieuwen levenskring
en in moeilijke oogenblikken. Leeft
men in dergelijke oogenblikken in
Gods vertrouwen dan staat men sterk.
Spreker wenscht den heer Landweer
ook in zijn persoonlijk leven toe, als hij
straks in het huwelijk treedt, dat dan
des Heeren zegen hem zal mogen
vergezellen. Spreker wendt zich thans
tot Mejuffrouw Niekerk en heet haar
van harte welkom en hoopt, dat zij
zich hier spoedig zal thuis gevoelen
onder de ingezetenen. Spreker hoopt,
dat hij den nieuwen Burgemeester
geregeld onder zijn gehoor zal mo
gen zien.
Hierop verzoekt de heer Valk
Bouman, burgemeester van Linscho
ten het woord en zegt:
Hooggeachte ambtgenoot, nu U
zoo juist op plechtige wijze bent ge
ïnstalleerd en U waarschijnlijk een
uwer gewichtigste oogenblikken in
uw leven hebt doorgemaakt, wensch
ik U geluk en ook uw aanstaande
vrouw, uwe ouders en a.s. schoon
ouders met verdere familie. Ik hoop
dat U een lange loopbaan gegeven
en uwe familie daarvan getuige zal
mogen zijn. Toen U Dinsdag mijn
secretarie verliet, zult U waarschijn
lijk van mij wel een vreemden in
druk hebben gekregen, omdat uw
vertrek slechts plaats had met een
handdruk. Ik heb evenwel gemeend,
dat ik mijn woorden tot op dit 00-
genblki moest bewaren, om in deze
plaats aan den raad en de ingeze
tenen een beeld te geven van wat
wij in U missen. Ik dank U voor
het vele goede werk, dat U in mijn
gemeente hebt verricht en ik wil
er bijvoegen, dat in de 4 jaren dat
U in de gemeente werkzaam zijt ge
weest, U hebt doen kennen als een
waardig, accuraat ambtenaar die in
Linschoten zeer veel vrienden heeft
gemaakt en achterlaat. Persoonlijk
verklaar ik, dat ik op de meest aan
gename wijze met U heb samenge
werkt, ik hoop, dat dit ook hier zoo
zal zijn. Ik heb niet nagelaten zoo
veel mogelijk uwe benoeming te be
vorderen. Ik heb zoo juist tot zijn
genoegen gehoord, dat de wethou
ders en den raad hun medewerking
hebben toegezegd en de heer Land
weer daarop mag rekenen; dit is
zeer mooi en ook onmisbaar. Boven dit
alles staat Hij die het Heelal regeert.
Hij make het wel met U. Ik kan de
ingezetenen en den raad gelukwen-
schen met hun nieuwen Burgemees
ter. Ik doe dit in de vaste overtui
ging, dat deze zich geheel zal ge
ven aan zijn nieuwen werkkring. Het
is mijn wensch, dat de raad op de
meest aangename wijze met den nieu
wen Voorzitter zal mogen samenwer
ken.
Hiermede was de plechtigheid af-
geloopen er werd een glas wijn en
sigaren rondgediend, waarna in het
naastgelegen vertrek, waar inmiddels
een koffietafel was aangericht de kof
fie werd gebruikt.
Tegen half 3 vertrok het gezel
schap naar Veen, nadat allen hun
dank hadden betuigd, voor de har
telijke en gulle ontvangst.
Vergadering van den raad der ge
meente HEUSDEN op Woensdag
6 April des nam. 8 uur.
Voorzitter: Ed.Achtb. Heer H. J.
v. Eggelen.
Aanwezig alle leden.
De Voorzitter opent de vergade
ring, de Ambtenaar ter secretarie leest
de notulen der vorige vergadering
die onveranderd worden vastgesteld.
Ingekomen stukken
Goedkeuring door Ged. St. van
het raadsbesluit tot uitbreiding der
maandmarkt met een biggen- en
pluimveemarkt. Eenzelfde goedkeu
ring van het raadsbesluit tot wijzi
ging der gemeentebegrooting.
Brief van Ged. St. met toezen
ding van het Kon. Besl., waarbij
goedkeuring wordt gehecht aan het
raadsbesluit tot heffing van 100 op
centen op de personeele belasting.
Verslag van de Commissie tot we
ring van schoolverzuim, waaruit blijkt
dat door deze commissie slechts 2
vergaderingen zijn gehouden, zoodat
het volgens den Voorzitter met het
schoolverzuim hier vrij goed is ge
steld.
Brief van dezelfde commissie, waar
in mededeeling wordt gedaan, dat
tot Voorzitter dezer commissie is her
kozen de heer J. H. Verhoeven, tot
Vice-Voorzitter de heer W. F. Hil-
wig, tot ie Secretaris de heer C. G.
Carpaij, tot 2e Secretaris de heer
J. H. Meijer.
Rekening 1930 en begrooting '32.
der Godshuizen.
De Voorzitter verzoekt de Com
missie van onderzoek rapport uit te
willen brengen over hare bevindin
gen.
Dhr. Metselaar zegt, dat de Com
missie hem heeft opgedragen, rap
port uit te brengen. De commissie
heeft een en ander onderzocht en
heeft geen op- of aanmerkingen, zoo
dat zij adviseert tot goedkeuring.
Overeenkomstig het advies wordt
met algemeene stemmen besloten.
Voorstel van B. en W. tot het aan
gaan eener geldleening van f 6000
tot bestrijding der kosten van werk-
loozensteun.
De Voorzitter zegt, dat, zooals de
heeren weten op de loopende begroo
ting een post voor steun aan werk-
loozen, groot f 6000 is uitgetrokken.
Naar de uitkeeringen op dit oogen-
blik gerekend, is dit bedrag tot 1
Mei a.s. toereikend. Er dient dus
gezorgd te worden voor andere geld
middelen, het is onmogelijk deze uit
den loopenden dienst te vinden, om
dat de belastingen thans niet meer
zijn te verhoogen. De eenige uitweg
is dus een geldleening. In het alge
meen is het wel moeilijk de goed
keuring van Ged. St. hiervoor te
verkrijgen, doch Ged. St. zullen over
een formeel bezwaar moeten heen
stappen, aangezien het niet moge
lijk is, op een andere wijze geld te
krijgen. Volgens berekening zullen
deze f 6000 tot 31 December nog
noodig zijn, voor werkeloozensteun,
in de veronderstelling althans, dat
het rijk 50 pCt. zal bijdragen, iets
wat het gemeentebestuur nog niet
zeker weet. Al een paar malen is hier
naar geïnformeerd, doch de defini
tieve toezegging is nog steeds niet
verkregen. Er is vanmorgen een
schrijven ontvangen, waarin wordt be
richt, dat het niet onmogelijk is, dat
het bedrag op een redelijke basis
zal zijn te krijgen, n.l. tegen een
rente van 5 pCt. en een koers van
99, niet onmogelijk is dat deze zelfs
nog iets lager zal moeten zijn. B.
en W. zouden daarom gaarne het
besluit genomen zien, waarbij zij
worden gemachtigd tot het aangaan
dezer leening, waarbij zij hoogstens
tot 98 pCt. kunnen gaan. Het spreekt
vanzelf dat als het college hetvoor-
deeliger kan krijgen, dit ook zal ge
beuren. Maar het geld moet er nu
eenmaal zijn en het valt moeilijk
voor gemeenten, om geld geleend te
krijgen. De gemeente heeft tot heden
een heel groot crediet gehad en spr.
wil niet zeggen dat dit nu weg is, maar
voor iedere gemeente is het nu een
maal moeilijk geld te leenen, om
dat het vertrouwen weg is.
De heer Metselaar vraagt op hoe
langen termijn geleend wordt, waar
op de Voorzitter antwoordt van voor
5 jaren. Hierop wordt het voorstel
van B. en W. met algemeene stem
men aangenomen.
Voorstel van B. en W. tot ver
haal van 8V2 pCt. der voor de ge
meenteambtenaren verschuldigde pen
sioensbijdragen.
De Voorzitter licht dit voorstel toe
en zegt dat tot heden 31/2 pCt. werd
verhaald n.l. 2x/2 pCt. voor wedu
wen- en 1 pCt. voor eigen pensioen.
B. en W. zouden nu 3 pCt. voor ei
gen en 51/2 pCt. voor weduwenpen-
sioen willen verhalen. Zij doen dit
voorstel omdat zij het noodzakelijk
achten, met het oog op den finan-
ciëelen toestand van de gemeente,
die alles behalve gunstig is.
Ged. stellen als eisch eer zij een
geldleening voor werkloozensteun
goedkeuren, dat dan eerst alle in
komsten zoo hoog mogelijk zijn op
gevoerd. Noodgedwongen komen B.
en W. dus met dit voorstel.
De heer v. Riet vraagt of deze
bepaling ook een tijdelijk karakter
kan dragen.
De Voorzitter antwoordt dat de
raad natuurlijk de bevoegdheid heeft
om als na 2 of 3 jaren de gemeente
er fananciëel gunstiger voorkomt te
staan, haar besluit weer in te trek
ken. Met algemeene stemmen wordt
ook dit voorstel van B. en W. aan
genomen.
Aan F. v. Bladel wordt onthef
fing van rioolbelasting verleend, aan
gezien zijn aanslag foutief is ge
weest.
Voorstel van B. en W. om den
ambtenaar ter secretarie van Delft
een gratificatie van f 60 toe te ken
nen voor het waarnemen van het
ambt van gemeente-ontvanger gedu
rende het tijdvak van 27 November
tot 31 December 1931. wegens ziek
te van den functionaris. Hij heeft
deze functie volgens den Voorzitter,
naar behoor en, accuraat en uitste
kend waargenomen, het zou onbil
lijk zijn, als hem hiervoor niets werd
uitbetaald. Het bedrag is gebaseerd
op een minimum jaarwedde van 700
W
Mijnheer de Burgemeester
Mijne Heeren,
Mijnheer de Burgemeester