LETTERS ARTIKELEN Tweede Blad No. 5248 Trydag 29 Juli ^islesmarf. LËTTERS-KÖFFIE PAARS; J8ÖÖS- MOLENS Ito yoor hst Land van Heusden en Altana, de Langsiraat en de Bommelerwaard. 2 gaats - Prijs: f 1.23 Kinderrubriek NIEUW!! NIEUW;!! GORINCHEM. Land- en Tuinbouwwereld et beste van het beste. TV- - 'Ai •- - - BRÉNGEN U GELUK. BEHOORENDE BIJ HET Beste meisjes en jongens. De oplossingen van de raadsels van verleden week luiden als volgt 1. Bas, bus, bes, bos. 2Pot-lood potlood. 3. Paardenhaar. 4. Zomer (rem. meer, moe. rots). De nieuwe raadsels zijn 1. Wie heeft altijd het laatste woord 2. Wie kan de letters in de vol gende vreemde woorden zóó rangschikken, dat er een spreekwoord komt te staan Sla ed nwii si ni end amn si ed sheidijw ni dne ank. 3. Neem een viscli. doe daarbij een halve erwt, dan word ik iets zachts en iets vets, dat in elk gezin gegeten wordt. Ra, ra, wat is dat OOM KAREL. KRUMMEL. EEN JONGEN VAN STAVAST! III. Toen ze het kamp naderden, riep Barry Blake, de jonge boschwachter een vroolijke groet naar den groot sten man, dien John Brown nog ooit gezien had. ,,Dat is Jan Hoek, een Hollander," legde Barry Blake uit, ,,dat is de onderbaas van Gavin, met hem zal je wel op kunnen schieten en hij zal je ook wel gauw mogen, als je hem maar 's morgens voor zijn ontbijt tweemaal zooveel panne koeken geeft, als een gewoon mensch zou kunnen verdragen 1 „Juist," lachte Jan Ploek joviaal, „maar zeg eens, Krummel. heb je den baas, Mr. Gavin al gesproken Maar voor John Brown kon antwoor den, trad Gavin zelf uit zijn bosch hut te voorschijn. Hij was bijna net zoo groot als zijn onderbaas. had een vierkante kin, en dunne, stijf op elkaar geknepen lippen en slordig zwart haar. Zijn gezicht had al een uitdrukking van afkeuring, nog voor dat "hij een woord gesproken had. „Laat het hem een week probee- ren, Mr. Gavin," zei de jonge bosch wachter," U heeft nu'iemand noodig, en als U denkt, dat hij het werk niet aan kan, kunt U het arbeids bureau om een anderen man vragen!" „Man!" bulderde Gavin woedend, „dat is het juist, waar ik om ge vraagd had! En nu sturen ze mii zoo'n krummel! Maar enfin, jochie, dat is jouw schuld niet! Ga jij maar naar de keuken en zie. dat je wat te eten krijgt, voordat je vanavond aan het werk gaat. En ga naar het kan toor, dan zullen ze je een werkkaart geven en je een plaats aanwijzen, FEUILLETON. Naar het Fransch. :2> waar je kunt slapen!" Gavin draai de zich op zijn hielen om en ging zijn hut weer binnen. „Dank je wel, Barry", zei Krummel dankbaar, terwijl hij de hand van den jongen boschwachter greep. „Nu zal ik hem eens laten kijken, wat ik kan!". Gedurende de eerste paar dagen vroeg Krummel zich werkelijk af. of hij het werk wel afkon. Het was heusch niet makkelijk om. als die honderden arbeiders kwamen eten. met een wit voorschoot aan. groo- te pannen met aardappelen en groen ten en vleesch voor de hongerige mannen aan te dragen, ie op banken j zaten voor de lange tafels in het van ruwe planken opgetrokken eet- lokaal. En na de maaltijden was er al tijd een hoop hout, dat klein ge hakt moest worden voor het vuur van den kok. Zeker, dat houthakken was voor een keertje wel eens aar dig, maar op den duur was het een zwaar werk. Als tenslotte in den avond alle borden afgewasschen en weggezet waren, ging Krummel een eindje wandelen en liep dan mee stal bij de hut van Barry Blake, den boschwachter aan. Barry vertelde hem, dat hij 's zomers als bosch wachter dienst deed bij de bosch brandweer-brigade en dat hij gedu rende de rest van hetjaar op de houtvestersschool studeerde. Hii liet Krummel een kaart zien, waarop de streek waar ze zich nu bevonden, tot honderden mijlen in den om trek op aangeteekend stond. Hij liet hem ook zien, welke afstanden hii dagelijks in het bosch had af te leg gen op zijn mooie zwarte merrie, voordat hij 's avonds bij zijn chef rapport mocht komen uitbrengen. Barry vertelde hem alles omtrent de manieren, die de Amerikaansche boschwachters toepassen bii het be strijden van boschbranden. Na een week scheen het alsof baas Gavin Krummel heelemaal vergeten had. En dus bleef hijHet werk was zwaar, maar na een paar dagen was hij er toch tamelijk aan gewend. En als het werk 's avonds klaar was en de arbeiders kwamen naar 't kamp terug en waschten zich, en trokken een schoon hemd aan, waarna ze voor 't eetlokaal gingen zitten wachten, dan kwam Krummel al spoedig met de groote trompet aanloopen om het signaal aan te geven, dat de maal tijd gereed was. En hongerig als de arbeiders waren, van hun zware werken in de bergzon, stormden deze bruin verbrande sterke kerels het eet lokaal binnen en vielen met een reu zen honger op den middagmaaltijd aan. Maar op zekeren avond gebeurde er iets bijzonders. 87. Zij zou integendeel de eerste wezen, om hem te beschermen of te waar schuwen. Hij ging de gang binnen. In het portierskamertje zat alleen de concierge. Geen agent was er te zien. Hij trad het kamertje binnen op het oogenblik, dat de concierge hem ge waar werd. Hij was zoodanig verouderd, dat zij hem niet onmiddellijk herkende. Beste juffrouw Léon, zeide hij tot haar, verraadt mij niet. Met de lamp in haar hand zag zij hem nauwkeurig aan. O! mijn hemel, dat is Ja, ik ben het, Haudecoeur.ik ben ontsnapten word vervolg. Ongelukkige, als gij hier nog vijf minuten langer blijft, zijt gij verloren;' sedert veertien dagen zwerven er agen ten om dit huis; zelfs den geheelen /dag is er een bij mij in de ,gang; hij is j even weggegaan om te gaan eten, maar hij zal wel dadelijk terugkomen. Vlucht, vlucht spoedig of 't is gedaan. Ik wil mijn dochter terugzien en mijn vrouw, mijn dochter, juffrouw DE KOEKKOEK. Jammer, dat over onzen lenteprofeet nog eengeheimzinnig waas ligt ver spreidt n dat, vooral onder het volk, nog vaak grove onkunde heerscht met betrekking tot zijn doen en laten. Van waar dat geheimzinnige waas, die on bekendheid? Zeker is dit voor een groot deel toe te schrijven aan zijn buitengewone schuwheid. Men hoort hem dikwijls, men ziet hem ze'.den en dan nog vaak slechts vluchtig. Veel gelijkt de koekoek in zijn houding en zijn vliegen op een valk. Hierin vindt dan zeker ook het zonderlinge fabeltje zijn oorsprang, dat de koekoek des winters in een valk verandert. De koe koek is een trekvogel, die eerst in het laatst van April hier weer terug- Léon, mijn dochter Die is ziek geweest. Nu is zij weer wat beterzij is geredGa heen, ga heen. Ik zal hen zeggen, dat gij te Parijs zijtIk zal u bemiddelaar wezen. maar haast u.vlucht! Ik wil hen zien en hen omhel zen. een enkele minuut slechts. Ga dan, ongelukkige, maar als u een ongeluk overkomt, is het uw eigen schuld. Hij beklom de trap en klopte aan de deur van de laatste verdieping. Hij was zóó ontroerd, dat het zweet hem op het voorhoofd parelde. Niemand antwoordde. Hij klopte harder, zooals hij gewoon was te doen, wanneer hij 's avonds van zijn arbeid terug keerde. Nog geen antwoord. Zoo hart mogelijk klopte hij nu op de deur, een keer, twee keer. Niets! Wat gebeurde er toch in dat vertrek? 'tWas toch daar?... Hij'had zich immers niet vergist? Angstig begaf hij zich weer naar de concierge. Juffrouw Léon riep hij uit ik heb herhaalde malen geklopt, maar niemand antwoordt. Dat is wel vreemd.Uw vrouw is stellig thuis.bij Louise, die nog bedlegerig is... Vanmiddag heb ik uw vrouw nog twee keeren uit zien gaan, en met iets onder haar boezelaar terug zien komen, levensmiddelen denk ik, keert. Opmerkelijk is, welk groot ver breidingsgebied de vogel heeft. Bijna geen gedeelte der geheele Oude We reld, of hij wordt er gevonden. Voor al in het Noorden, in Skandinavië b.v., komt hij zeer veelvuldig voor. Ook in ons land zal men wel geen streek vin den, waar hfj niet leeft. Overal, waar maar eenigszins bosch gevonden wordt, daar is de koekoek een bekende. Want vooral hier vindt hij zijn voedsel en maakt hij zich nuttig. Z jn voedsel be staat namelijk vooral uit behaarde rup sen, die door andere vogels versmaad worden en die voor de houtteelt zoo schadelijk zijn. Dat bj'j veel voor zijn onderhoud noodig heert, blijkt ook reeds hieruit,dat hij in den wijden omtrek geen tweeden eter duldt. De onverteer bare haren vormen zich tot klompen in zijn maag. Af en toe spuwt hij ze uit en men kan ze soms wel onder de boo- men vinden. Algemeen bekend is, dat onze vo gel er een zonderlinge manier op na houdt, om zijn jongen groot te krijgen. Wat de oorzaak is, dat het wijfje haar eieren in de nesten van andere vogels legt? De een vermoedt, dat haar lange slagpannen haar het broeden beletten; de ander, dat ze de eieren niet vlug ge noeg achter elkaa: legt, zoodat, wan neer ze zou beginnen te broeden, de eerstgelegde eieren mogelijk al bedor ven zouden zijn. Hoe het ook zij, een feit is het, dat het gebeurt, en dat deze handelwijze van den vogel het leven kost van het geheele broedsel der klei ne vogeltjes. Want achtereenvolgens worden de eieren en kleine vogeltjes door den veelvraat uit het nest gedron gen, zoodat ze jammerlijk omkomen. Dat is dus schade! Maar als men weet, dat één koekoek meer op kan dan vijf of zes kleine zangers, dan zal men in zien, dat de koekoek toch de bescher ming van den mensch verdient. GEMALEN RUWFOSFAAT. Zoo af en toe bereikt ons de vraag, of men als phosforzuurmeststof niet het gemalen ruwfosfaat, dat in den handel wordt gebracht onder den naam van Algiersch- of Noord-Afrikaansch fosfaat, kan gebruiken inplaats van Tho- masslakkenmeel, dat we! goedkoop is, maar toch per Hectare eenige guldens duurder komt dan het genoemde ruw fosfaat. Wij zouden deze vraag gaarne bevestigend beantwoorden, vooral thans, nu elke besparing, hoe gering ook, welkom is. Maar 't zou een advies zijn, dat zeker bij toepassing in de meeste gevallen nadeel inplaats van voordeel zou geven. De ruwfosfaten toch die onder bovengenoemde namen worden aangeboden, hebben als meststof op verreweg de meeste gronden weinig of geen uraarde. Zij bevatten het fosfor- zuur in een verbinding (driebasische fosforzure kalk), welke in de meeste bodems niet oplosbaar, en derhalve voor de plantenwortels niet opneembaar is. Voor de superfosfaat-fabrieken leveren zij de grondstoffen voor het superfos faat: eerst worden zij daar gemalen en daarna met zwavelzuur behandeld, waarvoor zij, omgezet in éénbasische fosforzure kalk, in water oplosbaar en voor de planten verkrijgbaar zijn ge worden. Het malen alléén, hoe fijn cok, maakt van het ruwe fosfaat geen bruik bare meststof. Men zij dus op zijn hoede en late zich niet door bedriegelijke re clame misleiden: het goedkoope zou hier duurkoop blijken. De Rijksland- bouw-consulent voor Drente, Prof. J. Elema, heeft er reeds in '29 nadrukke lijk tegen gewaarschuwd, toen hij op een vraag naar de bruikbaarheid van het dat zij zorgvuldig verborgen hield. Juffrouw Léon, er zal een onge luk geschied zijnIk ben er zeker van.Ik vermoed het.een groot ongeluk Mijn God, maar welk dan? O! Ik wil het weten, ik zal het weten. Haudecoeur drukte zijn krachtige schouder tegen de deur en door een ui terste poging, waartoe hem de kracht verleend werd door woede en wan hoop, drukte hij haar naar binnen open Op hetzelfde oogenblik bedwelmden hij en juffrouw Léon schier, door een verstikkenden kolendamp, waarvoor zij gillend achteruit deinsden. Eerr dokter, juffrouw Léon, een dokter! De concierge spoedde zich op straat, terwijl Haudecoeur het vertrek binnen trad en de vensters opende. Kuchend mompelde hij. Die ongelukkigen! Die ongelukki- genZij hebben er een einde aan willen maken!Zij hebben zeker te veel geledenO! mijn God, wat zijt gij onrechtvaardig! Een laatste deur, d'e hij openrukte deed hem bijna op den grond zijgen, zóó beving hem de verstikkende damp. Daar in die kamer was de oorsprong van het gif. In het midden van het vertrek ston den twee komforen met kolen te gloei en. En op een bed, 'tbed der moeder, Ons Nieuwe Merk Een zeer geurige en krachtige koffie, 30 cents per half pond, waaraan alle voordeelen van ons Letterssysteem verbonden zijn. N V v.h. M. RAVENSWAAY ZONEN, GORINCHEM. Noord-Afrikaansch fosfaat in het „Drentsch Lbld." o.m. het volgende ant woordde: „Behalve in Algiers worden ook fosfaten b.v. in Tunis gevonden. Onder deze fosfaten uit beide genoemde landen komen groote verschillen voor. De eene is van nature steenachtig4, de andere weer zacht en aandachtig, hetwelk, ook al worden beide even fijn gemalen invloed heeft op de oplos baarheid. Dat is juist de reden, waarom het lang niet zeker is, dat de goede werking van bijv. Algiersch fosfaat in één bepaald geval, ook een volgenden keer zal verkregen worden van den zelfden grond, ook al is het fosfaat den tweeden keer werkelijk uit Algiers af komstig. De handel heeft nu den naam van Noord-Afrikaansch fosfaat uitge vonden. Dan gaat men geheel vrij uit, want daaronder valt alles. Of men door de aanwending van zulke twijfelachtige meststoffen zijn geweten gerust wil stellen, moet men zelf weten." Aldus Prof. Elema. Men doet dus verstandig, zich te houden aan zijn oude, beproefde meststof, het Thomas- slakkenmeel. INPLAATS VAN BAKAARDE. Bakaarde is die goede, humusrijke, voedende aarde, die men uit de mest verkrijgt, waarmee de bakken gevuld worden. Is men beginner in de bakcul- tuur, dan ontbreekt natuurlijk die goe de aarde. Men moet ze koopen, maai* dat kost moeite, omdat iedereen zijn bakaarde zooveel mogelijk zelf houdt. Lukt het koopen niet, dan moet") men omzien naar iets, dat die bakaarde ver vangen kan. Kan men dan inderdaad! bakaarde vervangen? Neen, maar men kan zich wel een weinig behelpen met een andere aarde, totdat men zelf bak aarde heeft gewonnen. Die andere aar de hangt in hoedanigheid af van de verschillende toestanden, waarin men zich bevindt. Heeft men vergane mest^ Prachtig rood gelakt. Onder Garantie!! TEL. INT. 220. lagen twee vrouwen, in een laatste omhelzing oogenschijnlijk vredig te sla pen, zóó kalm stond hun gelaat. Mijn vrouw! Mijn kind! En op zijn knieën viel hij voor het bed neer; te krachteloos om hen weg te dragen; hij waande hen reeds dood. De frissche buitenlucht stroomde het vertrek binnen en verdrong het gif. Haudecoeur kwam tot zichzelf en opende de andere ramen ook. Op hetzelfde oogenblik keerde juf frouw Léon met een geneesheer terug. O! mijnheer, zeide Haudecoeur snikkend, zoudt gfj hen nog kunnen redden? De geneesheer antwoordde niet, maar begon dadelijk zijn zorgen aan de beide ongelukkigen te wijden, wetende, dat ieaere minuut oponthoud doodel'jk kon wezen. Ondertusschen naderde de concierge den vluchteling. Haudecoeur, je moet niet in mijn kamer komen Hij hoorde het nauwelijks, want hij dacht slechts aan zijn vrouw en aan Louise. Angstig trachtte hij op het gelaat van den dokter het noodlottige bericht te lezen, dat het leven reeds geëindigd was. De concierge hervatte: Gij moet naajr mij luisteren, wat ik u te zeggen heb, is niet lang. Er is een politieagent in mijn kamer, 't Schijnt dat men vermoedt, dat gij reeds eeni- ge.n tijd in Parijs zijt. In ieder geval hebt gij één kans. Deze agent is niet degene, die reeds veertien dagen hier. is. Hij is er voor het eerst en kent mij niet. Eveneens kent hij mijn man niet, die looper fcpj ,'het magazijn Louvre is. Ik zal u voor mijn man laten doorgaan. Vergeet het niet, wanneer hij het plan mocht opvatten de trap op te klimmen om te zien, wat hier gebeurt.Ik! 'zal hem zeggen, dat mijn man bij juf frouw Haudecoeur is. En als God het wilzal ik uwanneer gij het huis wilt verlaten, zal ik het gas uit draaien en kunt gij den gang doorslui pen 't Scheen dat Haudecoeur niet luis terde. En toch geloofde de goede vrouw dat hij het gehoord had, want van haat kant gerustgesteld', begaf zij zich weet naar haar vertrek. De geneesheer wendde zich tot dert vluchteling. Wel, mijnheer? vroeg deze ang stig. Ik verzeker u, ik zal ze redden. Haudecoeur brak in snikken uit. En werkelijk, kort daarna opende zijn! vrouw haar oogen en kwam Louissj daar zij tengevolge van haar ziekte zeer, verzwakt was, langzamerhand bij ken nis. Geen van beiden konden echter reeds weer denken. Met loodzwaar hoofd en matte oogen' zagen zij elkander aan. (Wordt vervölgd). ■- -'■ i - - (Wordt vervolgd). ft- -: vt'-v r'

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1932 | | pagina 5