Tweede Blad
No. 5280 Vrijdag 18 Nov.
Bij Ruwe Handen Purol
Ztelssmerrf.
HONDERD GULDEN!
WILLEM DE BRUIN
Beetwortel
machines
lirQosmjoers. mi Asmapgeimeusoers.
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
Stalen Varkensbakken in alle maten, enz.
Kinderrubriek
FEUILLETON.
I&echtzaken.
I
Tel Int 220 GORINCHEM.
Het orgineele zware soort
Worden op proef geleverd
„Fijnste Kwaliteit'
Verbazend aardigDaar doe ik zeker aan meeKans op een
Extra-Cadeau en bovendien nog Honderd Gulden of één der
andere 50 geldprijzen Geweldig
Ziedaar, de algemeene uitroepen van hen, die kennis namen van
onze nieuwste attractie voor alle Letters-Artikelenverbruikers.
De Gratis Sweep Stake 1
En U heeft evenveel kans als ieder ander. U behoeft slechts
vóór 31 Januari 1933 een inzending Letterszakken aan ons
kantoor op te zenden en U ontvangt, geheel gratis, een ge
nummerd deelname-bewijs.
Verbazend leuk is ook, dat de verbruikers desgewenscht zelf
een hardlooper uit hun woonplaats kunnen aanwijzen. Zij
kunnen den hardlooper kiezen, welke zij zelf wenschen Men
mag echter ook kiezen uit een lijst van hardloopers welke
zich bij ons hebben opgegeven.
U moet toch Uw winkelier eens om nadere inlichtingen vragen,
of ons uitgebreid reclame-biljet lezen. Werkelijk! U zult dan
eens zien, welk een verrassende attractie wij U aanbieden en
hoe groot Uw kans is, om één der 50 geldprijzen te winnen.
Zult U het doen? Vandaag nog? Hoe eerder, hoe beter. Van
uitstel komt dikwijls afstel. En U zou het later beslist jammer
vinden, als U niet aan onze Sweep-Stake had deelgenomen.
N. V. v./h. M. RAVENSWAAY ZONEN TE GORINCHEM.
Prezen concurreerend I
BEHOORENDE BIJ HET
KSettwsblad
Neemt U in acht!
Hoe komt het, dat vrouwen zoo
vaak lijden aan rugpijn, rheumatische
pijn, waterzuchtige zwellingen, dui
zeligheid, zwakte, uitputting, zenuw
achtigheid en urinekwalen? Haar li
chaamsgesteldheid, de verschillende
perioden en het leven der vrouw,
de geboorte van kinderen, vormen
vaak de oorzaak van verzwakking der
organen in den rug. Deze organen
beginnen traag en slecht te werken,
waardoor urinezuur en andere onzui
verheden zich ophoopen en de kwaal
zich door het lichaam kan versprei
den.
Voor vrouwen zijn Foster's Rug
pijn Pillen dan ook een uitkomst in
dergelijke kritische tijden. De ver
sterkende werking van dit speciale
middel op de betreffende organen
maakt spoedig een einde aan de hin
derlijke verschijnselen en baat tegen
rheumatiek, ischias, spit en water
zucht.
Bij alle drogisten enz. a f 1.7; per
flacon.
Heel aardige St. Nicolaas cadeaux ont
vangt U bij aankoop van 1- of 2 doozen
Ambo-Zeep. Ambo-Zeep kost niet duurder
dan andere bekende merken (ook 32 cent
per doos van 4 stuks), maar bovendien
wordt algemeen gezegd, dat de cadeaux
van Ambo-Zeep mooier en grooter zijn.
Hebt U ze ook al gekocht
Beste meisjes en jongens.
De oplossingen van de raadsels
van verleden week luiden als volgt
1. Gier, hond, gnoe, hoen, ree.
2. Knikker, k/nikker is nikker.
3. De aanhouder wint.
De nieuwe raadsels zijn
1. Er was eens een meisje, datvisch
at en heel goed oppaste, dat ze geen
graatjes inslikte. En toch had ze daarna
een graat in het lijf! Hoe kan dat nu?
2. Wie kan mij precies vertellen,
waarom de huismusch met beide poo-
ten tegelijk springt en de eend poot
voor poot verzet?
3. Jullie weet natuurlijk allen: aal wel,
dat de boerenarbeid bijna de zwaarste
arbeid is, die er bestaat. Daarom eten
boerenarbeiders dikwijls heel veel. Wel
nu, wie weet hoeveel zachtgekookte
eieren een hongerige boerenarbeider des
morgens nuchter kan opeten?
OOM KAREL.
Naar het Fransch.
119.
Die veronderstelling is dus onjuist.
Colivet had geen reden om mij te ha
ten. Dus vreesde hij mij. Hinderde ik
hem? Mijn terugkomst in Frankrijk,
mijn ontsnapping was dus een gevaar
voor hem? Welk gevaar? Omdat ik
overal en altijd mijn onschuld betuigde,
was het begrijpelijk, dat ik, als ik een
maal vrij was, al het mogelijke zou
doen om mijn onschuld te kunnen be
wijzen! Die poging vreesde hij dus?
Die herstelling van mijn eer? Hij wist
dat dit alles mogelijk was. Wanneer
ik den waren schuldige aanwees, niet
waar? Begrijpt ge mij goed?
Dat Collivet dit vreesde, dat hij alles
in het werk stelde, zelfs een misdaad
beproefde, om te beletten, dat ik mijn
vrijheid herkreeg, dat was .alleen omdat
hij den waren schuldige kende en voor
zich zelf vreesde. Een misdaad be
gaat men niet uitgenoegen. En men
tracht niet, zich van een arm en on
gelukkig man als ik te ontslaan uit
louter voldoening, kwaad te berokke
nen
Wat hij zeide was logisch.
Zij stonden er verbaasd van.
Maar waar wilde hij heen?
DE SNEEUWKONINGIN.
xi.
De muren van het paleis van de
sneeuwkoningin waren gemaakt van
heele fijne scherpe sneeuw en hagel
en de ramen en de deuren waren ge
maakt van den ijskouden wind. Er wa
ren wel honderd kamers in het paleis.
En ze hadden den vorm, precies zooals
de sneeuwjacht ze gemaakt had. De
grootste van die kamers was wel kilo
meters lang. Ze werden allemaal ver
licht door glinsterende noorderlichtjes.
Alle kamers waren heel groot en leeg
en glinsterden van ijs en sneeuw. Er
was nooit eenige vroolijkheid in, zelfs
niet eens een danspartijtje voor de
kleine ijsbeertjes, waay de winterstor
men toch voor muziek gezorgd zou
den kunnen hebben en waar de groo-
te ijsberen op hun achterpooten ge
wandeld konden hebben en erg deftig
gedaan zouden kunnen hebben, zooals
ze zoo graag doen. Er werd nooit een
O
een aardig spelletje gespeeld, zooals
krijgertje of een-twee-drie verlos! Ter
wijl er ook nooit het geringste koffie
praatje werd gehouden. Onmetelijk uit
gestrekt en koud was het paleis van
de sneeuwkoningin. In het midden van
die eindelooze sneeuwzalen lag een be-
vroeren meer. De ijsvlakte was opge
broken in duizenden stukjes, die schit
terden van je welste en in het midden
daarvan zat de sneeuwkoningin, als ze
thuis was.
Kleine Karei zag blauw van de kou,
nee hij zag bijna zwart. Maar dat wist
hij natuurlijk niet, want de sneeuw
koningin had hem betooverd en zijn
hart was immers weinig meer dan een
klomp ijs, vanwege de splinter van de
tooverspiegel, die er in gekomen was
en die de booze dwerg immers gebro-
kne had? Karei speelde den heelen
dag met groote, scherpe stukken ijs,
waarvan hij legplaten probeerde te ma
ken. De sneeuwkoningin had op een
goeden dag tegen hem gezegd: „Ik
moet nu weer wegvliegen naar de war
me landen. Ik moet eens even in die
zwarte schoorsteenen gaan kijken!" Ze
bedoelde daarmee de vulkanen van de
Etna en de Vesuvius. „Ik moet ze een
beetje wit gaan maken!" voegde ze
er aan toe. En ze vloog heen.
Karei zat heelemaal alleen in die
Hij hervatte:
Ziedaar, waarom ik zooeven zei-
de, dat Collivet wel een groote gene
genheid voor mevrouw Demarr moest
koesteren, daay hij ter wille van die
genegenheid een .misdaad beging. En
daarom zeid eik ook, dat hij het ge
heim van den moord ,op zijn voor-
maligen patroon moest kennen.
Hij kan het slechts vermoeden.
Een volstrekte zekerheid is immers
onmogelijk.
Zeer mogelijk integendeel. Had
hij mevrouw de Beaupreault niet ge
waarschuwd? Wist hij niet, dat zij haar
echtgenoot daar zou vinden? Had hij
dien twist en dien moord niet voor
zien? En is alles, wat hij voorzien
had, niet verwezenlijkt geworden?
Gerard viel hem in de rede en zeide:
Op zekeren dag, vóór mijn ver
trek 'naar Caledonië, hoorde Collivet,
dat ik meende, dat Haudecoeur het
slachtoffer van het gerecht was ge
weest.
En wat zeide hij?
Iets, wat mij zelf is opgevallen
en waaraan ik nog dikwijls denk. Wij
moeten den moordenaar van uw vader
zoeken onder drie personen, namelijk
onder hen, die gedurende het laatste
oogenblik zijns levens bij hem waren.
Die drie personen zijn: Haudecoeur,
uwe moeder en ik. Als Haudecoeur on
schuldig is, dan ben ik of uwe moeder
de schuldige! v
Toen u hem voorstelde om u
te vergezellen naar Nieuw-Caledonië,
maakte hij toen geen tegenwerpingen?
heele groote leege zalen van ijs. Hij
keek maar na~f zijn stukken ijs en
dacht en dacht, totdat er iets in hem
brak. Hij wist natuurlijk niet wat er
gebeurde, maar onder ons gezegd, het
was dat hart van ijs van hem, dat plot
seling gebroken was. Hij zat daar stijf
en onbeweegelijk, zoodat iemand, die
niet beter wist, gedacht zou kunnen
hebben, dat hij dood gevroren was.
Precies op dat oogenblik wandelde
kleine Gerda het paleis van de sneeuw
koningin binnen, door de groote poor
ten van ijskouden wind. Haar gedach
ten waren vervuld van niets dan goe
de en liefelijke dingen en daardoor
hield plotseling de ijskoude wind op
en wandelde ze ongehinderd de groote
leege zalen binnen. Ze zag Karei zit
ten en Jterkende hem dadelijk. Ze sloeg
haa rarmen om zijn hals en hield hem
vast ien riep: „Karei :kleine Karei, heb
ik je .eindelijk gevonden?!" Doch hij
zat doodstil, stijf en rechtop en ijskoud.
Toen stortte Gerda heete tranen; ze
vielen op zijn borst en drongen door
tot zijn hart. Ze ontdooiden daar de
klomp ijs en smolten de splinter van de
tooverspiegel, die er in zat, weg. Toen
keek Karei naar haar en plotseling
barstte hij in tranen uit. Hij huilde
zoo erg, dat ook het korreltje glas van
de betooverde spiegel uit zijn oog ver
dween. Hij herkende Gerda heelemaal
en riep vol vreugde: „Gerda, lieve klei
ne Gerda, waar ben je zoo lang ge
weest? En waar ben ik zoo lang ge
weest?"
Hij zag in het rond en zei: „Wat is
het hier koud; wat is het hier groot
en leeg!"
Hij hield Gerda stevig vast, die lach
te en huilde tegelijk van vreugde. Hun
blijdschap was zoo groot, dat zelfs
de stukjes ijs om hen heen dansten
van vreugden. Gerda kuste zijn wan
gen en meteen werden die weer rood.
Ze kuste zijn oogen en onmiddellijk
schitterden ze als de hare; ze kuste
zijn armen en voeten en meteen werd
hij Weer heelemaal gezond en sterk.
Nu had de sneeuwkoningin thuis mo
gen komen, als ze gewild had, doch
al haar macht over Karei was gebro
ken. Ze vatten elkaair bij de hand en
wandelden het groote sneeuwpaleis uit.
Ze spraken over de oude grootmoeder
en over de rozenstruik op het dak. Waar
ze gingen ging de wind liggen en brak
de zon doolr de wolken. Toen ze bij
het bosch met de roode besschen kwa
men, stond het rendier op hen te wach
ten en hij had een ander jong rendier
meegebracht.
(Slot volgt.)
BOSSCHE RECHTBANK.
DIEFSTAL OP EEN MARKT.
De beide vrouwen A. L. V. en C. L.
uit Dussen moeder en dochter, verdacht
van diefstal van sokken op de Bredasche
markt zijn niet verschenen.
De vrouw van de kraam m a w. de
koopvrouw had iets verdacht gevonden
aan de handelwijze der beide vrouwen.
Toen deze aan 'n andere kraam stonden
heeft ze stiekum in hun boodschappen-
tasch geloerd, waarin de sokken zaten.
Een marktkoopman die bij de aan
houding op de markt tegenwoordig was,
komt als getuige.
Zeer veel zelfs! Eindelijk nam hij het
aan!
Haudecoeur stampte van toorn on
geduldig met den voet op den grond.
Hij begreep de reden van den haat van
Collivet niet.
Hebt gij vdiin man in langen tijd
niet teruggezien?
Ik heb hem niet teruggezien na
den dag, dat gij veroordeeld werd. Ver
heugd kwam hij mij uwe veroordeeling
aankondigen, ongelukkige Haudecoeur.
En na dien tijd!
Nooit meer!
Als hij u dus zoo onmiddellijk
en zoo geheel verlaten heeft, als hij
zelfs niet getracht heeft, u te ont
moeten, schijnt hij u niet zoo zeer ge
negen te .wezen, als gij wel dacht4
Er is „slechts één ding, dat mij (het
verleden begrijpelijk zou maken, slechts
één!En dat is, dat hij u lief had
zonder het u te zeggen, u in stilte aam
baden zelfs zóó dat hij voor geen
misdaad terugdeinsde. Vergeef mij mijn
zonderlinge vraag, mevrouw, inaar ge
looft gij werkelijk, dat het zou kunnen?
Hoe geheimzinnig, hoe beschei
den een dergelijke hartstocht ook wezen
moge, een vrouw merkt het ten slotte
toch.
Collivet had u niet lief?
Neen!
Dan wordt de zaak nog duister
der, dan was het niet om u, om mij,
maar voo rhem, dat hij mij gevangen
liet nemen.
Voor hem!
Ja 1
De officier van justitie zegt, dat de
vrouw als diefachtig bekend staat, hem
bovendien geschreven had, dat ze zich
van de heele zaak niets aantrok, zoodat
ze 't op de rechtszitting maar zonder baar
moesten doen.
Voor haar eischt spr. een half jaar
gevangenisstraf, voor de minderjarige
dochter ter beschikkingstelling van de
regeering zonder toepassing van straf
HUISGEZIN.
O—
BOSSCHE POLITIERECHTER.
Uitspraken.
L. J. S., opperman, Sleeuwijk, beleedi-
ging, geschorst.
L v. d. P.. schipper, Dussen, weder-
spannigheid, f 45 of 45 dagen.
—o—
Openbare vergadering van den raad
der gemeente BRAKEL. gehou
den op 12 November 1932 des
voormiddags om 10 uur ten ge
meentehuize.
Voorzitter: EdelAchtb. Heer S. v.
Dalen.
Tegenwoordig alle leden.
De Voorzitter opent de vergade
ring, waarna de notulen der vorige
vergadering worden gelezen en on
gewijzigd worden vastgesteld.
De Voorzitter merkt op. naar aan
leiding van de notulen der vorige
vergadering, dat toen de stemmen
over het al of niet schorsen van den
heer van Veenendaal als lid van den
raad. wegens verboden levering staak
ten, door hem gezegd is, dat in een:
volgende vergadering herstemming
zou plaats hebben. Dit berust op een
vergissing, daar in de vorige verga
dering de Raad voltallig was en in
gevolge het bepaalde in artikel s8.
En eensklaps balde Haudecoeur zijn
vuisten en hief ze toornig boven zijn
hoofd, alsof hij een onzichtbaren vijand
bedreigde.
O! mevrouw! mevrouw! hoe ge
makkelijk zou alles te begrijpen we
zen, hoe gemakkelijk de waarheid ont
dekt kunnen worden, als Hij hield
plotseling op en wierp een smartelij-
ken blik op Margaretha.
Demarr zeide:
Zeg het maar, Haudecoeur, vol
tooi uw gedachte!
Ik zeide ,dat die zaak spoedig
klaar zou worden, als uw ongelukkige
vrouw niet bekend had, dat zij haar
echtgenoot gedood heeft!... Ja, ja, hel
der als de dagLaten we eens een
oogenblik veronderstellen, dat Collivet
het gedaan heeft! Hij is daartoe best in
staat! Met welk doel? Daarna zou ge
zocht kunnen worden en wij zouden
het vinden. Uit wraak wellicht. Hebt
gij zijn oogen wel eens goed opgeno
men?... Een eerlijk mensch houdt er
zulke oogen niet op na! Hij durft geen
mensch aan te zien! Als Collivet nu
schuldig was is het immers zoo na
tuurlijk mogelijk, dat bij er voor zorg
de, dat ik te Bourail bleef. Beter zou
het voc|r hem geweest zijn, als ik
gestorven was. Op die wijze zou de
geheele zaak afgehandeld wezen. Nie
mand bestond etr dan meer om hem
aan te klagenGij ziet hoe gemak
kelijk wij dan alles konden verklaren
als mevrouw maar niet zich zelf be
schuldigde.
Margaretha boog het hoofd en vouw
de haar handen om haar knieën. Ziji
staarde voor zich uit en scheen aan iets
te denken. j
Haudecoeur hervatte:
O! 'tls jammer, 'tis verschrikke?
lijk jammer! 't Duistere uit die zaak!
zou verdwijnengeen geheim be
stond er mee rvoor ons! Collivet was
de schuldige!... maar nu zijn wij nog
steeds in dat geheim gewikkeld, en
nog geen stap verder dan zooeven,
toen ik mij afvroeg, waarom Collivet
mij met zijn haat vervolgde.
Eensklaps zeide Margaretha lang1-
zaam,-alsof zij in een droom sprak eb
zich langgebeurde zaken herinnerde,
maar nu anders zag dan zij tot nog
toe had gezien: i
Hij springt op mij toe ontrukt mij.
den revolver.maar er ontstaat een
worsteling tusschen tusschen ons.eeb
verschrikkelijke, hardnekkige strijd en
eensklaps stoot hij mij van zich af
herhaaldelijk ben ik aan al die bijzon
derheden herinnerd omdat ik mij
gedurende mijn slapelooze nachten dik
wijls afgevraagd heb, o fik hem werke
lijk gedood heb. j
Gerard uitte een kreet van vreugde,
Ha! moeder, gij twijfelt, gij twij-
felt1
Neen, helaas! neen, ik twijfel niet!
Wie zou hem gedood hebben?... Heb'
ik niet gezien, dat hij dood naast mij
lag, eenige seconden, nadat ik weer tot
bewustzijn kwam? j
(Wordt vervolgd).