ferfóerslessen van den A.N.W.B.
Parijsche Modebrieven.
Buitenland,
Tragisch slot van eene
kraamvisite in 1620.
Luiidboiiwrubriek.
tan 2 gram per kg. zaad.
Nadere inlichtingen worden ver
schaft door den Plantenziektenkundi-
digen dienst te Wageningen en door
de bii dezen dienst werkzame amb
tenaren.
In bovengenoemd jaar woonde te
Woudrichem de chirurgijn Dirck
Janssen, een man zooals hii zelf
zei „met eeren. staende ter goeder
name ende fame vermits sijn exparte
kunst by alleman bekent ende Vfer-
maert". Op Zondag 28 Juni was hii
buiten Woudrichem geweest „om ee-
nige pacienten te visiteren ende hel
pen cureren". Bii thuiskomst verlang
de zijne vrouw Gerricken Mathijs
Schommelen, dat zij samen gevolg
zouden geven aan eene uitnoodiging
voor „seeckere kindermael U binnen
derselver stede." De esculaap bedank
te echter voor die eer, omdat hii de
juist verlaten patiënten, met het oog
op hun ernstigen toestand, reeds den
volgenden ochtend vroeg opnieuw
wenschte te bezoeken. Moeder Jans
sen, hiermede „contentement nee-
mende", wenschte echter van de par-
tii te zijn en ging daarom „alleene
ter kindermael."
Al toen het kindje ter wereld
kwam
Al uit zijn donker hoekje,
Toen dronken de vrinden wijnkan
deel
En zij wonden het in een doekje.
Geen wijnkandeel, als waarvan in
dit oud kinderversje sprake is. maar
geestrijker vocht werd geschonken
en aan den jongen wereldburger
werd menige dronk gewijd. Onze be
zoekster beviel dit zoo goed, dat ze
aan tijdig huiswaarts keeren niet
dacht en heel wat langer uitbleef dan
waarop haar gemaal had gerekend.
Erger was echter, dat zii zich zóó
te goed had gedaan, dat ze „ver-
heucht ende beschoncken ofte dron-
cken" terug kwam. De heer des hui
zes noemde dit „onder eerlicke ge-
schickte vrouwen een groote oneer,"
en het gevolg was, dat er „verschey-
den onminnende woorden" vielen. De
oneenigheid sloeg over in hooggaan
de ruzie en van „kijffachtige woor
den" kwam het ten slotte tot da
den. 's Mans „toernicheyt" steeg zoo
hoog, dat eerst de „fuyrcorven"2!
aan stukken getrapt werden en daar
na de vrouw te lijf gegaan werd
met een rapier. Het ongeluk wilde
dat hun kindje Mathijs, oud se
ven thien weecken"3! en door de aan
gevallene in de armen gehouden, ge
troffen werd en wel zoodanig, „dat
de doot daer terstont naer volchden."
De dader, vreezende voor de gevol
gen of, zooals het luidt in zijn adres
tot Prins Maurits. wiens tusschen-
komst hij eenige dagen later inriep,
„voer swaricheyt die hem ter saecke
van dien soude mogen by yemant
bejegent worden", sloeg op de
vlucht. Natuurlijk wekte het geval in
een ommezien groote consternatie in
het stadje en de baljuw Cornelis van
Nispen ging dadelijk in eigen persoon
er op uit om onzen chirurgijn te
„aprehenderen". Den volgenden dag
werd deze te Beesd door den ambt
man Jonker Willem Pieck gearres
teerd en, aan handen en voeten ge
boeid, aldaar gevangen gezet in den
kerker van het scholteshuis. „In aller
haest" ging deze autoriteit de zaak
„crimineelicken" behandelen, maar
twee dagen later ontving hij van den
baljuw een verzoek om den dader aan
hem te Woudrichem, over te leveren,
aangezien hij de zaak. als zijnde het
feit aldaar gepleegd, wenschte te ver
volgen. De ambtman daarentegen
meende dat zii tot zijne competentie
behoorde en willigde het verzoek niet
in. Volkomen zeker het bii 't rechte
eind te hebben, was hii echter niet en
daarom ging hii veiligheidshalve ad
vies inwinnen bii het Hof te Arn
hem. Dit antwoordde o.a. dat des
baljuws verzoek niet was „geschiet
uyt den naem van de heeren Staten
van Hollandt" en dat de ambtman
„met die angevangene ticht ende pro-
ce düire tegens den gevangenen sal
hebben voor te vaeren".
Des daags na het misdriif gaan
Woudrichem's schepenen Jacob van
der Dussen Jacob ss:, Willebrort Phi-
lipssen en Matthuijs Franss. Dycken.
moeder Jansseri hooren. terwijl de
„cirurgijn" Aert Pieterss, van Ros-
sem de doodschouw verricht. Uit hun
rapport blijkt, dat „den steeck in
de rechter syde" van 't hoofdje is
toegebracht en „door het backeneel
is gegaen, zoodat tselve gescheurt is".
Met het snelle recht, dat hem zal
geschieden, is de dader niet tevreden.
Ja, in zijn deswege tot Prins Maurits
gericht adres beweert hij, dat de
ambtman niet eens bereid is hem
gelegenheid te geven om zich behoor
lijk te verdedigen. Daarom roept hii
's Prinsen tusschenkomst in. opdat
den ambtman gelast wordt hem „in
sijn defentie volcomentlick" te hoo
ren „ende tijt vergunnen om bii in
formatie van sijn innocentie te mo
gen bewysen". Adressant wiist er te
vens op, dat „t rappier in de schede
stack" en dat het kindje de won
de bekomen heeft doordat „de punt
van tselve rappier deur de schee na-
derhant bevont wierde een weynich
te steecken."
De ambtman schrijft echter aan
den Prins, dat hii met den moorde
naar heeft gehandeld zooals men „nae
den landtbrieff" gewoon is te doen
met „sodaene oveldaders".
Uit het dossier M omtrent de ver
dere strafvervolging blijkt, dat den
gearresteerde behoorlijk gelegenheid
is gegeven om zich te verdedigen.
In de considerans van het Openbaar
Ministerie, dat het in „barbarischen
ghemoet" gepleegde misdrijf quali-
ficeert als „moert teghens sijn eyg-
hen kynt begaen", lezen we oa. dat
„het horibele feyt dermalen is con-
vinèerende". dat de dader „hieren-
teghens het minste niet en heeft te
segghen". De eisch luidt: „dat de ge-
apprehendeerde propter evidentiam
oft notorietatem facty voer ierst ter
scherper-examen gestelt sail worden
om die waerheyt der saeken oock
uyt synen eyghenen monde tho tree-
ken ende daerenteindens aen den live
gecondemneert mit confiscatie van dy
goederen soe ende in suiker fuegen
als de toegedraghenen maeten van
dat horibele crimen vereyssen sullen
off contenderende tot sulken fine als
de heren schepenen tot forderingh
van justitie befinden sullen te beho
ren". M.a.w.De gearresteerde zal
op de pijnbank in het openbaar vol
ledig schuld moeten bekennen. Voorts
zal hij, met verbeurdverklaring der
goederen, aan den lijve gestraft wor-
op die wijze en in die mate als
scheperien, in verband met den ernst
van het feit. noodig achten.
'tKwam echterzoover niet. want
door uit den kerker te breken en te
vluchten, wist onze esculaap zich aan
verdere strafvervolging te onttrekken.
Toen de ambtman van Beesd op
22 Juli zich van de ontvluchting ging
overtuigen, vond hij. blijkens zijn
ambtelijk rapport, „een groot gat in
de muire gebroecken daer well twee
menschen doorcruypen souden". In
de cel lagen „die brasseletten van die
armen ontstucken verstroyt" terwijl
van het blok „daer hii mit beyde
de beenen in geseeten heeft, den bout
mit het slodt daer besyden leggende,
sonder dat aen het slodt yet ontstuc
ken was ende toegeslooten ziinde".
J. DE GRAAF.
Eefde bii Zutphen.
1) Kraamvisite.
2) Vuurmanden.
3) In een ander stuk wordt die
leeftijd „derthien weecken" genoemd.
4) Door mij gevonden bii het or
denen van het huisarchief van Soe-
len. Enkele Heeren van Soelen wa
ren tevens ambtman van Beesd en
Renoy, door welke omstandigheid het
dossier in dit archief verzeild zal
zijn.
KLEEDING VOOR NAZOMER EN
HERFST.
Teere valenciennes-toiletjes.
Veel bolero's.
In het kleine propvolle voorstads
tuintje was h«t vandaag werkelijk niet
om uit te houden. Ondanks dat alle
ramen tegen elkaar openstonden,
stoofden we van de hitte. Dat was
nu de heerlijke zomerwarmte waar
na we den geheelen zomer vergeefs
verlangd hadden en die we nu zoo
geconcentreerd kregen, dat we er
nauwelijks meer van genieten kon
den. Ik keek eens tersluiks naar mijn
medereizigsters. Voor zoover ze niet
dik onder de poeder zaten, zagen
ze er uit, alsof ze zoo juist haar
hoofd onder de kraan hadden gehou
den. In straaltjes liep het water naar
beneden. De poedergezichtjes waren
nu werkelijk' smakelijker óm aan te
zien, dan de „natuurrijke" gezichten.
Al vormden zich ook hier en daar
boven op de poeder vochtige pa
reltjes of baande zich een ondeugend
druppeltje een weg door de geurige
„meel"-laag.
Meestal houd ik er niet van om
reeds aan den nazomer te denken,
zoolang de echte, eigenlijke zomer
nog niet geheel is afgeloopen. Maar
op het oogenbrik doe ik het met
genoegen. Nu de toppen der boomen
door geen windje worden bewogen,
lijkt mij een frisch koeltje een van
de meest begeerenswaardige dingen
dezer wereld. En nu zelfs mijn dun
ste japonnetjes aan mii vastplakken,
alsof ik in suikerwater heb gebaad,
schijnt het mii zeer aangenaam een
weinig te huiveren en daarvoor een
dikkere japon te moeten aantrek
ken. Is de mensch dan nooit tevre
den Of is het veeleer de schuld van
moeder natuur zelf die ons altijd van
het goede te veel of te weinig geeft
De japonnen, die er op het oogen-
blik het luchtigst en koelst uitzien,
zijn de snoezige Valenciennes-toiletjes
voor jongemeisjes. Ze bestaan uit
niets anders dan mousseline en een
groote hoeveelheid teere. luchtige Va-
lenciennes-kantjes. Deze zijn in
strookjes onder elkaar gezet en vor
men de mouwtjes, het schouderstuk,
den kraag, soms zelfs den geheelen
rok. Ik zag een schattig japonnetje
van lichtroze voile met witte Valen
ciennes gegarneerd en een bouquetje
veelkleurige bloempjes aan de taille.
Een japon als een lentebriesje! Maar
alleer geschikt voor een teer. fijn
poppetje. Een stevig meiske. als Hol-
landsch welvaren, moet er zich maar
niet in ver toon en.
En nu iets over de nazomer-toilet
ten. „Hoe kun je op het oogenblik
toch over dikke japonnen schrijven",
zucht Simone, die in een gemakkelii-
ken stoel tegenover mij zit. „Ik word
al ziek alleen bij de gedachte er aan".
„Wacht maar, Simone", denk ik.
„zoodra de hittegolf voorbij is. ben
jij met je vrouwelijke natuur de eer
ste om naar een dikkere japon om
te zien. En dan ben je wat blij. wan
neer mevrouw Mode de noodige voor
zorgen heeft genomen en je iets aar
digs kan aanbieden".
Natuurrijk zijn het in de eerste
plaats weer bolero's die we aan het
einde van den zomer zien verschijnen.
Hoe hebben we ooit zonder bolero's
kunnen leven We dragen ze bii
avond- en middagtoilet, bij huisjapon
nen, mantelpakken, blouses, bii onze
nachtjapon zelfs. Ik vrees dan ook
dat het einde van de bolero nabii is.
Het gaat met kleedingstukken als
met menschen. Wanneer men het top
punt van zijn roem bereikt heeft,
moet men plaats maken voor een
ander. Maar zoover is het toch nog
niet met de bolero.
Verder zien we korte jasjes, hoog
opgeknipte rokken, nauw en aanslui
tend tot de knieën, blouses met
schootjes en ibreede ceintuurs, sterk
getailleerde mantels, op zii met een
enkele knoop gesloten. Ook veel
japonnen en mantels met een con-
trasteerend bovengedeelte, zooals we
reeds den vorigen winter droegen.
Opvallend is b.v. een grijs wollen
mantel met een schouderstuk en
mouwen van zwart mollebont. Als
versiering veel stiksels. Kragen, man
chetten, revers, zakjes. -alles met
een overvloed van stiksels gegar
neerd. Men „teekent" op deze wijze
ook wel een breede ceintuur op man
tel en japon, terwijl men. om in
stijl te blijvenook den hoed of het
mutsje van stiksels voorziet.
En tenslotte blijven ons de gezel
lige, kleurige sjawls en dassen ook
gedurende de kerstmaanden trouw.
Hoed of baret in overeenstemming
met de sjawl, het taschje, en soms
ook de ceintuur, zal in den nazomer
en het tusschenseizoen veel gezien
worden.
WILHELMINE.
Onze lezeressen, die uitvoerig wen-
schen ingericht te worden over de
laatste mode, zoowel voor dames als
kinderen, raden wij dringend aan een
abonnement te nemen op „Het Nieu
we Modeblad".
Dit uiterst practische Nederland-
sche modetijdschrift, hetwelk ook een
schat van gegevens biedt voor hand
werken in alle genres, is bii de uitge
vers dezer courant tegen sterk gere-
duceerden prijs verkrijgbaar.
De abonnementsprijs van het Nieu
we Modeblad 2 maal per maand ver
schijnende in 20 bladzijden met tel
kenmale 2 gratis knippatronenbladen,
bedraagt slechts f 1,20 per kwartaal,
franco per post f1,50.
EEN CAFE IN DE LUCHT.
Dezer dagen heeft een vliegend
café zijn zaak moeten sluiten. Een
rijke particulier in New-Yersey had
een vliegmachine ingericht tot bar.
waar allerlei alcoholische dranken
waren te verkrijgen. Op 1000 me
ter hoogte werden telkens voor 12
personen drinkgelagen aangericht. Bii
den laatsten tocht echter schijnt ook
de piloot te diep in het glaasje te
hebben gekeken, want bii de landing
kon hij zijn toestel niet meer in be
dwang houden, zoodat de machine
over den kop sloeg.
De politie, die spoedig ter plaatse
was, „constateerde dat de bestuurder
in kennerijken staat verkeerde, zoo
dat er proces-verbaal moest worden
opgemaakt. Bii deze gelegenheid
werd ook dit café in de lucht onder
zocht, waarbii overtreding van de
drankwet werd geconstateerd.
—O
EERST BEPERKING VAN BEWA
PENING, DAN SCHULDVERMINDE
RING.
Senator Borah te Washington heeft
ten aanzien van de oorlogsschulden
aan een Franschen journalist een ver
klaring afgelegd. De persman trachtte
er Borah van te overtuigen, dat het
onrechtvaardig zou zijn van Frankrijk
volledige betaling van de schulden te
verlangen, terwijl Frankrijk van Duitsch-
land geen betalingen meer ontvangt.
Senator Borah antwoordde evenwel, dat
als Frankrijk een krachtige poging zou
doen zijn bewapening te beperken, men
ook in Amerika een vermindering van
Frankrijk's schulden zou willen over
wegen.
VRUCHTBOOMEN IN 'T NAJAAR.
Denkt U er om, dat vóór er nacht
vorsten komen de vangbanden om
de vruchtboomen moeten worden
aangebracht
Denkt U er dan ook om, de lijm-
banden vóór dien tijd aan te brengen
en dat het nu de tijd is ze te be
stellen
WINTERTARWE.
Nog maar enkele weken en men
moet gaan denken aan het klaarma
ken van den grond voor de win
tertarwe. Tenminste, wanneer men
aangewezen is op vroege uitzaai.
Want dat moet dan in October ge
beuren.
Men kan voor wintertarwe met het
oog op het uitvriezen twee maanden
1 kiezen voor de zaaiOctober of De
cember, November deugt niet.
Als men in October zaait, dan gaat
het gewas forsch de winter in en
heeft van uitwinteren weinig last. Het
is dan reeds te stevig beworteld.
Wanneer men in December zaait zijn
de plantjes in de gevaarlijke tijd nog
ondiep geworteld en hebben ook wei
nig last van uitzetten en inkrimpen
van de grond. Maar in November
gezaaid is de tarwe niet groot genoeg
en niet klein genoeg en heeft dan het
meeste te rijden. Het afgeloopen sei-
soen heeft voor het Zuiden van 't
land de ervaring gebracht, dat Wil-
helmina, Juliana en Jacob Cats goed
weerstand hebben geboden aan het
zeer ongunstige voorjaar. Maar dat
Vooral Jacob Cats veel te lijden
heeft gehad van roest.
KALIBEMESTING EN HET NA
JAAR.
Herhaaldelijk gebeurt het. dat in
het voorjaar gevraagd wordt of nog
zonder bezwaar kalizout kan worden
uitgestrooid voor een of ander ge
was, omdat men er niet eer aan ge
dacht heeft. En meestal moet men
dan antwoorden, dat het daarvoor
te laat is en dat men nu patentkali
moet gebruiken „dat veel duurder is.
Kalizout bevat veel chloor, dat
voor vele planten schadelijk is. Wordt
nu dat kalizout in den herfst uitge
strooid en ondergewerkt, dan gaat in
de loop van de winter het chloor er
uit met het regenwater naar den on
dergrond en zoo naar de slooten.
Maar de kali blijft in den grond
achter voor de planten van het vol
gende jaar.
Het is nu de tijd er over te den
ken welke akkers met kali moeten
worden bemest en hoeveel men ge
ven zal. Dan kan men deze maand
nog bestellen en de meststof op <ie
boerderij hebben voor de herfstbe-
werking begint.
Overleg is 't halve werk.
GROENE BEMESTING ,VOOR
WINTERGRAAN.
De voordeelen verbonden aan de
toepassing van groene bemesting zijn
reeds zoo dikwijls en zoo breed uit
gesponnen. dat we daarop niet diep
behoeven in te gaan. Het is genoeg
wanneer gewezen wordt op de groo
te beteekenis van de humusvermeer-
dering, die er het gevolg van is. Het
doet er dan feitelijk niet toe of de
groene bemesting gegeven wordt
door middel van vlinderbloemigen,
zooalsklaver, wikken, lupinen of
andere planten zooals rogge, boek
weit, raap, enz. Door al deze wordt
het humusgehalte van den grond ver
hoogd. De vlinderbloemigen brengen
echter een belangrijke hoeveelheid
stikstof gratis daarbij in den grond
en zijn daarom zeer geliefd.
Toch kunnen er omstandigheden
zijn, ook bij het onderzoeken van een
flink gewas, dat men hierop niet re
kenen kan.
Op lichte gronden kan het gemak
kelijk voorkomen, dat een groenbe-
mesting op wintergraan geen invloed
heeften omdat men gewoonlijk dan
zuinig is met stikstofbemesting om
't gewas niet te zwaar te maken, raakt
men leelijk er mee achterop.
Hoe zit dat dan
Wanneer de tijd na 'tonderploe-
gen, bewerken en bezaaien niet koud
is, gaat de groen mest ontleden en
vormt van zijn stikstof salpeterzuur.
Is nu de winter bovendien vochtig,
dan wordt die salpeter uitgespoeld,
omdat het jonge graangewas nog niet
veel kan opnemen. En zoodoende is
dan in 't voorjaar de grond zeer arm
aan stikstof, terwijl men iuist het
tegendeel verwacht.
Zooiets kan natuurrijk ook wel op
zware gronden voorkomen, maar toch
in mindere mate.
18e Les.
HOU JE FIETS GOED IN TE
MACHT!
Een auto kan veel sneller rijden
dan een fiets, maar kan ook veel
sneller remmen. Veel auto's hebben
tegenwoordig vier remmen, hetgeen
dan dikwijls op een bordje achteraan
staat aangegeven.
Dat is meteen een waarschuwing,
voor fietsers, om niet te dicht ach
ter zoo'n auto aan te rijden, want
bii plotseling remmen volgt dan zeker
een botsing.
Fietsen moeten ook een goed wer
kende rem hebben. Die rem is niet
wettelijk verplicht voor fietsen zonder
vrij wiel, maar voor eigen veiligheid
toch wel aan te bevelen. Op een fiets
zonder vrij wiel kun je remmen door
tegen te trappen en wie op zoo'n fiets
rijdt, mag er wel aan denken, vooral
wanneer hij een helling afgaat, dat hij
zijn voeten goed op de trappers
houdt, anders heeft hii zijn fiets niet
meer in zijn macht.
Op deze teekeningen rijden de kin
deren van een helling af.
Die op de linker teekening doen
het roekeloos. De eene jongen is vlak'
achter de auto gaan rijden, maar toen
deze ineens stopte, is hij er tegenop
gebotst en nu ligt hij met een lee-
lijken smak op den weg. De andere
jongen houdt bij het afrijden van de
helling zijn voeten niet op de trap-
Eers en dat is ook gevaarlijk en
et lijkt wel, of hij remmen wil, door
zijn schoenzool tegen den voorband
van zijn fiets te drukken, maar dat
is ook roekeloos spel. want als zijn
voet bekneld raakt, gebeurt er een
ongeluk en bovendien is „voor den
fietsband zulk remmen ook niet te
best.
Op het rechter plaatje zien we onze
vrienden Jan en Eulalia zooals het
behoort rechts van den weg en achter
elkaar de helling afrijden. Het gaat
met een vaart en hun haren fladderen
in den wind, maar met hun remmen
en hun voeten op de trappers hebben
ze allebei hun fiets goed in bedwang
en bedacht op gevaar rijden ze vlot
de heffing af.
Wees dus voorzichtig, doe als Jan
tje en Eulalia, van wie we na deze
laatste les afscheid nemen, maar niet
zonder ze te bedanken voor het goede
voorbeeld, dat ze ons in deze lessen
hebben gegeven.
ZIJN MAKKER VOOR „WILD"
AANGEZIEN.
In het jachtveld nabij Eelde trachtten
dezer dagen eenige jagers een haasje te
verschalken. Er kwam echter geen wild
op dagen daarom werd besloten dat ieder
der jagers een kant zou opgaan. Zonder
het van elkaar te weten gingen beiden
zich achter een struik verschuilen en hun
spiedende blikken gingen nu over hei en
bosch. Plotseling zag een der jagers
achter een struik iets ritselen, hij legde
aan en zag inplaats van vluchtend
wild z'n vriend te voorschijn komen die
in zijn zitvlak goed geraakt bleek te zijn.
Een geneesheer werd spoedig ontboden,
doch deze kon gelukkig constateeren, dat
geen edele deelen geraakt waren.
O
WERKLOOZENZORG IN JULI.
Het Departement van Binnenlandsche
Zaken heeft aan alle gemeenten een vragen-
ljjst gezonden met betrekking tot de
werkloozenzorg. Bjj het samenstellen
van dit overzicht zijn gegevens ontvangen
van 4027 gemeenten.
Uitgegeven door de gemeenten (zonder af
trek van subsidies van Staat c.q. Provin
cie), aan werkloozensteun f 4,752.450.
Uitgegeven door de gemeenten (zonder
aftrek van subsidies van Staat c.q. Pro
vincie) voor werkverschaffing f 1.295.508,
uitbet. door werkloozenkassen f 2.627379.
Door het Rijk is betaald f 766.188.
Van 50 gemeenten met rond 280.000
inwoners, waaronder o.m. Apeldoorn met
60.332 Bergh met 10.690, Katwijk met
15.752 en Almelo met 32.516 inwoners,
waren nog geen gegevens binnengekomen.