Tweede Blad No. 5228 Vrijdag 20 Mei Zieles marf. t Belangrijk voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. SUPERIEUR IB Een kind als een wolk Kinderrubriek FEUILLETON. Sproeten komen vroeg in het voorjaar, koop tijdig een pot LEKKERE KOFFIE VAN NELLE" ZIJN RAVENSWAAY'S GELUKSTELEGRAMMEN! N.V. "|h M. RAVENSVVAAY ZONEN. Gorinchem. BEH00RENDE BIJ HET Wederom Rugpijn! Voortdurende pijn in de lendenen of scherpe steken als gii u bukt of opricht, wijzen op verzwakking" 4er organen in den rug. Des te meer, als gii tevens blazen onder de oo gen, duizeligheid. hoofdpijn of uri nestoornissen kunt opmerken. Verwaarloozing dezer verschijnse len kan aanleiding geven tot ernstige kwalen. Er bestaat gevaar voor maan denlange pijn of werkeloosheid door rheumatiek, ischias, spit, blaaszwak- te, waterzucht enz. Laat Foster's Rugpijn Pillen de organen weder tot gezonde werking brengen, zoodat het urinezuur en de andere schadelijke stoffen weder uit het bloed gefiltreerd worden. Reeds jaren verwierf dit speciale middel naam door tallooze mannen en vrou wen van eiken leeftijd hun gezond heid en kracht te hergeven. Bij alle drogisten enz. a f1.7 5 per flacon. Beste meisjes en jongens. De oplossingen der vorige raadsels zijn 1. Het vuur. 2. Eind goed al goed. 3. Tom-mot. De nieuwe raadsels zijn 1. Mijn geheel bestaat uit 8 let ters en noemt iets dat licht kan geven: 2 5 7 vindt men aan een korenhalm. 8 6 4 is niet droog. 7 2 4 is een schadelijk knaagdier. 1 6 2 3 is een plaats met vele boomen. 2. En hier is nog een aardig letter raadsel. Mijn geheel bestaat uit 7 let ters en noemt iets, dat vele heeren in hun zak dragen: 2 5 3 is een lichaamsdeel. 1 2 5 6 is niet laag. 4 5 3 is een waardeloos ding. 7 4 is een oude lengtemaat. 3. En wie weet, welke overeenkomst er bestaat tusschen het eilaqd Schokland en de letter E.? OOM KAREL. DE WONDER LI JKE GESCHIE DENIS VAN DE ELF KONINGS ZONEN. IV. Elsje dacht, dat ze nog droomde, zoo vreemd leek het door de lucht gedragen te worden hoog boven de zee. Naast haa;r lag een groote tros heerlijke rijpe bessen en een bos heele smakelijke worteltjes, die haar jongste Naar het Fransch. 67.) Hij was met zijn maal gereed, be taalde zijn verteering en stak juist zijn pijp op, toen langzaam twee mannen langs de lantaarn liepen en daarna in de duisternis verdwenen. Hoe kort dit ook duurde, toch uitte Haudecoeur een kreet van verrassing. Ik geloof, dat het Coliivet en Jac- quemin zijn! Coliivet en Jacquemin met elkander in gesprek! Waarover? Kennen zij el kander dan? Coliivet had hem er niet over gesproken. Wat zouden zij elkan der te zeggen hebben Spraken zij over Haudecoeur? Had hij er geen belang bij, het te hooren? Hij verliet de bar. In de duisternis zag hij niet ver van hem af den vagen omtrek der beide mannen. Hij volgde hen en doofde zijn pijp uit, daar de gloed er van hem wel licht zou kunnen verraden, als hij hen bespiedde. Van tijd tot tijd bleven ziij staan. Dan zag Haudecoeur' hoe zij hunne hoofden tot elkander bogen en elkan der iets toefluisterden, maar hij was te ver van hen verwijderd, om te kun nen verstaan wat zij zeiden. broer voor haar bijeen gezocht had. gobe» en de bliksem schoof onop- Ze aag ook, dat hij het nas, die bo- houdelijk door het zwerk. En de zon ven haar hoofd vloog om haar tegen had nu bijna den horizon ber.ikt. Elsje de zonnestralen te beschermen. Ze vlo- beefde van angst, toen de zwanen piot gen zoo hoog, dat het eerste schip seling zoo snel omlaag vlogen, dat ze dat ze zagen, precies een zeemeeuw dacht, dat ze naa(r beneden vielen. De leek, die op het water dreef. Achter helft van de zon was al onder den hen verscheen aan den hemel een groo- horizon gedaald en toenzag ze voor te, donkere wolk gelijk een berg. En de eerste keer de kleine rots beneden, Elsje zag haar eigen schaduw op deze die van uit de hoogte niet grooter leek, wolk en die van de elf zwanen en het dan de kop van een zeethond boven leken wel reuzen! Het was een prach- het water. E>e zon daalde heel snel tig gezicht, maar toen de zon hoog'er steeg en de donkere wolk langzamer hand uit het gezicht verdween, ver dwenen ook de schaduwen. Ze vlo gen maar voort en voort, den ganschen o - dag lang, alslof er een pijl door het Bij alle Drogisten. luchtruim schoot. Toch gingen ze lang- zamqr dan gewoonlijk, omdat zwanen en was fen slotte niet grooter meer nu hun zuster hadden mee te dragen.1 dan een ster) to€n Eisje haar voeten Opeens stak er een storm op en hetn,eerzette op den stevigen grond van begon avond - worden. Elsje zag met d€n rots. De zon ging uit als de laat- toenemende angst, hoe de zon al Jager ste vonken van een stuk brandend ra- en lager daalde en de eenzame rots pi€r. £n toen ze haar broers arm in midden in de zee was nergens te zien. arm om haar heen staan, want er was De zwanen schenen krachtiger met hun maar net genoeg ruimte voor hen om vleugels te slaan dan ooit. Helaas.. 1r| op den rots te staan. De golven vlo- Elsje was de oorzaak, dat ze niet snel- gen woedend tegen den rots aan en Ier vooruit konden komen en zoodra vlogen er soms over heen en maakten de zon onder zou zijn gegaan, zouden hen allemaal nat. Het leek wel of de ze weer menschen worden en dan zou- hemel in vuur en vlam stond en felle den ze allen in zee vallen en verdrin-donderslagen wisselden elke ar af. Maar kenDe welken werden al donker- de kleine zus en haar moedige broers der en donkerder en de storm werd stonden hand aan hand en zongen af hoe langer "hoe heviger. De wolken joe €en jjed om elkaar op te beuren zagen eruit als loodgrijze, dreigetndeen te troosten. Toen de morgen aanbrak was het prachtig weer. En toén de zon opkwam vlogen de zwanen weer weg met Elsje, weg van den kleinen rots. Tve zee was nog wel erg woelig en van uit de hoogte gezien zagen ze de witte schuimkoppen ojp het donkere groene water en het was precies alsof er millioenen zwanen op de golvejn dqe-i ven. Toen de zon hooger steeg, zag Elsje voor zich uit half zwevende in de lucht, groote vitte ijsbergen. Halver wege was een paleis gebouwd, dat wel een mijl lang was. En onder he|n wuifden palmboomen en prachtige bloel- sems, zoo groot als molenstcenen. Ze vroeg aan haar broers of dit het land was, waarheen ze gingen, maar da zwanen schudden hun hoofden, omdat wat ze zag slechts een luchtspiegeling i was. En terwijl Elsje er nog naar keek EEN KOFFIE MET ZOO'N SMAAK, ZOO'N GEUR MOET VAN ss Een nieuwe attractie voor de verbruikers van Ravenswaay's L e 11 e r s-A r t i k e I e n Vanaf heden zal het herhaalde malen gebeuren, dat een verbruiker van de Letters-Artikelen onverwachts een z.g. GELUKS-TELEGRAM van ons ontvangt. De ontvanger van zulk een Geluks-Telegram moet dan binnen acht dagen een inzending Letterszakken aan ons kantoor opzenden. Na ontvangst hiervan, wordt dan, geheel franco met onze eigen vracht auto, aan dezen verbruiker het door hem gevraagde Extra-Cadeau toegezonden. De artikelen voor de benoodigde Letterszakken, moeten steeds bij één onzer winkeliers gekocht zijn. Nimmer worden deze artikelen rechtstreeks door onze fabriek aan particulieren geleverd. Wanneer een verbruiker een Geluks-Telegram ontvangt, terwijl er een inzending Letterszakken van hem bij ons aanwezig is, dan gelieve bij ons dit binnen 2 maal 24 uur per briefkaart mede te deelen. Er behoeft dan niet opnieuw een inzending te worden gedaan. Automatisch treedt dan de in ons bezit zijnde inzending in werking voor het GelukS- Telegram. Deze nieuwe attractie treedt in werking in de plaats van de thans bestaande Peilkaarten. Alle in omloop zijnde Peilkaarten kunnen vanaf heden dan ook als vervallen worden beschouwd. De verdere bepalingen, volgens onze Letters-Circulaire, blijven geheel ongewijzigd. Bij elke inzending Letterszakken blijft Uw kans op een Extra-Cadeau onveranderd bestaan. GORINCHEM, 13 Mei 1932. derging zat ze tusschen <te heuvelen IlCIISllCIl voor. een groot hol, dat bedekt was Hier zou ze den nacht doorbrengen, niet heele, fijne teere, groene plantjes. „En laten we nu eens zien, wat je hier vannacht zal droom en!"' sprak haar jongste broer, terwijl hij haar de plaats toonde, waar ze zou slapen, „want dit 111 CAr^ is een geheimzinnige tooverplek. (Wordt vervolgd.) STRAFZITTING VAN HET KAN TONGERECHT TE HEUSDEN, van Vrijdag 6 Mei 1932. Kantonrechter: Mr. C. W. van Om- Ambtenaar van het Openbaar Ministe rie (waarnemend): H. J. van Eggja- len. Griffier: Mr. G. H. Bleeker. 'tls eene erg kleine zitting, want smolten het paleis en de tuinen en de wordt ook Uw baby. als hij zijn slaapje maar slechts 14 zaken staan op de rol en daar- bergen weg en er bleef niets anders ongestoord kan genieten. En slapen doei het, mede evenredig is het belangstellend over dan een dunne mist, die over het J wanneer U de roode, gesmette en stukke publiek. i 1 i water dreef. Maar eindelijk zag ze het plekken van zijn huidje verzacht en geneest J. H. H., fabrieksarbeider te Fkts^ werkelijke land. Prachtige bergen met door ze in te wrijven met Mijnhardt's sen had een hoeveelheid van circa 3QG cederbosschen en paleizen verrezen voor Kinderzalf. Doos 25, Tube 40 ct Bij pond varkensvleesch, dat voor verkoop haar oog. En lang voordat de zon on- Apoth. en Drogisten. H. K. H. Prinses JULIANA heeft Zaterdag de Indische Tentoonstelling in het Westerbroekpark te Den Haag officieel geopend. Na de opening maakte H. K. H. vergezeld door de autoriteiten een rondgang over de terreinen. bestemd was, aanwezig gehad in eene bewaarplaats, waarin vier geilen en eerj, 1 kat aanwezig waren. Kantonrechter: Wat ben je toch ceri vieze kerel. Ik kan me niet begrijpen hoe je er toe komt om vleesch, dat voof menschelijk voedsel moet worden ge- bruikt, in zoo'n vuile en smerige ont- I geving te hebben. Jullie willen vart J alles verstand hebben, maar van rein heid hebben jullie het dan toch zeker niet. Dat je, v 00 r zoover w e 11 e* lijk geoorloofd, uitpondt, is mij best, maar doe het niet in een smerige en vuile geitenstal. En dan het vleesch nog overdekt met vieze doeken! Tls fraai. Die vuiligheid moeten die zgn. uitponders maar eens voor goed a{loe ren. Je krijgt f25.00 of 10 dagen. J. V., landbouewr te Hank, had geen aangifte gedaan ter gemeente-secretarie van de voorgenomen slachting vaneen varken voor eigen gebruik. Kantonrechter: Waarom heb je geert aangifte gedaan? Verdachte: Ik had 2 varkens geslacht. Ik ben er zeker van, dat het over mij is! dacht de gevangene. Eensklaps meende hij hen te zien te- rugkeeren. Hij verborg zich vlug ach ter een in afbraak zijnd huis en kefek oplettend rond. Werkelijk keerden de beide mannen naar Bourail terug. Maar hij kon geen woord verstaan. Zij spraken fluisterend. Voor het verlaten huis gaven zij el kander de hand en Jacquemin, want Haudecoeur had zich niet vergist, Jac quemin zeide: Dus tot den volgenden nacht? Dat blijft afgesproken. Toen verlieten zij elkander. Haudecoeur sidderde. Geruimen tijd bleef hij in zijn schuil plaats en trachtte te begrijpen, wat hij daar gehoord had. Wel, wel! Wat zou dat te beteieke- nen hebben? Is het een hinderlaag, waarin Coliivet en Beaupreault mij lok ken willen?.... Of zou Jacquemin ten mijnen voordeele omgekocht zijn? Ais die laatste veronderstelling waar is, waarom doet hij zich dan als mijn vijand voor en stelt Itjj alles 'in het werk, opdat ik zal meenen, dat hij mijn vijand is. Geheel verslagen keerde hij naar zijn woning terug. De stem, die hem reeds eenmaal ge waarschuwd had, verhief zich nogmaals. Zijn wantrouwen nam toe. Daar hij vreesde, niet gebruik te zullen maken van de gelegenheid, die hem aangeboden werd in het ge\ al zijn vrees ongegrond was geweest besloot hij, de grootste voorzichtigheid in acht te nemen en tegen middernacht naar de kust te gaan. Hij had niets te verliezen. In het eene geval, dat Jacquemin en Coliivet hem niet verraadden, zou Haudecoeur kunnen ontsnappen. In het andere geval, namelijk dat zij hem wilden verraden, kreeg Haude coeur immers de overtuiging, dat Ge rard en Cokivet belang bij zijn verdwij ning hadden en was dit een belang rijke schrede voor hem, dichter bij de waarheid. Zijn besluit was genomen. Hij zou het 'aan God overlaten, hem te verde digen en te behoeden. Het uur naderde. De nacht was donker; krachtig ver hief de wind zich, maar er viel geen regen. Haudecoeur verliet zijn woning en be gaf zich naar buiten. Op dat oogenblik was het omstreeks negen uur. Eerst begaf hi j zich naar den grond van zijn concessie, daarna liep hij tus schen 'de kreupelbosehjes steeds verder, zonder zich te haasten. De samenkomst aan de Roocle Kaap was op middernacht bepaald. Hij had dus tijd. Vooral trachtte hij de kustwachlen te ontwijken, die den weg van Bourail bezet houden. 't Gelukte hem, haar te ontwijken, door een grooten omweg te maken, daarna volgde hij de kust, door van rots tot rots te kruipen. De wacht bewaakt den weg en de zee. 'tHooge riet bewaart zijn gehei men. En de rotsen langs de kust, verge makkelijken een vlucht niet, drar zij zich dikwijls loodrecht uit de zee ver heffen en den voorbijganger den weg versperren. Haudecoeur kende zelfs de kleinste inhammen der rotsen en de gevaren van den weg, dien hij te volgen had. Daar waar de rotsen zich als een muur voor hem oprichten, ging hij te water en zwom geruisloos in de schaduw, die de rotsen op de phos- phoorachtige golven wierp. En wanneer hij het kon, begaf hij zich weer aan land. Aldus moest hij tot aan de Roode Kaap gaan. Hij opende het deksel van zijn hor loge en voelde met zijn vingers op de wijzers hoet laat het reeds was. 'tWas omstreeks half elf. Einnen anderhalf uur zal ik gered wezen of dood zijn. Hij berekende, dat hij nog zeer ver van de Roode Kaap verwijderd was. Reeds twee keeren was hij te water gegaan. Uit voorzorg had hij zich met een lang mes ge.wapend, om zich tegen den aanval van een haai te kunnen ver dedigen. Om vrijer in zijn bewegingen te we zen, had hij behalve een broek eri «en hemd, alle onderkleedingstukken uitge laten. H ij ging barrevoets. Nu zette hij den tocht over de rotsen weer voort. Sedert hij zijn hut verlaten had, ging alles nog even goed. 1 Eén keer slechts had hij zich veront rust. Toen hij den weg van Bourail overstak, had hfj een patrouille dicht achter hem vernomen. Hij was achteruitgeloopen en had zich in een veld maïs verborgen, waar in hij geheel verdween. Die wind loeide qog steeds hevig; De patrouille ging hem stil voorbij, 't Geluid stierf in de verte weg en dat was alles. Nu verliet Haudecoeut zijn schuilplaats en begaf zich naai! de zee, waarvan het doffe bruischen der golven huiveringwekkend klonk bij het gieren van rifen wind. Vreemd was het, dat de lucht bui tengewoon helderblauw was. Hij naderde de wacht bij de Roode Kaap, Nu verdubbelde hij zijn voorzichtig heid. Maar juist ,de gevaarlijke ligging dier wacht beschermde hem tegen dit gevaar. Haudecoeur vatte weer moed. Als Coliivet hem ,in een hinderlaag had willen lokken, zou het immers on- noodig geweest zijn te wachten, totdat hij aan de Roode Kaap was om hem te arresteeren of hem een kogel doof het hoofd te jagen. (Wordt vervolgd), j ]tictjw;blad

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1932 | | pagina 5