Tweede Blad So. 5224 Vrijdag 6 Zieks marf. voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Kinderrubriek Een nieuwe lente LEKKERE KOFFIE SUPERIEUR! EEUILLETON. „VAN NELLE" ZIJN Vragen op rechtskundig gebied (Abonné's kunnen in deze rubriek GRATIS vragen stellen.) BEHOORENDE Bil HET Zoo oud, als gij u voelt! Het leven is een genot, zelfs als gil 80 jaar zijt, mits gii u maar jong voelt. Natuurlijk zijt gii niet meer zoo sterk, doch vele kwalen van den ouden dag kunnen voorko men worden door de organen ge zond te houden. Pijn in de ledenen stijve en pijn lijke gewrichten en spieren, urine- stoornissen, aanvallen van duizelig heid en soortgelijke klachten zijn tc ernstig om verwaarloosd te worden. Draag zorg, dat urinezuur en andere vergiftige onzuiverheden behoorlijk uit het bloed gefiltreerd worden dan bestaat geen gevaar voor rug pijn, rheumatiek, ischias, spit. blaas ontsteking of waterzucht. Neem zonder uitstel Foster's Rug pijn Pillen. Dit speciale middel heeft duizenden dankbare gebruikers ge lukkig gemaakt, frisch, gezond en opgewekt. Volg hun voorbeeld en gebruik Foster's Pillen. Bij alle drogisten enz. h fi.75 per flacon. Beste meisjes en jongens. Die waren lang niet makkelijk, hè? Nu, maar dat moet ook niet. anders zou er niets aan zijn. De oplossingen der vorige raadsels zijn 1. Een ei. 2. De stokvisch, want hier is het lijf en de kop, ligt in Noor wegen. 3. Redder. De nieuwe raadsels zijn 1. Wat komt er twee keer in een ommezien voor, één keer in een minuut en geen een keer in een eeuw? 2. Een vader had een eigen kind, en toch was het geen eigen zoon van dien vader. Rara, wat is dat? 3. Wat hoort alleen van jou en wordt toch door anderen veel meer gebruikt dan door je zelf? OOM KAREL. DE WONDERLIJKE GESCHIE DENIS VAN DE ELF KONINGS ZONEN. II. Haar gedachten waren zoo goed en zoo rein, dat geen kwaad haar ook maar iets kon doen. En de lee- lijke padden waren eenvoudig ver anderd in klaprozen Toen de booze Naar het Fransch. De oudste deelneemster, Mevr. Nieuwenliuizen, van de rond vlucht over Nederland bij aankomst op het vliegveld Eelde. 3> 63.) Maar die is mij niet voldoende. Ik ken u te goed om ook het minste vertrouwen in u te stellen, voordat ik, dank zij u, in Europa teruggekeerd ben. Dat hangt geheel van u zelf af. Ik neem geen besluit, voordat ik mijnheer de Beaupreault gesproken heb. Ik heb geen lust bij mijn straf nOg tien jaar te krijgen, of door een der bewakers doodgeschoten te wordin. Dat is dus uw laatste woord? Ja. En ik draag u op, dit aan mijnheer de Beaupreault te zeggen. 't Is goed. Collivet stond op en vertrok zonder aan groeten te denken. Haudecoeur dacht geruimen tijd over dit bezoek na, daarna haalde hij zijn breede schouders op en mompelde: 'tls vreemd, maar ik ben onrus tig als voor een naderend gevaar. Twee nachten daarna vertoonde Ge rard zich zelf in de woning van den gevangene. Haudecoeur sliep. Toen Gerard de Beaupreault zich be kend had gemaakt, ontroerde de ge vangene zichtbaar. 't Is dus werkelijk zoo, mijnheer, koningin dat zag, bedacht ze een andere leelijke streek. Ze smeerde de blanke huid van Elsje met het bruine sap van walnoten in en ze vlocht van haar prachtige haar lee lijke stijve vlechtjes, zoodat het on mogelijk was om het lieve prinsesje te herkennen. Toen de koning haar dan ook zag, schrok hii heel erg en zei, dat dit meisje zeker zijn doch ter niet kon zijn. Niemand wilde iets met haar te doen hebben, behalve dan de hofhond en de zwaluwen. Maar dat waren slechts stomme die ren, waar niemand acht op sloeg. De arme Elsje huilde in stilte en dacht met droefheid aan haar elf broertjes, die verdwenen waren. En op een zekeren dag sloop ze zachtjes uit het paleis en zwierf het bosch in. Ze wist niet, waar ze heen wilde gaan, maar ze was erg bedroefd en ze verlangde verschrikkelijk naar haar broertjes, die klaarblijkelijk net als zij uit het paleis verdwenen wa ren. Ze besloot ze te gaan zoeken, maar ze had nog niet lang in het bosch gewandeld of de duisternis be gon te vallen. Ze was heelemaal ver dwaald en ze zocht een zacht plek je uit in het mos en légde zich daar ter ruste. Het was heel stil en heel mooi weer en ze droomde den heelen nacht van haar broers. Ze droomde, dat ze weer kinderen wa ren en met hun diamanten griffels op gouden leien schreven. Toen ze wakker werd, stond de zon reeds hoog aan den hemel. Het rook heer lijk naar gras en bloemen en de vo gels waren heelemaal niet bang voor haar en kwamen soms gewoon op haar schouder zitten. Ze hoorde het geruisch van kleine beekjes en kwam jaan een prachtig helder meertje. Toen ze in het water keek. zag ze. dat haar gezicht zoo verschrikkelijk riep hij uit, dat gij mij wilt doen ont snappen? Collivet zal u wel gezegd hebben, dat ik vóór alles de redenen van uwej tusschenkomst wensch te weten. Het zal u wel vreemd toeschijnen, dat ik moei lijkheden opwerp en dat ik niet met vreugde uwe voorstellen aanneem. Maar ik heb er reden voor om te wantrouwen, en daarom wantrouw ik. Gij zijt onschuldig. Ja, maar wie of wat bewijst u dit? En als ik onschuldig ben, als gij hiervan werkelijk overtuigd zijt, als gij de bewijzen mijner onschuld bezit, waarom zijt ge dan niet, in plaats van hier te komen, eenvoudig naar het ge recht gegaan, om haar de dwaling te doen inzien, opdat ik in eere hersteld zou kunnen worden? Waarom onder neemt gij zulk een lange, moeilijke, kostbare reis, waarop u alles kan over komen en waarom trotseert gij al die gevaren, om mij te bevrijden? Als ik onschuldig ben en gij dit kunt bewij zen, dan mijnheer de Beaupreault, is het uw plicht, mij niet als een schul dige des nachts te laten ontsnappen, maar luid te verklaren, dat men zich ten mijnen nadeele vergist heeft. Als ik onschuldig ben, bedenk dit wel mijn heer, dan staat ontsnappen gelijk met mij zelf te veroordeeleln tot eeuwige schande, dan ontneem ik mij de kans, mijn eer ooit te herstellen, mijn eep, die der mijnen. Wat gij daar zegt, Haudecoeur is waar, antwoordde Gerard, en toch bied leelijk cn bruin was, en ze begon het in het koele water te wasschen. Al heel spoedig was haar huid weer mooi blank als te voren. Daarna maakte ze haar haren weer los zoo dat de gouden krullen weer over haar schouders dansten, zoodat ze weer j het mooie prinsesjje was van voor heen. Daarna ging ze naar een klei ne bron en dronk daar water uit de holte van haar hand. Ze at van de vruchten van de heerlijke wilde ap- eplen en pereboomen en voelde zich bli) en gelukkig te moede. Want ze voelde, dat ze zeker op een goeden dag haar broertjes weer zou terug zien. Toen het weer avond was ge worden, kwam ze aan een deel van Zooals de warme schutblaadjes het leven der knoppen aan boom en struik tegen kou en wind beschermen, vrijwaart „Zij"-Crême het ontwakende leven in Uw huid tegen de nukken van den grilligen voorjaarstijd. In prijzen van '20— 30- 45 en 75 cent. het bosch, dat zeer dicht begroeid was. Het was er zoo stil, dat je een der blad kon hooren kraken. Den volgenden morgen wandelde ze weer voort en het duurde niet lang of ze kwam een oude vrouw tegen, die een mand vol met heerlijke bessen droeg. De oude vrouw gaf haar een paar handen vol van die bessen en Elsje vroeg haar of ze misschien elf prinsen door het bosch had zien rijden. j „Neen", sprak de oude vrouw, „maar gisteren heb ik wel elf zwa nen gezien, met gouden kronen op hun hoofden en die zwommen in de beek hier dichtbij Ze bracht Elsje een eindje verder naar een i ik u mijn hulp aan, zonder eenige ver dere verklaring. Ik ben overtuigd van uwe onschuld, maar ik heb daar geen bewijzen van. Gij bezit dan toch moreele bewij zen? Dat kan ik u niet zeggen. Uwe overtuiging moet wel stellig wezen, dat gij, op mij op te zoeken, bijna de geheele wereld doorkruisd hebt. Ik heb een andere reden, Haude coeur, antwoordde Gerard eenvoudig. Kunt gij mij die zeggen? Ja. Ik heb Louise lief. Ik heb haar innig lief, van ganscher harte. Louise met haar innige liefde voor u en haar onwankelbaar vertrouwen in uw on schuld heeft mij aan het twijfelen ge bracht en van meening doen verande ren. Louise gelooft aan uwe onschuld en toch heeft zij geen bewijzen. Zij gelooft er aan, omdat zij uwe dochter is. Welnu, Haudecoeur, evenals zij ge loof ik er ook aan. Ik geloof er aan, omdat ik haar liefheb. Louise! De naam van zijn dochter, zijn lief kind, deed den gevangene ont roeren. Zóó langen tijd had niemand dien naam meer voor hem uitgesproken. Dikwijls had hij er genoegen in ge had, dien naam luid bij zich zelf te herhalen. Maar thans had een ander haar uitgesproken. En hij was er als versuft van. Mijn kind! Mijn kind! Hij herstelde zich en zeide ernstig met edelen eenvoud: Mijnheeir de Beaupreault ik sta Een krukas in mijn motor is door de fabriek te dun afgedraaid. Wie is nu aansprakelijk voor de schade W. C. D. Met mijn autobus vervoer ik 's morgens en 's middags uitsluitend schoolkinderen. Heb ik daarvoor vergunning van Gedepu teerde Staten noodig L. Een chauffeur. Zoodra de nieuwe Pachtwet in werking is, wil ik mij direct tot den Kantonrechter wenden, omdat ik veel te duur pacht. Kunt u mij zeggen op welke wijze ik dat moet doen A. Een pachter. Ik had land gehuurd voor 6 jaren, waarvan de huur j.l. December eindigde. Op het land liet ik een watermolen plaat sen op mijn kosten. Door de bemaling is het land veel verbeterd. Kan ik nu de door mij gemaakte kosten van den eigenaar terugvorderen M. X. EEN KOFFIE MET ZOO'N SMAAK, ZOO'N GEUR MOET VAN verbaasd over hetgeen gij mij daar gezegd hebt; dat heeft mij geheel ont roerd. Gij hebt mijn Louise lief, mijn arm kind, eenvoudig en werkzaam, en mooi; dat is waar, mooi is zij! Gij hebt de dochter lief van den man, dien men er van beschuldigt, dat hij uw vader vermoord heeft! 't Schijnt mij toe, alsof de goede God er zich mede be moeit. En ik had reeds opgehouden er aan te gelooven. Hij had mij schijnbaar verlaten! Gij hebt dus mijn Louise lief! Nu begrijp ik het: gij moet mij wel voor onschuldig hou den, als gij haar liefhebt. anders zou mijn naam mijn familie, alles, wat mij behoort, u afschuw moeten inboe zemen. De tranen kwamen Haudeccoeur in de oogen. Collivet woonde zwijgend dit too- neel bij. Ja, ja, ik begrijp het! Gij hebt gedacht: „De vader van Louise is on schuldig. Ik zal hem van zijn strafplaats laten ontsnappen." Maa.r mijnheer de Beaupreault, dat is niet voldoende. Heeft Louise u ook lief? Dat weet ik niet. Ik geloof wel, dat zij mij wel lief zal krijgen. Louise is eenvoudig en verstandig als zij u liefheeft, zal ik mij niet tegen uw beider geluk verzetten. Gij kunt niet rijk zijn, want uw vader was geruïneerd toen hij stierf. Ik ben arm. Dat verwijderd u dus niet van haar. Uwe finantieële toestand zou u dus geen van beiden beletten te huwen. Maar er is iets anders. Ik ben heuvel. Aan den voet ervan stroom- j de de beek. Hier nam Elsje afscheid van de oude vrouw en wandelde ver der langs de beek, tot waar die in de groote open zee uitliep. De prachtige open zee lag daar voor haar. Maar er was geen te zien en er was geen enkele boot in de nabijheid. Hoe moest ze nu ooit ver der gaan Ze keek naar de beek en de steentjes die erin lagen, doch die konden haar geen antwoord ge ven. Maar toen ze goed rond keek. zag ze ergens op een beschut plekje vlak bii den oever elf witte zwa- nenveeren liggen. Ze raapte ze op en maakte er een bosje van. Toen de zon op het punt stond onder te gaan, zag Elsje elf groote, wilde zwa nen met gouden kronen op hun hoof den naar het land komen vliegen. Elsje verborg zich achter een boom en ze zag, hoe de zwanen vlak bii haar neerstreken en met hun groote. witte vleugels klapperden. En toen de zon geheel was ondergegaan schudden de zwanen hun veeren en werden plotselingelf jonge prinsen. (Wordt vervolgd.) Mag een winkelier, volgens de nieuwe Drankwet, nog meerdere dranken over de toonbank verkoopen dan beslist alcohol vrije dranken. R. Een belanghebbende. Op 23 April j.l. reed ik met mijn rijwiel op een eenzame weg van 3 K.M. Op den heelen weg voor mij, was niemand te zien. Door mij werd een sigaret opge stoken, zoodat ik het stuur van mijn fiets een minuut los liet juist op dit oogen- blik reed mij de gemeente-veldwachter achter op, welke mij toen een bekeuring gaf. Ben ik volgens de Wet voor dit feit strafbaar Bij mij in de buurt woont een Petro- leumventer die de vaten olie publiek iu het volle van de buurt buiten heeft liggen en behalve over dag, ook des avonds met lantaarnlicht, olie tapt uit de vaten. Mag zulks iu verband met de Hinderwet Zoo neen tot wie moet ik mij wenden om zulks te voorkomen A. G. V. Moet een polis van verzekering tegen inbraak op gezegeld papier worden ge steld Zoo ja, op welk zegel Heusden J. A. Een polis van verzekering tegen inbraak is vrij van zegel. Dezer dagen hoorde ik dat, wanneer ik vleesch wil uithallen, vrij mag slachten en afhakken in de open lucht zooveel ik wil Is dat juist Dussen Een landbouwer. Dit is juist, tenzij er in de gemeente Dussen eene gemeentelijke verordening bestaat, welke voorschrijft, dat alleen bin nenshuis mag worden geslacht. Op een rijwielpad rijden drie wielrijders naast elkaar. Van tegenovergestelden kant komt een wielrijder die geheel rechts rijdt. Er heeft een botsing plaats. Was de meest linksche der wielrijders niet verplicht vóór of achter zijn buurman te gaan rijden G. R. S. Wanneer op een rijwielpad van de eene zijde drie wielrijders naast elkaar komen aanrijden en aldus het geheele pad in beslag nemen en van de andere zijde één wielrijder, rijdende op het pad en wel voor hem ter rechterzijde van het pad, is laatstgenoemde niet verplicht het pad te verlaten, maar behoort degeen der drie wielrijders, die het meest links rijdt, zijne verplichting om behoorlijk naar rechts uit te wijken na te komen door vóór of achter zijn nevenman te gaan rijden en aldus op het rijwielpad ruimte te maken voor den hem tegenkomenden wielrijder. Als vader-voogd heb ik het vruchtge bruik van het vermogen van mijn min derjarige kinderen. De inkomsten van dat vermogen geef ik voor de belasting op bij mijn eigen inkomsten. De kinderen zijn evenwel ook in de Vermogensbelas ting aangeslagen, waarvoor ik den aanslag moet betalen. Mijn vraag is nu mag ik het bedrag, hetwelk ik voor hen in de Vermogens belasting moet betalen, van mijn aangifte van eigen inkomsten aftrekken W. W. De vermogensbelasting, die u voor uwe minderjarige kinderen betaalt, drukt recht streeks op het wettelijk vruchtgenot van de goederen der kinderen en kan dus in gevolge artikel 10 der Wet in mindering worden gebracht. Eenigen tijd geleden is mijne vrouw een hinderpaal voor uw huwelijk. Men huwt de dochter van een gedeporteerde niet. Dat is niet zoo, denkt gij? Vooral, wanneer men den naam Beau preault draagt, huwt men niet de doch ter van Haudecoeur. Gij hebt er toch aan gedacht, mijn dochter te huwen, wat zijn dus uw plannen? Nooit kan mijn dochter uw vrouw worden, zoo lang het niet gebleken is, dat ik onschul dig ben aan den moord, begaan op uw vader! Ach, als dat eens geschiedde en als heden tot mij zoudt zeggen: „Ik heb Lousie lief, geef haar mij!" dan beken ik u, dat mijn eer volkomen her steld en mijn geluk onbeschrijfelijk zou wezen! Maar dat alles is te schoon! Dat zal niet geschieden. Door mijn ontsnap ping kunt gij Louise niet krijgen. Ziji zou mijn schande vermeerderen, de on verdiende smet, die op mijn naam ligt, zou daardoor toenemen. Wat u alleen te doen staat, mijnheer de Beaupreault, is te bewijzen, dat ik noot opgehou den hebl een braaf mensch te wezen. Het overige komt dan wel van zelf. Ik vertrouw op de toekomst en ik zal de bewijzen uwer onschuld viinden, arme Haudecoeur, dat zweer ik u, maar dat kan lang duren en ik dacht, dat gij gelukkiger de herstelling van uw eer zoudt kunnen afwachten, als ik u weder tot Louise breng. (Wordt vervolgd). Nieuwsblad Ja-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1932 | | pagina 1