raven swa ay'S
LETTERS ARTIKELEN
Tweede Blad
No. 5254 Vrijdag 19 Aug.
ZielGsrrrarf.
vraagt
SPOORVgestampte HUISJES
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
PRIJSLIJST
FEUILLETON.
BRENGEN U GELUK
BEHOORENDE BIJ HET
Een einde aan het lijden!
Het voortdurend succes van Fos
ter's Rugpijn Pillen is opmerkelijk.
„Dank zij Foster's Pillen raakte ik
bevrijd van mijn oude kwaal". „Had
ik uw geneesmiddel maar vroeger ge
kend, dan had ik niet zoo lang be
hoeven te lijden", zoodanig drukken
duizenden dankbare personen zich
uit.
Pas op: rugpijn, duizeligheid, ze
nuwpijnen, rheumatiek, spit, urine-
stoornissen, blaasaandoeningen, wa
terzuchtige zwellingen en andere ver
schijnselen van verzwakking der or
ganen van den rug zijn te ernstig
om verwaarloosd te worden.
Deze verschijnselen toonen aan,
dat urinezuur en andere schadelijke
vergiften in het bloed achterblijven,
en dat gij dringend behoefte hebt
aan de opwekkende en versterkende
hulp, die Foster's Pillen zoo zeker
verschaffen. Waarom zoudt gij niet
vandaag nog een flacon halen en be
ginnen weer gezond te worden?
Bij alle drogisten enz. a f 1,75 per
flacon.
Kinderrubriek
Beste meisjes en jongens.
De oplossingen van de raadsels
van verleden week luiden als volgt
1. Nachtegaal.
2. Rad plus ijs is radijs.
3. Een portret (foto of schilderij).
De nieuwe raadsels zijn
1. Mijn geheel bestaat uit 7 letters
en noemt een groot beest. 7 3 6 is een
metaal, 712 is een stuk speelgoed, dat
meestal door jongens gebruikt wordt,
2 5 7 is een stuk hout, 2 1 4 is een eer
betuiging.
2. Neem het meervoud van een
bloem, voeg daarbij een medeklinker,
doe daarbij een visch, dan krijg je....
een plaatsje in Noord-Hol'and.
3. Zet de letters in de volgende
woorden op een andere manier, zoodat
er een spreekwoord komt te staan: Sla
the flak koennervdr si petmd emn end
top- 1 ij I! 1 I
OOM KAREL.
EEN VREEMDE NACHT.
II.
Miekebel, de poes en Pim, de waak
hond liepen geruimen tijd naast elkaar
voort over den door de maan beschenen
landweg. Af en toe kwam er van een
Naar het Fransch.
SSSZ
93.
Op een blaadje van zijn zakboekje
schreef Gerard haastig met een potlood:
„Houdt u heden nacht gereed. Wees
„voorzichtig. Er zijn agenten van po
litie binnen- en buitenshuis. Men zal
„trachten u eten te bezorgen. Uwe
„vrouw en dochter zijn gezond".
Haastig schoof hij het papier onder
de deur.
Hij voelde, dat men het aanpakte en
wegtrok.
Nadat hij het los gelaten had, ging
hij naar beneden en groette in het
voorbijgaan juffrouw Leon, die in druk
gesprek was met Loiseau.
Die groet beteekende: Haudecoeur is
gewaarschuwd.
Gerard wilde geen tijd verliezen.
Hij betrad het naburige huis, sprak
over een zolderkamertje, dat hij volgens
zijn zeggen door een bediende van hem
wilde laten bewonen, huurde en be
taalde het en ging het in oogenschouw
nemen.
't Huis, waarin hij zich nu bevond,
was hooger dan dat, waarin de vluch
teling zich verborgen hield. Gerard her
kende spoedig het venster van het ka
zijweg een andere poes met netjes op
gestreken knevels en natuurlijk ook op
de achterste pooten wandelend, aan en
voegde zich bij het tweetal. Ook hon
den van allerlei soort en grootte meng
den zich onder het gezelschap. De stoet
werd al grooter en grooier en toen ze
eindelijk een groote weide bereikt had
den, waar al een heeleboel andere kat
ten en honden uit de buurt verzameld
waren, was het een rumoer van jewel
ste. De groote honden met zware bas
stemmen spraken luid tegen kleine kef
fertjes en ook de poesen konden heel
wat spektakel maken. Midden in de
weide stond een oude bank en daar
achter zaten drie dieren. In het midden
zat een heele groote wijze hond, met
lange flapooren en een treurig gezicht.
Naast hem zaten links en rechts twee
groote wijze katers, die met een def
tig gebaar hun groote, witte snorren
opstreken. Iedereen kon dadelijk zien,
dat de groote hond met het treurige
gezicht, de rechter was en dat de twee
wijze katers hem bl jkbaar zoo noodig
raad moesten geven. Want het was
heel duidelijk, de honden en de poesen
uit dï buurt hi Idea een groots \erga-
dering om recht te spreken.
Toen allen aanwezig waren, riep de
rechter uit, op een ernstige blaftoon:
„Laat alle honden en poesen gaan zit
ten en laat de twee onruststokers voor
de rechtbank verschijnen: Poes Janetje
en Hond Felix!" Met neergeslagen oo-
gen trad een kleine zwarte poes naar
voren en even later een klein keffer
tje, dat parmantig naar voren trippel
de tot vlak voor de bank van den
rechter. De rechter keek nog droeviger
dan te voren en de wijze katers aan
zijn zijde keken bestraffend. Op echte
poesenmanier begon poes Janetje voor
den rechter allerlei strijkages te ma
ken, teneinde hem toch maar in een
goede stemming te brengen. Ze liep op
vier pooten met een hoogen krommen
rug in het rond en snorde daarbij zoo
luid, dat iedereen het kon hooren. Bo
vendien hield ze haar staart kaarsrecht
in de hoogte en probeerde den rechter
kopjes te geven. Doch de oude, wij
ze hond sprak streng en sloeg daarbij
met zijn groote poot op de bank: „Pees
Janetje, je hoeft voor de rechtbank
nu ook niet zoo overdreven vriendtl.jk
ten zijn. We weten toch wel, dat je
niet altijd zoo bent!"
„Haha", kefte Felix, het parmantige
hondje, ,-die is goed!" En Felix keek
daarbij in het rond, alsof hij zeggen
wilde: „Zien jullie wel, wat een braaf,
net hondje ik ben?"
„Waf, waf", blafte de rechter som
ber en streng, „kleine brutale blaffer-
tjes, als jij, Felix, hebben hier voor
de rechtbank hun mond te houden en
alleen maar te antwoorden als hun
iets gevraagd wordt!"
Het kleine blaffertje maakte zich plot
seling heel klein en probeerde zijn
staartje uit schaamte tusschen zijn poo
ten te verbergen. Doch dat lukte niet
erg, omdat zijn staartje zoo kort was.
„En nu", sprak de rechter, „zullen
we de zaak tusschen Poes Janetje en
Fefix, de Hond gaan bespreken! Poes
Janetje, ben jij de dochter van Kater
Snorrebaard en Poes Moortje en gebo
ren 21/2 jaar geleden op den derden
Donderdag na de vierde volle maan?"
„Jawel, Edelachtbare," sprak Poes Ja
netje, op een huilerig toontje, „dat ben
ik. Mijn arme moeder heb ik bijna
niet gekend, want ik was pas 6 weken
oud,' toen ze mij al van haar wegna
men. En mijn brave vader heb ik nooit
gezien. Ik ben maar een arme, halve
wees, hihihihi!"
„Dat kan best wezen," sprak de rech
ter, „maar dat zijn bijna alle poesen (en
doe nu maar niet, alsof je geen tien
kunt tellen. We zullen straks wel mer
ken, dat je heusch niet zoo'n onschul
dig poesje bent, als het wel lijkt!"
„En jij, Hond Felix, ben j j de zoon
van Cesar, bijgenaamd den vleeschdief, 1
en Hertha, de herdershond?"
„Jawel, Edelachtbare,"' antwoordde
van RAVëNSWAAY'S LETTERS-ARTIKELEN
Letters-Kiffie Rood
Letters-Koffie Groen
Letters- Koffie Geel
Letters Kiffie Blauw
Letters Koffie Paars
Letters-Thee No. 1
Letters-Thee No. 2
60 cent per half pond
55 cent per half pond
47Ys cent per half pond
40 cent per half pond
30 cent per half pond
36 cent per ons
30 cent per ons
cent per ons
eent per ons
cent per ons
cent per ons
cent per doos
cent per stuk
cent per half pond
Letters-Tabak Rook, Krul 25
Letters-Tabak Rook, Baai25
Letters-Tabak Pruim 25
Letters-Cacao 18
Letters-Zeep35
Letters-Koek 30
Letters-Margarine32%
LETTERS KOFFIE PAARS k 30 cent per half pond, is reeds een
zeer geurige eD krachtige koffie.
Vraagt er Uw winkelier vandaag nog naarNeemt nog heden
proefOns bekende Letters-systeem brengt U toch de meeste en grootste
voordeelen 1 Vraagt onze nieuwe uitgebreide Letterscirculaire, waarin
alle bijzonderheden vermeld staan.
N V v.h. M RAVENSWAAY ZONEN, GORINCHEM.
het keffertje, „dat ben ik. En ik ben,
al zeg ik het zelf, een fatsoenlijke (hond!
Alleen een beetje zenuwachtig, maar
dat komt, omdat ik altijd een honden
leven heb gehad!"
(Wordt vervolgd.)
tliirk
's HERTOGENBOSCH, 17 Aug.
Op de markt van heden waren aange
voerd 1687 stuks, 937 stuks hoornvee,
657 biggen, 25 zeugen, 11 schapen of
lammeren en 57 kalveren.
De prijzen waren als volgt
Kalfkoeien van f140 tot f240 per stuk
Kalfvaarzen 130 190
Magere Ossen
en Kceien
Vette Ossen en) le kw. 26—32 p. pond
80
140
Koeien
2e
Twee der bogen van de oude Maasbrug te Maastricht zijn dezer dagen opgeblazen.
Het moment der explosie.
Pinken van f 80.—tot f130.p. st.
Zeugen 30.55.
biggen B 7.— 11
Schapen
Lammeren
Handel flauw verloop. Vet vee minder
aanvoer, prijzen stug. Kalfkoeien en
vaarzen groote aanvoer, lagere prijzen.
Magere ossen en koeien voor weide en
stal, zeer stil. Vette varkens en biggen
handel flauw, terugloopende prijzen.
Afloop der markt als vorige week.
GORINCHEM, 15 Aug,
Op de eierveiling vati heden waren
aangevoerd 44.631 stuks.
De prijzen varieerden
Kippeneieren f2.80f3.70
Eendeneieren f2.90f3.00
Kalkoeneieren f3 50
Jongehenne eieren f 1 60
per 100 stuks.
BREDA, 16 Augustus.
Op de heden gehouden veemarkt waren
aangevoerd 150 stuks vee, t. w. 43 stuks
hoornvee, 0 kalveren, 0 varkens en
107 biggen.
Prijzen
Biggen f 6.tot f 10.
Per pond geslacht
lekwal. 2e kwal. 3e kwal.
Vette vaarzen 2831 2528
Vette koeien 26—30 2224
Stieren 2023 1619
HandelDe vetvee en biggenhandel
was kalm.
mertje, waarin Haudecoeur verloefde.
Haudecoeur kon onmogelijk vanaf
zijn venster naar dat van Gerard afda
len. Maar eensklaps bedacht hij, dat
het misschien mogelijk zou wezen, wan
neer er een touw naar het venster ge
worpen werd.
Boven de straat op een hoogte van
1520 meter!
Maar hij wist, dat Haudecoeur sterk
en moedig was.
Haudecoeur zou niet lang aarzelen.
Vijf minuten daarna trad hij een café
in de rue St. Honoré binnen en schreef
daar het volgende briefje:
„Juffrouw Leon, hedenavond zullen
„wij hen beproeven. Zeg hen. wat ge
„weet, opdat zij gerust zijn."
Hij wierp het in de brievenbus, nam
een rijtuig en liet zich naar zijn huis
in de rue Malesherbes brengen, dat
door Jean Demarr en Margaretha be
woond werd.
Jean Demarr en zijn vrouw waren in
Normandië; Margaretha had nog niet
haar verstand teruggekregen, niettegen
staande alle zorgen, die Jean haar wijd
de; hij had zich uit het openbare leven
teruggetrokken en leefde nog slechts
voor haar, die hij liefhad. -
In de Boulevard Malesherbes was
Gerard dus vrij.
Toen hij binnentrad, zeide een be
diende tot hem:
Mijnheer, er is iemand, die u in
het salon wacht. Hij wilde wachten
om u te spreken
Zijn naam?
Collivet.
Ha! riep Gerard verrast uit.
Eindelijk is hij er! 'tls goed. Ik zal
komen.
Hij begaf zich naar het salon.
Collivet wachtte hem, gezeten .n een
fauteuil, met opgetrokken knieën, waar
over hij zijn magere handen gespreid
had en waarop hij met zijn kin leunde.
Zijn hoed lag naast hem op het ta-
pijt.
Beleefd stond hij bij de aankomst
van Gerard op en groette hem.
En zonder hem een verklaring te vra
gen, riep Gerard verheugd uit:
Collivet, wij hebben ons vergist.
Collivet, wij zijn toch in onze plan
nen geslaagd, om Haudecoeur te doen
ontsnappen. Coliivet, Haudecoeur is in
levenhij is te Parijs
De voormalige bediende behield zijn
tegenwoordiheid van geest.
Ik wist het ree^s, mijnheer, en
daar ik eerst twee dagen in Parijs ben,
heb ik geïnformeerd of gij er ook waart
om; u die goede tijding te komen bren
gen
Van wien weet gij het?
Collivet haalde eenrge dagbladen uit
zijn zak.
Welnu! Ik ben beter op de hoogte
dan zij, want ik weet zijn schuilplaats
en heb hem zooeven geschreven
Collivet kon zich ditmaal nauwelijks
van vreugde bedwingen.
Ha! Weet gij, waar hij zich schuil
houdt, mijnheer Gerard?
Ja... ik zal 'tu verklaren. Maar
allereerst moet ik u zeggen, dat de
ongelukkige man groot gevaar loopt,
door de politie te worden gevat. Ik
alleen kan hem misschien redden
Collivet kan ik nog altijd op uw
hulp rekenen?
Collivet glimlachte teeder:
Dat kunt ge, mijnheer Gerard,
en ik geloof, dat ik dit reeds eenmaal
bewezen heb, door u zoo ver te vol
gen Op mij kunt gij rekenen als
op u zelf
Best Collivet. Ik dank u
De beide mannen reikten elkander
de hand!
Toen verhaalde Gerard aan Collivet,
hoe bij naar de Haudecoeurs was ge
gaan en hec hij daar alles had verno
men.
Collivet toonde niet de minste verba
zing.
Integendeel scheen hij zeer verheugd.
Toen Gerard uitgesproken had, vroeg
hij:
En wat denkt gij nu te doen,
mijnheer de Beaupreault, om hem uit
zijn neteligen toestand te redden?
Luister. Haudecoeur moet trachten
het naburige huis te bereiken. Ik heb
er een zolderkamer gehuurd, 'tls een
afstand van 't eene raam naar 't andere
van nauwelijks vier meter. Wij zullen
een touw aan het onze bevestigen en
dit Haudecoeur toewerpen.
Hij zal zijn nek breken.
Hij ïs sterk en moedig, en te
vens zullen we hem bijstaan.
Beneden zullen de agenten ons be
merken.
Wij kiezen den nacht er voor uit.
Ook des nachts houden fliij de
wacht. Om elke verijdeling onzer plan
nen te voorkomen, moet gij op straat
de agenten aan de praat houden, dart
werp ik Haudecoeur het touw toe ert
tracht hem te redden. Bij het minste
onraad waarschuwt gij ons en wij
wachten.
Gevoelt gij u sterk genoeg om hem'
te steunen, wanneer hem de krachten
begaven
Ik zweer het u!
Best.
Collivet streek langzaam met zij»
hand over zijn voorhoofd.
Zijn oogen had hij gesloten.
Hij trachtte zijn vreugde te verbet-
gen, die niettegenstaande zijn zelfbte-
heersching in zijn oogen te lezen stond;.
Tot op den komenden avond scheid1*
den zij nu.
Collivet moest zich naar zijn kamen
begeven, om alles in gereedheid te
brengen. j
Toen mijnheer de Beaupreault hem'
had verlaten, wreef de oud-bediende
zich in zijn handen. j
Ditmaal was Haudecoeur verloren.
Hij was in de macht van Collivet.
Er waren twee wegen, die hij kort
inslaan, óf hij waarschuwde onmiddel
lijk de politie, wees haar de schuilp!aat$
van Haudecoeur aan en de vluchteling!
zou opnieuw naar de galeien gezonden
worden, óf hij zou dit geheim bewa
ren en zelf handelen.
(Wordt vervolgd), j
Kieuwsblad
22—28