"Ingezonden
De Troonrede.
ZIJN VROUW VERMOORD?
De man gearresteerd.
De Officier van Justitie te Arnhem
heeft doen arresteeren den 44-jarigen
chauffeur Van S., wiens vrouw plot
seling is overleden. De arrestatie ge
schiedde, nadat door de Justitie uit
Arnhem sectie .op het lijk van de vrouw
was verricht. Het echtpaar was woon
achtig te Overasselt
De vrouw was 22 jaar oud en moe
der van twee kinderen.
MOTORONGELUK BIJ ARNHEM.
Zondagmiddag zijn op den Amster-
damscheweg bij Arnhem twee perso
nen ernstig gewond bij een verkeers
ongeluk.
De heer Zwaan uit Den Haag reed
met zijn motor, met zijn echtgenoote
op de duo, in zeer snelle vaart in de
richting Arnhem.
Op den hoek van den Heyenoord-
scheweg kwam de motor in botsing
met een auto, welke van dezen weg
kwam. De motorrijder kreeg een been
fractuur, terwijl zijn vrouw een ernstige
hoofdwonde en een gebroken arm be
kwam. Zij werden naar het Gemeente
ziekenhuis overgebracht.
o
VROUW VERMOORD.
Te Rotterdam, in een pand aan den
Schiedamschendijk, is in den nacht van
Zaterdag op Zondag vermoord, de 32-
jarige vrouw W. Ehrisman, bekend on
der den naam Blonde Mien. Zij woon
de samen met een zekeren J. K. Ge
bleken is, dat de vrouw Zaterdagavond
tal van café's heeft bezocht met een
ongeveer 32-jarige man. Zij is met een
kussensloop geworgd. De politie doet
ijverig onderzoek.
o
JARENLAG STEENKOLEN GE
STOLEN.
Te Vlissingen is aan het licht ge
komen, dat gedurende een reeks van
jaren steenkolen zijn gestolen van voor
raden bestemd! voor de Nederlandsche
Loodsbooten. Deze steenkolen waren
eigendom van het Staatsmijnbedrijf. Het
onderzoek der politie deed uitkomen,
dat verschillende gemeentelijke haven
beambten bij deze diefstallen betrokken
moeten zijn en gaf aanleiding tot aan
houding van een hunner, die ter be
schikking van Üe justitie te Middel
burg is gesteld, evenals een steeriko-
lenhandelaar te Vlissingen, die ook bij
de zaak betrokken moet zijn.
Nader vernemen wij nog, dat reeds
een derde persoon, n.l. een baas van
het gemeentelijk havenbedrijf V. is aan
gehouden en mede ter beschikking van
de Justitie 'te Middelburg is gesteld.
Het moet vrij zeker zijn, dat nog meer
personen in de zaak zijn betrokken.
Daar de diefstallen reeds jaren zijn
gepleegd, moet het Rijk voor een groo-
te som zijn benadeeld.
O -
VOORZICHTIG MET WAPENS.
Toen dezer dagen de heer V. te
Den Hout een flobert wilde schoon
maken en hij den grendel reeds geolied
had, wilde hij een patroontje (6 m.m.)
dat in den loop geklemd zat, daaruit
verwijderen door het wapen met de
kolf op den vloer te stooten. Hierbij
bedacht hij echter niet, dat door den
schok de grendel opspringt, met het
treurig gevolg, dat het schot afging
en hem "in het hart trof, waardoor
hij na eenige oogenblikken kwam te
overlijden.
—o
EEN BRUTALE ROOF.
Dezer dagen werd uit de weide van
den veehouder Zwanenburg te Velsen
een koe weggenomen en ter plaatse
geslacht, zoodat den volgenden dag
slechts de overblijfselen van het ge
slachte beest op het weiland werd aan
getroffen. De politie zat evenwel niet
stil en slaagde er inmiddels in een
viertal daders aldaar te arresteeren. Bij
de huiszoekingen werden restanten van
vleesch en beenderen, na omspitten van
tuintjes en het opbreken van vloeren
verborgen gevonden. Niet minder dan
acht inwoners der gemeente Velsen
zouden bij dezen brutalen roof betrok
ken zijn. Meer arrestaties zijn te wach
ten.
o
VROUW IN BRAND GERAAKT.
Zaterdagavond is de vrouw van den
arbeider Jansen, wonende in de Voor-
broodstraat te Arnhem bij het aan
steken van een gastoestel in brand ge
raakt en brandende'in den kelder ge
vallen. Bij zijn thuiskomst vond de
man zijn vrouw met ernstige brand
wonden in den kelder liggen. De vrouw
werd door den Geneeskundigen Dienst
naar het Diaconessenhuis overgebracht,
waar zij 's nachts is overleden.
Het begin van den brand kon door
de brandweer spoedig worden ge-
bluscht. j
o
UIT EEN RAAM GEVALLEN.
Zondagmorgen is te Amsterdam een
meisje van I1/2 jaar uit een raam van
de tweede verdieping van perceel Wil-
librordusstraat 14 gevallen. Het kind
was op slag dood.
o
Openbare vergadering van den Raad der
gemeente BRAKEL, gehouden op
Vrijdag 16 September 1932, des
voormiddags ten negen ure.
Voorzitter: EdelAchtb. Heer S. van
Dalen.
Tegenwoordig de heerenL. van Dalen,
Fred, van Dalen, H. C. van Daalen,
H. J. Duijzer, F. A. van Veenendaal,
B. van der Veer en J. H. Vermeulen.
De Voorzitter opent de vergadering
waarna de notulen der vorige vergade
ringen worden gelezen en ongewijzigd
worden vastgesteld.
Aan de orde de ingekomen stukken
I. Een schrijven d.d. 1 September
1932, no 18876 zij dens het Ministerie
van Economische Zaken en Arbeid, hou
dende de Koninklijke goedkeuring d.d.
25 Augustus, no. 18 op de door den
Raad dezer gemeente vastgestelde ver
ordening ingevolge de Winkelsluitings
wet.
2. Van den Keuringsdienst van Waren
te 's Hertogenbosch, d.d. 22 Juli 1932
een opgaaf van het aantal gedane in
specties in het eerste en tweede kwar
taal 1932.
3. Een schrijven dd. 19 Juli 1932,
no. 97 van Gedeputeerde Staten dezer
provincie, houdende de goedkeuring der
begrooting van deze gemeente voor het
dienstjaar 1932.
4. Een schrijven van hetzelfde College
d.d. 2 Augustus, houdende de Konink
lijke goedkeuring van de door den Raad
vastgestelde verordeningen op het ver
gunningsrecht ex. artikel 23 der Drank
wet.
5. Van het zelfde College een schrij
ven houdende de goedkenring der Ver
ordening, strekkende tot aanwijzing van
het Vleeschkeuringsbedrijf Kerkwijk als
tak van dienst.
6. Een verzoek van een ingezetene der
gemeente om de kosten van ziekenver
pleging voor rekening der gemeente te
laten komen.
De Voorzitter merkt op, dat personen,
die een verzoek doen en daarvoor in
aanmerking komen, van gemeentewege
gratis geneeskundige hulp kunnen ver
krijgen. Daar door adressant een derge
lijk verzoek niet is gedaan kan nu de
rekeniDg tot een aanzienlijk bedrag is
gestegen deze niet meer voor rekening
der gemeente genomen worden
De heer Duijzer zegt dat adressant
indertijd wel een verzoek om gemeente
lijke geneeskundige hulp heeft gedaan.
Burgemeester en Wethouders bestrijden
dit. Wordt besloten op het adres af
wijzend te beschikken.
7. een schrijven d.d. 10 Augustus,
no. 256, van Gedeputeerde Staten dezer
provincie houdende een tijdelijke korting
op de jaarwedden van Burgemeesters,
Secretarissen en Ontvangers in de pro
vincie Gelderland van 8y2 met dien
verstande, dat het bedrag, hetwelk inge
volge het bepaalde bij art. 36, 4e lid
der Pensioenwet 1922, door de gemeente
wordt verhaald, in mindering dezer kor
ting wordt gebracht.
8. Van het Bestuur van de Christe
lijke Landbouwschool te Andel om een
subsidie.
De Voorzitter zegt, dat de gemeente
niet erg betrokken is bij deze school daar
slechts twee leerlingen uit deze gemeente
die school bezoeken. De Voorzitter stelt
voor op het adres afwijzend te beschik
ken, daar tevens in deze gemeente winter-
cursussen worden gegeven in land- en
tuinbouw onderwijs.
Wordt aldus besloten,
9. Aan den Raad wordt aangeboden
de begrooting voor het dienstjaar 1933
van de Gezondheidecommissie gezeteld
te Zalt-Bommel. Uit den bij die be
grooting overgelegden staat blijkt dat
deze gemeente over 1933 f 43,75 zal
moeten bijdragen.
De Voorzitter biedt namens het College
van Burgemeester en Wethouders aan
den Raad aan de rekeniDg der gemeente
over 1931, aanwijzende wat den gewonen
dienst betreft
in ontvangst f 47192,55
in uitgaaf f 43548,17
batig slot f 3644,28
en wat betreft den kapitalen dienst
in uitgaaf f 5280,79
in ontvangst f 5037,09
nadeelig slot f 243,70
Deze rekening zal onderzocht worden
door een commissie bestaande uit de
heeren Duijzer, Van der Veer en Ver
meulen.
Aan de orde het voorstel van Burge
meester en Wethouders tot schorsing
van den heer F. A. van Veenendaal als
lid van den gemeenteraad
De Voorzitter wenscht deze zaak in
een besloten vergadering te behandelen,
tenzij de heer Veenendaal er op mocht
staan dat zulks in een openbare ver
gadering zal geschieden.
De heer v. Veenendaal zegt, dat hij
niets tegen behandeling in openbare
vergadering heeft. Ook de overige leden
wenschen de zaak in het openbaar te
bespreken.
De Voorzitter zegt, dat dezen zomer
de ondersteuning der werkloozen is ge
schied door middel van bonnen. De
betrokken personen konden zelf zeggen
welke waren zij wenschten. Burgemeester
en Wethouders bepaalde voor elke per
soon het bedrag van de waren op een
bon. De heer v. Veenendaal. of eigenlijk
zijn knecht, heeft op deze bonnen aan
verschillende personen brood geleverd.
De heer v. Veenendaal heeft zich mits
dien schuldig gemaakt aan overtreding
van artikel 26 der Gemeentewet, waar
het den raadsleden verboden wordt mid
dellijk of onmiddellijk leveringen aan
de gemeente te doen.
De heer v. Veenendaal merkt op, dat
het niet bewezen is, dat zijn knecht het
brood van hem betrokdat kon hij even
goed van andere bakkers betrekken.
De Voorzitter deelt mede, dat door
v. Veenendaal een adres aan Gedepu
teerde Staten is gericht, waarin deze
verzocht hem mede te deelen of hij in
strijd zou handelen met art. 26 der
Gemeentewet, wanneer hij op bovenbe
doelde bonnen brood leverde. Nadat
Gedeputeerde Staten dit adres om advieB
in handen van Burgemeester en Wet
houders haddden gesteld, is aan den
heer v. Veenendaal medegedeeld, dat bij
levering op die bonnen in strijd met
artikel 26 der Gemeentewet zou worden
gehandeld.
De heer^v. Veenendaal merkt op, dat
de levering toch feitelijk door zijn knecht
is geschied.
De Voorzitter zegt, dat hij er reeds op
gewezen heeft, dat ook de middellijke
levering in voormeld art. der Gemeente
wet is verboden.
Db Voorzitter leest vervolgens voor een
besluit van Ged. Staten van Drente d.d
24 April 1929, waarbij in een dergelijk
geval als het onderhavige, een raads
lid van zijn lidmaatschap werd vervallen
verklaard.
De heer v. Veenendaal vindt, dat het
hetzelfde is of aan werkloozen geld of
bonnen verstrekt wordt. Krijgen ze geld
dan betalen zij hem rechtstreeks krijgen
zij bonnen dan betaalt de gemeente. Het
komt precies op hetzelfde neer.
De Voorzitter zegt, dat het laatste uit
drukkelijk bij de wet is verboden.
De heer v Veenendaal vindt, dat deze
geen levering aan de gemeente is. Spr.
herinnert er aan dat hij indertijd invoe
ring van het bonnenstelsel ten zeerste
heeft bestreden.
De Voorzitter wijst er vervolgens op,
dat hij v. Veenendaal er herhaalde
malen voor gewaarschuwd heeft, niet
op bonnen te leveren.
De heer v. Veenendaal stemt dit toe.
De Voorzitter deelt mede, dat volgens
de bepalingen der Gemeentewet de raad
bevoegd is om v. Veenendaal te schorsen.
Ged. Staten doen dan uitspraak.
De heer v. d. Veer vindt dit geen
reden om tot schorsing over te gaan.
De heer Vermeulen vindt, dat wel
degelijk schorsing diende plaats te heb
ben, daar de wet is overtreden.
De heer v. Veenendaal is van meening
dat er wel grootere overtredingen ge
beuren als dit de grootste zonde was,
dan zou het wel afloopen. Als de heeren
echter meenen het gemeentebelang te
dienen, en hiertoe zijn zij toch geroepen,
dan moeten zij mij maar schorsen.
De Voorzitter brengt het voorstel van
B. en W. in stemming. De heeren v
d. Veer, Duijzer en H. C. v. Daalen
stemmen tegenvoor stemden de beide
Wethouders L. en F. v. Dalen en
Vermeulen.
Daar de stemmen staken, zegt de
Voorzitter, de zaak tot een volgende
vergadering aan te houden.
Op verzoek van den heer Duijzer ver
strekt de Voorzitter nog eenige inlich
tingen over steunregeling en werkver
schaffing.
Daarna sluiting.
(Buiten verantwoordelijkheid
der Redactie)
Mijnheer de Redacteur
Gaarne zag ik het volgende verhaal,
ontleend aan de droeve werkelijkheid,
opgenomen in uw geëerd blad. Reeds
nu mijn oprechten dank.
De Voorzitter der
V.V. „De Zwaluwen",
Brakel.
Den Nar wordt een kap opgezet
Principieel er tegen, wordt ik nu ge
dwongen om even enkele feiten recht
te zetten. Waar de Voorzitter van „Spar
ta" in een woordenvloed met niets dan
onjuistheden mijn club aanvalt, argu
menten gebruikt die kant nog wal raken,
maakt hij zich voor insiders voldoende
onmogelijk en belachelijk. Waar hij
echter zijn insinuaties durft te presen
teeren aan de groote lezerskring van ds
„Heusdensche Courant", hebben deze
het recht de waarheid te hooren en ben
ik tot mijn spijt verplicht de Kap toe
te voegen
Ik onderschrijf openlijk ten volle het
artikel van „Een Sportvriend" en niet
ik alleen, maar ook „De Zwaluwen",
tallooze spelers van „Voorwaarts" en de
Voorzitter van „Achilles" uit Veen De
laatste kwam mij zelf opzoeken en ver
zocht mij te willen vermelden, dat in een
soortgelijk geval tusschen hun elftal en
„Sparta", juist „Sparta" een geweldig
kabaal maakte.
Waar dus „Achilles", „Voorwaarts"
en „De Zwaluwen" eenstemmig in hun
oordeel zijn, is dus uw verklaring„al
leen de grensrechter van „De Zwaluwen"
merkte de tijdsovertreding op", niets
minder dan een grove leugen. Is het
niet waar, dat tallioze toeschouwers uit
Brakel, Aalst, Pouderoijen en Andel zelf
protesteerden (al was 't onderling), ge
spannen als zij waren op een verlenging
Wat.blijft er zoo over van uw zeggen:
„Alleen Sportvriend en „De Zwaluwen"
waren ontevreden" Hoe durfde u dat
te schrijven als een onderzoek uitwijst
dat alleen „Sparta" (natuurlijk tevre
den was
Protesteerde ik niet langs de voorge
schreven weg (tenminste bij een reëele
voetbalvereeniging)
Ik protesteerde eerst mondeling tegen
de overtreding van de reglementair voor
geschreven speeltijd. (Gaf een uwer be
stuursleden dit feit niet toe, maar beriep
zich foutief op 't artikel„De scheids
rechter zijn uitspraak is beslissend").
Daarna schriftelijk. Protest voor ken
nisgeving aangenomen, weer foutief op
't zelfde artikel.
Hernieuwd protest, heel beleefd geen
antwoord. Waarom nu een vloed van
woorden en toen een mond vol tanden.
Kunt u niet begrijpen, dat de scheids
rechter zich moet houden aan de voor
geschreven speeltijd, dat hij in de eer
ste plaats het reglement dient te volgen,
dat hij slechts beslist over alles wat er
in die voorgeschreven speeltijd gebeurt
Evenmin als hij wat te beslissen heeft
op 't moment waarop gij dit leest, even
min had hij direct na afloop van den
speeltijd iets te beslissen.
Dat derde doelpunt viel dus volgens
uw eigen reglement buiten de machts
invloed van uw scheidsrechter en was
dus geen werkelijk doelpunt.
Was „Voorwaarts" tevreden over uw
scheidsrechter tijdens hun eersten wed
strijd Waar ik „Voorwaarts" ken uit
meerdere zeer faire en mooie wedstrijden
tegen „De Zwaluwen", kaD ik ook in dit
geval niet twijfelen aan hun betrouw
baarheid. Waarom vertelden zij mij,
dat zij, [evenals „N.O.A.D.", hun buik
vol hebben van jullie? Vraag Veen hun
meening.
Zoo'n verhouding noemt u aangenaam
en vriendschappelijk tusschen hun en
uw club. Zeker, dat begrijp ik nu vol
komen. Dergelijke zonderlinge begrippen
verklaren volkomen uw opvatting van
fair en sportief zijn. Is bet niet waar,
dat de vrijlotende overwinnaar van den
eersten dag een afmattingswedstrijd
moest spelen? Was dat niet „Sparta"?
Speelde „Sparta" dien wedstrijd
Waarom, mijnheer de voorzitter van
„Sparta", bij zoo'n vloed van woorden
geen regeltje daarover, waarom er zoo
om heen gezwamd?
In „Sportvriend" bewonder ik de korte,
zakelijke uiteenzetting van ware feiten,
bij u bewonder ik, nee, ik vergis me,
ik schud mijn hoofd over uw woorden,
maar dan ook niets dan woorden.
Uw eerste kolom was zeer goed te
herdrukken, maar dan „Sportvriend"
vervangen door „De voorzitter van
Sparta".
„Sportvriend" had het niet over 't
spel der deelnemers. Wat heeft correct
spelen daarmede te maken Of wilde
u geniepig zijn Iets wat de lachlust
opwekt, heeft alle geniepigheid verloren,
dus ook deze opmerking van u.
Even een kleine zijsprongTijdens
den wedstrijd „SpartaDe Zwaluwen"
vroeg ik aan een kleine jongen uit An
del: Vertel me eens, welke spelers van
„Sparta" lid zijn. (Immers volgens uw
reglement mochten alleen leden mede
spelen Juist had hij gezegd en ge
wezen „Die daar is lid en die daar
ook" en bij de woorden „die daar is
geen lid", [sprong een toeluisterend
„Sparta"-lid op hem af en zeide„Zeg
bl.als jij je b.niet houdt, zal ik
een opd.geven en van 't terrein d.
Fraaie taal en 't laat veel te denken
over. Begrijpt U dat wij in Aalst me-
dededen aan 't feest van 10 September
U zegt dat het niet jullie gewoonte is
op „allerlei gepraat en geschrijf" in te
gaan. Wil iets gewoonte kunnen worden
dan moet het veel gebeuren. Dus schijnt
er over „Sparta" veel „allerlei gepraat
en geschrijf" Ie zijn.
De persoon van den scheidsrechter
kunnen wij hier buiten laten, zijn lei
ding heeft onze captein aan de hand
van de officieele spelregels van den
„K.N.V.B." voldoende onder de loupe
gehad. Had sportvriend niet zijn stukje
geschreven, dan was dat voor U minder
pijnlijk geweest. Maar nog verstandiger
was het geweest als U niet geantwoord
had, nu slaan U en „Sparta" een figuur
als modder, en maakt U in uw eigen
nadeel van een mug een olifant.
Leest uw eigen laatste kolom goed
over, weer met de noodzakelijke ver
wisseling en leef daarna.
Zoo voldoende de minderwaardige
zijdelingsche aanvallen op mijn vereeni-
ging aan den kaak gesteld hebbende,
kan ik heusch de moeite niet meer
nemen nogmaals op deze treurige onbe
langrijkheid terug te komen.
De Voorzitter van de
V.V. „DE ZWALUWEN".
O—
Mijnheer de Redacteur.
Mag ik een klein plaatsje in Uw veel
gelezen blad voor 't volgende.
In het eerste blad van 14 Sept. j 1.
komt een berichtje voor uit Nederhemert,
betrefiende de naaivereeniging „Dorcas".
Dit is niet de eerste maal dat men der
gelijke berichten leest. Ik voor mij,
mogelijk meer, zullen volkomen instem
men met mijn idee daaromtrent. Ik
respecteer het werk van zulk een ver-
eeniging en ook dat van de milde gevers
vooral in dezen benarden tijd. Weldoen
is nooit af te keuren.
Nu ter zakeik voor mij heb altijd
een bijdrage aan de „Dorcas" in onze
gemeente geschonken, maar dikwijls tot
groote ergenis, temeer dat men later
hoorde, waar de kleedingstukken door
nette meisjes klaargemaakt en thuisbe
zorgd, ook flinke meisjes inwonend waren.
Maar die laatstgenoemde schijnbaar
dametjes? zitten als 't weer is den geheelen
dag op de fiets. Ik gun hun die weelde
wel, doch als ik lid was van zulk een
vereeniging, zou ik de noodige stof bij
die luldjes thuisbezorgen met de bood
schap„maak er van wat je noodig hebt
en laat na afwerking, aan de bestaande
vereeniging, zien wat gij gedaan hebt."
Me dunkt al zulke vereenigingen
werken bij zulke meisjes de luiheid
voortwoekeren.
Zijn de kleedingstukken klaar, dan
zijn er weinige die de thuisbezorging
van de hand wijzen. Voor zoover mij
bekend is, heb ik maar van één gezin
gezien, dat ze het weer terugbrachten aan
de vereeniging, daar zat nog (wat men
op den huidigen dag weinig vindt) eer
gevoel in
Geachte lezers van dit stukje, wat
dunkt U van bovenstaande regelen. 't Is
mij niet te doen om het den behoeftigen
te onthouden, maar daar, waar ze 't zelf
kunnen klaar maken, en niet zooals
veelal gebruikelijk is langs de straat
te laten fietsen of slenteren, te laten
doen.
Met dank voor de plaatsing.
Een getrouw lezer.
's-GRAVENHAGE, 20 Sept. H. M. de
Koningin heeft heden de zitting der
Staten-Generaal geopend met de vol
gende Troonrede
In dit plechtig oogenblik, leden van
de Staten-Generaal, nu een nieuwe zitting
van de Volksvertegenwoordiging een
aanvang neemt, richten mijne gedachten
zich meer dan ooit op den duisteren
t ij d, dien het vaderland beleeft De
ernstige wil, die de Regeering bezielt
met Gods hulp het schip van staat in
veilige haven te sturen, kan slechts leiden
tot het doel, indien ons volk in al zijn
lagen zich de werkelijkheid onverbloemd
voor oogen stelt.
Zonder voorbeeld in de geschiedenis
zijn de economische verhoudingen over
heel de wereld ontredderd.
Onweerstaanbaar grijpen de gevolgen
der crisis steeds verder om zich heen
en nog steeds kondigen zich geen be
trouwbare teekenen van kentering aan.
Moederland en overzeesche gewesten
zien hun welvaart ernstig ondermijnd.
Nieuwe belemmeringen in het handels
verkeer tusschen de volkeren werden
toegevoegd aan de vele, welke reeds ten
vorigen jaren de crisis verscherpten.
In alle takken van volksbestaan bleef
de bedrijvigheid gestadig afnemen. Han
del, scheepvaart en visscherijen zijn even
zeer getroffen als nijverheid en land-en
tuinbouw.
Herstel van het internationaal ruilver
keer wenscht de Regeering te bevorderen
door verdragen, die een ruimer geest
ademen. Daarnevens moet zij bij voort
during bedacht blijven op afwending van
de gevaren waarmede buitenlandsche
maatregelen den afzet van onze voort
brengselen bedreigen.
Zijn reeds tal van noodmaatregelen
tot stand gekomen om ineenstorting van
onmisbare bedrijfstakken te verhoeden,
nieuwe regelingen met hetzelfde doel
zullen moeten volgen.
De werkloosheid, bron van zoo
veel leed, heeft een nooit gedachten om
vang aangenomen. Zij plaatst de over
heid voor schier onoplosbare moeilijk
heden, niet het minst vaa geldelijken
aard.
De Regeering zal haar voortdurende
zorg ook in de toekomst aan dit maat
schappelijk euvel geven. Het zoo nood
zakelijk herstel van het bedrijfsleven zal
haar daarbij tot richtsnoer blijven. In
het bijzonder zal ook het vraagstuk van
de jeugdige werkloozen alle aandacht
hebben.
Nevens voortzetting van de werkloo-
zenzorg stelt handhaving van het peil
van de sociale voorziening, in
betere tijden bereikt, de uiterste eischen
aan het zoo zeer verminderde draagver
mogen der natie.
De sterke daling van het nationaal
inkomen en de diepe inzinking, welke
het economisch leven vertoont, oefenen
een noodlottigen invloed op de opbrengst
van 's Rijks middelen. De li-
nancieele toestand is dien
tengevolge zorgwekkend.
Veel zal van uw werkkracht en toe
wijding gevergd worden, opdat tijdig de
meest dringende maatregelen tot stand
komen. Ik weet, dat het beroep dat ten
deze op uwe medewerking zal worden
gedaan niet vergeefseh zal zijn en ik
vertrouw, dat het gemeen overleg tot
een uitkomst zal leiden, die aan den
ernst van den toestand beantwoordt.
Ook in de overzeesche gewesten wordt
er krachtig naar gestreefd de kosten der
landhuishoudicg met de middelen in
overeenstemming te brengen. Het feit
dat meer en meer in alle maatschappe
lijke kringen de overtuiging doordringt
van de volstrekte noodzakelijkheid van
dit streven, versterkt de verwachting,
dat ondanks alle bezwaren het doel zal
worden bereikt.
Evenzeer als in de donkerste dagen
zijner roemrijke geschiedenis behoeft ons
volk thans eendracht ter ontplooiing van
al zijn stoffelijke en zedelijke krachten.
Op den voorgrond trede daarom wat
de natie vereenigt, niet wat haar ver
deelt.
Met de bede dat Gods hulp mijn volk
sterke en met den wensch dat God Zijn
zegen aan uwen arbeid moge schenken,
verklaar ik de gewone zittiDg der Staten-
Generaal geopend.
—O—