Tweede Blad LETTERS ARTIKELEN voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. No. 5232 Vrijdag 3 Juni Zieissrrrerrf. f iSEpv yIE RAVENSWAAY'S Kantongerecht Klensilen Kinderrubriek FEUILLETON. RAVENSWAAY's GELUKSTELEGRAMMEN Wacht niet, tot gii te bed moet blijven door scherpe of voortdurende pijnen in den rug, waterzuchtige zwel lingen der ledematen of onder de oogen, rheumatische pijnen, onna tuurlijk uitzicht der urine, pijnlijke loozing of voortdurende aandrang tot loozing. Begin onmiddellijk bij de eerste kenteekenen met het gebruik van Foster's Rugpijn Pillen. Want zoo lang de in de lendenen gelegen or ganen door verzwakking niet de ver giftige onzuiverheden uit het bloed filtreeren en verder uit het lichaam verwijderen, kunt gii niet gezond worden. Foster's Rugpijn Pillen werken rechtstreeks op deze verzwakte or ganen, heelen en versterken deze, en verschaffen zoodoende behoorlijk ge zuiverd, rijk en gezond bloed aan alle deelen van het lichaam. En dan bestaat geen verder gevaar voor rheu- matiek, waterzucht, ischias, rugpijn, spit en gruis. Bij alle drogisten enz. a f 1.75 per flacon. Beste meisjes en jongens. De oplossingen der vorige raadsels zijn 1. Klepel lepel. 2. Mijn vader. 3. Een hoed. De nieuwe raadsels zijn 1. Neem van elk der volgende woor den één letter, dan krijg je een visch: poes, dun, ton, bes, Karei. 2. Vul de onderstaande figuur zoo in, dat op den eersten regel een vrucht komt te staan, op den tweeden een stuk keukengereedschap, op den derden een plaats met veel boomen, o;p den vier den een lichaamsdeel, op den vijfden een getij, op den zesden een mede klinker. De beginletters van boven naar beneden gelezen geven dan weer het woord van den eersten regel. OOM KAREL. DE WONDERLIJKE GESCHIE DENIS VAN DE ELF KONINGS ZONEN. VI. „Hoe kom je hier?" sprak de koning tot Elsje. Naar het Fransch. 71.) 't Alarm werd door Jacquemin ge geven en gedurende de beide volgende dagen doorkruiste patrouilles den om trek in alle richtingen. Men begrijpt, waarom dit vruchte loos was. De bewaker dacht er in het geheel niet aan, dat Haudecoeur omgekomen was. Een oogenblik viel zijn vermoeden op Collivet. Was het misschien een list geweest, die geheele historie van het jacht, om de vlucht van den gevangene in de hand te werken? En terwijl Jacquemin aan de eene zijde op de wacht stond, was Haude coeur misschien kalm langs de andere zijde ontvlucht? Aan dat wantrouwen werd spoedig een einde gemaakt. Jacquemin en Collivet bleven het ove rige van den dag aan de kust, terwijl de patrouilles den omtrek in alle rich tingen doorkruisten en overal het sig nalement van Haudecoeur opgaven. Ge wapend met zijn verrekijker bespiedde Jacquemin de minste oneffenheid aan de rotsen. En dikwijls bleven zijn oogen op Doch Elsje schudde het hoofd, ze durfde niet te spreken. De verlossing en het leven van haar broers hing af van haar stilzwijgen. Ze verborg haar handen onder haar schortje, zoodat de koning niet zou kunnen zien, dat ze brandnetels geplukt had. „Kom met me mee!" sprak de koning, „je kunt hier niet blijven. En als je. even goed bent als je schoon bent, zal ik ik je in zijde en fluweel kleeden en een gouden kroon op je hoofd zetten en dan zal je bij me wonen in mijn kostbaarste paleis!" Toen tilde de ko ning haar op zijn paard, doch zij huil de diep bedroefd en wrong haar han den. Maar de koning zei: „Ik denk al leen maar aan je geluk! Lateir zal je me dankbaar zijn voor wat Ik voor je doe!" En toen gaf hij zijn paard de sporen en reed met haar heen over ae bergen, terwijl ze in duizend angsten voor hem in het zadel zat; en de jagers volgden allemaal. Toen de zon onderging, lag daar de koninklijke stad voor hen met grco- te paleizen ten kerken en koepels en de koning voerde haar zijn paleis bin- i nen, waar groote fonteinen in de mar meren zalen ruischten en waar de mu ren en de plafonds met prachtige schil derijen versierd waren. Elsje had ner- gens oog voor. Ze weende slechts en j was vol zorg over haar arme broers, j Ze sprak echtcff geen woord en liet toe, dat kameniers haar in koninklijke J gewaden staken en paarlen door haar j blonde lokken vlochten en handschoe- nen aan haa.r handen deden. Ze was heel schoon, zooals ze daar stond in al haar pracht. De hovelingen bogen diep voor haar en de konnig wenschte haar tot bruid. Ofschoon een oude ho- l' veling het hoofd schudde en fluisterde, dat hij vreesde, dat het schoone meis je uit het bosch een heks was, die hun oogen betooverd had en den ko ning behekst. De koning weigerde echter naar hem te luisteren en hij beval de muziek om te spelen en gaf bevel, dat de kos telijkste spijzen voor Elsje gebracht zou den worden en dat de lieftaliigste meis jes voor haar zouden dansen. Men leid de haar door heerlijke geurende tui nen in prachtige vertrekken, maar niets bracht een glimlach op haar lippen of in haar oogen oogen: Ze bleef steeds diep bedroefd. Tenslotte opende de koning een deur van een klein kamertje, dicht bij de groote kamer, waar ze zou slapen. Dit kleine kamertje was versierd met kostbare groene tapijten zoodat het net leek of er een tapijt van gras lag. Wat was er namelijk gebeurd? De koning had bevel gegeven, dat dit kleine kamertje precies zoo zou wor den ingericht, als het hol waar hij haar gevonden had. Tot Elsje's groote vreugde lag de bundel vlas, die ze van de brandnetels gemaakt had op den grond en aan den wand hing de eene mantel met lange mouwen, die ze al gemaakt had. Een van de jagers had namelijk al die dingen rfteeigebracht, als een aandenken. „Hier kun jedroo- men, dat je weer in je vroegere om geving bent," sprak de koning, „hier is het werk, waar je mee bezig was; temiden van af je pracht, zal je af en toe misschien eens terug willen den ken aan die tijden!" Toen Elsje al die dingen zag, die haar zoo dierbaar waren, kwam er voor de eerste keer een lachje op haar ge zicht en het bloed stroomde weer naar haar wangen en teekende er een blos op. Ze dacht aan de verlossing van haar broers en kuste de hand van den koning. De koning drukte haar kleine hand aan zijn hart en gaf bevel alle klokken te laten luiden ter gelegenheid van zijn huwelijk. Want het stomme, lieftallige meisje uit het bosch zou de koningin van het land worden. (Wordt vervolgd.) —O BRENGEN U GELUK hebben reeds een flink aantal verbruikers verrast. Mogelijk behoorde U ook reeds tot één der gelukkigen, en zoo niet, wie weet hoe spoedig dan wel. Geheel onverwachts ontvangt U zulk een GELUKS-TFLEGRAM van ons. De verrassing is er des te grooter om. Hoofdzaak is, onze Letters-Artikelen geregeld te blijven verbruiken. Wij hebben bewezen dat wij dit op prijs blijven stellen. Steeds maar door, hebben wij nieuwe voordeelen voor onze geregelde verbruikers. En toch blijft Uw kans op een EXTRA CADEAU bij elke inzending welke U doet, onveranderd bestaan. De Geluks-Telegrammen zijn geheel en al, een extra verrassing I N V v.h. M RAVENSWAAY ZONEN, GORINCHEM. DE ZUIDERZEE IS NIET MEER. Zaterdag om twee minuten over een is het laatste gat in den Zuiderzeedijk gedicht. De verbinding tusschen Noord-Holland en Friesland is tot stand gekomen, liet plechtige oogenblik. het eilandje rusten, waar hij den vori- gen nacht met Collivet te vergeefs de wacht had gehouden. Er ontbrak slechts weinig aan, of Haudecoeur was ont dekt geworden. Op het oogenblik, dat de ongeluk kige man opstond, om een schuilplaats tegen de brandende zon te zoeken, had Jacquemin juist zijn verrekijker op het eilandje gericht. En de oplettende bewaker zag vaag, hoe tusschen de rotsen, schitterende als marmer in de zon, iets bewoog. Hij wischte de glazen schoon en keek opnieuw. Daar hij er niet zeker van was, gaf hij den kijker aan Colllivet over. Kijk zelf eens! En hij wees op het eiland, terfwijl hij zeide, dat hij meende, iets te heb ben gezien. 'tls een bundel gras, dat door den wind bewogen wordt. Nogmaals was Haudecoeur gered. Maar de beide mannen verminderden hunne waakzaamheid niet. Een geheim instinct waarschuwde hun haat, dat al les nog niet geëindigd was. En den volgenden morgen waren zij reeds vroegtijdig weer op hun post. De patrouilles, die ter opsporing van Haudecoeur waren uitgezonden, waren teruggekeerd. Wanneer een gevangene naar de binnenlanden ontvlucht, heeft hij alle kansen tegen zich en men doet weinig moeite, om hem terug te vin den. En werkelijk, van de twintig ge vangenen die aldus trachten te ontko men, keeren vijftien spoedig naar de strafplaats terug, ontsteld door de kwel lingen, die zij reeds ondervonden. De andere vinden, op enkele na, den dood. De honger, de dorst, of de wreedheid der Canaques vervolgden hen Overal. De voorbeelden van ontvluchtingen, die aldus gelukten, zijn schaarsch. Des morgens verlichtte de zon eens klaps het eilandje en de zee. Jacquemin schoof zijn verrekijker uit, wendde hem naar alle zijden. Niéts! zeide hij. Kom, 'tis gedaan. En hij verwijderde zich. Collivet volgde hem. i Terwijl zij verder liepen, keerde Col livet zich nog eenmaal om een door- j boorde als het ware den horizont, i Och, 't is de moeite niet waard), 1 kom, ga mee, zeide Jacquemin. I Maar Collivet tuurde nog steeds in het verschiet. Hij scheen het niet gehoord te heb ben. En in plaats van Jacquemin te volgen, keerde hij naar de kust terug. Jacquemin volgde hem en de rich ting der oogen van zijn makker volgend tuurde ook hij in de verte. Daar! Daar! Ziet gij die zwarte stip?die langzaam schijnt te na derenlangzaam naar de kust komt? Duivels! gij schijnt goede oogen te hebben, Collivet! Hij richttte zijn Dijker naar de aan gewezen plek. En plotseling uitte hij* een kreet van verrassing. Die zwarte stip is een hoofd. en om zich aldus in een baai te wagen, die als opgepropt met haaien is, moet STRAFZITTING VAN HET KAN TONGERECHT TE HEUSDEN, van Vrijdag 20 Mei 1932. Kantonrechter: Mr. C. W. van Om meren. Ambtenaar van het Openbaar Ministe rie (waarn.) Mr. J. Dony. Griffier: Mr. G. H. Bleeker. 't Is geen groote rol n.l. 26 zaken. waarvan 3 kinderzaken. M. S. landbouwer te Genderen had een varken uitgeponcl dat vooraf niet gekeurd was. Verdachte: Ik had twee varkens geslacht. Eén er van was goedge keurd voor uitponding en het an dere was voor huiselijk gebruik en niet goedgekeurd. Aan het voor uit ponding goedgekeurde varken had ik niet genoeg en toen heb ik er van het nietgekeur-de maar bii gebruikt. Later is het varken door Hilwig goedgekeurd. Het varken is dus te laat gekeurd en dat is alles. Kantonrechter: Ja dat is alles, maar als we jullie je gang lieten gaan dan zouden er ook wel eens andere niet-gekeurde varkens naar de magen van je klanten verhuizen. Maar jij bent toch geen oneerlijken kerel en ik wil aannemen dat zon digen tegen de Vleeschkeuringswet niet je vooropgezet doel was. Je krijgt f 3,00 of 2 dagen, maar zon dig nu nooit weer. J. T. G. arbeider te de Werken had den veldwachter van Elzelingen uitgevloekt toen hij een zekeren Wil lem van Veen bekeurde voor over treding der Visscherijwet en hem toe gezegd „die schakel zou je van mij af moeten nemen Gdan zou je wat anders zien je moest je eigen schamen om zoo iets te doen, maar het wordt hoog tijd dat de heeleboel over den kop gaat want als je dat pakje niet aan had, clan sloeg ik je over het land heen Gmaar ber gen en heuvels ontmoeten elkander niet maar wij nog wel, daar kun je op rekenen". Kantonrechter: Verdachte is wel niet verschenen, maar in mijne ver beelding zie ik het individu toch voor mij staan. Die ontmoeting in verbeel ding kost hem f 10,00 of dagen. M. v. G. koopman te Kaatsheuvel had zich op zijn rijwiel gezeten, la ten voorttrekken door een auto. Ver- er voor die man een groote reden be staanEn welke reden anders dan om te ontsnappen?'tls Haude coeur'tkan niemand anders dan Haudecoeur wezen. Kijk zelf eens! Collivet zag niet lang door den kijker. 'tls Haudecoeur, zeide hij ik heb hem herkend! Waar komt hij vandaan? Hij zal zich waarschijnlijk in den dag en het uur vergist hebben. Ongetwijfeld, ongetwijfeld, ten minste Ten minste? Ten minste als hij er den vorigen nacht niet reeds is geweest en op het eilandje landde, voordat wij er wa rendan Hij ging niet voort. De beide mannen zagen elkander aan en hunne oogen drukten terzelfder tijd ongerustheid «n ontzetting uit. Dan, vervolgde Collivet heeft hij, als hij daar was, ons kunnen zien en beluisteren. En dan is hij volkomen met ons plan bekend. Nu weet hij, dat gij hem in een hinderlaag hebt willen lokken, om hem eenvoudig neer te schieten. Collivet verbleekte. Zijn oogen puil den. Een zwarte rand vertoonde zich er omheen en zijn handen sidderden. Hij rukte de buks uit den riem, die om den schouder van Jacquemin hing. Hij wist, dat zij geladen was. Hij mikte ,maar zijn handen sidderden zoo van ontzetting, dat hij het wapen nauwelijks kon vasthouden. dachte is niet verschenen. Kantonrechter't Is een gevaarlijk spelletje dat kunnen we vaak ge noeg in de couranten lezen. En als verdachte niet voor zijn eigen le ven waakt dan zullen wij het wel doen. Ik geef hem f 10.00 of 3 da gen. A. v. G. arts te Heusden had pro ces-verbaal gekregen omdat hij met zijn auto op den Hoogen Maasdijk door de bocht bii de Aalburgsche kerk had gereden zonder eenig sigr naai te geven. VerdachteIk heb wel signaal ge geven en wel op 25 Meter afstand van de bocht bii de stoep van Schou ten. Ik geef trouwens altijd signalen. KantonrechterDat gaat mijn ver stand te boven. In het proces-verbaal lees ik o.a. ook dat de wachtmeester; der marechaussee Koster U één dag na de bekeuring heeft gehoord en dat U toen tegen hem hebt gezegd dat U zich niets meer van het geval wist te herinneren en dus niet wist of U signaal had gegeven ja, dan! neen. En nu herinnert U zich alles weer precies, zelfs tot in kleinighe den toedat begrijp ik niet, want als U mij een half uur later vraagt of ik ergens al dan niet signaal heb ge geven, weet ik het in den regel ze ker niet meer. Verdachte: Ja maar, later is mif alles weer in de gedachten gekomen. De marechaussée's stonden met hun1 beiden om den hoek te praten en schonken hun aandacht aan eene ger heel andere zaak, zoodat zii niet kun nen weten of ik signaal heb gegeven of niet. i cj KantonrechterIk zal den wacht meester Koster eens hooren. Getuige Wachtmeester KosterWe hebben verdachte niet hooren signaal geven, noch ik, noch de marechausr sée, die bij mij was en we hebben er wel degelijk op gelet. Verdachte rijdt altijd erg hard en vergeet vaak signalen te geven waar het moet. Kantonrechter tegen verdachte Hoort U dat? Verdachte: 'tls niet waar ik heb Wel signaal gegeven, ik weet het zeker. KantonrechterEr bestaat voor mif geen reden om geen geloof te hech ten aan het ambtseedig proces-ver baal en aan cle mondeling afgelegde verklaringen van den wachtmeester, 't Blijkt dat U vóór de bocht geen signaal hebt gegeven. U krijgt f3,00 of 2 dagen. Jacquemin begon te lachen. Geef hem mij zeide hij gij zijt het niet gewoon en bovendien is het mijn taak. Hij bracht de buks aan zijn schou der en mikte kalm. Daarna gaf hij vuur. Haudecoeur hoorde den kogel vlak langs zijn oor fluiten. Ik ben ontdekt, mompelde hij 1111 gaan de poppen aan het dansen. Wij hebben reeds gezegd, dat hij door woede bezield werd, dat een ver schrikkelijke toorn, bijna razernij zijn krachten op dat oogenblik verdubbel de; niets van zijn zwakte van den vo rigen nacht was overgebleven. Onmiddellijk nadat het schot geval len was, haalde Haudecoeur diep adem en zwom onder water verder. Vanaf de kust zagen Jacquemin ert Collivet toe. Goed geraakt, mijnheer Jacque min zeide Collivet, di<e scheen te herleven. Ja, ik heb reeds eenige prijzerf voor het schieten op de losse schijf be haald gaf Jacquemin bescheiden tert antwoord en laadde zijn geweer op nieuw. 't Schot had alarm gewekt. De soldaten snelden toe. De wachtposten kwamen toegeloo pen. j (Wordt vervolgd), j BEHOORENDE BIJ HET JCicnwsbla Help bijtijds! X X X X X X X X X X X

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1932 | | pagina 5