Derde Blad
Ho. 5216 Vrijdag 8 April
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard
Kinderrubriek
PRJJSVRAAG.
Klacht van een stervende
molen.
Gesterkt en gekalmeerd
BEHOORENDE BIJ HET
Zoo kan het niet langer!
Verban die dagen, waarop gij door
pijn in uw rug en spieren, door
urinestoornissen, hoofdpijn en dui
zeligheid, door afgematheid, .ferneer-
geslagenheid en uitputting uw werk
niet doen kunt. Deze verschijnselen
zijn dikwijls de eerste waarschuwin
gen van verzwakking der afschei
dingsorganen.
Van de gezondheid.'en kracht de
zer organen hangt uw welzijn af.
Zijn zij verzwakt, dan hoopen urine
zuur en andere schadelijke stoffen
zich op, welke rugpijn, spit, water
zucht, graveel en blaasstoornissen
veroorzaken.
Herstel uw gezondheid door van
af heden Foster's Rugpijn Pillen te
gebruiken. Dit speciale middel werkt
rechtstreeks op de betreffende orga
nen, neemt de oorzaak weg van uw
lijden, waardoor gij u weder spoe
dig flink en gezond zult voelen.
Bij alle drogisten enz. a f 1,75 per
flacon.
Beste jongens en meisjes.
De oplossingen de vorige raadsels
zijn:
1. De Laarzenknecht.
2. Voor den kapper, als de vorst zijn
haar moet laten knippen.
3. Vos; neem de V er af, dan wordt
het Os.
De nieuwe raadsels zijn:
1. Nu wil ik eens kijken, of jelui!
goed kunt rekenen. Let dus goed op.
Tien biggen kosten samen 211 gulden.
Op hoeveel komt nu één big te staan?
2. Licht als dons, wit als krijt, zacht
als fluweel, vochtig als dauw?Ra,
ra wat is dat?
3. Ik ken een raar soort schoen,
die veel gedragen wordten niet
temin aan geen enkelen voet past. Hoe
kan dat nu?
4. Mijn geheel bestaat uit 8 letters
en noemt iets, dat je in de meeste stra
ten aantreft. 25 7 is iets, dat men aan
een korenhalm vindt, 8 6 4 is niet droog,
7 24 is een schadelijk knaagdier, 162 3
is een plaats met boomen.
OOM KAREL.
DE VERDWENEN KONINGS
MANTEL.
IV.
De man met den koningsmantel om
was net begonnen een prachtig lied
te spelen, zeker omdat hij zoo blij
was, dat zijn hoed vol met goud eq
zilverstukken gevuld was. Hij speelde
opeens zoo mooi, dat de menschen
ademloos stonden toe te luisteren en
je bijna een speld kon hooren vallen.
Doch Koning Pierik, als bedelaar ver
momd, was buiten zich zelf van woede
over den bedrieger en hij schreeuwde)
de plotseling: „Zeg eens leelijke deug
niet, wil je wel eens gauw de mantel...!"
Verder kwam hij niet. De menigte was
diep verontwaardigd, dat zoo'n bede-
lamet zijn zwart gemaakt gezicht,
het prachtige lied durfde te verstoren,
dat de man, dien ze voor den koning
hielden, stond te spelen. „Ststst!" rie
pen ze om strijd en de politie-agenten
streken hun snorren op en maakten
aanstalten om den brutalen indringer
beet te pakken. Doch dit maakte koning
Pierik nog boozer. Hij trad op den
grootsten politie-agent toe en sprakl
op bevelenden toon: „Zeg eens, weet
je wel, wien je voor je hebt? Ik ben
koning Pierik de Eerste van Batalonië.
IkDoch nu barstte de menigte
de menigte in lachen uit. De men
schen sloegen van plezier op hun knie-
en en ze wezen op den dwazen land-
looper, die zei, dat hij de koning was.
En zelfs de andere diefachtige bede
laar,. die daarstraks een tulband ge
stolen had, bulderde: „Hahaha, die is
goed! Hij noemt zich de koning en we
hebben zoo straks nog wel een tul
band weg genomen! Ik lach me een
kriek!"
„Zoo, zoo, mannetje," sprak de dikke
DE SCHOORSTEENEN ROOKEN
WEER.
De staking
is geëindigd.
in de textielindustrie
Het werk is thans
weer hervat en de schoorsteenen,
gedurende (vele maanden werkloos,
kunnen thans weer rooken.
politie-agent, die nu werkelijk boos werd
„nu is het genoeg! Jij wilt de orde
verstoren, terwijl de koning hier staat
te spelen, niet waar? Zoo, dan zal ik
je mee naar het bureau nemen!"
En voor koning Pierik wist wat er
gebeurde, hadden twee stevige politie
agenten hem in zijn kraag genomen en
sleurden hem mee naar de gevangenis,
die in de kelders van het koninklijk
paleis gelegen waren. Niemand van de
schildwachten herkende in den in lom
pen gehulden bedelaa,r den koning, en
vijf minuten later zuchtte de koning
in de gevangenis van zijn eigen pa
leis. De cipier had hem een kruik wa
ter gegeven en een boterham van drie
dagen oud. Troosteloos keek de koning
door het kleine venstertje, waarvoor
heele dikke tralies zaten en hier moest
hij vier-en-twintig uur zitten, zooals
de groote politie-agent gezegd had.
Daarna zou hij voor den rechter moe
ten verschijnen. Maar, wie zou ook
dan, voor den rechter, den armen ko
ning Pierik gelooven, als hij zei, dat
hij de koning was?
De koning deed1 dien nacht bijna geen
oog dicht. Telkens weer droomde hij,
dat hij met den brutalen bedelaar een
tulband moest stelen en dat de woeden
de bakker hen met een dikke knuppel
achterna zat. Dan weer droomde hij,
dat die andere brutale man, die zijn
mantel gestolen had, op zijn eigen troon
zat en met zijn oude trompet allerlei
valsche liedjes zat te blazen.
Bij het aanbreken van den dag kwam
de cipier en bracht den koning een
bakje water, zoo groot als een thee
schoteltje en daarin moest de koning
zich wasschen. De koning had vervol
gens een andere korst brood1 gekregen
voor zijn ontbijt en probeerde die nu
met slokjes water naar binnen te wer
ken, doch hijkon haast geen kruimel
door zijn keel krijgen. Eindelijk, tegen
den middag, werd de deur van de ge
vangenis geopend en kwamen twee po
litie-agenten den koning halen om hem
voor den rechter te leiden. Of hij wilde
of niet, de koning moest in het beklaag
denbankje plaats nemen en links en
rechts van hem stond een politie-agent
met een getrokken sabel. De rechrer1
keek verschrikkelijk streng, klopte wel
vijf minuten lang met een hamer op de
tafel en bulderde, hoewel er niemand
een kik durfde geven, terwijl hij de
zaal rondkeek: „Stilte allemaal, wie een
woord durft te zeggen, wordt de zaal
uitgezet!" Vervolgens richtte hij het
woord tot den koning en sprak: „Jij
bent die bedelaar, die beschuldigd
wordt, dat hij een concert van den ko
ning heeft willen verstoren. Zeg eens
eventjes, mannetje, wie ben je en hoe
heet je?"
De koning, die nog steeds de klee-
ren van een bedelaar droeg, stond op,
keek den rechter vrijmoedig aan en
sprak luid: „Ik ben de Koning!"
(Wordt vervolgd.)
Evenals vorige jaren zal ook dit jaar
door de „Vereeniging voor Volkenbond
en Vrede", in overeenstemming met
audere landelijke Volkenbondsvereeni-
gingen, op initiatief van de „Union
internationale des Associations pour la
Société des Nations", weder een prijs
vraagwedstrijd worden uitgeschreven.
Op voorstel vaD de Jeugd Onderwijs
commissie onzer Vereeniging werd be
sloten, ook nu weder twee prijsvragen
uit te schrijven en wel
b. een voor a s. leerkrachten van het
voortgezet onderwijs, eventueel studee-
rende aan een onzer Universiteiten in
aardrijkskunde, geschiedenis of de staats
wetenschappen.
Het Hoofdbestuur van de „Vereeniging
voor Volkenbond en Vrede" stelt dit
jaar 3 prijzen van elk f 150,beschik
baar voor de best geoordeelde opstellen,
welke bedragen zullen moeten worden
aangewend om, ingaande ongeveer 20
Augustus, de bekroonden in staat te
stellen een reis naar Genève te maken,
daar 10 12 dagen te verblijven, onder
deskundige leiding alles te bezichtigen
en verschuilende belangrijke conférences
bij te wonen, georganiseerd door het
Bureau international d'Education aldaar
en de Union bovengenoemd. Voor ge
leide naar en van GeDève zal worden
gezorgd, terwijl zij vermoedelijk daar de
deelnemers uit andere Janden zullen
ontmoeten.
Als onderwerp voor de leerkrachten
L. O werd de volgende opgaven gekozen
Schets het aandeel der Nederlanders
in het Volkenbondswerk.
Voor beantwoording komen in aan
merking kweekelingen van het 3de of
4de studiejaar eener Kweekschool en
jonge (onderwijzers(essen) tot en met den
leeftijd van 25 jaar.
Als onderwerp voor a s. leerkrachten
voortgezet onderwijs werd gekozen
De vredesgedachte in het Romein-
sche wereldrijk, mits in verband
gebracht met de hedendaagsche
toestanden (Volkenbond) en vre-
desidealen
De antwoorden moeten uiterlijk 15
Juli a.s zijn ingezonden bij den Voor
zitter van de Jeugd-Onderwijs-Commissie
van de „Vereeniging voor Volkenbond
en Vrede", den HeerJ Bastiaans, Zonne-
laan 18 te Hilversum Zij mogen ten
hoogste bedragen 3U00 woorden (dus
ongeveer zooveel als 5 bladzijden folio
getypt).
Het doel is, voor zooverre de prijsvraag
sub a aangaat, uiteraard niet het aan-
kweeken van valsch chauvinisme, maar
wel een antwoord, waaruit duidelijk kan
blijken, dat ook een klein land op dit
gebied zeer veel ten goede kan doen,
zeer zeker, om de internationale gedachte
van den Vo kenbond en wat daarmede
samenhangt, te bevorderen. Voor zoo
verre die sub b betreft, licht vooral op
de beteekenis der Volkenbondsgedachte
voor het heden te doen vallen.
De bekroonde opstellen bij ven eigen
dom der Vereeniging.
Dan scheurde zacht de wind mijn assen
En om mij was dan fluisterklank,
Van luwe zomerzuchten,
Die uit het verre verre land
Loom langs me henen vluchtten.
En klonk soms snerpend 's winters woord
En velden vochten met hun water,
Dan joeg de wind mijn wieken voort
En 't water vlood, met luid geklater,
En men was steeds voldaan en blij
Ja, ik was goed, men prüsde mij.
Maar nu 'k ben voor het veld gestorven
Ik voel het nog, mijn hoofd ligt
bij me neer,
De winden die nog langs me zworven,
Zij gaan voorbij en komen weer
Doch nimmer gaan er langs me henen
Of stemmen fluisteren
„Hij is verdwenen".
Een imitatiedichter.
worden Uw vermoeide en overprikkelde
zenuwen door het gebruik van
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
Ik 1 'k heb nu afgedaan mijn kracht
is mij ontnomen
Ik kan niet werken meer, ik
kan slechts stille droomen
Wat eens ik mocht en kon
Om blijheid, di« ik om mij spon,
'k Ken nóg den tijd, toen vroede va'dren
Mij rijzen deden op deêz plek
En dankbaar waren, dat mijn ra'dren
Het water wegnam, uit plas en vlek.
O 1 als op akkers, rijp gewassen
Stond vrucht en koren, Bchoon en blank,
Openbare vergadering van den Raad der
gemeente POEDEROIJEN,gehouden
op Donderdag 31 Maart 1932, des
voormiddags te half tien.
VoorzitterS. van Dalen, Burgemeester-
Secretaris.
Tegenwoordig de heeren: J. W. Brie-
nen, A. J H Maas, M. van Ooijen, G.
A. J, Opstelten en W. van der Sluis.
Afwezig de heerenW. Bok en J. G-
N. Haeselman.
De Voorzitter opent de vergadering,
waarna de notulen der vorige vergade
ring worden gelezen en ongewijzigd vast
gesteld.
Ingekomen
1. De rekening, betreffende den bouw
der in Aalst gestichte bijzondere lagere
school.
De Voorzitter stelt voor, dezelve goed
te keuren.
De heer Van der Sluis wenscht echter
alle posten na te gaan, hetgeen geschiedt.
De heer Van der Sluis maakt eenige
opmerkingen betreffende de autohuur en
uitgenoodigde personen bij de opening
waarvoor reiskosten betaald zijn.
Na eenige discussie, waarin de heer
Btienen verzoekt, den Voorzitter van het
bestuur dier schoolvereenigiDg de reke
ning alsnog te laten teekenen, wordt deze
goedgekeurd.
2. Een schrijven d d. 14 Maart 1932
van het gemeentebestuur van Ooststel
lingwerf, houdende het verzoek om ad-
haesie te betuigen aan een hunnerzijds
gericht verzoek aan den Minister van
Binnenlandsche Zaken en Landbouw, ten
einde met maatregelen tot steunregeling
aan den land- en tuinbouw den meest
mogelijken spoed te betrachten.
Wordt besloten, adhaesie te betuigen.
3 De Voorzitter deelt mede, dat het
College van Burgemeester en Wethouders,
gezien de toestand der gemeente-finan-
ciën, het raadzaam geacht heeft, met
ingang van 25 Maart j.l. een einde te
maken aan de crisissteunregeling. Er is
thans geen voldoende geld beschikbaar.
Wethouder Brienen wil een oplossing
trachten te vinden door middel van de
rijk s werk verschaffing.
Wethouder Maas is van meening, dat
de scholenbouw en wat daarmede in
verband staat, te groote offers van de
gemeentelijke geldoffers vereischt heb
ben, waaraan de hoogere machtshebbers
wel eenigszins schuld hebben.
De beer Van der Sluis wijst op de
thans naar zijne meening op onjuiste
wijze plaats hebbende uitkeering. De
kleine landbouwers zijn weinig genegen
om van ondersteuning te leven, waar
door stille armoede ontstaat en geeft
'eenige voorbeelden.
Wethouder Maas sluit zich hierbij aan.
De Voorzitter stelt voor, degenen, die
voor ondersteuning in aanmerking ko
men, bonnen voor noodzakelijke levens
behoeften te verstrekken, nadat zij zich
overeenkomstig de Armenwet, tot een
diaconie hebben gewend.
De heer Van der Sluis is tegen het
bonnenstelsel. Velen zullen zich be
zwaard gevoelen, om als een arme door
de diaconie bedeeld te worden, terwijl
personen, welke niet geregeld de kerk
bezoeken, afgewezen zullen worden.
De heer Van Ooijen ziet een groote
moeilijkheid, namelijk, om de scheiding
te trekken, welke personen niet en welke
wel in aanmerking komen voor onder
steuning.
De Voorzitter is het hier mede eens
en zegt, dat een strenge selectie toege
past zal dienen te worden.
De heer Opstelten is voor het bonnen
stelsel en meent, dat de verschillende
diaconiën, waar het noodig blijkt te zijn,
welk degelijk zullen steunen.
Ten slotte wordt besloten aan hen,
die ondersteuning behoeven, voorloopig
te steunen volgens het bonnenstelsel.
4. Een schrijven van Gedep. Staten
houdende verzoek, mede te deelen, aan
gaande de voor te stellen korting op de
salarissen van Burgemeesters, Secreta
rissen en Ontvangers in Gelderland,
welke korting zal geschieden overeen
komstig de korting op de wedde der
Rij ksam btenaren.
Wethouder Maas stelt voor, 10 pCt.
te korten en wenscht zijn voorstel in
stemming gebracht te zien.
De heer Van der Sluis zou 5 pCt.
willen korten op de salarissen beneden
f 2000.en 10 pCt. van de hoogere.
De Voorzitter brengt het laatste voor
stel in stemming.
De heer Maas wenscht 10 pCt. gekort
te zien.
De heer Van Ooijen is tegen beide
voorstellen.
De heer Opstelten is voor het voor
stel van Van der Sluis.
Wethouder Brienen is voor de Rijks
regeling.
5. Proces-verbaal van opneming van
boeken en kas bij den gemeente-ontvan
ger, dd. 30 Maart j.l., waaruit blijkt,
dat alles in orde bevonden is en dat er
f 1959.99 in kas was.
6. Een verzoek van de ziekenvereen.
„Eensgezinde Hulp" te Aalst om een
j aarlijkscbe subsidie.
De Voorzitter stelt voor, een subsidie
van f 40,te verleenen.
De heer Van der Sluis vindt dit te
laag en zou het op f 50,willen brengen.
De heer Opstelten is wel voor het
verleenen van subsidie, doch zou dit
alleen voor het jaar 1932 willen doen.
Aldus wordt besloten.
Aan de orde is een wijziging der be
grooting voor het dienstjaar 1931, welke
na bespreking wordt vastgesteld.
De Voorzitter deelt mede, dat de bouw
van de scholen te Aalst f 1000meer
gekost hebben, dan geraamd was. Het
zal daarom noodzakelijk zijn, nog een
andere geldleening aan te gaan.
Hiertoe wordt met algemeene stem
men besloten.
Na het behandelen van eenige verzoe
ken om ontheffing van hondenbelasting,
sluit de Voorzitter de vergadering.
Vragen op rechtskundig gebied
(Abonné's kunnen in deze rubriek
GRATIS vragen stellen.)
Eenige dagen geleden stond alhier een
auto voor een café. Terwijl de chauffeur
in het café zat reed een jongen van het
dorp een eind met de auto weg zonder
dat de chauffeur het bemerkte. Na een
minuut of tien gereden te hebben kwam
de jongen weer terug, zoodat er geen
sprake van was dat de jongen de auto
wilde stelen. Toch kreeg hij proces-ver
baal. Op grond waarvan kan hij nu
veroordeeld worden
W. Een reiziger.
Een neef van mij heeft eene ongenees
lijk krankzinnige vrouw, die reeds een
jaar of zeven in een krankzinnigengesticht
zit. Nu zou hij van haar willen scheiden.
Kan dat en zoo ja op welke wijze
X. Z.
Een woonhuis staat precies op de grens
van een eigendom, met den linkerzijgevel.
Naast dien gevel op den buurman zijn
grond is een schuur gebouwd van planken
en met riet gedekt. Dat riet steekt na
genoeg tegen de daklijst, zoodat den drop
van het rietendak tegen de daklijst loopt.
Kan hiertegen iets worden gedaan, b.v.
verplaatsen of afbreken van zoo'n schuur.
W. F.
De wegen in Drongelen, welke in on
derhoud zijn bij het Waterschap, ver-
keeren allen in bijzonder slechten staat,
Nergens treft men zulke slechte, onberijd
bare wegen aan, diepe putten en kuilen
leveren zeker gevaar op voor 't verkeer.
Mijn vraag is nu of er ook een hooger
College is dat genoemd waterschapsbestuur
verplichten kan bedoelde wegen behoorlijk
berijdbaar te onderhouden Of is het
verkeer geheel aan de willekeur van zoo'n
waterschapsbestuur overgelaten
Urgent.
pifws'fer;
a. een, bedoeld voor kweekelingen en
jonge leerkrachten L O.
