Tweede Blad
No. 5276 Vrijdag 4 Nor.
^tslssrrrarf.
voor het Land
van Heusden en Altena,
do Langstraat
en de Bommelerwaard.
Kinderrubriek
FEUILLETON.
BEHOORENDE BIJ HET
Het Zwakke Punt.
Het zwakke punt voor mannen en
vrouwen vormen de lendenen, welke
zoo licl^t worden aangedaan door
overspanning en zorgen, door kou
vatten en tal van andere oorzaken.
Dientengevolge komen scherpe,
stekende pijnen in den rug, urine-
stoornissen, waterzuchtige zwellin
gen, hoofdpijn, duizeligheid, enrheu-
matische pijnen ook zoo vaak voor.
Plaatselijke behandeling kan tijde
lijk verlichting geven voor sommige
dezer ongemakken, doch de eenige
wijze om gezond te worden en te
blijven is door het versterken der
verzwakte organen met Foster's Rug
pijn Pillen. Dit speciale middel be
haalde reeds jaren lang een onge
ëvenaard succes tegen rheumatiek,
spit, ischias, waterzucht, urinestoor-
nissen, lendenpijn en blaasstoornis-
sen.
Bij alle drogisten enz. a f 1,75 per
flacon.
Beste meisjes en jongens.
De oplossingen van de raadsels
van verleden week luiden als volgt
1. Hazenwind
2. Horizon.
3. Een van de voeten.
4. Natte steenen
De nieuwe raadsels zijn
1. Wat is de sterkste drank, terwijl
er toch nog nooit iemand dronken van
werd?
2. Welke worsten worden door nie
mand gegeten?
3. Wanneer is 4x4 is 12?
4. Wie kan alle talen spreken, zon
der ze ooit geleerd te hebben?
OOM KAREL.
DE SNEEUWKONINGIN.
IX.
Het rendier sprong in de lucht van
vreugde, toen hij hoorde, dat hij weg
mocht loopen naar Lapland.
„Maar," zei het roovermeisje, „je
moet je beste beentje voorzetten en
dit meisje hier voor me naar het paleis
van de Sneeuwkoningin brengen, wi ar
haar speelkameraadje gevangen zit."
Het roovermeisje tilde kleine Qerda op
en zette haar op den rug van het ren
dier, waarop ze nog een kussentje had
gelegd. „Hier," zei ze, „hier heb je
je schoenen terug, want je zult het wel
koud hebben. Maar ik wil je mof hou
den! Maar hier heb je de handschoe
nen van mijn moeder, die reiken wel
tot je ellebogen!"
Kleine Gerda schreide van vreug
de. Het roovermeisje gaf haar nog twee
groote brooden en een ham en toen
joeg ze het rendier weg, dat met groo
te sprongen over heuvels en bosschen
voortrende, door het groote woud, zoó
hard het maa rkon. En toen de broo
den waren opgegeten en de ham ook, v a-
ren ze in Lapland. Ze hielden stil bij
een klein huisje, dat zoo laag was, dat
het dak schuin tot bijna op den grond
afliep. En de deur was zoo laag, dat
de menschen op handen en voeten
moesten kruipen, als ze in of uit wil
den gaan. Er was niemand anders thuis
dan een oude vrouw van Lapland, die
visch bakte boven een pitje van traan.
Het rendier vertelde haar de geheele
geschiedenis, want Gerda was zoo koud,
dat ze bijna niet kon spreken.
„O, arme zielen!", zei het Lapland-
sche vrouwtje, „Jullie moet nog een
heel stuk afleggen. Je moet nog hon
derden mijlen ver naar Finland gaan,
want de Sneeuwkoningin bevindt zich
daar op het oogenblik. Ik zal een paar
woorden op een gedroogde stokvisch
schrijven, want ik heb geen papier.
Dat zal ik jullie meegeven voor het
vrouwtje van Finland, dat daar woont.
Ze zal julli ebeter kunnen helpen dan
ik!" Toen Gerda zich dus weer ge
warmd had en iets gegeten en gedron
ken had, schreef het vrouwtje een paar
woorden op een gedroogde stokvisch
en gaf die aan haar, terwijl ze zei,
dat ze er vooral goedi op moest j assen.
Daarna bond ze haar weer vast op
het rendier en voort vlogen ze weer.
Den geheelen nacht zagen ze prachtL
ge blauwe noorderlichtjes aan den ho
rizon flikkeren en eindelijk kwamen
ze in Finland en klopten aan de
schoorsteen van het huisje van het
vrouwtje van Finland. Want ze had
heelemaal geen deur!
Het was binnen zoo warm, dat het
Finsche vrouwtje op bloote voeten
liep. Ze was erg klein. Ze maakte da
delijk Gerda's kleeren los en deed haar
schoenen en handschoenen uit, omdat
z ehet anders veel te warm zou heb
ben gehad. Daarna legde ze een stukje
ijs op het hoofd van het rendier en
eerst toen las ze, wat er op de stok
visch geschreven was. Ze las het drie
keer en toen kende ze het uit haar
hoofd. Ze deed de stokvisch in de
pan voor het middagmaal, want er
was geen enkele reden, waarom ze die
niet zou opeten en ze gooide nooit iets
weg.
Weer vertelde het rendier de heele
geschiedenis en het Finsche vrouwtje
knipperde eens met haar wijze oogen,
maar zei niets.
„Je bent zoo vreeselijk knap!" zei
het rendier, „ik weet, dat je al de win
den van de "heele wereld met slechts
een katoenen draadje kan vastbinden!
Zou je dan dit meisje niet iets te drin
ken willen geven, waardoor ze de
kracht kreeg van twaalf sterke man
nen om de Sneeuwkoningin te over
winnen?"
(Wordt vervolgd.)
MIJNHAltDT's
Zenuw-Tabletten 75 ct
Laxeer Tabletten 60 ct
Hoofdpijn Tabletten 60 ct
Bij Apoth. en Drogisten.
INGEZOGEN
(Buiten verantwoordelijkheid
der Redactie)
Mijnheer de Redacteur,
Mag ik voor het onderstaande een
plaatsje in Uw blad? Bij voorbaat mijn
dank.
HEMERT OP Z'N (S)MALST!
Een twintigtal jongelui uit Nederhe-
mert gaf zich eenige weken geleden
op voor het volgen van een tuinbouw-
wintercursus. Zij wenschten hun vrije
winteravonden nuttig te besteden door
hun kennis van fruitteelt, bemesting
etc. uit te breiden.
B. en W. van Hemert vroegen een
cursus aan. Zij zouden zorgen voor
een verwarmd en verlicht lokaa'. De
verdere kosten vergoedt het Rijk.
't Lag voor! de hand, dat men, zoo
als in elke plaats de lessen wilde doen
geven in de school. Men rekende ech
ter buiten den waard, i.q. het Hemert-
sche, Christelijke schoolbestuur. In hun
bekrompenheid weigerden deze heeren
een lokaal der school voor een zoo nut
tig doel af te staan! Stelt U even voor,
het D. B. der gemeente vraagt om
een lokaal om er een R ij k s cursus in
te gevenen het Christelijk School
bestuur weigert, terwijl het nog kort
geleden het heele gebouw cadeau kreeg
van degemeente die ook de kos
ten van onderhoud, verlichting, ver
warming etc. mag betalen, terwijl het
R ij k het personeel betaalt.
We zullen maar niet uitweiden over
het in pr act ijk brengen van de
Christelijke leer van de leden van het
Christelijk Schoolbestuur, doch alleen
mededeelen, dat de cursus nu niet kan
doorgaan.
Het aanbod van B. en W., om de
school op het Eiland te gebruiken, zou,
wanneer dit was aangenomen, alleen
reeds aan veergeld (behalve het onge
rief van 3 maal per week overvaren
in den winter) aan de cursisten ruim
f 200.hebben gekost.
Zouden de „Bestuurderen" in Hemert
al weten, dat er zoo iets als een land
en tuinbouwcrisis heerscht, die oor
zaak is, dat men zijn onnoodige uitga
ven streng moet beperken en zijn vak
kennis zooveel mogelijk moet uitbrei
den?
AGRARIËR.
O
Hoewel voor de gemeentewegen geen
grint aanwezig is, zijn de wegen op
enkele uitzonderingen na, zeer goed
te noemen. Ik begrijp, dat raadsleden
die dagelijks den weg moeten pas-
seeren niet hebben opgemerkt, dat er
geen grint voor de wegen is. 'tls nu
zeker gemakkelijker de schuld van slech
te wegen in eens anders schoenen te
schuiven. Dussen.
Rechtzaken.
UITSPRAAK POLITIERECHTER
's-BOSCH.
M. K., koopman, de Werken en Sleew
wijk, diefstal, vrijspraak.
flhmenlaiid.
66 JAAR EN NOG „WINKELMEISJE".
Alle vroegere kwaaltjes verdwenen.
Haar bron van energie.
Hoe trotsch is deze vrouw op haar
werkkracht! Maar uit haar brief, dien
wij hieronder afdrukken, zult U zien,
dat ze reden heeft om trotsch te zijn.
_,,Ik ben 66 en 15 jaar lang ben ik
nu al assitente in een zeer drukke ma
nufacturenzaak. Tegenwoordig sta ik
van 9 uur 's morgens tof 7 uur('s avonds
achter de toonbank. Het zal nu onge
veer drie jaar geleden zijn, dat ik be
gon Kruschen te nemen, en ik ben er
vast van overtuigd, dat mijn tegenwoor
dige energie het gevolg is van ,,de 'klei
ne dagelijksche dosis". Voordat ik Kru
schen Salts nam had ik wel aanvallen
van galzucht en leed aan een alge-
heele vermoeidheid, zoodat ik het ge
voel kreeg, dat ik spoedig mijn werk
zou moeten opgeven. Hoe 't ook zij, nu
denk ik daar niet over, hoewel ik spoe
dig gepensioeneerd zal worden. De tijd
voor pensioeneering zou voor alle em-
ployé's gemakkelijk vijf jaar later ge
steld kunnen worden, als ze ook allen
Kruschen Salts namen." Mevr. E. W.
Hetzij U nog in Uw volle jeugd
bent, of dat Uw beste jaren reeds
voorbij zijn, het is nooit te vroeg en
nooit te laat om met „de kleine, dage
lijksche dosis" te beginnen. Niets dan
dat kleine beetje Kruschen Salts, dat
U niet proeven zult, in Uw eersten
kop thee of koffie, dat is Kruschen-wet
voor volmaakten en ongestoorde» le
venslust. Kruschen is een ideale com*
binatie van zes natuurlijke zouten, wet*
ke de lever, nieren en spijsverterings*
organen aansporen tot een gezonde,
geregelde functionneering. Daardoor be
werken zij een inwendige zuiverheid
en een frisschen, gezonden bloedsom
loop. Nieuw, gezuiverd bloed zal elke
vezel van Uw lichaam doorstroomen.
Begin morgen direct met Kruschen
Salts. In den tijd' van een week* zult
U zich lad zoo heerlijk gezond voelen
en jonger zeker, ontegenzeggelijk
jonger. En dan zult U, als zoovele an
deren, erkennen, diat U liever Uw ont
bijt zoudt missen dan Uw „kleine, da
gelijksche dosis" Kruschen.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgj-
baar bij alle apothekers en drogisten
a f0.90 en f 1.60 per flacon.
Nu is het de meest geschikte tijd1,
dit alles eens zelf te ondervinden
op het oogenblik kunt U Kruschen
Salts probeeren op onze kosten. Want
door heel Holllandl zijn onder de apo
thekers en drogisten duizenden flacon9
Kruschen verdeeld', die verpakt zijn met
een gratis proefflacon. U kunt dezen
gratis proefflacon gebruiken, zonderden
gewonen flacon Kruschen te openen.
En als U na deze proef niet volkomen
tevreden bent, kunt U den grooten
flacon terugbrengen bij den winkelier!
waar U hem kocht en hij zal U uwi
Fl. 1.60 (uw geheele uitgave) zonder
omwegen terugbetalen. Maar vergeet
niet, dat de gratis proefflaccon alleen»
verpakt is bij de groote maat van
Fl. 1.60 en dan nog slechts voor een
beperkten tijd.
Gaat dus naar Uw apotheker of dro
gist, voordat hij deze groote proefpak-
ken uitverkocht heeft. Adv.
—o
SMOKKELARIJ VAN VEE,
Er vindt op het oogenblik een Ie-
vendigen smokkelhandel plaats vani
vee over de Nederlandsch-Belgische
grens. De smokkelaars verdienen!
iooo francs, wanneer ze een koe vani
Nederland naar België brengen. De
Belgische douanebrigades zijn niet
meer bij machte om het smokkelen!
tegen te gaan. Er worden zelfs ge
pantserde auto's gebruikt. In België
heeft men zich genoodzaakt gezien
de douaneposten te verdubbelen.
MET REVOLVER GESPEELD.
Vijfjarig meisje gedood.
Het 13-jarig zoontje van den ac
countant Mulder te Doesburg heeft
bij het spelen zijn vijfjarig zusje The-
resia met een revolver in de borst ge
troffen. Het kind overleed binnen een
kwartier.
De heer Mulder was tijdens het
droevig voorval niet in zijn woning
aanwezig. De jongen had een ouden
dienstrevolver van zijn vader gevon
den en was daarmede in den tuin gaan
schieten. Het lijkje van het meisje
is naar het St. Elisabeths Gasthuis
te Doesburg overgebracht.
De politie stelt een onderzoek in'.
<z
Naar het Fransch.
111 1:1
115.
Daar zal ik trachten eenig geld te
verdienen om daarmede naar België
te komenVaarwel, gij zijt beste
menschen, ik dank u!
Blijf Haudecoeur!
Mijnheer Demarr!
Ja, ja, blijf, zeide Margaretha. Elk
gevaar buiten is nog niet verdwenen...
Blijf zooals gij wilt.
Neen, neen, als men mij eens ont
dekte, als men eens op-het land' in Pa
rijs vernam, dat mijnheer Jean Demarr,
de bekende advokaat getracht heeft de
politie te beletten een gevluchten ge
vangene te arresteeren!? Welk een
schandaal! Gij zoudt moeten verklaren,
waarom gij dat deedt? Neen, neen,
mijnheer Demarr, dat mag niet, dat mag
niet! Gij hebt heden veel voor mij ge
daanveel meer, dan uw plicht was.
Ik zal er mijn geheele leven aan denken,
dat verzeker ik u, vaarwel!
Hij begaf zich langzaam naar de
vestibule. Maar Jean Demarr trad hem
in den weg, vatte zijn beide handen (en
zeide ontsteld! en op sidderenden toon:
Neen, neen, nog niet, nog niet!
Op haar beurt trad Margaretha, ter
wijl hij met neergeslagen oogen en ang
stig gelaat wachtte, op hem toe, viel op
haar knieën voor den armoedig ge-
kleeden, ongelukkigen man en zeide:
Neem dit papier, Haudecoeur en
lees wat er op staat.
Zij gaf hem de bekentenis, die zij
zooeven geschreven had en bleef met
gevouwen handen wachten.
Jean Demarr had zijn oogen afge
wend. i
Op dit gewichtige en pijnlijke oogen
blik had hij den moed niet, den slag
tegemoet te zien, die hem zou treffen.
Maar Haudecoeur nam slechts het
papier aan, doch las het niet. Zijn oo
gen vulden zich met tranen, meenende,
dat hij het niet begrepen had, zeide
Margaretha nogmaals:
Lees het Haudecoeur, 't moet
voor u, voor uw vrouwen voor uw
kinderen is het noodig.
In plaats van het te lezen verscheurde
Haudecoeur het langzaam.
Bij het vernemen van dit geluid, keer
de Jean Demarr zich plotseling om.
Wat doet ge?
Haudecoeur!
Gij wilt, dat ik het lees? 'tls on-
noodig, luistert! Zooeven, kon ik u bei
den, in het vertrek, waarin mevrouw
mij verborgen had, duidelijk hooren
ik heb gehoord, wat gij gezegd hebt;
ik ben niet nieuwsgierig, maar ik kon
het niet ontgaan en toen, mijnheer De
marr, heb ik alles gehoord.
Demarr en Margaretha traden nader
bij. i
Demarr nam zijn vrouw in zijn arm
als wilde hij haar verdedigen.
Margaretha mompelde:
Dan hebt gij ook gehoord, dat ik
tegen mijn man zeide: „Doe met mij,
wat gij wilt!" Haudecoeur, nu zeg ik
het zelfde tot u: „Doe met mij, wat gij
wilt!"
Haudecoeur trok zijn schouders op.
Hij deed zichtbare moeite, zijn ont
roering te bedwingen.
Ja, ik heb alles gehoord... En
ik heb ingezien, dat gij beste menschen
zijt, zooals ik een braaf man ben, dat
heb ik begrepen en 't heeft mij goed
gedaan
Terwijl hij op de papieren snippers
wees, vervolgde hij:
Gij zegt tot mij: „Doe met m»ij,
wat gij wilt!" Ik wil u niet aanklagen...
Zie die snippersdie beteekenen niet
veel!... En toch had gij gelijk, toen
gij zooeven zeidet, dat ik veel geleden
heb... ja, te midden dier ellendelingen,
die geruirnen tijd mijn lotgenooten wa
renAch! als gij1 die beleedigingen,
die spotternijen hadt gehoord, toen ik
de onnoozelheidl had hen te zeggen,
dat ik nog noojt kwaad' heb gedaan!
In den beginne hinderde mij dit..,
maar langzamerhand geraakte ik ook
aan de verhalen hunner misdaden ge
wend Ik zag hoe kalm zij in hun
ne gewetenloosheid, hoe trotsch zij op
hunne misdaden waren! Toen lachte
ik er tenslotte om, evenals de ande
ren Ik geloof, dat ik, als ik daar
gebleven was, langzamerhand even
slecht geworden was als zijEn gij
hadt gelijk dit te vreezen, mijnheer De
marr. Ik werd tenslotte minder wan
hopig en ook ergerde het mij minder,
dat ik zoo verlaten ver in den vreem
de vertoefde! Er zijn er ongetwijfe.ld
verscheidene naar de galeien gezonden,
die alle eergevoel nog niet verloren
hadden, maar die weldra niet meer
wisten, waar de eer eindigt of de
schande aanvangt...
Jean Demarr drukte Haudecoeur ont
roerd de hand en Margaretha fluister
de op zachten toon:
Vergeef het mij, Haudecoeur, ver
geef het mij.
Hij haalde als gewoonlijk zijn schou
ders op en beschouwde het bleeke en
vermagerde gelaat van Margaretha.
Arme vrouw! Ik verbeeld mij, dat
al heb ik veel geweend en geleden, zij
ook niet dikwijls gelachen heeft
Zij is krankzinnig geweest, Hau
decoeur en uw plotselinge terugkomst
heeft haar zooeven aan al die smarte
lijke gebeurtenissen herinnerd en haar
het verstand teruggegeven.
Arme, arme vrouw! herhaalde
de vluchteling. Luister, ik heb ge
zegd: ik kan u niet aanklagen..., En
toch valt er iets te doen. Ik weet niet,
wat. Op het oogenblik zijn man vrouw,
mijn kinderen en ik arme menschen,
verstouten door bijna allen; enkele wen
den zich vol afschuw van ons af, an
deren behandelen ons met medelijden.
Ik ben besloten het land uit te gaan
Wij zullen ver weg gaan, daar, waar
niemand ons kent. Wij zullen daar ge
lukkig worden, zóó gelukkig, dat et!
geen plaats meer vooor het ongeluk!
kan wezenDaar ik mijn geheele
leven echter geen vluchteling wil blij
ven, die ieder oogenblik naar de galei
en terug gezonden kan worden wel
nu, gij begrijpt miij zeker, mijnheer
Demarr?... Gij zult wel vrienden heb
ben, invloedrijke vrienden, die den pre
sident der republiek bekend zijn... Ver-
schalf mij mijn gratie... Ziedaar al
les wat i-k vraag,... mijn gratie..*
Uw gratie zal uwe eer niet her
stellen. j
Eer is een opvattingWat mijrt
eer betreft in de oogen van de wereld!
Och, wie kent een armen drommel als
ik ben?... Verschaf mij mijn gratie,
mijnheer Demarr en als gij wilt, schenk!
de mijnen en ook mij uwe genegenheid,
Maar dat is een verheven opoffe
ring, Haudecoeur
Och, opofferingen vallen zoo moei
lijk niet, als men wel denkt. En toch,
dat ik u dit vraag is niet zonder be
doeling.
Glimlachend herhaalde hij:
Ja, ik heb er een bedoeling mede.
Toen Demarr hem verbaasd aanzag,
vervolgde hij:
O! ik spreek niet van geld, ik .weet
heel goed, dat als ik u een millioeni
vroeg, gij het mij zoudt geven Maai!
gij begrijpt heel goed, dat ik u dat niet
zal vragen... Neen ik denk aan heel
iets anders, aan iets heiligers.
(Wordt vervolgd).
nieuwsblad
—O—
woensdag 9 november
BREDA G
roote
Paardenmarkt