Uitgave FIRMA L. J. VEERMAN - HEUSDEN.
iHiiiieiilaiKl.
FEUILLETON.
No. 5219 Woensdag 20 April 1932.
Buitenland.
UND VAN altena
Dit blad verschijnt WOENSDAGMORGEN en
VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.10
en franco per post beschikt f 1.25. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525.
Advertentiën van 16 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
ERNSTIGE EXPLOSIE.
Naar uit Moskou wordt gemeld, heeft
in een fabriek van verstikkende gassen
te Kazan een ontploffing plaats gehad,
waarbij 120 arbeiders om het leven zijn
gekomen. Vijftig anderen verkeeren in
levensgevaar.
O—
DE BLIKSEM VEROORZAAKT
EEN AUTO-ONGELUK.
Een met bouwmateriaal beladen
vrachtauto is te Sinalunga (Toscane)
door den bliksem getroffen en inbrand
gevlogen. Het voertuig stortte, door
dat de bestuurder de macht over het
stuur verloor, van een helling naar
beneden. De chauffeur en twee per
sonen kwamen om het leven.
o—
COURANTENAUTOMAAT OPGE
BLAZEN.
Te Lahr in Baden is een couran-
Tenautomaat van den Lahrer Anzei-
ger door onbekend gebleven daders
verwoest. Zij hadden daartoe een met
kruit gevulde metalen buis in de auto
maat laten zakken en de buis vervolgens
met behulp van een lont tot ontplof
fing gebracht. De knal van de ont
ploffing was tot op grooten afstand
duidelijk hoorbaar. De automaat werd
geheel uit elkaar geslagen. De deur,
die ongeveer 10 k.g. woog, werd 100
meter ver de straat op geslingerd.
o—
OPROER IN VERA CRUZ.
Uit Mexico City wordt gemeld, dat
in den staat Vera Cruz een ernstigl
oproer van communisten uitgebroken
is,. De communisten zijn er in geslaagd
de stad Paso del Macho te bezetten,
waar zij de winkels plunderden en de
telefoon- en telegraaflijnen afsneden,
zoodat de stad van de buitenwereld
afgesneden is. Ook een reizigerstrein
is door de communisten overvallen. Bij
de botsingen tusschen de communis
ten ein de politie zijn 8 personen ge
dood en een groot aantal gewond. Re-
geeringstroepen zijn onderweg om het
oproer te onderdrukken.
O—
ITALIAANSCH CONSULAIR AGENT
VERMOORD.
De Italiaansche consulaire agent te
Springfield (Illinois), Picco, is, volgens
een United Press-bericht, Zaterdag het
slachtoffer geworden van een aansiag.
Toen hij de woning van zijn broer
verliet en op zijn auto wilde stap
pen, werd hij uit een andere auto
met een machinegeweer beschoten en
gedood. De politie was spoedig ter
plaatse, doch de moordenaars konden
ontsnappen zonder te worden herkend.
Picco was vergezeld van zijn 6-jarig
zoontje, dat wonder boven wonder on
gedeerd bleef. De broer van den ver
moorde verklaarde niet te weten, dat
Picco vijanden had, die hem naar het
leven stonden. Twee jaar geleden is
echter een vriend van Picco, Cesarej
Sansone geheeten, door een bandie
tenbende vermoord. Picco, die zich se
dert dien zelden meer buiten zijn wo
ning begaf, verklaarde destijds, dat het
geheim van dien aanslag nimmer zou
worden opgelost, doch de politie meen
de uit zijn woorden te moeten op
maken, dat de aanslag niet Sansone,
maar Picco zelf had gegolden.
Zislssrrrarf.
Naar het Fransch.
58.
Daar het binnen even nat was als
buiten, bleef ik buiten.
Best mogelijk? En natuurlijk-
zonder bedoeling?
Zonder bedoeling? Wat denkt
ge toch?
O, niets! Toen ik een lucifer
aangestoken had, om beter in uw hut
te kunnen "zien zien, heb ik een papier
met een steen er op gevonden.
Haudecoeur fronsde zijn wenkbrau
wen. Hij begreep, dat hij meer en meer
bedreigd werd.
Zijn keel was als dichtgeknepen. Nau
welijks kon hij spreken.
En gij hebt dat papier daar la
ten liggen, want terugkolmende, heb
ik het er gevonden.
Ik heb het er laten liggen, maar
nadat ik het gelezen had.
Zoo! Welnu, ik heb een einde aan
mijn leven willen maken, dat is zoo
maar toen het laatste oogenblik aan
brak beving mij de vrees. Ik vrees
de den dood en daarom ben ik terug
gekeerd.
Jacquemin glimlachte. Ja, men
heeft wel meer zulke oogenblikken van
DE OPBRENGST DER RJIKSMID-
DELEN IN MAART.
De Rijksmiddelen hebben in de /maand
Maart f34.702.447 opgebracht, tegen
f37.949.140 in Maart 1931.
O
EEN ZELDEN VOORKOMENDE
VEEZIEKTE.
Den veeartsenijkundige dienst
neemt maatregelen.
Geen gevaar voor dén uit
voer.
Het Nederl. correspondentiebureau in
Den Haag meldt:
Eenigen tijd geleden openbaarde in
de Rijnstreek, in de gen^ente Bodegra
ven, zich een ziekte onder het rund
vee, die gelukkig beperkt bleef tot drie
boerderijen. Het verloop de ziekte was
snel en doodelijk.
De rijksseruminrichting, het weten
schappelijk instituut van den veeartse-
nijkundigen dienst, stelde onmiddellijk
een onderzoek in en het gelukte de
ziekte te onderkennen. Het bleek te
zijn een zelden voorkomende infectie
ziekte, genaamd de ziekte van Aujesky,
voor zoover bekend voorkomende voor
al in Brazilië.
De ziekte valt niet onder de bepa
lingen der Veewet; evenwel trachtte
de inspecteur van den veeartsenijkun-
levensmoede, maar wanneer het ge
wichtige oogenblik daar is, dan ziet
men meestal in, dat het leven toch
beter is.
Dat heb ik ook ingezien, mijnheer
Jacquemin.
En waar hebt gij u van het leven
willen berooven?
Haudecoeur bedacht, dat de bewaker
hem op den weg aangetroffen had en
dat hij hem dus /een plek moest op
geven, waarop die weg uitliep.
Bij de „Blauwe Rotsen".
Zoo, zoo, zeide Jacquemin glim
lachend. Die weg loopt daarheen,
dat is zoo maar nu begrijp ik ook,
waarom gij geaarzeld hebt er zijn
te veel haaien bij de „Blauwe Rotsen"
Dikwijls heb ik gezien, dat de zee
er zwart van is. 'tls een ellendig j
einde Haudecoeur, om tot middagmaal
van die monsters te dienenbrrr!
Maar hoe komt het toch,, Haudecoeur,
dat gij, die zulk een voorbeeld van
onderworpenheid en goed gedrag zijt,
tot zulk een plan zijt gekomen?
Och, men begint zich op het laatst
te vervelen!
Daaraan had ik moeten denken,
wat het is reeds de tweede poging.
Ja, voor drie jaren op de Danae.
De zoetsappige glimlach van Jac-
quesmin veranderde in een ironischen.
Haudecoeur begreep dien overgang
en dacht:
Opgepast, hij heeft nog iets.
En werkelijk had hij nog iets.
Daar gij er niet toe hebt kunnen
digen dienst van het district, de heer
de Vink, in samenwerking met den
practiseerenden dierenarts, het gemeen
tebestuur en de veehouders, uitbreiding
van de ziekte te voorkomen.
Sedert eenige weken deden zich geen
nieuwe ziektegevallen voor; verleden
week echter wel. In verband hiermee
stelde de directeur van den veeartse-
nijkundigen dienst, prof. dr. Berger,
vergezeld van den inspecteur van den
veeartsenijkundigen dienst in algemee-
nen dienst, 't Hooft en den inspecteur
de Vink voornoemd een onderzoek ter
plaatse in. Zaterdag 1.1. zou prof. dr.
Berger met deze inspecteurs, dr. Lou-
rens, den directeur van de rijksserum
inrichting dr. Frenkel, den directeur
van het staatsveeartsenijkundig onder
zoekingsinstituut en met den practisee
renden dierenarts A. Burggraaf te Bo
degraven, een bespreking houden en
Maandag 1.1. met het bestuur van de
afdeeling Bodegraven van de Holland-
sche Mij. v. Landbouw, waartoe ook
de burgemeester van Bodegraven was
uitgenoodigd. Men heeft hoop, de uit
breiding op groote schaal der ziekte
te voorkomen.
Voor den uitvoer bestaat niet het
minste gevaar, daar de hier te lande
gebruikelijke quarantaine van het uit
te voeren vee alle waarborgen biedt
om tijdig eventueele gevallen te on
derkennen.
o—
DE AANRANDING BIJ TUBBERGEN.
De dader bekent.
De 56-jarige koopman G. H. T., wo
nende te Almelo, heeft bekend de aan
randing te hebben gepleegd op de 22-jarige
mej. M. L bij Tubbergen.
Hij werd door den burgemeester van
Tubbergen, tegenover wien hij zijn be
kentenis aflegde, geconfronteerd met mej.
L die hem onmiddellijk herkende. Toen
hij naar de woning van het meisje werd
gebracht, wilde het publiek hem te lijf.
Met de grootste moeite slaagde de politie
er in den arrestant te beschermen.
De man is ter beschikking van de
justitie gesteld en naar het Huis van
Bewaring te Almelo overgebracht.
- O—
MEINEED?
Voor de rechtbank te Middelburg had
zich Vrijdag jl. te verantwoorden een
37-jarige gemeenteveldwachter uit Dui-
vendijke (Schouwen), die er van verdacht
wordt op 29 Januari, in strijd met de
waarheid te hebben verklaard, dat iemand
zich te zijnen huize aan huisvredebreuk
heeft schuldig gemaakt.
Verschillende getuigen kwamen verkla
ren dat de bedoelde man niet in de
woning is geweest, doch wel er voor
bleef staan en dat er niet gezegd is, dat
besluiten u van kant te maken, hebt
gij gedacht:
„Als ik eens ontsnapte?" De nacht
werkte er toe mee een ontsnapping
behoorde niet tot de onmogelijkheden.
Ge vergist u, mijnheer Jacquemin,
ik heb die gedachte niet gehad.
Meer dan een half uur vliegt ge reeds
als een mug om de kaars, zonder mij
te durven zeggen, wat gij weet.
Daarom zal ik het u zeggen u laat
ste woorden hebben mij alles verklaard.
Welnu, spreek, dat is niet verbo
den.
Heden morgen heb ik hooren ver
tellen, dat men een Canaque dood op
zijn post heeft gevonden. De oor
zaak van zijn dood is onbekend.
Is het een wraakneming? Heeft een
der gevangenen willen ontsnappen?
Ik ben er zeker van, dat gij het laat
ste gelooft, hé?
Juist.
En die ontsnapte gevangene ban
ik?
Misschien, dat zeg ik niet.
Maar dat denkt ge. Gelukkig,
dat ik u reeds lang kende. Gij hebt
hier het tegendeel van uw vermoedens
zitten verhalen, om zoodoende de waar
heid te weten te komen. Uw ijver
is te bewonderen ge gelijkt veel op
een sprinkhaan, die in een flesch op
gesloten is, en aan alle kanten er met
zijn kop tracht door te boren, dat
zeg ik u.
Jacquemin verbleekte.
Hij glimlachte niet meer.
hij er uit moest gaan, doch dat hij er
niet in zou komen.
De eisch luidde wegens meineed negen
maanden gevangenisstraf.
O—
DE INWERKINGTREDING VAN DE
WINKELSLUITINGSWET.
Op 25 Maart j.l. heeft de Nederl. ver-
eeniging van suikerwerk- en chocolade
fabrikanten te Amsterdam een telegram
gezonden aan den minister van arbeid,
handel en nijverheid, inzake de inwer
kingtreding van de winkelsluitingswet.
Naar aanleiding van bedoeld telegram
heeft het ministerie meegedeeld, dat de
Winkelsluitingswet slechts een nadere
regeling brengt van een bestaanden toe
stand, omdat voor het overgroote deel
der bevolking, waaronder die van de
groote steden, reeds winkelsluiting geldt.
Het ministerie acht geen redenen aan
wezig om de inwerkingtreding niet te
doen plaats hebben.
Thans heeft bovenbedoelde vereeniging
zich met een brief tot het ministerie
gericht. Zij merkt op, dat juist de na
dere regeling van een bestaanden toestand
voor winkels, waar hoofdzakelijk de pro
ducten van de suiker en chocolade-industrie
verkocht worden, zeer groote en nadee-
lige gevolgen zal hebben. Het zwaarte
punt van den verkoop in dit genre win
kels ligt op den Zaterdag en Zondag, en
daar de regeling van den bestaanden
toestand hoofdzakelijk den verkoop op die
dagen betreft zijn de bezwaren, door
haar naar voren gebracht, juist doorslag
gevend.
Door de steeds minder worden export-
mogendheden is de industrie bijna geheel
op het binnenland aangewezen, zoodat
vermindering van consumptie den toe
stand nog veel moeilijker maakt. Voor
de winkeliers die hoofdzakelijk chocolade,
suikerwerk en banket verkoopen zal de
inwerkingtreding van de wet, aldus de
brief, een achteruitgang zoo niet de on
dergang beteekenen.
Bij het werktijdenbesluit voor winkels
zijn de belangen van het personeel be
hartigd en het bestuur vraagt zich af of
het niet hoogst onverantwoordelijk is om
in deze ernstige tijden de winkelsluitings
wet in werking te doen treden. Zooals
reeds in het telegram werd medegedeeld,
is |de toestand der credietverleening van
de industrie aan den handel uiterst pre
cair in werkingtreding van de winkel
sluitingswet zal een ramp veroorzaken,
waarvan de industrie de dupe zal wor
den.
Tenslotte doet het bestuur nogmaals
een dringend beroep op den minister om
de wet op de winkelsluiting voor de win
kels, waar artikelen verkocht worden,
die voor directie consumptie geschikt zijn,
niet in werking te doen treden.
IN BRAND GERAAKT.
De ongeveer 27 jarige echtgenoote van
den onderwijzer, den heer J. van Elsacker
te Tholen, waschte een paar japonkraagjes
in benzine. In de nabijheid stond een
brandend gastoestel. De benzine kwam
tot ontbranding, waarop ook de kleeding
van de vrouw vlam vatte.
Een buurman, de heer Cornelisse,
kwam te hulp. Het slachtoffer had zelf
nog de tegenwoordigheid van geest gehad
zich in een laken te wikkelen, hetgeen
evenwel niet had kunnen voorkomen dat
zij zeer ernstige brandwonden bekwam
aan hoofd en borst.
O—
DOOR EEN AUTO DOODGEREDEN.
Op den hoek van de Benthuizerstraat
en de Hooglandstraat te Rotterdam stak
de 75 jarige mej. S. de Koning, die zeer
bijziende is, de straat over. Zij zag niet,
dat juist een auto, bestuurd door J. K.
wonende te Hilligersberg, naderde. Hoe
wel de bestuurder zoo krachtig mogelijk
remde, kon hij niet verhinderen, dat mej.
De Koning tegen de straat werd geworpen
en bewusteloos bleef liggen.
Met een hoofdwond en een zware
hersenschudding is zij per auto van den
Geneeskundigen Dienst naar het Ziekenhuis
aan den Bergweg vervoerd, waar zij aan
de bekomen verwondingen is overleden.
—O—
AUTO TE WATER.
Een luxe auto, die bestuurd werd door
den eigenaar en wiens echtgenoote naast
hem zat, is in het water aan den Klo
veniersburgwal te Amsterdam, ter hoogte
van de oude Hoogstraat, gereden. Het
ongeval werd veroorzaakt, doordat de
bestuurder wilde uiiwijken voor een paar
zich voor hem bevindende wagensbij
het maken van een zigzagbeweging haalde
hij het stuur te veel naar links uit, met
het gevolg dat de wagen van den wal
reed en juist in den hoek van de brug
ter plaatse naast twee in de nabijheid
liggende dekschuiten met zijn kop in
den modder drong.
Gelukkig bleef het achtergedeelte van
de auto boven het water uitstekende
eigenaar had de tegenwoordigheid van
geest een gat in de dakbedekking van
zeildoek te snijden, waarna hij en zijn
echtgenoote door omstanders uiteraard
was van alle kanten publiek toegeschoten
op den wal werden getrokken.
O—
DOOR DRIJFRIEM GEGREPEN.
Op een baggermolen te Schoten bij
Antwerpen is een ongeluk gebeurd, waar
bij de arbeider L Michiels uit Weesp
het leven heeft verloren.
De man bevond zich in de machine
kamer, toen hij met het hoofd beklemd
geraakte tusschen een drijfriem en de
machine. Voordat de machine kon worden
Dat zal je me betalen, vriendlief!
mompelde hij.
Hebt gij een bewijs? Neen? Wel
nu, laat mij dan met rust.
Wat ben je weer aan het razen.
Kom, maak je niet driftig. Ik
heb je nog nooit kwaad gedaan.
Sedert een maand, dat ik op het schier
eiland ben, heb ik nog geen twee kee-
ren tot je gesproken. Bedaar dus.
Ik maak mij niet kwaad. Goeden
avond.
Op onverschilligen toon vroeg Jac
quemin:
Gij zult toch wel een pijp tabak
van mij willen aannemen, vader Hau
decoeur?
Neen.
Dan zou ik 'bijna gaan denken,
dat ik door u te verdenken, den waren
schuldige heb gevonden, vooral omdat
gij mij schijnt te ontvluchten.
Haudecoeur zag in, dat de wachter
feitelijk toch gelijk had.
Wat kon hem de verdenking schelen,
waar de bewijzen toch ontbraken?
'tZij zoo! zeide hij.
Jacquemin reikte hem zijn tabaks
doos. Stop je pijp!
Haudecoeur nam de tabaksdoos aan,
maar plotseling sidderde hij en niet
tegenstaande zijn koelbloedigheid kon
hij niet beletten, dat hij verbleekte. In
één seconde verdrongen zich een me
nigte gedachten in zijn hoofd. Hij her
innerde zich plotseling, dat hij, toen
hij des morgens opstond, als gewoon
lijk zijn p-ijp had willen stoppen, maar
dat hij overal vruchteloos zijn piijpi
gezocht had. Nergens had hij haar
kunnen vinden.
En hij had gedacht, dat zij onge
twijfeld gedurende zijn haastige vlucht
uit zijn broekzak in het gras was ge
vallen.
Ik zal een andere maken, had hij
gedacht.
Maar Jacquemin had er een bedoeling
mede, dat hij hem wilde laten rooken!
Was zijn pijp misschien teruggevon
den? Men herkende haar gemakkelijk.
Hij had haar met zijn mes uitgesneden.
Zij droeg zelfs zijn naam! In relief!
Als zij bij den dooden Canaque ge
vonden was, was Haudecoeur verlo
ren. Met de grootste zelfbeheersching
gelukte het hem, zich te bedwingen.
En zonder verbazing te toonen, alsof
hij het reeds lang wist, antwoordde hij:
Ik zou gaarne een pijp stoppen,
maar ik heb eergisteren mijn pijp ver
loren. Dat spijt mij erg. Ik ben wel
bezig om een andere te snijden, maar
ik was toch aan de eerste gehecht.
Als gij haar soms mocht vinden;
gij kunt haar gemakkelijk herkennen
mijn naam staat er op!
En waar hebt gij haar verloren,
Haudecoeur?
Alles, wat ik kan zeggen is, dat
ik haar eergisteren nog had, toen ik
twee stoelen aan de gendarmerie ging
afleveren. Toen ik terugkwam, had
ik haar verloren. Zij zal in het gras
gevallen zijn.
(Wordt vervolgd).
voor het Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard
Een dosis Foster's Maag pillen
's avonds bij het naar bed gaan
genomen, verzekert" een goede
nachtrust en verschaft 's morgens
volkomen normale stoelgang.
f 0.65 per flacon.